19 Het Atelier Architecten is een architectuuratelier, waarin een gedreven team professionals onder leiding van directeur/architect Rob Moritz werkt aan bijzondere, kwalitatief hoogwaardige en duurzame stedenbouw, architectuur, interieurs, bouwtechniek en adviezen. De ateliervorm zorgt voor een hechte samenwerking tussen alle leden en disciplines binnen het team, waardoor het geheel altijd meer is dan de som der delen. Het credo “creatief en professioneel” staat voor zowel het proces als het product daarvan. Door op elkaars schouders te gaan staan bereik je grotere hoogtes, kun je verder kijken en wordt je sterker. Daarom is het zo belangrijk, dat ons bureau over zoveel verschillende disciplines beschikt. Daarnaast onderhouden we nauwe samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld technisch- en financieel specialisten, kunstenaars en allerlei andere vormgevers. In een aantal projecten wordt samengewerkt met collega-bureaus.
A & I Architecten is opgericht in 1990 als Bureau voor Architectuur & Interieur I.H.Liem BV.
Abspoel, Cornelis Adrianus (Kees) Naast zijn werk overdag op een architectenbureau, ging hij ‘s avonds naar de avond-m.t.s., gevolgd door een cursus architectuur aan de academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen in Den Haag. In 1924 begon hij op het bouwbureau van de B.P.M., aanvankelijk voor de bouw van een verkoopkantoor voor de Shell, maar al spoedig als zelfstandig ontwerper van diverse laboratoria in Amsterdam en voor de raffinaderij in Pernis. Die werkkring breidde zich uit tot het geven van adviezen voor bouwwerken in Curaçao, Venezuela, Nieuw Guinea, Brits Borneo, Indonesië en Australië en de vele andere locaties waar Shell te vinden was. (2023)
Add-It Architecten is het architectenbureau van Donald Jansen. Hij heeft gestudeerd aan de TU Delft richting Architectuur (1984-1990). Jansen had zijn eigen bureau DRKarchitects van 1995 tot 2008. Van 2008 tot 2012 werkte hij als projectontwikkelaar, vanaf 2012 is hij eigenaar-directeur van Architecture Design and Development, ADDIT.
ADP architecten (architectuur design en planning) is opgericht in 1950. In 2010 is nog een aankondiging te vinden dat zij samengaan met HM Architecten (1978) en Boerstra & Partners Architecten onder de naam HMADP. Zij hebben dan ca. 50 medewerkers en werken aan een breed scala aan projecten. Elk van de partners heeft een eigen kernactiviteit en kunnen van hieruit de ander ter zijde staan. De projecten zijn verspreid over het gehele land en betreffen stedenbouw, woningbouw (individuele woningen, wooncomplexen), bedrijfsgebouwen (kantoren, werkplaatsen, laboratoria), openbare gebouwen (musea, gemeentehuizen), onderwijs en zorg op alle voorkomende schaalniveaus. Wie de oprichters zijn van ADP is ons niet bekend. Na 2013 is er weinig terug te vinden dat nog onder de ADP-architecten werkt. De enige die nog gebruik maakt van een mailadres van die naam is Acampo-architecten in Amsterdam. (2023)
Alberts en Van Huut is een in 1963 opgericht Nederlands architectenbureau. De architecten ontwerpen volgens de ideeën van het organische bouwen, een architectuur die geïnspireerd is op de natuur en waarbij de menselijke maat centraal staat. Geen grote strakke gebouwen en rechte lijnen maar opgebroken volumes, meanderende gangen en vormen als vijfhoeken zijn belangrijke kenmerken in het organisch bouwen. Anton Carel (Ton) Alberts (1927-1999) volgde zijn opleiding aan de École des Beaux-Arts in Parijs en de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. In 1963 begon Alberts zijn eigen architectenpraktijk en werkte tot 1974 als docent voor de Academie van Bouwkunst en was als architect verbonden aan het bureau van Ben Merkelbach. In 1987 wordt Max van Huut (1947-) partner en krijgt het bureau zijn huidige naam. Hij volgde zijn opleiding aan het Hoger Technische Instituut en de Academie van de Bouwkunst. Van Huut werkte al sinds 1975 bij het architectenbureau van Alberts.
Albrecht, Saskia Al jaren hou ik mij bezig met het ontwerpen van zeer uiteenlopende tuinen. Steeds is daarbij het pand het belangrijkste uitgangspunt: de bouwperiode, de lijnen van het huis, de sfeer en de omgeving zijn de bouwstenen voor een passend tuinontwerp. Het grootste compliment dat men mij kan geven is dat het lijkt alsof de tuin er altijd al in die vorm geweest is.
Alewijn, Cornelis (1788-1839) was een Nederlands militair en civiel ingenieur. Hij was de zoon van mr. Jacob Alewijn en Cornelia Henriette Backer; hij studeerde aan de universiteit van Göttingen en later aan die van Utrecht. In Utrecht studeerde hij bij de wiskundige prof. J.F.van Beeck Calkoen. Na zijn studie werd hij in 1812 naar Parijs gestuurd als ‘vrijwilliger’ voor de Garde d'Honneur. Hij kwam begin 1814 terug en werd toen benoemd tot 2de luitenant-ingenieur. Hij diende bij het beleg van Naarden onder bevel van generaal Krayenhoff. Later in 1814 volgde zijn bevordering tot 1ste luitenant en in 1817 tot kapitein. Hij deed vervolgens dienst bij de opbouw van de vestingen Namen en Dendermonde. In 1832 werd hij benoemd tot commissaris van stads publieke werken te Amsterdam. Hij bleef dit tot zijn overlijden. In 1816 werd hij correspondent van het Koninklijk Nederlands Instituut[2], en in 1832 lid 1e klasse van het Instituut. In 1835 werd hij ook lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem en voorzitter van het KNI. Ook was hij lid van de raad van bestuur der Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Amsterdam. Hij was in Namen in 1819 getrouwd met Olowina Wilhelmina Degerman, en zij kregen vijf kinderen.
Amsterdam Architectuur Atelier is opgericht in 2000.
ANA Architecten ontwerpt gebouwen vanuit een duidelijke visie: We zoeken naar vorm die ruimte geeft aan nieuwe mogelijkheden voor gebruik en die voorbij gaat aan voorgeprogrammeerde en gangbare oplossingen. Onze ontwerpen zijn helder, functioneel en sprekend in hun eenvoud. Een eenvoud die bij nadere beschouwing steeds een extra laag onthult.
Arcadis is een wereldwijd opererend architectenbureau met ruim 33.000 werknemers. Voor veel projecten zoeken ze bovendien contact met lokale architecten en ingenieursbedrijven. (2023)
Architectenbureau Aad Lambert. Aad Lambert studeerde aan de Technische Universiteit Delft, faculteit Bouwkunde (1975). Hij werkte van sindsdien bij de gemeente Amsterdam, van 1978–1980 bij de Dienst Volkshuisvesting als projectleider sociale woningbouw. Van 1980–1985 bij de Secretarie afdeling coördinatie Stadsvernieuwing als voorzitter van de projectgroep stadsvernieuwing OOsterparkbuurt e.o. Aansluitend tot 1987 bij de Secretarie afdeling Grondzaken en Openbare Werken als beleidsadviseur. Van 1987–heden directeur/architect van architectenbureau Aad Lambert. Hun filosofie is: ‘Het creëren van gebouwen, van tekentafel tot aan de bouwplaats is een uitdagend proces. Vanuit een weids veld aan mogelijkheden wordt door het nemen van weloverwogen beslissingen naar een gemeenschappelijk doel toegewerkt. Flexibiliteit is hierbij van groot belang. Slimme economische oplossingen, met zorgvuldige aandacht voor detail, voegen zich op passende manier in hun omgeving. Wij zien graag kansen in elke situatie, en zetten ons volledig in deze kansen optimaal te benutten. Zo ontstaan goede gebouwen met heldere architectonische gebaren, gebouwen die hun gebruikers een fijne omgeving bieden.’
Architectenbureau Ellerman Lucas van Vugt is in 1983 opgericht door Niek van Vugt. Niek heeft zijn opleiding gedaan aan de TU Eindhoven. In 2013 hebben de bij ELV werkzame architecten duCroq en van Zutphen besloten een eigen bedrijf, duCroq en van Zutphen architects, te starten. In goed overleg met Niek van Vugt is besloten dat een aantal lopende projecten worden overgedragen. (In 2021 is er geen verdere info ELV meer te vinden.)
Architectenbureau Fritz Maarten Fritz (1953) is in 1988 afgestudeerd aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Het motto van zijn bureau: “restauratie is geen doel, maar een middel” Maarten zegt hierover: ’Het leven is wel wat te rekken, door zorgvuldigheid in acht te nemen, gezond te leven en door op tijd een noodzakelijke reparatie te laten uitvoeren. Maar kapot gaan wij, dat is de enige zekerheid in ons bestaan. Architecten noemen dat ‘rekken en repareren’ sinds de negentiende eeuw ‘restaureren’. Bibliotheken puilen uit met boeken vol met theorieën over restaureren. De achtergrond van de vele opvattingen is eender, namelijk de zorg voor het erfgoed. De meeste theorieën gaan zijdelings over ‘restaureren’, echter veel meer over de vraag “Hoe moet er worden omgegaan met bestaande architectuur?” Alle interessante stukken over restauratiebeginselen behandelen het boeiende vraagstuk over (dis)harmonie in de architectuur: “Kan het wel, of kan het niet?”. Hoe dan ook, restauratie wordt daarmee wel onderdeel van het architectuurdebat. Wat is restaureren eigenlijk? De definitie van architectenbureau Fritz is buitengewoon simpel: restaureren is niets anders dan het herstellen van schade. Gaat het handelen verder dan alleen het herstellen van de schade, dan is het beter te spreken van ‘verbouwen’. Restaureren en verbouwen hebben niets met elkaar te maken. Herstellen van schade is technisch en bouwkundig van aard. Vaak lastig en moeilijk, maar met behulp van specifieke kennis, vaardigheden, doorzettingsvermogen en ervaring bijna altijd te volbrengen. Verbouwen heeft, naast technische en bouwkundige aspecten, te maken met een nieuw programma van eisen, met opdrachtgeverschap en met ontwerp en architectuur. Restaureren is geen doel op zich, maar is een van de vele beschikbare middelen om architectuur te maken, te herstellen.’ (2023)
Architectenbureau H.A.van Oerle en J.J.Schrama. Hugo Anthonius van Oerle (1905-1994) was een Nederlandse architect en historicus. Van Oerle was de zoon van Paulus Mattheus Johannes van Oerle, architect en rijksopzichter van beroep en Gijsberta Cornelia Spierenburg. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool Delft, waar hij in aanraking kwam met de combinatie van religieuze en esthetische opvattingen van de in 1924 tot hoogleraar benoemde M.J.Granpré Molière, zoals die later bekend werden als de Delftse School. Daarnaast maakte hij kennis met de persoon en het werk van A.J.Kropholler. Nadat hij in 1930 afstudeerde ging Van Oerle werken op het bureau van Kropholler. Samen met Kropholler was hij verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de St.Petruskerk met pastorie en omliggende woningen te Leiden. In een van deze woningen vestigde Van Oerle zijn eerste kantoor-woonhuis. In 1942 trouwde Van Oerle, nadat zijn eerste vrouw in het kraambed van hun zoon Paulus Mattheus Johannes in 1937 overleed, met Maria Anna Petronella Norbertha (Ria) van Gorp. Vanaf 1946 werkte hij als architect samen met J.J.Schrama onder de naam Architectenbureau H.A. van Oerle en J.J.Schrama. Samen ontwierpen ze onder meer de Heilige Familiekerk. Ook zijn zoon Paul zou later het familieberoep voortzetten. Van Oerle heeft ook een grote belangstelling gehad voor de studie van de architectuur- en stedebouwkundige geschiedenis en de archeologie. Hij is gepromoveerd op de geschiedenis van de stedebouwkundige ontwikkeling binnen het Leidse rechtsgebied tot aan het einde van de gouden eeuw. J.J.Schrama wordt alleen genoemd als vennoot op kantoor met Van Oerle.
Architectenbureau Holvast en Van Woerden was eigendom van Philippus Freerk (Flip) Holvast (1947) en Dan E.van Woerden en opgericht in 1982. Van Woerden was eerder medewerker op het bureau van Sterenberg Ter Apel. (2021)
Architectenbureau Kleinhout en Van der Steur werd gevormd door Gerrit Herman Kleinhout (1881-1958) en Albert Johan van der Steur (1895-1963).
Architektenbureau OMA Office for Metropolitan Architecture is een internationaal bureau dat zich richt op architectuur, stedenbouw en culturele analyse. Het bureau wordt geleid door zeven partners en heeft projecten in Europa, Azië, Midden-Oosten, Noord-Amerika en Afrika. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam en er zijn vestigingen in New York, Beijing en Hong Kong. Het Office for Metropolitan Architecture (OMA) werd in 1975 opgericht door architect Rem Koolhaas, architect Elia Zenghelis, beeldend kunstenaars Madelon Vriesendorp en Zoe Zenghelis in Londen. Het zou vanaf dat moment een belangrijke rol spelen in het wereldwijde architectuurdebat, zij het in het begin, vooral als "papieren architect"; dat wil zeggen dat OMA bekend was van lezingen, prijsvragen, discussies en publicaties, maar niet van gebouwen. Vooral het opzienbarende prijsvraagontwerp voor de uitbreiding van de Tweede Kamer in Den Haag uit 1978 trekt wereldwijd de aandacht. Vanwege een aantal Nederlandse opdrachten vestigt OMA zich in 1981 in Rotterdam. In de beginjaren werden nog niet veel ontwerpen gerealiseerd. Meervoudige opdrachten voor het stadhuis in Den Haag (1986) en het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam (1988) gingen ondanks lovende juryrapporten en handtekeningenacties uit de architectenwereld niet naar OMA. Met de realisatie van de ruimtelijk complexe Kunsthal Rotterdam (1987-1992) breekt het bureau internationaal door. Het krijgt diverse grote opdrachten, zowel in Nederland als in onder andere Duitsland, Portugal, Spanje, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Architektenburo Hans Wagner is 2 januari 1985 opgericht door architect Hans Wagner en werkzaam vanuit Amsterdam.
Architektengroep Florapark De belangrijkste architecten van dit bureau zijn Leontine van der Breggen en Eugène Zaaijer.
architectuurcentrale Thijs Asselbergs (aTA). Thijs Asselbergs (1956) studeerde bouwkunde aan de TU Delft (1975-1982) en richtte in 1984 een eigen bureau op. Naast zijn werk als zelfstandig architect heeft Asselbergs zich altijd zeer betrokken getoond bij de opleiding tot architect, de ontwikkeling van het architectenberoep en de mogelijkheden van architectuurbeleid. Tussen 1990 en 1994 was Asselbergs stadsarchitect van Haarlem, en tot 2010 voorzitter van stichting Archiprix Nederland en Archiprix International. In Haarlem richtte hij in 2006 het debatplatform De Stekker op. Hij is directeur van ontwerpbureau aTA architectuurcentrale Thijs Asselbergs en hoogleraar Architectural Engineering aan de TU Delft.
Architoop is in 2005 opgericht door Sjoerd Landman. Sjoerd studeerde na de ARTez, architectuur aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam en is daar in 1998 ‘cum laude’ afgestudeerd. Tijdens en na zijn studie heeft hij bij diverse gerenommeerde architectenbureau’s als Herman Zeinstra en Liesbeth van der Pol DOK, Meyer en van Schooten Architecten MVSA en HvdN architecten als project architect gewerkt. Sjoerd Landman weet met zijn bureau Architoop functionaliteit en schoonheid te combineren in goed doordachte architectuur waarin elegantie, eenvoud en eerlijk materiaalgebruik de basis vormt. 'Wie een huis wil laten ontwerpen zoekt een architect die er plezier in schept om op basis van individuele woonwensen een goed doordacht ontwerp te maken. Iemand die meedenkt over sfeer, indeling en materialen. Het team van Architoop ontwerpt woonhuizen in een persoonlijke stijl waarbij de woonwensen van opdrachtgevers centraal staan. Wij voegen er onze passie en vakmanschap aan toe om een 'op leest gesneden' woonhuis te realiseren.'
Archivolt architecten is een middelgroot architectenbureau actief op het gebied van nieuwbouw, renovatie en restauratie. Archivolt is actief in alle fasen van het ontwerpproces, van initiatieffase en voorontwerp tot en met uitvoeringsfase en beheer en onderhoud. Ontwerpen is de kern van onze vaardigheden, in coöperatie met andere disciplines strevend naar aan integrale oplossingen. Wij richten ons in het ontwerp impliciet op de totale levensduur van een gebouw met het oog op duurzaamheid, onderhoud en exploitatie.
