Adres: Zwanenburgwal 50-60 (vh 38-40)
Architect: I.Gosschalk
Bouwtijd: 1865
Opdracht: S.W.Josephus Jitta
Al in 1657 werd hier een suikerwerkfabriek gebouwd in opdracht van de jood Isaäc Mocat(t)a die lid was van het gilde voor de suikerraffinage. Joden mochten dankzij dit gilde
wel suiker raffineren, maar de geraffineerde suiker verkopen was een deur te ver, waardoor vele joodse suikerfabrieken ten onder gingen. De suikerwerkfabriek van Isaäc Mocata
was wel levensvatbaar en de familie had de fabriek op deze plek tot 1777.
Isaäc Mocata heette eigenlijk Gil Correa de Vega, de naam die hij in Portugal voerde. Hij had de wind financieel mee en naast de suikerfabriek hier ook nog investeringen
in Brazilië en in Recife (Br) een huis annex winkel in de Jodenstraat.
In 1777 werd de fabriek verkocht aan Hendrik Kolling. Omstreeks 1800 is het bedrijf bekend onder de naam Kolling Greve & weduwe Dirk Greve.
In 1865 wordt door Simon Willem Josephus Jitta (1818-1897) aan Izak Gosschalk opdracht gegeven voor de bouw van een nieuw pand op de plek van de suikerfabriek.
Jitta was voorzitter van de permanente commissie tot behartiging der belangen van de Israëlieten in Nederland. In 1853 werd door hem met Dr.E.C.Büchner de vereniging
Salerno opgericht, een der eerste, die zich de verbetering der volkshuisvesting ten doel stelden. Hij was er lange tijd voorzitter. Ook bij de in 1863 opgerichte Amsterdamsche
Kanaalmaatschappij, bedoelt om Amsterdam door een kanaal met de Noordzee te verbinden, werd Jitta in 1865 in het bestuur en kort daarna tot voorzitter gekozen.
In de nieuwbouw op de plaats van de suikerfabriek werd in 1870 op de eerste verdieping de chewresjoel van de vereniging Hachilot Olam Hachadasja (Nieuw Genootschap Paden der Eeuwigheid of Wegen van de Nieuwe Wereld) gevestigd. Dit
was de opvolger van de Verwersgrachtsjoel op dezelfde locatie. Het sjoeltje heette toen Halichoth Olam ha-Chadasja, ook wel spottend Holland-Amerika-Lijn genoemd. Het Nieuw
Israëlietisch Weekblad wijdde in 1897 een artikel aan de vervaardiging van een nieuw parochet (voorhang) voor de sjoel. De sjoel heeft in elk geval tot 1936 bestaan,
maar er wordt ook gesproken over tot in de Tweede Wereldoorlog.
Beneden was een margarineopslag van Solo Margarine sinds 1871 afkomstig uit de margarinefabriek van Anton Jurgens in Oss. Simon van den Bergh, gestart met margarineproductie
in 1872, was een grote concurrent. Beiden brachten hun bedrijf over naar Rotterdam waar ze in 1927 samen de Margarine Unie vormden. Van den Bergh & Jurgens gingen in 1929
samen met Lever Brothers uit Engeland en Unilever was geboren. Vanaf 1929 werd Solo margarine als een geregistreerd Belgisch merk op de markt gebracht, hetgeen gepaard
ging met een grote reclamecampagne.
In 1876 kreeg de firma Kattenburg vergunning voor een lompenbergplaats op derde en vierde verdieping.
Naam: Leeuwenberg
Adres: Zwanenburgwal 50-60, Verversstraat 27-29
Architect: G.M.Leeuwenberg; S.Visser
Bouwtijd: 1936; 1988
Opdracht: G.J.Leeuwenberg Zoon's IJzerhandel; Gemeente Amsterdam/Woningbouwvereniging Ymere
Twee hoge panden aan de Zwanenburgwal, een woonhuis en een pakhuis, werden in 1936 afgebroken en vervangen door een nieuw pakhuis naar ontwerp van architect
Godefridus Maria Leeuwenberg, dat doorloopt tot aan de Verversstraat. De firma staat inmiddels onder leiding van J.M. en S.W.Koot.
De toen gebouwde luchtbrug met het beeldmerk LZA (Leeuwenberg Zoon's Amsterdam) over de Verversstraat vormde de verbinding met het pand van G.J.Leeuwenberg &
Zonen IJzerhandel aan de Verversstraat 2-10. Dit grote pakhuis kreeg vloeren van gewapend beton en twee liften. Het telde zeven bouwlagen en een zolder en was zo'n 23
meter hoog, exclusief de machinekamer voor de liften. Volgens zeggen is de luchtbrug bedoeld om de gefabriceerde wapens van het ene pand naar het andere over te brengen.
Op 20 juni 1972 maakt het NRC Handelsblad melding van de Engelse hotelmaatschappij Bovis Property Division die hier grond heeft gekocht voor de bouw van een hotel. Dit blijkt niet alleen de grond van Leeuwenberg te zijn maar ook nog wat extra dat voor een prijs van fl. 1,00 aan Onroerende Goederen Maatschappij Grobura werd verkocht krachtens de Wet op de Materiële Oorlogsschade aan een ieder die daarvoor een geschikt bouwplan heeft. Een gemeentelijke woordvoerder liet weten dat een hotel op deze plek een grotere meerwaarde had voor de buurt dan die ’ouwe fabriek’. Buurtbewoners en krakers protesteerden. Resultaat werd een intensieve renovatie in 1988 door architect Sytze Visser waarbij een uitpandige isolatie werd toegepast in geel, oranje en blauw. De oude huisnummers 38-40 zijn onuitwisbaar in de gevel gehakt.
Bronnen:
wikipedia.nl
joodsamsterdam.nl
delpher.nl
amsterdamopdekaart.nl