Naam: Jonker & Otegem, A en G Jonker & Co, De Vries Lentsch
Adres: Grasweg 60-62 (voorheen Klaverweg 5)
In 1912 is er bij een rechtbank een kwartier tijd uitgetrokken voor de behandeling van bezwaren tegen het oprichten van een scheepstimmerwerf door W.van Otegem aan
het Galgenveld. De afloop wordt niet vermeld maar in 1916 is aan de Badhuisweg 9 een scheepswerf Jonker & Otegem welke ook bekend zou zijn als scheepswerf 'Het IJ'
die hier in 1914 naar verhuisd is. In de personeelsadvertenties van dit bedrijf wordt vermeld ‘oz het IJ’. Komt hier misschien de naam scheepswerf 'Het IJ' vandaan,
een naam die verder niet voorkomt? En is de werf voortgekomen uit een samengaan van de fa.Jonker met Van Otegem die van voor 1905 tot 1916 een werf op Prinseneiland
28 had? Deze werf die hoofdzakelijk dekschuiten bouwde wordt in 1916 failliet verklaard. De fa.Jonker is hier de grote onbekende.
In 1917 is de werf van de Badhuisweg verdwenen en aan de Klaverweg 5 (nu Grasweg 60) te vinden als Jonker & van Otegem en kort daarna als A en G Jonker & Co voor
nieuwbouw en reparatie. Maar daar eindigt ook alles wat we van deze werf weten. Slechts de bouw van enkele vaartuigen is bekend. Opvallend is dat in datzelfde jaar
op deze locatie de werf van G.de Vries Lentsch begint. Moeten we daaruit de conclusie trekken dat het faillissement het definitieve einde betekende voor Jonker & van
Otegem?
De geschiedenis van scheepswerf De Vries Lentsch begint bij Gerard I, oudste zoon van Jan de Vries Lentsch I, die in 1875 te Nieuwendam in zijn ‘vrije’ tijd in een
schuur achter in de tuin van Molenpad 26, begon met bouwen van loodsvletten en melkschuitjes. Deze voeren met melk, boter en kaas naar Amsterdam. Het bouwen van schepen
zat De Vries Lentsch in het bloed. In 1878 kreeg zijn werkgever, Van Meursing, hier kennis van en zei tegen Gerard I: ‘Of je begint voor jezelf of je werkt voor mij’
en bood hem een plek aan achter op zijn eigen terrein dat in de volksmond ‘Het Fortland’ werd genoemd. (Hier stonden in 1572 de fortificaties van de Waterlandse
opstandelingen en de Geuzen, die de Amsterdammers en de Spanjaarden tot een vernederende aftocht hebben gedwongen.)
Gerard I aanvaardde het aanbod en begon voor zichzelf op ‘Het Fortland’ en noemde dan ook zijn nieuwe werf ‘Het Fort’. In 1909 is het moment dat de leiding van het bedrijf
langzamerhand over gaat op de zonen van Gerardus (Jan, Gerardus jr., Gijs, Klaas en Willem). Het botert echter niet goed tussen de vijf zonen. De eerste die voor zich zelf
begint is Gijs de Vries Lentsch. Hij neemt de leiding over aan het Molenpad. Vervolgens vertrekt in 1917 Gerardus de Vries Lentsch jr. en begint een werf aan de Klaverweg 5
in Noord. Klaas heeft zich niet met de scheepsbouw bemoeit en Jan en Willem de Vries Lentsch blijven op Het Fort. Tussen 1918 en 1923, het jaar waarin Jan komt te overlijden,
wordt soms de naam Gebroeders de Vries Lentsch gevoerd. Jan wordt opgevolgd door zijn zoon Gerard Jszn.
De werf van Gerardus, de Amsterdamsche Scheepswerf G.de Vries Lentsch kwam in 1932 aan de Grasweg 60-62 te liggen doordat de naam Klaverweg werd hernoemd. Zijn zoon
Gerardus nam de werf over en nu werd er Jr. toegevoegd aan de naam. Het ging de zaak bijzonder voor de wind met een enorme variëteit in de vloot die de werf bouwde.
Heel veel verschillende materialen werden gebruikt, van hout en staal, tot aluminium en versterkt polyester. En heel veel verschillende schepen gleden van de helling:
zeiljachten, motorboten, passagiersschepen, sleepboten, patrouilleboten, sloepen, plezierboten, en zelfs vaartuigen voor de marine. De werf ontwierp zelf boten, maar
maakte ook schepen op basis van ontwerpen van andere architecten.
Lees ook Grasweg 53-85.
Bronnen:
wikipedia.nl
Delpher