Arkel, van, Gerrit A. (1858-1918). Gerrit A. van Arkel werd geboren in een kinderrijk gezin in Loenen aan de Vecht. Behalve de gewone lagere school bezocht hij de zogenaamde Fransche School voor ‘jongeheeren’ uit de betere kringen. Geld voor een verdere opleiding was er niet. Vandaar dat hij op 14-jarige leeftijd als ‘timmermansjongmaatje’ in dienst trad van eerst een plaatselijke timmerman en daarna firma’s in Baarn en Amsterdam. Eenmaal in de grote stad kon hij avondonderwijs volgen bij de vermaarde Industrieschool der Maatschappij voor den Werkenden Stand, waar veel architecten vandaan kwamen. Een van de bestuursleden en docent van de school was de aannemer Jan Galman, bekend als pleitbezorger voor een brug over het IJ, ontfermde zich over Van Arkel en liet hem tekenen aan zijn visionaire ontwerpen.
Arons en Gelauff architecten. Floor Arons (1968) en Arnoud Gelauff (1963) richtten het bureau in 1996 op. Floor studeerde in 1993 af aan de TU Delft richting Architectuur. Tussen 1990 en 1996 werkte hij bij Claus en Kaan architecten, OMA/Rem Koolhaas, Marlies Rohmer en Mastenbroek en Van Gameren. Arnoud deed zijn opleiding Bouwkunde aan de Amstel HTS, Amsterdam (1988). Van 1988 tot 1990 werkte hij bij Hans Hagenbeek, van 1990 tot 1994 voor De Vries Sas Bouma en van 1994 tot 1996 bij de Architectengroep/Mastenbroek en Van Gameren.
Atelier Dutch Atelier Dutch is in 2003 opgericht door Elmar Egert en Rob van der Velden. Elmar Egert heeft na zijn opleiding aan de TU Delft (1984–1990) enkele jaren in Berlijn gewoond en gewerkt aan verschillende woningbouwprojecten. Vanaf 1994 heeft Elmar voor TKA (Teun Koolhaas Associates) gewerkt. Elmar heeft lesgegeven aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, was tot 2014 lid van de welstandscommissie in Almere en vanaf 2017 is hij lid van de welstandscommissie in Lelystad. Rob van der Velden is in 1999 afgestudeerd als stedenbouwkundige en ontwerper aan de Technische Universiteit Delft. Na mijn afstuderen ben ik junior stedenbouwkundige geworden bij TKA (Teun Koolhaas Associates). Daar heb ik tot 2003 in een inspirerend team gewerkt aan verschillende stadsuitbreidingen en herontwikkelingen in binnen- en buitenland. Rob is ook actief voor zijn vak buiten het dagelijks werk op het bureau. Zo houdt hij zich bezig met het stedenbouwkundig onderwijs, geeft lezingen en rondleidingen en zit in verschillende vakgerelateerde besturen en commissies. In de periode 2015-2019 was Rob van der Velden voorzitter van de BNSP (Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen).
Atelier Kempe Thill werd in 2000 opgericht door de twee Duitse architecten Kempe en Thill, naar aanleiding van hun Europan 5 winnende voorstel van driehonderd woningen op de Kop van Zuid in Rotterdam.
Atelier Kingma & van Mameren, een buro voor architectuur en beeldende kunst, is in 1995 opgericht door Wilma Kingma en Arnout van Mameren. De opdrachten betreffen voor een groot deel woningbouw en stedenbouw hoewel geprobeerd wordt het soort opdrachten uit te breiden. Naast het praktische werk aan te realiseren opdrachten wordt er gewerkt aan studies naar vormentaal en structuren op zowel architectonisch als stedenbouwkundig vlak. Het vrije werk in de architectuur betreft studies naar stedelijke weefsels en naar de toepassing van dergelijke weefsels in de hedendaagse opgaven. Verder worden vormstudies gedaan die als inspiratiebron moeten werken bij de opdrachten. Het buro is sinds juli 1998 gevestigd in Schiedam. De opdrachten waaraan het buro werkt, variëren van omvang. Zo zijn er kleinschalige opdrachten van 5 woningen tot opdrachten met een omvang van zo’n 250 woningen. Ook worden verbouwingen van particuliere woonhuizen gedaan. De laatste tijd is er meer nadruk op opdrachten op andere werkterreinen gekomen, zo is er een buurthuis, een multifunctoneel tribune- en stallencomplex gebouwd. De vormentaal die gehanteerd wordt laat zich omschrijven als plastisch. Het gebruik van ornamenten in bijvoorbeeld metselwerk is in verschillende projecten terug te vinden.
Atelier PRO architecten is in 1976 opgericht. In 2021 wordt het bureau geleid door architect-directeur Dorte Kristensen en drie partners Mira van Beek, Karho Yeung en Paul Vlaar. Dorte Kristensen (1963) is sinds 1989 werkzaam bij atelier PRO, waar ze sinds 2003 directeur is. Twee jaar van haar studie architectuur volgde ze aan de TU Delft, waarna ze vervolgens als architect in Londen werkte. In 1989 studeerde ze af aan de Arkitektskolen in Aarhus waar ze haar Master of Art in Architecture (MA) behaalde. Mira van Beek is partner architect en maakt sinds 1 januari 2019 deel uit van het management team van atelier PRO. Mira studeerde van 1991 tot 1997 aan de Technische Universiteit in Delft. Daarnaast studeerde zij een half jaar architectuur aan de Arkitektskolen Aarhus. Karho Yeung (1982) is partner architect bij atelier PRO. Hij studeerde in 2004 af aan de HTS in Tilburg als bouwkundig ingenieur. Vervolgens behaalde hij zijn titel als architect aan de TU Delft. Paul Vlaar (1976) is sinds 1 januari 2019 partner bij atelier PRO. Tijdens zijn studie aan de TU in Delft is de interesse voor de technische kant van architectuur ontstaan. Vandaar dat hij naast architectuur ook is afgestudeerd in bouwtechnologie. (2021)
Atelier PUUUR het architectenbureau is in 2004 opgericht door architect Furkan Köse en gevestigd in de Houthaven in Amsterdam. Sinds 2012 werkt hij samen met architect Brecht Goeman aan uitéénlopende projecten van onderzoek tot bouwwerken, van interieur ontwerpen tot stedenbouwkundige opgaven, waarmee verschillende architectuur prijzen en nominaties zijn behaald met o.a. de A.A.P. 2012-2013 (Amsterdamse Architectuur Prijs) en winnaar van de Zuiderkerkprijs 2015, prijs voor beste nieuwbouw woningbouwproject gebouwd in Amsterdam, uitgereikt door de gemeente Amsterdam. PUUUR staat voor het nastreven van de zuiverheid in een ontwerp, op alle schaalniveau’s in het ontwerpproces. Het detail en toegepaste materialen zijn net zo belangrijk als de totaalvisie, waarin kwaliteit, duurzaamheid en kostenbeheersing belangrijke aspecten zijn. Het uitlichten van de essentie van een vraagstuk kan het alledaagse naar een eenvoudige schoonheid tillen. (2023)
Atelier Zeinstra van der Pol Herman Zeinstra (1937) legde na de HTS bouwkunde het architectenexamen BNA af. Na zijn opleiding verbleef hij tot 1975 in het buitenland. Liesbeth van der Pol (1959) studeerde in 1988 cum laude af aan de TU Delft. Voor en tijdens haar studie was zij werkzaam bij diverse Nederlandse en buitenlandse architectenbureaus. In 1989 vestigde zij zich als zelfstandig architect. In 1995 richtte zij samen met haar partner Herman Zeinstra het bureau Atelier Zeinstra van der Pol op. In 2007 hebben Atelier Zeinstra van der Pol en Blue Architects hun krachten gebundeld en gaan verder onder de naam Dok architecten. De bureaus werkten al sinds mei 2004 in dezelfde atelierruimte op het Entrepotdok in Amsterdam. (2021)
Attika Architekten ontstaat in 1999 uit een informeel samenwerkingsverband tussen Rop van Loenhout, Jan van de Voort en Niek Kruisheer. Aanleiding was het winnen van de prijsvraag voor het Bezoekerscentrum IJburg. De gemeente Amsterdam wilde wel opdracht geven, maar niet aan een verzameling individuen die op verschillende bureaus verspreid werken. Rop van Loenhout werkte destijds voor VHP BDG in Rotterdam, Jan van de Voort heeft met partner Jotta van Groenewoud een eigen bureau in Zaltbommel en Niek Kruisheer vormt met Géke de Wilde het architectenbureau KdW in Zutphen. Gezamenlijk besluiten de partners een bureau in Amsterdam op te richten: Attika Architekten. Rickerd van der Plas, al betrokken bij het ontwerp van het Bezoekerscentrum Zeeburgereiland, wordt enkele jaren later ook partner van Attika Architekten. In 2008 gaat KdW ook verder onder de naam Attika Architekten en zo ontstaat een veelzijdig bureau met twee vestigingen. (2021)
awg architecten is in 1971 opgericht door Bob van Reeth als de CV Architectenwerkgroep met als werknaam AWG. In 2001 is het bedrijf opnieuw opgericht en geregistreerd in België als awg architecten cvba. awg architecten cvba bestaat uit de vennoten Geert Driesen, Filip Delanghe, Christine de Ruijter, Jan Verrelst en Ilse Van Berendoncks. (2021)
B06 Architectenbureau is een Amsterdams architectenbureau van René de Prie. Ze ontwerpen en bouwen voor eindgebruikers. Projecten in de particuliere markt, specifieke utilitaire projecten, kleinschalige projectmatige woningbouw, interieurarchitectuur voor zowel de particuliere als zakelijke markt. B06 is deelnemer in XOOMlab (opgerichtin 2010) dat een werkvloer is van bouw-gerelateerde professionals welke samen in een kantoor werken. XOOMlab bestaat uit ontwikkelaars, stedenbouwkundigen, architecten, interieur architecten en bouwkundigen. (2021)
Baanders, Herman Ambrosius Jan (1876–1953), bekend als H.A.J.Baanders, was een Nederlands architect en ontwerper die een vooraanstaande rol speelde in de Amsterdamse School. Hij ontwierp onder meer het Amsterdams Lyceum. Baanders belangrijkste bijdrage aan de ontwikkeling van de Amsterdamse School was een aantal gebouwen buiten Amsterdam in de vroegste fase van deze bouwstijl. Daarnaast fungeerde zijn architectenbureau als springplank voor de carrières van een reeks prominente architecten van de Amsterdam School, waaronder Michel de Klerk, Cornelis Blaauw, J.Zietsma en Willem Maas.
Baanders, Herman Hendrik (1849-1905) was de zoon van een wever en voornamelijk actief in Amsterdam. Hij kwam in 1871 van Zutphen naar Amsterdam waar hij werkte als timmerman en 's avond bouwkunde aan de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand studeerde. De eerste vernoeming van Baanders als architect is rond 1885, hoewel het eerste ontwerp dat we van hem kennen, een huis aan de Swammerdamstraat in Amsterdam, uit ca. 1880 stamt. Waarschijnlijk ontwierp hij dit huis terwijl hij nog studeerde. Hij werkte eerst voor andere architecten maar vestigde zichzelf rond 1890 als onafhankelijk architect. Zijn architectenbureau was aan de Jan van der Heydenstraat 185. In 1893 verhuisde het bureau naar Sarphatipark 125 en uiteindelijk, in 1904, naar Ruysdaelkade 27. Baanders had ook een werkplaats aan de Reguliersgracht 50.
Baanders, Jan (1884-1966) heeft een bouwkundige opleiding aan de Industrieschool te Amsterdam gevolgd, waar hij met Michel de Klerk in hetzelfde leerjaar zit en met hem bevriend raakt. Hij vestigt zich in Nijmegen als zelfstandig architect. In 1911 verrees het eerste ontwerp van Jan aan de Groesbeekseweg 428 dat de naam Mariënboom krijgt. Architectenbureau Baanders o.l.v. Herman groeit zodanig, dat hij de hulp van zijn broer hard nodig heeft. Jan keert eind 1911 terug naar Amsterdam en sinds 1915 opereert het bureau onder de naam 'Architectenbureau H.A.J. en Jan Baanders'. Jan Baanders is lid van Architectura et Amicitia en van de vereniging de 'Koninklijke Industriële Groote Club', een herensociëteit aan de Dam te Amsterdam. Hierdoor krijgt hij opdrachten voor het architectenbureau. In 1953 wordt het bureau onder de naam 'Jan Baanders Sr. en Jan Baanders Jr.' voortgezet.
Baars, Jacobus S. (25 april 1886-1956), volgde onderwijs aan de HBS en de Ambachtsschool en was daarna werkzaam op diverse niet nader bekende architectenbureaus. Tussen 1912 en 1918 wordt hij in de gemeentelijke adresboeken van Amsterdam vermeld als architect en makelaar. Als zelfstandig architect heeft hij, voor zover valt na te gaan, met name gewerkt voor particuliere en institutionele joodse opdrachtgevers. Baars volgde in 1925 Harry Elte op als bouwkundige in dienst van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur, nadat Elte tot architect van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge benoemd werd. Van 1913 tot 1942 was Baars lid van het genootschap Architectura et Amicitia.
Bakers architecten Jan Bakers studeerde aan de HTS voor de Bouwkunde (1982) en aansluitend aan de Academie voor Bouwkunst Amsterdam (1989). In de tijd van 1982 tot 1995 deed hij ervaring op bij diverse architectenbureaus. In 1995 ging hij over tot het oprichten van zijn eigen bureau. Sinds 2010 zijn ze gevestigd in het door hem zelf ontworpen pand ‘Het Zwarte Huis’. (2021)
ir. Bakker, Klaas (1882-1952), bouwkundig constructeur, werkte veelvuldig samen met Henk Dicke.
Baneke Van der Hoeven architecten is opgericht in 1984 en heeft bestaan tot 2011. In dat jaar is het bureauo verder gegaan onder de naam Baneke Architecten. (2023)
Barcode architects is in 2009 opgericht door Dirk Peters. In 2010 sloot Caro van de Venne aan. Peters en Van de Venne hadden samen gewerkt bij Herzog & de Meuron, en toen hadden ze al het idee om samen een bureau te starten. De start midden in een crisis was een uitdaging. Barcode Architects had het geluk dat Peters bij OMA verantwoordelijk was voor de inschrijving op de prijsvraag voor een nieuwe bibliotheek in Caen la Mer. Toen OMA geselecteerd werd voor de uitwerking, benaderde OMA Barcode Architects om dit plan samen uit te voeren. Daarmee was dit project een goed vliegwiel voor de start van het bureau. Van de Venne en Peters hebben aan enkele woorden genoeg om elkaar te begrijpen en hebben beiden grote projectteams aangestuurd. Met deze samenwerking kunnen zij hun expertises bundelen en met overtuigingskracht een nieuwe realiteit neerleggen door hun grote slagkracht en snelheid van werken op complexe projecten. Binnen de teams worden architecten specifiek vrij gemaakt om architectonische innovaties te onderzoeken, zoals het werken met AR en VR. (2024)
Bastiaan Jongerius (1966) studeerde aan de TU Delft (1984-1990) afdeling bouwkunde. Tijdens zijn studietijd deed hij ervaring op bij Polytechnico di Milano, stedenbouwkundige dienst Helsinki en Mecanoo architecten. Van 1990-1996 was hij projectleider bij architectenburo Tjeerd Dijkstra en freelancer bij Rudy Uytenhaak en Koen van Velzen. In 1996 begint hij zijn eigen bureau. Vanaf 1995 geeft Bastiaan gastdocentschappen aan de Technische Universtiteit Delft (tot 1999), Academie van Bouwkunst Artez Arnhem (2005-2006) en Academie van Bouwkunst Amsterdam (vanaf 2002). (2021)
Bazel, de, Karel Petrus Cornelis (Den Helder, 14 februari 1869 - Amsterdam, 28 november 1923) is de zoon van Karel Pieter Cornelis de Bazel en Petronella Elisabeth Koch en was een Nederlands architect, graveur, tekenaar, meubelontwerper, tapijtontwerper, glaskunstenaar en boekbandontwerper. Hij was de eerste voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Karel was een zoon van Karel Pieter Cornelis de Bazel, conciërge van het Ministerie van Marine, en Petronella Elisabeth Koch. De Bazel kwam uit een eenvoudig milieu en bezocht slechts de lagere school. Hij begon zijn loopbaan als leerjongen bij een timmerman.
BBHD architecten heeft zich sinds 1967 ontwikkeld tot een breed opererend bureau met zeer gespecialiseerde medewerkers. BBHD architecten is actief in projecten op het gebied van woningbouw, onderwijs, zorghuisvesting, utiliteitsbouw, stedenbouw, herstructureringsprojecten, renovatie en interieur. (2021)
Beenhacker, Boudewijn meester-metselaar, bouwmeester.
Beirer, Ludwig Wilhelm (1848-1915) werd geboren in Kupferzell (D). Vermoedelijk heeft hij daar het vak van aannemer geleerd, waarna hij op een onbekend moment in dienst kwam van Pierre Cuypers. Hij was hoofdopzichter tijdens de bouw van Cuypers' Rijksmuseum (1877-1885). In 1881 won hij samen met P.J.Bekkers, die ook aan het Rijksmuseum werkte, een prijsvraag voor het ontwerp van een nieuw gebouw voor de Maatschappij voor den Werkenden Stand. Met de bouw daarvan werd nog dat jaar een aanvang gemaakt. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot leraar aan de Rijks-Normaalschool voor Teekenonderwijzers en aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid, tegelijk met Cuypers. Dat werk heeft hij twintig jaar verricht. In 1883 werd Beirer tot Nederlander genaturaliseerd. Hij hield toezicht op de bouw van het monument voor Sarphati in het Sarphatipark. In 1888 ontwierp hij een sociëteitsgebouw in het park, dat echter niet is uitgevoerd. In Amsterdam bouwde hij vooral voor de welgestelden: herenhuizen en villa's in Zuid. Voor zijn dood woonde hij enige tijd in Monaco. Zijn collega-architect P.J.Bekkers was executeur-testamentair.
Bekkers, Petrus Johannes (Peter) (1859-1918). Hij was geboren in Amsterdam maar verhuisde na een half jaar, na het overlijden van zijn vader, terug naar de geboorteplaats van zijn moeder, Valkenswaard. In 1877 keert hij terug voor vermoedelijk studie en komt te werken in de bouwloods van het Rijksmuseum als leerling van Pierre Cuypers. Later werkte hij onder Cuypers als één van de opzichters bij de bouw van het Rijksmuseum. Bekkers' bouwstijl was net als die van Cuypers beïnvloed door de neogotiek, geliefd onder katholieke kerkenbouwers. Zijn bekendste Amsterdamse kerk is de Boomkerk aan de Admiraal De Ruijterweg (1911). Ander werk in Amsterdam:
Benthem, Jan (1952) studeerde in 1978 af aan de TU Delft richting bowkunde. In 1979 richtte hij samen met Mels Crouwel het bureau Benthem Crouwel Architecten in Amsterdam op. Jan Benthem is een van de architecten van Station Rotterdam Centraal. Zijn bureau tekende ook voor het ontwerp van luchthaven Schiphol, en de verbouwing van de Centraal Stations van Utrecht, Amsterdam en Den Haag. (2021)
Berlage, Hendrik Petrus (Hein) (Amsterdam, 21 februari 1856 – Den Haag, 12 augustus 1934) was een invloedrijk architect en stedenbouwkundige. Berlage is geboren aan de Keizersgracht in Amsterdam als kind van welgestelde, liberale ouders. Na zijn kinderjaren verhuisde hij met zijn familie naar Arnhem, waar hij de HBS bezocht. In deze periode overleed zijn moeder en hertrouwde zijn vader. Zijn schoolresultaten gingen achteruit, maar Berlage vond zijn weg uiteindelijk in de architectuur. Hij studeerde van 1874 tot 1875 aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. In die tijd bestaat er in Nederland nog geen opleiding tot architect. Om architect te worden ging men bij een andere architect in de leer. Dit wilde Hendrik Petrus Berlage niet. Doordat hij uit een rijke familie komt, kan hij op zijn negentiende naar Zwitserland vertrekken om daar te leren voor architect. Hier was al wel een school voor architectuur: de Bauschule van het Eidgenössische Polytechnicum, het latere ETH, in Zürich, een technische hogeschool, waar hij in aanraking kwam met de denkbeelden van de architecten Gottfried Semper en Eugène Viollet-le-Duc. In zijn klassieke bouwstijl zijn vooral de theorieën van Semper duidelijk aanwezig. Afsluitend gaat hij nog eens drie jaar op reis door Frankrijk, Duitsland en Italië, waar hij veel leert over architectuur en ideeën opdoet voor latere ontwerpen.
Bergenthal, C. was de verbouwingsarchitect voor de panden aan de Herengracht 448 tot em met 458 in opdracht van Albert de Bary. Inwendig werden trappenhuizen verplaatst en bij een enkel pand de keuken van het sousterrain verhuisd naar de bovenste verdieping van waar tijdens de lunchpauze een prachtig uitzicht is over Amsterdam. Uitwendig hebben er geen veranderingen plaats gehad.
Berghoef & Klarenbeek Jo Berghoef en Hein Klarenbeek zijn de grondleggers van architectenbureau Berghoef & Klarenbeek, waar zij tussen 1949 en 1962 samenwerkten aan de architectuuropgaven die betrekking hebben op de wederopbouw van Nederland.
Berghoef, Johannes Fake (Jo) (1903–1994) werd geboren in Aalsmeer. Als jongen werkte hij op het bureau van K.P.C.de Bazel, waar destijds gewerkt werd aan het naar De Bazel vernoemde gebouw in de Vijzelstraat. Hij begon in 1921 aan de studie bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, een studie die hij door tussentijds werk pas in 1946 afrondde. Met zijn hoogleraar Granpré Molière en J.C.van Epen maakte hij in de jaren 1930 een studiereis naar Italië. Indrukken die hij daar opdeed hebben zijn werk beïnvloed, onder meer in zijn voorkeur voor baksteen. In 1947 werd Berghoef hoogleraar architectuur aan de Delftse TH, als opvolger van D.F.Slothouwer. Daarnaast werkte hij als zelfstandig architect. Hij ontwierp diverse grote woningbouwcomplexen waarbij geen baksteenbouw maar moderne technieken werden toegepast, zoals de Airey-systeembouw. Bij de wederopbouwwoningen aan de Ranonkelkade (1949) had hij daar al mee geëxperimenteerd. Later volgden Amstelhof (1954) en Sloterhof (1959).
Bijvoets Gzn., IJme Gerardus (1837-1901) was een Nederlandse architect. Hij was getrouwd met Adriana Dolphina Boonekamp en kreeg minstens twee kinderen. Bijvoets was een architect die veel bouwde en niet bijzonder origineel was, vandaar dat hij nog wel eens geclassificeerd wordt als een ‘B-architect’. Hij kopieerde werk van andere architecten en van zichzelf en ontwierp in meerdere bouwstijlen. Meerdere panden van zijn hand hebben een monumentenstatus.
Bilhamer, Joost Jansz. of Joost Janszoon Beeldsnijder of Joost Janszoon Landmeter (1541-1590) was een militair ingenieur, landmeter, beeldhouwer, plaatsnijder, cartograaf en bouwmeester. Zijn bouwwerken waren vroegrenaissance met gotische elementen. In 1581 bouwde hij de Weeshuispoort voor het toenmalige Burgerweeshuis. Hij is twee maal getrouwd, eerst met Lijsbeth Jacobsdochter. Zijn tweede huwelijk is met Catharina Klaas-Gaefsdochter, een weduwe uit een aanzienlijke Amsterdamse familie. Vermoedelijk woont Joost een groot deel van zijn leven in de Kalverstraat, ‘In den Lantmeter’, op het huidige nummer 120. Over de opleidingstijd van Joost is weinig bekend. Over zijn werk evenmin. Het is slecht gedocumenteerd. In stadsrekeningen komt hij tussen 1566 en 1577 als ‘beeltsnijder’, in 1579 als ‘architect’ en van 1583 tot 1589 als ‘lantmeter’ voor. Joost opereert als zelfstandig meester en heeft een bloeiend bedrijf. Hoewel hij opdrachten van de stad Amsterdam ontvangt, is hij nooit in dienst van de stad geweest. Zijn werk is vernieuwend, zijn vakmanschap vermaard en zijn werkterrein strekt zich tot ver buiten de stadsgrenzen uit.
Billing, Peters en Ruff. Jens Peters (1934-2014),heeft samen met Johannes Billing en Nikolaus Ruff het architectenbureau BPR opgericht. Zij zijn gevestigd in München. Jens Peter werkte hierin samen met de in geheel Europa bekende en gerenommeerde kleurkunstenaar Fritz Fuchs (1937-2018)
Bisschop, Hendrik is meester-timmerman/architect (2023)
Bleijs, Adrianus Cyriacus (1842-1912) was een Nederlands architect, die een aantal katholieke kerken en andere bouwwerken ontwierp. Hij werd geboren als zoon van een timmerman. Zijn opleiding genoot hij aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij kwam in dienst van Pierre Cuypers, onder andere als tekenaar. Na een conflict met Cuypers begon hij zijn eigen kantoor in zijn geboortestad Hoorn. Bleijs was één van de weinige katholieke architecten in die tijd die niet uitsluitend in neogotische stijl bouwde. Naast neogotische kerken bouwde hij ook neoromaanse en neorenaissancistische kerken. Naast veertien kerken ontwierp hij onder andere ook twee Amsterdamse ziekenhuizen en verscheidene woonhuizen en winkelpanden. Hij overleed in Kerkdriel en werd na een uitvaartmis in de door hem ontworpen Sint-Nicolaaskerk, een zeldzaam voorbeeld van neobarok, in Amsterdam op de (later geruimde) begraafplaats De Liefde aan de Bilderdijkstraat begraven.
BNB Architecten, Borski Noordhoek Bleichrodt architectuur Direct na zijn studie Bouwkunde aan de TU Delft in 1997 richtte Dirk Jan Borski Noordhoek Bleichrodt (architecten en visuele communicatie) op, samen met Stefan Noordhoek en Martijn Bleichrodt. Naast deze eigen praktijk is hij altijd op zoek naar verbreding van het vak en delen van kennis. Dirk Jan was de afgelopen jaren onder andere gastdocent aan de TU Delft, lid van de welstand commissie, bestuurslid BNA Amsterdam en Founding partner van het OpenBuilding Council, een stichting ten behoeve van het stimuleren van flexibele en duurzame gebouwen. Hij volgde de masterclass klimaat adoptie aan de TU Delft dat resulteerde in een publicatie van een voorbeeld casus in de publicatie Stad en Klimaat in samenwerking met Tauw ingenieursbureau en Vista landschap. Zijn ambitie als architect is bij het ontwerpen van nieuwe relevante thema’s op te pakken en voorop te lopen met inhoudelijke verdieping en innovatie. Een manier om dat te bereiken is naast de reguliere opdrachten zelf te ontwikkelen. Dat dit zijn vruchten afwerpt blijkt uit het aantal groeiende projecten van de afgelopen jaren welke meermaals voorbeeldprojecten zijn geworden, veel gepubliceerd en gewaardeerd zijn met diverse nominaties en prijzen. Dirk Jan gelooft in de kracht van samenwerking en kennisdeling om het maximaal haalbare te realiseren. BNB is deelnemer in XOOMlab (opgerichtin 2010) dat een werkvloer is van bouw-gerelateerde professionals welke samen in een kantoor werken. XOOMlab bestaat uit ontwikkelaars, stedenbouwkundigen, architecten, interieur architecten en bouwkundigen.
Bodon, Alexander (1906-1993), geboren in Wenen uit Hongaarse ouders. Zijn vader was een binnenhuisarchitect en meubelontwerper. Hij heeft zijn opleiding in Boedapest gevolgd door stages in Nederland. In 1926 keerde hij terug naar Nederland voor een stage bij Jan Wils. In die tijd werkte Wils aan het Olympisch Stadion in Amsterdam. C.van Eesteren was bureauchef bij Wils. De grote invloed die Van Eesteren, ook later, had op Bodon stamt uit die tijd. Naast Van Eesteren ontmoette hij in die tijd ook T.van Doesburg en V.Huszár. Zijn kennismaking met de moderne architectuur sloeg in als een bom. Terug in Hongarije raakte hij in de problemen: zijn opleiding stond in het teken van een bouwstijl die gebaseerd was op de Hongaarse volkskunst en de Weense barok. Toen Bodon een ontwerp voor een studentenkamer maakte in de trant van De Stijl liep het conflict op zijn opleiding zo hoog op dat hij kon kiezen: of vertrekken of zich aanpassen. Hij koos vooralsnog voor het laatste en studeerde in 1927 op twintigjarige leeftijd af aan de Kunstnijverheidschool in Boedapest. Een jaar later vestigde hij zich in Nederland. Hij werd tekenaar in Den Haag bij Buijs & Lürsen. In 1930 werd hij hoofd van de tekenkamer bij de bouw van het kantoor van de Arbeiderspers in Amsterdam. In 1932 werd Bodon meubelontwerper bij de firma Ahrend & Zn. en in dat jaar kreeg hij ook zijn eerste Nederlandse opdracht: Boekhandel Schröder en Dupont in Amsterdam. Van 1934 tot 1939 werkt hij als chef de bureau bij Merkelbach en Karsten in Amsterdam. Hij was daar architectonisch medewerker bij de bouw van de AVRO-studio in Hilversum en later ontwerper bij de uitbreiding. Terugkijkend op zijn carrière zei Bodon later: ‘Merkelbach en Karsten hadden indertijd nooit uit elkaar mogen gaan. Het had moeten komen tot een bureau Merkelbach, Karsten, Bodon, tot een samenwerking tussen respectievelijk de bevlogen strateeg, de kunstenaar-architect en de praktische bouwer’.
Boeken, Albert (1891-1951) werd geboren op de Singel 108. Van 1909 tot 1916 volgde Boeken de opleiding bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. In de architectuur en aanverwante activiteiten kon Boeken zijn belangrijkste twee eigenschappen kwijt, zijn onderzoekersgeest, die gevoed werd met een drang tot wetenschappelijke objectiviteit, en zijn kunstenaarsgeest, die gevoed werd door een creatieve fantasie en daaruit voortkomend het vraagstuk van de verantwoordelijkheden van de architect. Boeken probeerde zijn ideeën en idealen te verwezenlijken door zich actief in te zetten in commissies en verenigingen, zoals Architectura et Amicitia, 'De 8', 'Groep 32', schoonheidscommissie 'Oude Stad' en de Stichting 'Bouwen van Woning tot Stad'. Na de Tweede Wereldoorlog nam Boeken een meer pragmatische houding aan die wordt getypeerd door de laatste regels van zijn laatste dagboek: 'Het is 1950 geworden. Groep '32 is legende geworden en wij hebben het allemaal veel te druk om ons nog te kunnen bezighouden met legendes. Veel te druk met echt werk, waarnaar de tweeëndertigers zo lang tevergeefs hunkerden, met echte verenigingen, met echte supervisie- en schoonheidscommissie-machtsposities.'
Boer, de, Maarten (1952-) is sinds 1975 werkzaam als architect. Van 1975 tot 2000 in een maatschap Hubers/de Boer en als architect betrokken bij vele restauraties van Rijksmonumenten, waaronder de Haarlemmerpoort. Als ambtenaar bij de gemeente Amsterdam hield hij zich bezig met het behoud en hergebruik van monumenten zoals de Posthoornkerk en de Westergasfabriek. Vanaf 1990 was De Boer directeur van het Amsterdams Monumenten Fonds (AMF). Met sloop bedreigde Rijksmonumenten als de Gerardus Majella (stadsdeel Oost), Werf 't Kromhout en De Duif (stadsdeel Centrum) werden door het AMF aangekocht en gerestaureerd en op die manier als erfgoed behouden voor de stad Amsterdam. Vanaf 2000 is Maarten de Boer als zelfstandig architect in het door hem opgerichte Bureau Weesperzijde werkzaam. Hier houdt hij zich bezig met aankoop, verkoop en ontwikkeling van bijzondere bouwkundige projecten. Sinds 2005 houdt Bureau Weesperzijde zich ook bezig met mobiliteit, ondergronds parkeren in relatie tot verbetering van de openbare ruimte. De laatste jaren heeft Bureau Weesperzijde zich verder gespecialiseerd in de herbestemming van monumenten en bijzonder vastgoed.
Boerma, Anthonius Cornelis (1852-1908) werkte samen met architect Wennekers. Ook is hij werkzaam geweest voor de gemeente Amsterdam, waar hij een aandeel had in de ontwerpen voor het abattoirterrein (Veemarkt en Entrepot-West). Tot de werken van Boerma behoren onder andere het beroemde Huis met de Kabouters aan de Ceintuurbaan 251-255, het winkelgebouw van de firma Lutkie & Smit aan de Nieuwendijk, het Bestelhuis van den Boekhandel aan de Spuistraat, café 'De Bisschop' op de hoek van het Damrak en talrijke verbouwingen. Met Wennekers maakte hij ontwerpen voor een verbouwing van het pand Prinseneiland 153 (1895).
Bollart, Sibout is meester-timmerman/architect en wellicht zelfs een beetje projectontwikkelaar en belegger. (2023)
Bonda, Huibertus (1862-1941). Hoewel geboren in Zaandam was hij vooral actief in Den Bosch en Amsterdam. In Den Bosch was hij in dienst bij het architectenbureau van Eduard Cuypers. In de jaren 1896-1897 werkt hij daar mee aan het ontwerp voor het station. In Amsterdam was hij assistent van architect H.P.Berlage. Bij de bouw van de Valeriuskliniek werd hij bijgestaan door G.J.Rutgers. Bonda wordt gezien als een architect die zeker voor interieurs graag gebruik maakte van Art-Nouveau.
Bosch architects is in 1991 opgericht door John Bosch en is in 2005 gestopt. John studeerde architectuur aan de Technische Universiteit Delft van 1983 tot 1989. Hij is in mei 2005 overgestapt naar OZ architect waar hij mede-directeur is.
Bouw Adviesbureau Schiering Ontwerp-Management is een architect in Amsterdam en opgericht op 01-01-1987. (2021)
BPvF is opgericht in 2005. (2021)
Breedveld, Philip architect bij Archivolt architecten.
Breman, Evert (1859-1926) was aan het einde van de negentiende en begin twintigste eeuw stadsarchitect van Amsterdam en technisch adviseur van het Paleis voor Volksvlijt. Evert ging aan het werk als slachter en volgde in de avonduren onderwijs in de bouwkunde. Na zijn trouwen woonde hij aan de Prinsengracht 1101. Breman was de voornaamste architect van de Wereldtentoonstelling voor het Hotel- en Reiswezen, die in 1895 in Amsterdam werd gehouden op het Museumplein. Hij heeft veel voor de Koninklijke Hollandse Lloyd gebouwd, maar ook de Lutherse kerk, het Rembrandttheater, winkelpanden, woonhuizen, stadsvilla’s, kantoren en bioscopen.
Breuker, Georgius Wilhelmus (1828-1878) was de zoon van de Groningse zadelmaker Wilhelmus Bernardus Breuker en naaister Maria Inden. Zelf was hij als timmerman sinds 1850 nog in Groningen getrouwd met naaister Remmerdina Wilhelmina Brugman. Hier werkte hij vanuit huis als timmerman en metselaar. Het gezin trok naar Amsterdam. Als timmerman en metselaar ontwierp hij hier voor de Plantage een aantal herenhuizen waarvan één complex, Plantage Parklaan tussen Plantage Middenlaan en Henri Polaklaan, rijksmonument werd. Een kleinere versie daarvan staat aan de Plantage Middenlaan 10-12. Bekender is hij echter in Haarlem waar hij een aantal gebouwen (mee-)ontwierp aan het Kenaupark 15-53. Voor zover bekend zijn alle door hem ontworpen gebouwen voorzien van een pleisterlaag en gebouwd in de eclectische bouwstijl. Breuker werkte vanuit zijn woning of kantoor aan de Prinsengracht en Rapenburgergracht in de Plantage. In 1872 werkte hij mee aan het Pius-Monument; een nieuw gebouw ter verering van Paus Pius IX met leeszalen en vergaderruimten. Het werd uiteindelijk de Pius-zaal in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Hierna trok hij naar Antwerpen, alwaar hij als schrijnwerker, in december 1878 na een kort ziekbed overleed. (2023)
Brink, van den, Herman Jan (1816-1883). Van den Brink was afkomstig uit Rotterdam. Oorspronkelijk was hij actief als wijnkoper en hield zich slechts als hobby bezig met architectuur. Hij ontwierp zo plannen voor de verbouwing van zijn eigen woning en voor een pastorie van een bevriende pastoor. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 profiteerde Van den Brink van de snel toenemende vraag naar kerken en andere kerkelijke gebouwen. Zo maakte hij voor aartsbisschop Zwijsen een ontwerp voor het Groot-seminarie Rijsenburg. Zwijsen keurde het ontwerp goed en het seminarie werd gebouwd. Hierop kreeg Van den Brink nog veel meer opdrachten uit de katholieke hoek voor de bouw van kerken, scholen en andere instellingen. In 1859 werd hij benoemd tot hofarchitect van het Aartsbisdom Utrecht. Tussen 1860 en 1861 restaureerde hij de Sint-Catharinakathedraal in Utrecht. De Sint-Eusebiuskerk die hij in 1864 in Arnhem bouwde gold als zijn belangrijkste werk. Hij kreeg echter ook profane opdrachten.
Brouwer, Dirk (Dick) (1899-1941) was een Nederlands architect en ten tijde van de Tweede Wereldoorlog een verzetsman. Brouwer was bij diverse architecten in de leer en volgde de cursus voor Hooger Bouwkunst Onderricht te Amsterdam. In zijn loopbaan opende hij een eigen architectenbureau in Amsterdam. Gaandeweg ontwierp hij tal van warenhuizen in Nederland waaronder 24 vestigingen van de HEMA, en de vestigingen van Galeries Modernes te Utrecht en Amsterdam. In samenwerking met de bekende architect Willem Dudok ontwierp hij magazijnen voor de Rotterdamse vestiging van De Bijenkorf. Daarnaast zijn ontwerpen bekend van Brouwer van onder andere villa's. In zijn ontwerpen zijn elementen terug te vinden uit de nieuwe zakelijkheid en het functionalisme. Diverse van zijn werken zijn vandaag de dag, in al dan niet verbouwde vorm, gewaardeerd als monument.
Bruijn, de, Pi (1942), is in Losser geboren. Pi voltooide in 1967 zijn studie Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Daarna was hij een tijd werkzaam voor de huisvestingsafdeling van de gemeente Amsterdam. Hij was in die jaren betrokken bij het ontwerp van de stadswijk Bijlmermeer.
Buijs, John John Buijs studeerde aan de TU Delft afdeling Bouwkunde (1983-1988) en is architect en Bouwkundig ir. John startte in 1998 met John Buijs Architecten (JBA). Hij was tot 2004 met zijn vrouw eigenaar van het bureau. In 2004 werd het bedrijf omgezet naar John Buijs BV. Daarnaast was John van 2004-2009 mede-eigenaar van SP Architecten en van 2010-2013 eigenaar van ABKEN Schrauwen/Bureau ABKEN.
Buro Lubbers landschapsarchitectuur & stedenbouw is in 1993 in 's-Hertogenbosch gesticht door Peter Lubbers. Na zijn studie aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam vervulde Peter diverse gastdocentschappen. Sinds 1989 doet Peter projectbegeleiding, gastcolleges en afstudeerbegeleiding landschapsarchitectuur, architectuur en stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Van 1989 tot 1993 waren het gastcolleges aan de école Nationale Superieure du Paysage, Versailles. Verder gaf hij gastcolleges bij de TU Eindhoven, TU Delft, Universiteit Karlsruhe, Universiteit Leuven, HAS ’s-Hertogenbosch, Academie van Bouwkunst Rotterdam en Academie van Bouwkunst Arnhem. Regelmatig wordt het werk van Buro Lubbers gepubliceerd in toonaangevende (inter)nationale overzichtswerken en vakbladen. (2021)
Bureau Noordeloos is opgericht in de jaren ’50 door architect Derk Flikkema. (2021)
Campen, van, Jacob (1596-1657). Van Campen was Heer van Randenbroek, en ging, vooral bij wijze van tijdverdrijf, schilderen. In 1614 werd hij lid van het Sint-Lucasgilde. Na een verblijf in Italië van 1617 tot 1624 keerde hij terug naar Nederland, waar hij de ideeën van Andrea Palladio, Vincenzo Scamozzi en de klassieke architectuur van Vitruvius combineerde met de inheemse baksteenbouw. Het resultaat was het Hollands classicisme, een bouwstijl die behalve in Nederland ook internationaal van invloed was. Van Campen was actief als architect, kunstschilder en ontwerper van decoratie-programma’s, zoals voor het kerkorgel in Alkmaar. Zijn kunst had tegelijk ook een invloed op de beeldhouwkunst. Bij zijn werken werd hij onder meer geassisteerd door Daniël Stalpaert, Philips Vingboons en Artus Quellinus. Tijdens de bouw van het Amsterdamse stadhuis, het tegenwoordige Paleis op de Dam, woonde Van Campen in het duurste logement in de Kalverstraat en zijn verteringen waren navenant. In 1654 is Van Campen met ruzie vertrokken, waarschijnlijk in verband met het ontwerp van de tongewelven. Stalpaert won en beëindigde het project, naar verluidt, met minder fraaie oplossingen.
Caron, François Marie Joseph (1866-1945) kreeg als 14-jarige een loffelijke vermelding bij een tekenconcours in Felix Meritis op het onderdeel rechtlijnig tekenen. Toch zou hij als architect vooral bekend worden door gebouwen in de zwierige stijl van de art nouveau. In 1888 voltooide hij de driejarige cursus bouwkunde van de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand aan de Kloveniersburgwal.
CASA Architecten is in 1981 als Coöperatief Architectenbureau voor de Stadsvernieuwing in Amsterdam opgericht en staat onder leiding van Koen Crabbendam en Willem van Gils. Het bureau koppelt een ruime ervaring en een grote mate van vakmanschap aan een jeugdig enthousiasme. CASA architecten speelt een vooraanstaande rol bij het ontwikkelen van woonwerkgebouwen, broedplaatsen en wooncomplexen voor een breed scala aan opdrachtgevers. Naast nieuwbouw en stedenbouw vormt hergebruik van bestaande gebouwen een belangrijk deel van het werk. Transformatie, renovatie en restauratie zijn een speurtocht naar de geheimen en de spelregels die het gebouw zelf stelt.
Cees Nagelkerke architecture Vanaf 1983 als zelfstandig architect opererend bleef Cees Nagelkerke actief in de Amsterdamse stadsvernieuwing met het vervaardigen van plannen op een aantal vervallen locaties in de Jordaan. Een eerste serie werd gebouwd in de Rozenstraat en Laurierstraat en Tweede Laurierdwarsstraat. Een tweede serie ontstond aan de Rozengracht, de Bloemstraat en de Tweede Bloemdwarsstraat. Het laatste project kreeg de benaming 'Hangende Tuinen' vanwege de begroeide pergolaconstructie langs de bovenrand van de aan weerszijde van de straat gelegen bebouwing. In het woongebouw aan de evenzijde van de Rozengracht ook behorend tot deze serie werd op de begane grond een winkelruimte ontworpen in opdracht van de eigenaren van Wonen 2000, een bekend adres voor hoogwaardige interieurinrichting en design. Enige jaren daarna werd aan de evenzijde van de Rozengracht opnieuw winkelruimte ontworpen voor Wonen 2000/de Kasstoor in een woongebouw dat tevens een achttal grote woningen in twee verdiepingen bevatte. Hij was tevens intensief betrokken bij de herbouw van de Haarlemmer Houttuinen. (2021)
Cerlijn, Dirk Aannemer-makelaar Dirk Cerlijn (1833-1893) woonde aan de Oudezijds Voorburgwal 145. Hij werkte samen met Albertus Jacobus (Bep) de Haan in het concern Cerlijn & de Haan. Gezamenlijk bouwden zij onder andere aan het Aquarium van Artis (1882), de galerij van het Paleis voor Volksvlijt (1883), het Sarphatimonument (1886), het Burgerziekenhuis (1891), de Stadsschouwburg (1893), en het hoofdpostkantoor (1899). En ook het nieuwe kantoor van de HIJSM (1884). (2022)
Chambon, Alban (1847-1928) was een Frans-Belgische architect die vooral bekend is door zijn eclectische, exuberante, sprookjesachtige interieurs. Hij was een autodidact die onder meer gewerkt heeft in Parijs, Brussel, Amsterdam, Antwerpen, Londen, Wenen, Boedapest, Oostende en Spa. Uit zijn rijke carrière is maar weinig bewaard gebleven. Als leerjongen bekwaamde hij zich in verschillende ateliers als stukadoor, ornamentist, plafondwerker, ciseleerder, beeldhouwer, tapijtwerker, meubelmaker. Hij behaalde het diploma van beeldhouwer aan de École des Beaux-Arts van Parijs. Hij verhuisde naar Brussel (1868), waar hij aanvankelijk werkte als tekenaar bij verschillende architecten. In 1870 trad hij in het huwelijk met Palmyre Corteyn. Hij zou twee dochters en drie zonen krijgen. Drie jaar later werd hij vrijmetselaar. In datzelfde jaar 1873 begon Chambon voor zichzelf.
Change.nl, opgericht in 2007, is een architectenbureau onder leiding van Iemke Bakker en Artsje Hylkema. Iemke Bakker werkte tot 2007 bij Mecanoo architecten (1995-2007) en daarvoor bij architectenbureau Hoogstad (1994-1995) en DRO Amsterdam (1993-1994). Bij Mecanoo werkte hij als projectarchitect aan uiteenlopende stedenbouwkundige en architectonische ontwerpen. Artsje Hylkema werkte tot 2007 bij architectenbureau CePeZed (2000-2007) en Claus & Kaan architecten (1997-2000). (2023)
Claus en Kaan architecten is in 1987 opgericht door Felix Claus en Kees Kaan. Na negen jaar intense persoonlijke samenwerking werd in 1996 besloten verder te gaan vanuit onafhankelijke vestigingen in Amsterdam en Rotterdam, verbonden door een gemeenschappelijke visie en aanpak. Omdat Felix en Kees tot het oordeel waren gekomen dat architectuur sinds 1996 ingrijpend is veranderd vonden zij het tijd hierop te reageren met een aanpassing van de organisatie: vanaf 1 januari 2014 stoppen ze met Claus en Kaan.
Coelewij, Johannes Henricus (1848-1920). Het aan de Amstel 26 gevestigde timmer-aannemingbedrijf van de familie Coelewij is voor 1766 opgericht, waarschijnlijk al omstreeks 1725, en is 200 jaar lang, tot 1956 in Amsterdam werkzaam geweest. De voornaamste activiteiten van het bedrijf waren onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en huizen. Tevens werden er in de 18-de eeuw beleggingspanden aangekocht en verhuurd. In het begin van de negentiende eeuw werd een afdeling meubelproductie aan het bedrijf toegevoegd. Later, vanaf het midden van de negentiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw, werden door het bedrijf verschillende huizen en pakhuizen ontworpen en gebouwd. Toen Johannes Henricus Coelewij in 1871 de nieuwe eigenaar van het bedrijf werd, zette hij het bedrijf voort onder de naam ‘(Wed.)P.A.Coelewij en Zoon’. Na zijn overlijden bleef het bedrijf onder deze naam tot 1956 bestaan.
Coenen, Jozef Maria Johannes (Jo) en Co Architecten (1949) is een Nederlandse architect en stedenbouwkundige. Hij bekleedde van 2000-2004 de functie van rijksbouwmeester. Coenen groeide op in Zuid-Limburg. Na de middelbare school ging hij naar Technische Hogeschool Eindhoven (nu TUe) waar hij in 1975 afstudeerde als architect. Hierna werd hij docent aan de faculteit bouwkunde van dezelfde hogeschool. In deze periode studeerde hij korte tijd bij Luigi Snozzi Locarno en James Stirling. Ook werkte hij vanaf 1979 enige tijd voor het architectenbureau van Aldo van Eyck & Theo Bosch in Amsterdam. In datzelfde jaar opende hij in Eindhoven de eerste vestiging van zijn eigen architectenbureau. In 1990 verhuisde het bureau naar Maastricht en inmiddels heeft het onder de naam Jo Coenen Architects & Urbanists (JCAU) ook een vestiging in Amsterdam en nevenvestigingen in Berlijn, Luxemburg, Zürich en Milaan. Aanvankelijk realiseerde Coenen vooral relatief kleinschalige projecten. Coenen wist in Nederland een reputatie op te bouwen door zijn stedenbouwkundige ontwerpen, onder andere voor de Vaillantlaan in Den Haag, het KNSM-eiland in Amsterdam en het Céramique-terrein en het Maas-Marktproject in Maastricht. Met name door deze grootschalige en gecompliceerde projecten nam zijn naamsbekendheid toe. De ontwerpen van JCAU worden gekenmerkt door een duidelijke stedenbouwkundige oriëntatie, waarbij de inrichting van de openbare ruimte centraal staat. In zijn ontwerpen gaat het hem om de wisselwerking tussen gebouw en stad; hij probeert ze te verweven tot een nieuwe eenheid. In het werk van Jo Coenen valt zijn gebruik van plint, colonnades en vides in zijn gebouwen op, de zogenoemde ‘vriendelijke monumentaliteit’. Binnen de Nederlandse architectuur treedt hij op als pleitbezorger voor meer historisch besef, meer diepgang en meer gevoel voor continuïteit. Zowel bij zijn stedenbouwkundige projecten als tijdens zijn rijksbouwmeesterschap liet hij een zekere voorkeur voor Belgische, Zwitserse en Zuid-Europese architecten blijken. Zo koos hij bij de ontwikkeling van het KNSM-eiland onder anderen voor Bruno Albert en Diener & Diener. (2023)
Copijn Groenadviseurs. Het ontwerpbureau Copijn Utrecht Groenadviseurs B.V. is in 1980 opgericht door Jørn Copijn en ir.Lia Copijn-Schukking. Jørn Copijn is een kleinzoon van de boomkweker Pieter Gerard Copijn, die een halfbroer was van de bekende tuinarchitect Hendrik Copijn. Het bureau is zowel in het landelijke gebied als in de stedelijke openbare ruimte werkzaam, waarbij het is gespecialiseerd in renovatie van historische buitenplaatsen en parken, ontwerp en renovatie van begraafplaatsen, herinrichting van stads- en dorpscentra, ontwerp van stedelijke uitbreidingen en van terreinen rond ziekenhuizen en kantoren, binnentuinen en daktuinen. De ontwerpen worden uitgevoerd in uiteenlopende stijlen, met als gemeenschappelijk kenmerk aandacht voor ecologie en respect voor oude bomen en de historische situatie. Vanaf 1996 is de naam van het bureau veranderd in Copijn Utrecht Tuin- en Landschapsarchitecten B.V. Adviesbureau voor landschappelijke en stedelijke vormgeving. In 2006 verlaten Jørn en Lia Copijn-Schukking Copijn Utrecht tuin- en landschapsarchitecten. Het bedrijf werd in 2008 verkocht aan zes private investeerders maar Copijn als merk behoudt zijn kracht. Het bedrijf gaat verder onder de naam Copijn tuin- en landschapsarchitecten. Anno 2014 bestaat het uit drie werkmaatschappijen: Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten, Copijn Boomspecialisten en Copijn Groenaanleg en beheer.
Coulon, Jean (1678-1760), in Marseille geboren en overleden in Amsterdam. Heeft als tekenaar-architect aan meerdere projecten gewerkt. Hij was samen met Daniël Marot de grondlegger van de Lodewijk XIV stijl in Amsterdam.
Croix, la, Guillaume Frédéric (1877-1923) werd in de Nieuwmarktbuurt geboren. Hij overleed aan tbc in hetzelfde sterfjaar als De Klerk en De Bazel. Hij was een timmermanszoon die zijn loopbaan begon op het bouwkundige bureau van Eduard Cuypers. Hier werkten ook (onder meer) Michel de Klerk en Piet Kramer, bekende namen in de wereld van de Amsterdamse School. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het werk van La Croix duidelijk invloeden van de Amsterdamse School zijn te herkennen. In tegenstelling tot zijn voornoemde collega's was La Croix echter minder bekend en was zijn architectuur minder driedimensionaal en plastisch. La Croix werkte meer in het platte vlak, dat echter wel zeer decoratief was en getuigde van een verfijnde smaak. In zijn korte leven heeft hij een aantal gebouwen achtergelaten die nu nog steeds het straatbeeld van Amsterdam sieren. Zo ontwierp La Croix onder meer huizenblokken aan de Van Effenstraat/Bellamystraat, Cornelis Schuytstraat (voormalig Scheepvaartmuseum), Weteringschans 79, Heiligeweg 37, een woonblok aan de Tweede Boerhaavestraat en het scheepskantoor voor Reederij Koppe aan de De Ruijterkade. La Croix ontwierp ook glas-in-loodramen in een aan de Amsterdamse School verwante organische stijl. Zes van zijn mooiste ramen, uitgevoerd door Atelier Bogtman te Haarlem, zijn nog altijd te bewonderen in het Vredeskerkje in Bergen aan Zee (1918). Verder was La Croix bekend om het ontwerpen van grote gebouwen in het voormalige Nederlands-Indië, onder andere van de Javasche Bank in Batavia en andere Indische plaatsen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat La Croix bij het ontwerpen van het Koppe-gebouwtje zich had laten inspireren door de Indonesische architectuur. (2023)
Crosby, Theo (1925-1994) was een architect, redacteur, schrijver en beeldhouwer, die zich gedurende vier decennia bezig hield met belangrijke ontwerpontwikkelingen. Hij was ook een vroege vocale criticus van de moderne stedenbouw. Hij wordt het best herinnerd als een van de oprichters van het internationale designpartnerschap Pentagram, en als architect voor de reconstructie van Shakespeare's Globe in Londen. Zijn rol als éminence grise in de Britse architectuur en design van 1950 tot 1990 heeft echter bijgedragen aan veel bredere veranderingen.
Cuypers, Eduard Gerardus Hendricus Hubertus Aanvullende informatie over de Cuypers-dynastie vind u door op de naam te klikken.
Cuypers, Josephus Theodorus Joannes (Jos) Aanvullende informatie over de Cuypers-dynastie vind u door op de naam te klikken.
Cuypers, Petrus Josephus Hubertus (Pierre) Aanvullende informatie over de Cuypers-dynastie vind u door op de naam te klikken.
Cuypers, Pierre Jean Joseph Michel Aanvullende informatie over de Cuypers-dynastie vind u door op de naam te klikken.
Dam, Cornelis Gregorius (Cees) is in 1932 geboren in Velsen. Hij volgde de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, waar hij in 1963 afstudeerde, en vestigde in 1964 een architectenbureau te Heemstede, dat in 1968 naar Amsterdam verhuisde. Toen in 1979 werd besloten in Amsterdam een combinatie van stadhuis en muziektheater te bouwen, en architect Bernard Bijvoet plotseling overleed, werd Dam mede-architect, samen met Wilhelm Holzbauer. In 1993 werd hij hoogleraar Architectuur aan de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Op deze faculteit was hij van 1995 tot 1998 decaan.
DAMAST architects is in 2019 is opgericht door architect Daniël Peters (1972). Het werk kenmerkt zich door een expressieve, verfijnde vormgeving met een sterke aandacht voor materialen en detaillering. Duurzaamheid is volgens Peters een veerkrachtig gebouw dat eigentijds en tijdloos is. Peters gaf van 2004 tot 2018 leiding aan het mede door hem opgerichte MOPET architecten. Het bureau kreeg bekendheid met geraffineerde en expressieve projecten. (2021)
Dashorst, van, C.P. architect. (2023)
Dana Ponec Architecten Dana studeerde in 1988 af aan de faculteit bouwkunde van de TU Delft. Na wat omzwervingen via Barcelona en Noordwijk kwam ze weer terecht bij haar stageadres, het buro van Sjoerd Soeters waar ze uiteindelijk mede eigenaar van werd. In 2007 splitste ze zich af en zette haar werkzaamheden voort als Dana Ponec architecten. Uit deze tijd kent ze Katja de Winter. Katja is na haar studie architectuur aan de ETH Zürich en verschillende stages in Nederland en Zwitserland in 1999 gaan werken bij Soeters van Eldonk Ponec architecten. Al snel werkte ze veel samen met Dana Ponec. In 2007 heeft ze Dana Ponec architecten mee opgezet en sinds januari 2015 is ze mede eigenaar van Ponec de Winter. (2021)
Dautzenberg & de Jong Architecten bna/bni. De vennootschap is in 1984 gestart en na 25 jaar samenwerkingsverband in 2009 in goed overleg beëindigd om de beide partners de kans te geven ook met andere partners samen te werken en niet gebonden te zijn aan een vaste. Peter Dautzenberg is verder gegaan als 'Peter Dautzenberg+Partners'. (2021)
DE architecten is in 1976 gestart als architektenbureau Draijer en Engelkes. Sinds 1992 is DE Architekten gevestigd in Delft. DE Architekten is een middelgroot bureau met veel aandacht voor technische uitwerking en detaillering van de projecten. (2021)
De Architekten Cie. is in 1988 opgericht door Pi de Bruijn samen met Frits van Dongen, Carel Weeber en Jan Dirk Peereboom Voller. Vanaf 1998 bestond deze uit De Bruijn, Van Dongen, Branimir Medić, hij studeerde aan de Architectuur faculteit van Zagreb en het Berlage Instituut in Amsterdam, en Pero Puljiz. Puljiz is vanaf 1991 architect bij de Cie. en vanaf 1998 partner. Ook hij heeft gestudeerd aan de Architectuur faculteit van Zagreb en het Berlage Instituut in Amsterdam. Sinds 2012 De Bruijn, Medić en Puljiz en in 2013 werd Rob Hootsmans de vierde partner. In 2020 maakte Hootsmans geen deel meer uit van De Architekten Cie., maar zijn er wel drie nieuwe partners toegetreden. Erik Vrieling is werkzaam bij de Cie. sinds 2004 en sinds 2016 partner. Hij is afgestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft als architect en aan de Technische Universiteit Eindhoven met een interfacultair specialisme management en bedrijfskunde voor de bouwsector. Frank Segaar (Leiden 1962) behaalde in 1986 de titel van Ingenieur aan de HTS te Den Haag en in 1990 de titel van Architect aan de TU Delft met de specialisaties Bouwtechniek en economie. Marten de Jong (Utrecht, 1973) studeerde cum laude af in de architectuur na studie in Nederland en de VS.
Dedato Ontwerpers en Architecten is een ontwerpbureau voor architectuur, interieurs, retail, grafische vormgeving en interactieve media. Dedato blinkt uit in deze afzonderlijke disciplines, maar integreert ze ook naadloos. Zo ontstaan sterke, consistente bedrijfsidentiteiten en herkenbare merken.
Deen, Wim (1943-2016) architect te Obdam, gehuwd met Gitta Deen-Deen. (2023)
Delugan Meissl Associated Architects (DMAA) is een Oostenrijks architectenbureau opgericht in 1993 in Wenen door Elke Delugan Meissl en Roman Delugan. Roman Delugan (1963) studeerde aan de Academie van Toegepaste Kunsten in Wenen. Van 1984 tot 1985 werkte hij aan het onderzoeksproject 'Twintigste-eeuwse architectuur in Oostenrijk'. Tussen 1996 en 1997 was hij gastdocent aan de Academie van Toegepaste Kunsten. Elke Delugan Meissl studeerde aan de Technische Universiteit in Innsbruck. Zij werkte nadien bij verschillende studio's in Innsbruck en Wenen. Het bureau heeft veel ervaring op het gebied van sociale woningbouw en is onder andere de architect van het Porsche Museum in Stuttgart en het nieuwe filmmuseum aan het IJ in Amsterdam, maar heeft ook luxe villa's op haar naam staan. De architectuur van Delugan Meissl is primair gericht op ruimtelijke kwaliteit, of zoals Delugan het verwoord: 'Architectuur is de interpretatie van de ruimte in verschillende snelheden'. Delugan en Meissl laten data (bijvoorbeeld de geografische ligging, sociaal-demografische gegevens of verwachte bezoekersstromen) nooit leidend zijn voor hun ontwerp. Het resultaat is dan ook geen pragmatisch concept maar een ontwerp met een uitgesproken karakter: sculpturaal, robuust en sensueel tegelijk. (2023)
DELVA Landscape Architecture | Urbanism wordt geleid door oprichter Steven Delva en is een toonaangevend bureau voor landschapsarchitectuur en stedenbouw. DELVA gelooft in de kracht van de natuur als middel om de ruimtelijke opgaven van de 21ste eeuw op te pakken. Daarom keert DELVA het ontwerpproces ondersteboven en kiezen ze radicaal voor het landschap als basis. Gebiedsontwikkelingen worden ingezet als middel om te verdichten, vergroenen en verduurzamen. Ze gaan op zoek naar een nieuwe en meervoudige betekenis voor het landschap die door integraal samenwerken en durven meedenken onlosmakelijk verbonden wordt met gebouw, techniek, beleid en financiële haalbaarheid. Want ze zijn ervan overtuigd dat enkel genereuze gebaren vanuit het landschap ons dichter brengen bij een leefwereld waar we met zijn allen van dromen. Het bureau bestaat inmiddels uit een team van 25 landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, architecten en cultuurtechnici. (2023)
Descombes, Georges is een Zwitserse landschapsarchitect en werkzaam in ‘het landschap’ sinds Parc de Lany (1980-1986) en zijn bijdrage aan de ‘Swiss Path’ (1987-1991), een wandelroute rondom het meer Uri. Andere projecten van zijn bureau Atelier Descombes Rampini is de prijswinnende transformatie van de Aire rivier, het Bijlmermonument in Amsterdam en het Parc de la Cour du Maroc in Parijs.
Dick van Gameren Architecten Dick van Gameren studeerde Bouwkunde in Delft waar hij in 1988 cum laude afstudeerde. Hij had lange tijd zijn eigen architectenbureau; in 2013 werd hij partner bij Mecanoo architecten in Delft. Prof.ir.Van Gameren is sinds 1 april 2019 decaan van de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft. Hij volgt professor Bert Geerken op die sinds enige tijd interim-decaan is. (2021)
Dicke, Henk A. (1908-1976), architect, bouwde onder meer Studentenhuisvesting Weesperstraat (1966). Hij werkte regelmatig samen met Klaas Bakker.
Dicomedia architecten is gesticht in 2000 door Maria Teresa de Matos Matilde. Het is een 1-vrouws bureau. Maria Teresa studeerde architectuur aan de TU Delft (1997) en kunstgeschiedenis en archeologie aan de UvA. (2021)
diederendirrix architecten is sinds 2005 een samenwerking tussen Paul Diederen en Bert Dirrix. Maar ook voordien werkten zij al samen in het bureau Diederen Dirrix van Wylick (1999-2005) waar ook Rein van Wylick deel van uit maakte. Sinds midden jaren tachtig hebben Paul en Bert een onmiskenbare positie verworven in de Nederlandse architectuur en stedenbouw. De ontwerpen van het bureau vallen regelmatig in de prijzen en worden positief ontvangen door zowel opdrachtgevers, vakwereld als gebruikers. Begin deze eeuw verandert het soort opdrachten. Transformatie van bestaande gebouwen wordt een prominent onderdeel van de ontwerppraktijk. Nieuwbouw en transformatie vormen in de praktijk van het bureau net zo’n twee-eenheid als Diederen en Dirrix. De samenvoeging van de namen, zonder spaties en hoofdletters, is dan ook betekenisvol.
Dijkman, Jaap begon, na een studie bouwkunde aan de TU Delft, zijn designcarrière als meubelontwerper en meubelmaker. Zijn studie heeft hij niet afgemaakt. Tijdens zijn studie waren er namelijk voldoende opdrachten en de praktijk lonkte meer dan de theorie. Uiteindelijk heeft Dijkman de nodige titels gekregen op basis van zijn ervaring. Dijkman kijkt wel met een positief gevoel terug op zijn studietijd: ‘Ik heb op school echt een aantal goede leraren gehad. Ik vond ze goed omdat ik het gevoel had dat het interessante mensen waren. Dat ze goed nagedacht hadden over dingen en dat ik een hoop van ze kon leren. Niet zozeer omdat ze mooie gebouwen hebben ontworpen.’
Disberg, Gabor is een interieurarchitect bij Diselarchitects. Zijn opleiding volgde hij aan de Gerrit Rietveld Academie. (2021)
DKV Architecten was een in Rotterdam gevestigd architectenbureau dat wordt geleid door de partners Roel Bosch, Herman de Kovel en Paul de Vroom. Het bureau is in 1984 opgericht door Dolf Dobbelaar, Herman de Kovel en Paul de Vroom en is uitgegroeid tot een middelgroot architectenbureau. Het werkterrein van DKV strekt zich uit van woningbouw en stedenbouw tot uiteenlopende vormen van utiliteitsbouw. In de loop der tijd heeft het bureau een omvangrijk aantal projecten op deze terreinen gerealiseerd, waarbij vaak sprake was van een complexe opgave. Door een analytische werkwijze, die berust op het denken in modellen, is het bureau in staat om van beperkende randvoorwaarden een bevrijdende werking uit te laten gaan, wat resulteert in onvermoede oplossingen. Het werk van DKV kenmerkt zich door de kracht van de eenvoud. De ontwerpen vallen op door de helderheid van hun organisatie en verschijningsvorm. DKV is een hecht collectief dat opereert in teamverband, waarbij teamleden met verschillende achtergrond en ervaring elkaar aanvullen en stimuleren. De organisatorische basis bestaat uit twee bureauteams, een conceptteam en een facilitair team. Bij iedere opdracht wordt een projectteam samengesteld waarin alle voor de opgave benodigde vakkundigheid en capaciteit aanwezig is.
Does, van der, Cornelis meester-timmerman, bouwmeester.
DOK architecten Het management bestaat uit Patrick Cannon en Ir. Liesbeth van der Pol die het bureau en de projecten sturen en inspireren. Liesbeth van der Pol brengt creativiteit. Door gebouwen keer op keer te aquarelleren zoekt ze naar de kern van een ontwerp. Deze kenmerkende manier van werken geeft onze gebouwen hun innovatieve karakter; het is de handtekening van Dok.
Döll atelier voor bouwkunst Henk Döll (1956) studeerde in 1984 af aan de Afdeling Bouwkunde van de Technische Hogeschool Delft. Door het winnen en realiseren van de woningbouwprijsvraag ‘Kruisplein’ in Rotterdam (1980-1985) werkte hij tijdens zijn studie reeds als zelfstandig architect in de maatschap Döll-Houben-Steenhuis. In 1983 werd dit samenwerkingsverband omgezet in het Delftse bureau Mecanoo, waarin hij tot medio 2003 partner was. Henk ging zelfstandig verder met Döll Atelier voor Bouwkunst dat hij in 2003 oprichtte. Het stilleggen van een viertal projecten in het eerste kwartaal van 2010 en het uitblijven van voldoende nieuwe opdrachten op korte termijn veroorzaakte het faillissement van zijn bureau in 2010. In 2010 volgde een doorstart onder de naam Döll Architecten. Het nieuwe bureau bestaat uit een kleine vaste kern met Henk Döll, architect Andres Ambauen en technisch ontwerper Patrick Eichhorn. Voor de ondersteuning en productiecapaciteit wordt gebruik gemaakt van een netwerk van voormalig medewerkers en van samenwerking met collega bureaus. (2011)
Dortsman Adriaan (1635–1682) was een telg uit een geslacht van Vlissingse timmerlieden en de architect van de 'strakke stijl' in het Hollandse Classicisme. Na ongeveer 1670 heeft de pilasterarchitectuur afgedaan en komt een stijl van uiterste soberheid tot ontwikkeling. De gevels worden vlak, gesloten en sober. Grote ongebroken vlakken en goede verhoudingen nemen de overhand.
Doornenbal, Kees is architect en sinds 1995 eigenaar van Rappange & Partners architecten te Amsterdam. Hij richt zich op restauraties, herbestemming en binnenstedelijke nieuwbouw. Sinds 2012 is hij als architect verbonden aan MOOI Noord-Holland als lid van de Welstand- en Monumentencommissie Alkmaar en sinds 2015 als lid van de Erfgoedcommissie. Rappange & Partners Architecten b.v. wordt sinds 1996 geleid door Bart Kwant en Kees Doornenbal. Henk Rappange sr. nam het bureau in 1951 over van de architect Jan de Meijer. Hij gaf het de naam Architectenbureau Rappange en droeg het op zijn beurt over aan zijn zoon Henk Rappange jr. rond 1970. Sinds haar oprichting bezit het kantoor een specialisatie in de restauratie van monumenten van velerlei aard, zoals kerken, kastelen, woonhuizen, kantoren, landgoederen, etcetera. Deze traditie wordt tot de dag van vandaag voortgezet en uit zich in een gedegen kennis van de restauratiepraktijk en een goede relatie met restaurerende instellingen en overheden. De laatste tien jaar heeft het bureau haar werkveld verbreed van werken met monumenten naar omgaan met de bestaande gebouwde voorraad in de ruimste zin van het woord. Het bestaande restauratiespecialisme wordt aangevuld met renovatie en (ver)nieuwbouw wat een bredere basis biedt voor de organisatie.
DP6 architectuurstudio. De naam DP6 is afgeleid van het adres van DP6: Doelenplein 6 in Delft. DP6 architectuurstudio is in 1999 opgericht door Chris de Weijer en Robert Alewijnse. In 2010 is Richelle de Jong als partner tot de directie van DP6 architectuurstudio toegetreden. Per 1 september 2019 is Dick de Gunst toegetreden tot DP6 architectuurstudio, waar hij als architect-directeur samen met Richelle de Jong en Dardo Mantel mede vorm zal geven aan het bureau. Oprichters Chris de Weijer en Robert Alewijnse treden terug uit de directie en blijven werkzaam in het bureau als projectarchitect-partner. Dick de Gunst (1969) is bijna 25 jaar werkzaam geweest bij Hans van Heeswijk architecten, waarvan sinds 2003 in de functie van architect/mededirecteur. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan beeldbepalende projecten zoals de Hermitage Amsterdam, het Mauritshuis in Den Haag en gemeentehuis Lansingerland. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor de woningbouwrenovatieprojecten, waarvan flatrenovatie De Boel in Amsterdam gepubliceerd is in het Jaarboek Architectuur 2019.
Dudok, Willem Marinus (1884-1974) architect en stedenbouwkundige. Hoewel niet opgeleid als architect, is hij onder meer bekend door zijn ontwerp van het raadhuis in Hilversum. Dudok volgde de hogereburgerschool (hbs) in Amsterdam, ging vervolgens in 1900 naar de Cadettenschool in Alkmaar waarna hij twee jaar later ging studeren aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda waar hij in 1905 slaagde voor het officiersexamen in de richting 'Genie hier te lande'. In 1915 werd hij directeur Publieke Werken in Hilversum, een snelgroeiende industrieplaats die zich tot een middelgrote stad zou ontwikkelen. Dudok ontwierp de meeste wijken, scholen en gemeentelijke gebouwen voor Hilversum en bepaalde daarmee het gezicht van deze stad. In 1939 werd in Eindhoven voor personeel van Philips het Witte Dorp gebouwd, dat geheel door Dudok ontworpen was. Dudok heeft zich altijd met hart en ziel op zijn werk als architect gestort. Hij was er dag en nacht mee bezig. Hij had eigenlijk geen hobby's en ging niet op vakantie, zijn werk was alles voor hem. Dudok behoorde niet tot een bepaalde stroming maar stond open voor het beste wat de verschillende stromingen hem boden. Aanvankelijk volgde Dudok de rationalistische stijl van Berlage, maar allengs voelde hij zich hierdoor te veel beperkt en ging experimenteren met onder andere het expressionisme. (2021)
Duinker van der Torre samenwerkende architecten wordt gerund door Margreet Duinker (1953-) en Machiel van der Torre (1946-). (2022)
Dumont, Albert Louis Constant (1853-1920) was een Belgisch architect. Hij behoorde tot een welgestelde familie van Franse oorsprong die zich onder het Keizerrijk in Gent was komen vestigen. Hij volgde rechten aan de Universiteit te Gent (1871-1872) en aan de École des Arts et Manufactures (1873) en 2 jaar stage bij een ondernemer. Hij was dus grotendeels autodidact die aanvankelijk als aannemer optrad voor de gebouwen die hij zelf tekende. Door zijn voorliefde voor eclectische neostijlen is zijn werk heel divers. Op 23-jarige leeftijd vestigt hij zich als architect in Brussel, waar hij samenwerkt met August Hebbelynck. Zo leerde hij Maria-Celestine-Camille Hebbelynck (1849-1920) kennen met wie hij in 1876 trouwde. Ze zouden 13 kinderen in 13 jaar krijgen, 11 zonen en 2 dochters.
Duncker, Jacobus Franciscus Maria (Jacques) (1867-1935). Van deze architect is niet veel bekend terwijl hij toch enkele aansprekende gebouwen heeft ontworpen. Hij leerde het vak op de bureaus van Ed.Cuypers en A.C.Bleys. Hij was een actief katholiek: lid van de Vincentiusvereniging die het bestuur vormde van diverse scholen, en lid van het liefdewerk "Oud Papier", een katholieke liefdadigheidsinstelling waarvan de naam een gevleugelde uitdrukking is geworden. Veel van zijn werk heeft een link met de katholieke zuil. Voor de Vincentiusvereniging ontwierp hij bijvoorbeeld vier scholen, waaronder die in de Nieuwe Leliestraat. Aan de Rijnstraat verrees naar zijn ontwerp een typisch katholiek cluster van een kerk (de inmiddels afgebroken Thomas van Aquino), een klooster en enkele scholen. Zijn bekendste gebouw in Amsterdam is wellicht het grote gebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1913), dat ironisch genoeg enkele jaren na oplevering werd overgenomen door de gereformeerde krant De Standaard. Zijn bouwstijl was ambachtelijk en geïnspireerd op Berlage en diens rationalisme. Buiten Amsterdam tekende hij onder meer de studio van de KRO in Hilversum (1931). Duncker was getrouwd met Johanna van der Harten. Het gezin woonde achtereenvolgens op de Westermarkt, Singel en Keizersgracht. Duncker overleed na een kort ziekbed en werd begraven op begraafplaats Buitenveldert.
Dunnebier, Jacob (1904-1988). Na zijn opleiding tot architect vestigt hij zich zelfstandig in Amsterdam. Voor de Tweede Wereldoorlog ontwerpt hij onder andere voor warenhuis HEMA een filiaal aan de Linnaeusstraat met kenmerken van de Amsterdamse School en de Nieuwe Zakelijkheid. In de periode 1934-1939 kan hij aan de Amsterdamse Westerstraat een aantal woonpanden verwezenlijken, welke in 2006 door de Gemeente Amsterdam op de monumentenlijst zijn geplaatst. Na de Tweede Wereldoorlog is hij bij de gemeente Amsterdam in dienst met het oog op de wederopbouw. Later gaat hij een samenwerkingsverband aan met architect Ronstadt. Onder de naam 'Dunnebier & Ronstadt, buro voor architectuur en stedebouw' realiseert het tweetal sociale woningbouw aan de Lijnbaansgracht en de Anjeliersstraat. Restauratie, renovatie en reconstructie zijn de specialiteiten van Dunnebier & Ronstadt. In Amsterdam restaureren ze verschillende monumentale panden, zowel aan de Oude Schans, aan de Leidsegracht en Raamstraat als aan de Egelantiersgracht. In de Jordaan renoveren de architecten het zogeheten 'Berrocomplex' en aan de Sint Antoniesluis verwezenlijken ze de reconstructie van een aantal monumentale panden en het zogeheten 'Leprozenpoortje'.
Ector Hoogstad Architecten is in 1959 opgericht door Jan Hoogstad, die het vak in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog leerde van grootheden als Maaskant en Van Tijen. De huidige partners zijn Joost Ector, Koen Klijn, Gijs Weijnen en Chris Arts. Zij leiden een internationaal team van architecten, duurzaamheidsexperts, bouwkundig ingenieurs en procesmanagers. Dit team heeft alle kennis en ervaring in huis om projecten van begin tot eind uit te voeren. Dat kan voor standaard opdrachten, maar zij kunnen met EHA als “totaal” engineer, ook alle consultancy verantwoordelijkheden voor een project overnemen. Joost Ector zegt hierover: ‘Als architect ben ik zowel een optimist als een idealist. Ik streef naar een mooiere en betere wereld omdat ik er vast van overtuigd ben dat het kan. En het is met deze overtuiging dat ons team elk project en elke samenwerking benadert.’ (2023)
Egeon Architecten is in 2003 opgericht door Egon Kuchlein (1958) na jarenlang gewerkt te hebben als omgevingsontwerper en beeldend kunstenaar. In de periode 1984- 2003 ontwierp en realiseerde Egon een groot aantal eigen projecten en tentoonstellingen en werkte aan stedenbouwkundige studies. Tevens organiseerde hij een veelheid aan manifestaties en adviseerde overheden op het gebied van de beeldende kunsten. Na de Kunstacademie in Arnhem (1984) volgde Egon zijn opleiding tot architect aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. (1999).
Elte, Hartog (Harry) (Amsterdam, 3 september 1880 - Theresienstadt, 1 april 1944) was een joods Nederlands architect geboren aan de Nieuwe Herengracht 173. Na het overlijden van zijn ouders wijzigde Elte in 1921 zijn voornaam van Hartog in Harry. Zijn vader Philip Elte (1844-1918) genoot faam als hoofdredacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad. Zijn moeder was Sara Elisabeth Nijburg (1850-1920).
Eschauzier, Frits Adolf (1889-1957). Frits trouwde met J.E. Sypkens, dochter van een commissaris van Politie in Scheveningen. Van zowel zijn eigen familie als die van zijn vrouw kreeg hij enkele opdrachten voor het bouwen van woonhuizen. Vanaf 1906 tot 1911 doorliep Eschauzier de H.B.S. Daarna volgde hij twee jaar de bouwkundige opleiding aan de T.H.Delft, die hij vanwege problemen met de exacte vakken moest verlaten. Hij vervolgde zijn opleiding tot architect aan de Architectural Association School of Architecture te Londen (1913-1915). In 1915 ontwierp Eschauzier zijn eerste gebouw, een woonhuis te Wassenaar. Zijn tijd in Engeland is van groot belang geweest voor zijn architectonische ontwerpen. De stijl van Eschauzier vertoont veel gelijkenis met het werk van de Engelse vernieuwende architectuur van rond de eeuwwisseling, zeker bij het bekijken van het werk van Charles F.A.Voysey (1857-1941) vallen overeenkomsten op. Het gebruik van licht naar binnen hellende muren en de zeer zwaar uitgevoerde schoorstenen komt in beider werk voor. Ook ontwierp Voysey, net als Eschauzier, veel uitbouwen zoals torentjes en erkers. Na enkele jaren als zelfstandig architect gewerkt te hebben studeerde Eschauzier in 1927 nog in Wenen bij professor Oskar Strnad. Bij deze studie lag de nadruk op het interieur.
Erven Dorens, van, Jan Frederik (1904-1994) was de zoon van Willem Karel van Erven Dorens, hoofdingenieur bij Simplex Rijwielfabriek aan de Overtoom. Jan Frederik is getrouwd met Marguerite Henriette Scherhag en heeft een opleiding tot architect.
FARO architekten is opgericht in 1991 en bestaat uit de partners Wouter van der Stap, Arjenne van Berkum, Coen Kampstra, Hugo de Clercq en Jurgen van der Ploeg. (2021)
Felix Claus Dick van Wageningen architecten is een samenwerkingsverband welke is ontstaan na 2013 als de samenwerking tussen Felix Claus en Kees Kaan ten einde komt. Ze zijn gevestigd in Amsterdam. (2023)
Felixx landschaparchitecten Felixx Landscape Architects werd in 2014 opgericht door Michiel Van Driessche, Marnix Vink en Deborah Lambert. De afgelopen jaren heeft het bureau zich ontwikkeld tot een kantoor met een internationale scope, met lopende projecten in Europa, Azië en Afrika. Michiel is landschapsarchitect. Hij studeerde cum laude af als landschapsarchitect in 2007 aan het University College in Gent en behaalde in 2012 een Master of Arts in Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Marnix is landschapsarchitect. Marnix studeerde cum laude af aan de Van Hall Larenstein hogeschool in Velp, waar hij tuin- en landschapsarchitectuur studeerde. Deborah studeerde tuin- en landschapsarchitectuur aan de Leeds Metropolitan University in Engeland, waarna ze een Master of Arts in Urban Interior Design behaalde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. (2021)
Galis Architektenburo is in 1962 opgericht door Arie Galis. Voordat Arie zich als zelfstandig architect vestigde werkte hij een aantal jaren als gemeentearchitect bij Openbare Werken Delft. Zijn zoon Babet Galis heeft sinds de jaren negentig de leiding van het bureau. Na zijn studie in Eindhoven heeft Babet Galis eerst een periode gewerkt bij O.M.A. in Rotterdam. Babet kwam na 1985 over naar het bureau van zijn vader. Architect Babet Galis is verantwoordelijk voor het architectonische ontwerp. Maarten ’t Hart is een ervaren bouwkundige, die leiding geeft aan de technisch uitwerking en detaillering. (2021)
Geeusen de Zeeuw, Anthonij meestertimmerman aan eind 17de eeuw en begin 18de eeuw.
Gendt, van, Adolf Daniël Nicolaas (1870-1932) was een Nederlands architect. Hij kwam uit een familie waarvan veel leden architect waren. Hij was een zoon van architect Adolf Leonard van Gendt en Elizabeth Fredrika van Elten. Hij leerde het vak achtereenvolgens op de timmerwerkplaats van de aannemer Daniel Schut, op het architectenbureau van G.W.Vixseboxse en in Schotland op het architectenbureau van John James Burnet. In 1894 vormde hij samen met zijn vader en zijn oudere broer Johan Godart van Gendt het bureau A.L. van Gendt en Zonen. Toen hun vader in 1901 overleed, zetten zij dit bureau voort als Gebrs. Van Gendt A.L. zn. Dit bureau had grote bekendheid en heeft veel grote werken uitgevoerd. A.D.N.van Gendt was een autoriteit op het gebied van bank- en administratiegebouwen. Hij heeft echter ook talrijke woonhuizen, villa's en een restaurant ontworpen.
Gendt & Zonen, van, Adolf Leonard (Dolf) (1835-1901) was de ontwerper ontwerper van een groot aantal belangrijke Amsterdamse bouwwerken. Van Gendt was de zoon van Henrietta Margaretha Thierens en Johan Godart van Gendt sr. en werd opgeleid aan de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Dolf van Gendt is een broer van de architecten Frederik Willem (1831-1900), Johan Godart Jr. (1833-1880) en Gerlach Jan (1838-1921). In 1853 werkte Van Gendt onder zijn vader als opzichter bij de bouw van een gevangenis in Utrecht. In de jaren hierna was Van Gendt in opleiding bij J.G.J.van Roosmalen en L.J. Immink.
Gent&MONK architecten is de nieuwe naam waaronder de architectenbureaus Feekes & Colijn bureau voor architectuur, stedenbouw en ruimtelijke inrichting en MONK architecten hun krachten in 2010 hebben gebundeld. Samen staan we sterk, dat is logisch maar ook willen we samen een ondernemend architectenbureau zijn. Een bureau dat wil investeren in nieuwe ontwikkelingen. Het bureau denkt vanuit de wensen van de gebruikers, maar is ook flexibel en reageert op maatschappelijke ontwikkelingen. (2023)
Geurst & Schulze architecten is opgericht in 1984 door Jeroen Geurst en Rens Schulze. Jeroen Geurst (1960) is in 1986 afgestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft. Hij is sinds 1984 architect en partner bij Geurst & Schulze architecten. Hij is tevens als docent verbonden aan de Academies van Bouwkunst in Amsterdam en Rotterdam. Rens Schulze (1960) is in 1986 afgestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft en sinds 1984 a rchitect en partner bij Geurst & Schulze architecten. Hij was als docent verbonden aan de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Rotterdam en de TU Delft. (2021)
Geusebroek, Peter Architect Peter Geusebroek is in ’75 afgestudeerd aan de Academie voor Bouwkunst te Amsterdam op een stadsvernieuwingsproject met buurtparticipatie in een 19e-eeuwse Amsterdamse wijk. Daarna startte hij een architectenbureau met als specialisme woningbouw en stedenbouw in stedelijke omgevingen. Eind jaren negentig won hij een internationale prijsvraag voor stadsvernieuwing in Berlijn. De mix van 43 koopappartementen, bedrijfsruimtes en garages in de Amsterdamse Pijp behaalde de 2e plaats in de Amsterdamse Nieuwbouwprijs anno 2008. Van 2002 tot 2011 werkt hij samen met S.Stefanova onder de naam Geusebroek Stefanova Architectenbureau.
Gietermans & Van Dijk is een architectenbureau dat in 1996 is ontstaan uit een samenwerking tussen Michiel van Dijk en Wim Gietermans. Michiel van Dijk en Wim Gietermans zijn beide in 1996 afgestudeerd als ir. aan de TU-Delft.
Göbel, Lucas (-1989) werkte meestal samen met architect Gerardus den Hertog. Werk van hen is onder meer Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38. Het complex lijkt op de woonblokken in de wijk Bos en Lommer, die ook door Göbel en Den Hertog (met derden) zijn ontworpen. (2020)
Godefroy, A.N. (1822-1899). Godefroy werd in 1822 geboren als Abraham Nikolaas Smit. In 1840 wordt zijn achternaam gewijzigd in Godefroy. Hij begon zijn loopbaan in 1838 bij de afdeling Stedelijke Bouwwerken van Amsterdam en was betrokken bij de verbouwing van het Entrepôtdok en bij de bouw van de Beurs van Zocher op het Damrak. Hij werd al direct in het oprichtingsjaar (1842) lid van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, waar hij bovendien van 1862 tot 1867 voorzitter van was. Van 1845 tot 1850 was hij werkzaam op het architectenbureau van Isaäc Warnsinck. Vanaf 1851 was hij werkzaam als architect in Amsterdam. Van zijn hand onder andere de Waalse Kerk (Keizersgracht 676) en de Kraamvrouwenkliniek (Oude Turfmarkt 125) (1870) waar aansluitend, ook van zijn hand, het 'Gebouw tot Verpleging van Vrouwen-Zieken' (1873-1877) wordt neergezet, dat vooral bestemd is voor 'fatsoenlijke' burgervrouwen. Het onderscheidt zich met haar rijker versierde gevel van de kraamkliniek. (2020)
Gool, van, Frans Jan (1922-2015). Als kind voelt architect Frans Jan van Gool zich aangetrokken tot de moderne architectuur. Nadat zijn vader het gezin heeft verlaten, woont hij samen met zijn moeder en jongere broer in de Bergpolderflat (1932-1934) van W. van Tijen en aan de Vroesenlaan in het woningbouwproject 'De Eendracht' (1929-1935) naar ontwerp van J.H. van den Broek, beide in de wijk Blijdorp in Rotterdam. Het stimuleert hem tot de keuze voor een studie weg- en waterbouwkunde aan de MTS om hierna een betrekking te zoeken bij een modern architectenbureau. In 1945 wordt hij aangenomen op het architectenbureau van J.A. Brinkman en J.H. van den Broek en meldt zich aan voor de cursus Voortgezet Bouwkunst Onderricht. In dienst van het architectenbureau levert hij een belangrijke bijdrage aan het bekende Lijnbaanproject (1952-1956) in Rotterdam, het eerste autovrije winkelcomplex in Europa. In 1953 treedt hij in dienst van de Gemeentelijke Woningdienst te Amsterdam om woningbouwprojecten te ontwerpen, die aansluiten bij het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam uit 1934 van Van Eesteren.
Gosschalk, Izak (Isaac) (1838-1907). Hij was één van de eerste ingenieur-architecten en ook voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en gemeenteraadslid te Amsterdam. Hij werd geboren aan de Nieuwe Herengracht als zoon van een joodse arts. Tussen 1858 en 1862 volgde hij te Zürich de opleiding tot bouwkundige aan de Eidgenössisches Polytechnikum. Vermoedelijk heeft hij daar ook colleges gehad van de internationaal bekende architect Gottfried Semper, bekend van onder meer de eerste Semperoper in Dresden.
Grand, le, Henri (1903-1989) is de zoon van Napoleon le Grand. Henri ontwikkelde zich verder en werd architect. In de jaren 1925–1930 werkte hij samen met architect W.Th.H.ten Bosch. Samen werkten zij met name aan de verbouwing van winkels, waarbij opvalt dat een groot aantal van joodse eigenaren was. Onder de opdrachtgevers vinden we namen als: Lehmann, Salomon en Goudsmit. Maar ook de katholieke schoenenfirma Huf. Voor Henri was de belangrijkste opdrachtgever, naast de samenwerking met Ten Bosch, Etam, een winkelketen in kousen en lingerie met winkels in de Leidsestraat 97 en de Kalverstraat 128-130. Henri overleeft de oorlog door op tijd te vluchten naar Zwitserland. Na de oorlog keert hij terug in Nederland en gaat samenwerken met architect Abraham Samuel Polak als Le Grand & Polak. Ze ontwerpen, naast vele andere gebouwen, in de jaren vijftig nog vier winkels voor het Etam concern.
Gratama, Jan (1877-1947). Na zijn studie in Delft was hij secretaris van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst (1908-1914), voorzitter van het Genootschap Architectura et Amicitia (1917-1919) en polemist, met vele scherpe artikelen in het Bouwkundig Weekblad. Aanvankelijk had zijn werk een uitgesproken modern karakter. Hij was een getalenteerde en ambitieuze architect die in zijn stijl sterk beïnvloed was door H.P.Berlage. Als architect heeft Jan Gratama gebouwen in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd en er meerdere artikelen over gepubliceerd. Hij was de eerste bouwkundige die de term Amsterdamse School gebruikte. Na 1916 bouwde hij met zijn compagnon Gerrit Versteeg (1872-1938) en in samenwerking met Berlage een groot complex woningen in de Transvaalbuurt (omgeving Kraaipanstraat). Begin jaren twintig volgde een woningbouwproject in Amsterdam Zuid, tussen de Olympiakade en de Olympiaweg. Gratama trad ook op als supervisor voor de gemeente bij de realisering van nieuwe woonwijken. Gratama speelde een centrale rol in de Schoonheidscommissies van de gemeente Amsterdam. Daarmee was hij mede-verantwoordelijk voor het voortrekken en het bevoordelen van architecten die de Amsterdamse Schoolstijl aanhingen, en voor het tegenwerken van architecten die de voorkeur gaven aan andere bouwstijlen. Vanuit die positie is hij van grote invloed geweest op alle architectuur die werd gerealiseerd in Amsterdam in deze periode.
Greef, de, Bastiaan (1818–1899) was van 1856 tot 1890 stadsarchitect van Amsterdam. Zijn vader Jan was ten tijde van Bastiaans geboorte architect van koninklijke paleizen; dat verklaart Bastiaans geboortehuis, het Paleis Noordeinde in Den Haag. Jan de Greef werd in 1820 stadsarchitect in Amsterdam en bleef dat tot zijn dood in 1834. Ook Bastiaan ging voor de gemeente werken. Toen in 1856 de functie van stadsarchitect opnieuw werd ingevoerd, kreeg De Greef de baan. Eén van zijn eerste en bekendste werken is de Willemspoort (1840). Veelal samen met zijn assistent Willem Springer ontwierp hij veel gemeentelijke gebouwen, waaronder scholen en brandweerkazernes, en ook enkele bruggen zoals de Blauwbrug en de Hogesluis. In de Zeeheldenbuurt en de Czaar Peterbuurt staan nog enkele rijen met etagewoningen van De Greef. Ook de Rijksacademie (1874) aan de Stadhouderskade is van zijn hand. (2022)
Greef, de, Jan (1784-1834) was een Nederlands architect en de zoon van de timmerman en houthandelaar Bastiaan de Greef (1758-1837). Hij kwam met de bouwkunst in aanraking via zijn oom, de in Dordrecht woonachtige bouwmeester-timmerman Jacobus van Dalen, die samen met zijn zwager een timmerbedrijf had onder de naam Firma van Dalen en de Greef. Daarnaast volgde Jan de Greef lessen bij zijn achterneef, kunstschilder Martinus Schouman. Vanaf 1798 volgde hij de avondopleiding bouwkundig tekenen aan het Dordtse tekengenootschap Pictura, gegeven door zijn oom, die hij in 1805 voor de duur van een jaar als docent opvolgde, om vervolgens kortstondig landmeter te worden. Samen met Zeger Reyers en (een jaar later) Jan David Zocher werd hij in 1808 door de directeur-generaal van het departement voor Kunsten en Wetenschappen, Johan Meerman, uitverkoren om als 'pensionnaire' van koning Lodewijk Napoleon in het buitenland zijn opleiding als architect voort te zetten. Zo was hij eerst vanaf mei 1808 in Parijs onder de hoede van Charles Percier, hofarchitect van Napoleon, werkzaam in het atelier van diens leerling Hippolyte Lebas, en studeerde hij vervolgens van juli 1811 tot augustus 1812 in Rome aan de Académie de France in de Villa Medici. Daardoor deed hij een voor Nederlandse architecten uit die tijd ongebruikelijk grondige kennis van de klassieke architectuur op. Na zijn terugkeer naar Nederland was De Greef onder meer als opzichter bij Waterstaat werkzaam. Daarna bekleedde hij tussen 1816 en 1820 de post van 'architect des konings paleizen'. In deze functie ontwierp hij onder meer in het kader van de inrichting van Paleis Noordeinde tot belangrijkste koninklijk paleis (1814-1817) het interieur van de grote balzaal en de achtervestibule. Tussen 1817 en 1820 verbouwde hij in de residentie samen met Adriaan Noordendorp Paleis Kneuterdijk voor de kroonprins, de latere koning Willem II. Van 1818 tot 1820 was De Greef tevens architectuurdocent aan de Koninklijke Artillerie- en Genieschool in Delft. In 1819 werd De Greef bestuurslid van de door Johannes van Straaten opgerichte Maatschappij tot Aanmoediging der Bouwkunde. In 1820 werd hij lid van de sectie bouwkunde van de Vierde Klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten in Amsterdam, wat hij tot zijn dood zou blijven. Op 31 mei 1820 volgde De Greef Abraham van der Hart na diens overlijden op als stadsarchitect in dienst van het 'stads-fabriekambt' van Amsterdam. Als zodanig woonde hij met zijn gezin aan de Timmertuin van de stad, en werd hij belast met de verbouwing van het voormalige Aalmoezeniersweeshuis aan de Prinsengracht tot Paleis van Justitie (1825-1829) en de herinrichting van het Entrepotdok, waar naar zijn ontwerp o.m. een nieuw poortgebouw verrees (1828-1830). Na de zelfgekozen dood van Jan van Speijk in de haven van Antwerpen (1831) ontwierp De Greef voor Amsterdam zowel diens grafmonument in de Nieuwe Kerk als de gedenksteen in het Burgerweeshuis in de Kalverstraat waar hij was opgegroeid. (2023)
Greiner, Dick (1891-1964) was een Nederlands architect die zich vrijwel geheel als autodidact het vak had geleerd. Hij was het hulpje van zijn vader, die timmerman was en volgde daarnaast lessen aan de Oefenschool voor Teekenonderricht en vervolgens een opleiding van vier jaar tot timmerman aan de avondambachtsschool, beide te Amsterdam. Van 1909-1917 werkte hij als opzichter en tekenaar bij de architectenbureaus van Ed.Cuypers, van 1913-1915 bij F.A.Warners, Jan Gratama en Gerrit Versteeg en als laatste bij Gerrit Jan Rutgers. Greiner werd in 1920 zelfstandig architect en lid van het genootschap Architectura et Amicitia. In 1922 behaalde hij cum laude zijn diploma aan het Voortgezet en Hooger Bouwkunst Onderricht. Dick Greiner was veelzijdig: hij maakte meubels en lampen, ontwierp glas-in-loodramen, schilderde, was tekenaar, maakte boekbandontwerpen en aquarelleerde. Zijn bewondering ging uit naar zijn vakgenoten Jan Duiker, Han van Loghem, J.J.P.Oud en de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright. Greiner ontwierp talloze gebouwen, maar hij werd vooral bekend door zijn aandeel in het ontwerpen van de Amsterdamse stadswijk Betondorp in de Watergraafsmeer. Voor Betondorp werden tien bouwsystemen voor betonbouw toegepast. De belangrijkste architecten waren Han van Loghem en Dick Greiner, die het dorp met huizen met platte daken ontwierpen. Een andere belangrijke opdracht voor Greiner was de woningbouw in de wijk Zeeburg in Amsterdam in 1925. Het betrof een gemeentelijk woningbouwcomplex voor het huisvesten van ontoelaatbare gezinnen. Deze woningen werden gebouwd met hetzelfde betonsysteem dat Greiner in Betondorp had toegepast en hadden hetzelfde expressionistisch-kubistische uiterlijk. Op het poortgebouw na zijn de huizen in 1944 in opdracht van de Duitsers afgebroken. Hoewel Greiner vroeger altijd in het vakje Amsterdamse School werd gestopt, blijkt hij achteraf gezien helemaal niet tot deze bouwrichting te behoren en had hij meer gemeen met de architecten van het nieuwe bouwen. Dick Greiner is de vader van architect Onno Greiner.
Grimshaw, Sir Nicolas Nicholas Grimshaw (1939) is een Engelse architect, vooral bekend om een aantal modernistische gebouwen. Hij begon zijn opleiding aan het Wellington College. Tussen 1959 en 1962 studeerde hij aan het Edinburgh College of Art, waarna hij toelating tot de Architectural Association School of Architecture in Londen won. Hij studeerde af in 1965. Hij ging een partnerschap aan met architect Terry Farrel. In 1967 werd hij lid van het Royal Institute of British Architects. Na 15 jaar samenwerking met Farrel richtte hij in 1980 zijn eigen bedrijf op: Nicholas Grimshaw & Partners. Hij ontwierp het Britse paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van 1992 in Sevilla, waarna hij in 1993 werd onderscheiden met de benoeming tot Commandeur in de Orde van het Britse Rijk. In 2002 werd hij ook geridderd voor bewezen diensten voor de architectuur en mag zich sindsdien Sir noemen. In Nederland was Grimshaw verantwoordelijk voor het ontwerp voor de Enneüs Heermabrug en het ontwerp voor het nieuwe spoorweg- en metrostation Bijlmer ArenA. In 2019 werd de Royal Gold Medal for architecture aan hem toegekend.
Groet, Jacob (1926-) gaat in 1973 tijdelijke een samenwerking aan met A.C.Kromhout voor de bouw van meerdere flatgebouwen in Amsterdam-Noord en de Bijlmermeer.
Grolle, J.H.
Groosman Partners architecten Ernestinus Florimond Groosman (1917-1999) was een Nederlandse architect en bekend als vertegenwoordiger van de wederopbouwarchitectuur, hoofdzakelijk in Rotterdam. In 1948 richtte Groosman met hulp van Willem van Tijen zijn eigen architectenbureau op. Het bureau maakte veelal gebruik van prefabelementen voor woningbouw, zoals Coignet of MUWI, waardoor snel woonwijken uit de grond konden orden gestampt. Voor de Rotterdamse wijk Pendrecht ontwierp Groosman tussen 1958 en 1960 zestien flats, waarvan er nu nog vier over zijn. Deze 'Groosmanflats' waren ten tijde van de oplevering een goed toonbeeld voor de wederopbouwarchitectuur en werden snel bewoond, maar met de veranderende woonwensen van de inwoners nam de aantrekkelijkheid en bruikbaarheid van de gebouwen af. Groosman begon zijn opleiding bouwkunde aan de MTS Utrecht en zette deze tijdens de oorlog voort bij de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Het bureau wordt nu geleid door de partners Gert de Graaf, Theo Peekstok, Eric Rijper en Mark Siebers. (2021)
GVB Architecten is voortgekomen uit het in 1975 opgerichte architectenbureau Bob van Beek en heet sinds begin 2000 GVB architecten (Götz & Van Beek architecten). Het bureau heeft een ruime ervaring opgebouwd op het gebied van architectuur, restauratie en bouwhistorie. Hoewel het werkgebied van het bureau de gehele provincie Zuid-Hollland omvat worden ook opdrachten in Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Drente en Zeeland uitgevoerd. Al sinds de oprichting van het bureau hebben zij zich gespecialiseerd in het vakgebied van de restauratie en monumentenzorg. Dat zijn niet alleen gemeentelijke, provinciale of rijksmonumenten maar ook talrijke panden en gebouwde complexen die evengoed het predikaat beschermenswaardig en monumentaal verdienen. Met een kleine of grote wijziging kunnen de kwaliteiten van een bestaand pand getransformeerd worden tot een plan met een duurzaam en verrassend eindresultaat. Hans Götz studeerde aan de TU Delft en Hogeschool Utrecht (Restauratie & Bouwhistorie) en werkte daarna enige jaren bij Architectenbureau Saarberg & partners en Van der Breggen architecten. (2024)
Haan, de, Albertus Jacobus (Bep) was een zoon van timmerman Jan Cornelis de Haan en Herremeijntje ten Hope, werd aannemer binnen het concern Cerlijn & de Haan, bouwers van onder andere de Stadsschouwburg (1892-1894) en Hoofdpostkantoor (1895-1899) in Amsterdam. (2022)
Hamer, Peter Johannes (1812-1887) was in de beginperiode van de volkshuisvesting in Amsterdam (1850-1870) een toonaangevende architect, naar wiens ontwerpen de eerste woningbouwvereniging van Nederland, de Vereeniging ten behoeven der Arbeidersklasse te Amsterdam (VAK) vele honderden betaalbare arbeiderswoningen bouwde.
Hamer, Willem (1843-1913) was de zoon en kleinzoon van de architecten Pieter Johannes Hamer en Willem Hamer Sr. Samen met zijn vader ontwierp hij het Vondelparkpaviljoen in Italiaanse renaissancistische stijl (1881). Andere bouwwerken van zijn hand zijn Hotel de l'Europe (1896) in neo-renaissancestijl. Ook Hotel Suisse aan de Kalverstraat, in 1983 afgebrand, was door hem ontworpen evenals een confectie-atelier aan Keizersgracht 440 (1897/98) en een kantoorgebouw aan Leidsestraat 31 (1909/1910) hebben allen de status van rijksmonument. Maar ook minder luxueus was geen probleem. Zo maakte hij ook de ontwerpen voor de pakhuizen Medan, Bindjeij en Laboean voor de Deli Maatschappij (Nova Zemblastraat 2A) en arbeiderswoninkjes zoals aan de Lijnbaansgracht 23-24/Palmstraat 101.
Hanrath, Johan Wilhelm (1867-1932) ontwierp vele landhuizen in traditionele of ook wel historiserende stijl. Veel van zijn uitgevoerde werk is aangewezen als rijks- of gemeentemonument. Bij de totstandkoming van de talloze landhuizen en villa's werkte hij nauw samen met de landschapsarchitect Leonard Springer. Zijn eerste ontwerpen zijn gerealiseerd in 1893. Met name in Hilversum, waar hij zich in 1903 definitief vestigde, en in Eindhoven bevinden zich de zwaartepunten van zijn oeuvre. In 1927 associeerde hij zich met Paul Briët, die zijn architectenbureau na zijn dood voortzette.
Hart, van der, Abraham (1747-1820). Vanaf 1777 tot zijn dood in 1820 was Van der Hart stadsbouwmeester van Amsterdam. Er kwamen verschillende grote werken tot stand onder zijn stadsbouwmeesterschap. Zo realiseerde hij onder meer het Maagdenhuis en het Nieuwe Werkhuis, sinds 1978 Dr.Sarphatihuis genaamd, allebei uitgevoerd in een classicistische stijl. Ook werden onder zijn leiding in 1829 gezichtsbepalende Amsterdamse torens gesloopt als de Jan Roodenpoortstoren en de Haringpakkerstoren. Zijn werk werd getypeerd als een zeer gereserveerd gebruik van architectonische elementen en het effect van zijn voorname gevels berust geheel op de goede verhoudingen. Van der Hart werd als stadsbouwmeester opgevolgd door Jan de Greef.
Hartgerink, Jan Willem (1841-1923) was aannemer en belegger, en daarbij ook deels architect. Hij huwde in 1865 in Ommen met Susanna Ravenshorst. Hartgerink was een redelijk vermogend man, die met zijn gezin naar Amsterdam trok om daar zijn geluk te beproeven. Hij deed hier onder meer mee met voorverkiezingen voor de gemeenteraad. Samen met zijn compagnon Hendrik Dirks Kramer bouwde hij aan grote delen van Amsterdam, net buiten de Singelgracht. Zo zijn er van zijn hand complexen gebouwd aan de Vondelstraat, Stadhouderskade, Hemonystraat en Sarphatikade. De heren werden regelmatig door Bouw- en Woningtoezicht op de vingers getikt met de opdracht de gebouwen wel aan de gemeentelijke eisen te laten voldoen. (2023)
Hartkamp, Johan Willem Frederik (1864-1947). Van deze architect zijn geen gegevens te vinden.
Haverkamp, Dirk Hendricus (1850-1920) begon op het bureau van de Amsterdamse Kanaalmaatschappij bij ingenieur Justus Dirks. Ook werkte hij met J.G.van Gendt aan het stoomgemaal bij Schellingwoude. In 1877 ging Haverkamp werken op het bureau van P.J.H.Cuypers die bezig was met de bouw van het Rijksmuseum. Daar leerde hij zijn latere compagnon Theodoor Gerard Schill kennen. Het zou omstreeks 1879 leiden tot de oprichting van het bureau Schill & Haverkamp van waaruit zij altijd samen hebben ontworpen. Het duo bracht een professionele differentiatie aan binnen het bureau. Zij wonnen de prijsvraag die de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in 1883 had uitgeschreven voor een eigen gebouw. In 1885 was het gereed, Marnixstraat 402 (gesloopt, nu Delamar Theater). De bouwstijl die ze meestal gebruikten was ontleend aan de Hollandse, Franse of Italiaanse renaissance. Hun bekendste gebouw in Amsterdam is wellicht gebouw Kosmos op het Koningsplein (1891), de villa aan het Museumplein waarin nu het Amerikaanse consulaat is gevestigd (1912), en sociëteit de Groote Club aan de Dam.
Hecke, van, L.C.D. timmerman, bouwkundige. (2021)
Heeswijk, van, Hans (1952-) studeerde in 1980 af als bouwkundig ingenieur aan de TU Delft, waar zijn afstudeermentor architect Herman Hertzberger was. Voor zijn afstudeerplan 'Stadsvernieuwing op Wittenburg' kreeg hij de faculteitsprijs van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Met zijn afstudeerontwerp won hij de Archiprix in 1980. Hierna werkte hij enige jaren voor architect Aldo van Eyck. In 1985 vestigde hij het bureau 'Hans van Heeswijk architecten' in Amsterdam. Zijn credo: ‘ Goede architectuur heeft behalve een bekwaam ontwerper ook een bevlogen opdrachtgever nodig om tot stand te komen’. Maar ook: Architectuur moet vooral licht zijn. Van 1988 tot 2002 was Van Heeswijk gastdocent aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.
Hegener, Jos P.I. (1864-1933), was een Nederlands architect die werd opgeleid bij Pierre Cuypers en ging daarna in 1884 naar de Koninklijke Academie van Antwerpen om zijn opleiding te voltooien. Hij heeft meegewerkt aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Kenmerkend voor zijn werk is het gebruik van gele steen. Jean Desmet verleende hem in 1909 opdracht voor het ontwerpen van Cinema Parisien in een bestaand pand aan de Nieuwendijk. In 1988 werd het gebouw gesloopt voor de nieuwbouw van de uitbreiding van het Victoria Hotel aan de Prins Hendrikkade. Daarnaast heeft hij een aantal (winkel)woonhuizen, onder meer in de Utrechtsestraat de Korte Prinsengracht en Haarlemmerstraat 83 (1906), en verbouwingen op zijn naam staan.
Heijdeman, Dirk (18de eeuw) timmerman woonachtig in de Huidenstraat, heeft onder meer het timmerwerk aan het Gemeenlandshuis (Diemerzeedijk) in 1726 uitgevoerd. In 1762 is Dirk in dienst van het Burgerweeshuis en nauw betrokken bij de vernieuwing van de gebouwen. Daarnaast gaf hij de wezen timmerlessen. Hij bleef bij het weeshuis tot 1788.
Hendrix, J.H. architect omstreeks 1890.
Henkenhaf, J.F. en Ebert, F. zijn Duitse, in Amsterdam werkzame, architecten. Johann Friedrich Henkenhaf (1848-1908) en Friedrich Ebert (1850-1914) begonnen hun carrière in Heidelberg. Zij ontmoetten elkaar aldaar en begonnen in 1875 samen een architectenbureau. Ze namen een aantal bouwprojecten in Heidelberg en omgeving aan, waaronder een synagoge in Bruchsal. In 1882 verhuisden de Duitse architecten naar Amsterdam. Henkenhaf en Ebert richtten hun architectenbureau op aan de Oudebrugsteeg 23 (sommige bronnen melden Nieuwebrugsteeg). Ze beginnen met een aantal kleine bouwprojecten waaronder enkele woonhuizen en het ontwerp voor de biljartzaal voor het American hotel. In 1883 verwierven Henkenhaf en Ebert, de opdracht voor de uitbreiding van hotel Krasnapolsky met de panden Warmoesstraat 175-177 en weten dit project in sneltreinvaart af te ronden. Dan krijgen ze hun eerste grote project: de bouw van het Kurhaus in Scheveningen. Voor dit project verblijven de architecten tussen 1884 en 1886 vaak in Den Haag. Ze weten dit project succesvol af te ronden, ook nadat het bouwwerk in 1886 werd vernietigd door een felle brand. Henkenhaf en Ebert keren terug naar Amsterdam en beginnen daar hun eerste zelfstandige project: Het Victoria Hotel.
Heren 5 architecten wordt gevormd door de partners Jeroen Atteveld, Sjuul Cluitmans en Merijn de Jong. Jeroen Atteveld studeerde Bouwkunde aan de HTS in Haarlem en vervolgens aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Sjuul Cluitmans studeerde MTS en HTS Bouwkunde in Haarlem en behaalde zijn Master in Architecture in 2012 aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Merijn de Jong studeerde aan de TU Delft in 1995 af op architectuur & bouwtechniek. (2021)
Herman, Leopold Josephus (Joseph) (1862-1937). Herman werd geboren in het Belgische Sint-Joost-ten-Noode, bij Brussel. Zijn vader was beeldhouwer. Na de verhuizing naar Amsterdam is er niets bekend over de door hem gevolgde opleiding. Wel werd hij in 1883 lid van het architectengenootschap Architectura et Amicitia. In 1884 won hij een prijs van het genootschap voor een tekening van een woonhuisgevel en een jaar later voor het ontwerp van een buitensociëteit. In 1885 verschenen door hem vervaardigde tekeningen van de Nicolaaskerk van A.C.Bleys; blijkbaar was hij toen in dienst bij die bouwmeester. Zijn eerste uitgevoerde project was voor zover bekend een verbouwing van The Continental Bodega in de Kalverstraat bij de Munt. Dat was in 1898; het pand is inmiddels gesloopt. Er volgden nog enkele winkels, en in 1900 het woonhuis in de Van Eeghenstraat. Op het Rokin verrees in 1901 een fraai winkelpand ontworpen door Herman, met een gevel in de stijl van de art nouveau. In de geest van de tijd ontwierp hij later woonhuizen in de Pieter Langendijkstraat (1908) in de stijl van Berlage. In 1909 greep hij terug op de hem kennelijk beter liggende art nouveau: een kantoor op de Nieuwezijds Voorburgwal. De winkel aan het Rokin 44 werd gebouwd voor de sanitairhandel van Van Heemstede Obelt. Voor Obelt ontwierp Herman in 1913 een zwembad aan de overkant van het IJ. Het laatste grotere ontwerp van zijn hand in Amsterdam was een villa (1924) op de Omval, aan de Amstel. Die is in 1997 gesloopt.
Hertog, den, Gerardus (-1990) werkte meestal samen met architect Lucas Göbel. Werk van hen is onder meer Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38. Het complex lijkt op de woonblokken in de wijk Bos en Lommer, die ook door Göbel en Den Hertog (met derden) zijn ontworpen.
Herzberger, Herman (1932-), studeerde aan de Technische Hogeschool in Delft, waar hij in 1958 afstudeerde. Meteen na zijn studie zette hij zijn eigen bureau op. Van 1959 tot 1964 zat hij in de redactie van het tijdschrift Forum, samen met Aldo van Eyck, Jaap Bakema en anderen. Van 1959 tot 1969 was hij docent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en van 1970 tot 1999 hoogleraar aan de TU Delft.
Hitchcock, John Thomas (1812-1844). Hij was de zoon van Charles Hitchcock en Anna Aitchison uit Londen. Hitchcock vertrok op jeugdige leeftijd naar het geboorteland van zijn ouders. Acht jaar verbleef hij te Londen, waar hij bouwkundig onderwijs genoot van de bekende architect Philip Hardwick (1792-1870). In 1827-1829 werd werk van hem op de tentoonstellingen van de Royal Academy of Arts getoond. In 1835 vervaardigde hij een bewaard, maar niet uitgevoerd bouwontwerp voor het Fitzwilliam Museum in Cambridge. Na een twee jaar durende rondreis door Groot-Brittannië keerde hij in 1836 naar Nederland terug, waar nog dat jaar in Amsterdam enkele stadsgezichten en bouwkundige tekeningen van zijn hand tentoongesteld werden. Hij huwde in 1839 met Johanna Christina de Wilde uit Bandung, dochter van de oud-planter en projectontwikkelaar Andries de Wilde, die op Pijnenburg in Den Dolder bij Soest woonde. Dit huwelijk en de connectie met bankiershuis Hope, waarschijnlijk via David Borski, één van de commissarissen van de sociëteit De Vriendschap, bezorgde Hitchcock opdrachten in de Kennemer duinen, de Utrechtse Heuvelrug, Soestdijk en Arnhem: de nieuwe lustoorden waar het samenstromende kapitaal van een steeds kleiner en rijker wordende elite van 'late regenten' neersloeg in de vorm van landhuizen en villa's. Genoemd kunnen in deze worden: het huis van de heer Casso bij de Velperpoort te Arnhem; de buitenverblijven van de heren A.F.Insinger bij Haarlem, Frans Boekhorst, B.J.Rothuijs en Rutgers van Rozenburg bij Soestdijk, en van F.A.van Hall bij Velzen.
HM Architecten is een Nederlands architectenbureau dat in 1991 voortkwam uit Architectengroep Herenmarkt. Het bureau is gevestigd in Amsterdam. Will Weerkamp en Jan Pranger richtten in 1978 Architectengroep Herenmarkt op. Ondanks de bouwcrisis van begin jaren tachtig had het bureau veel opdrachten in utiliteitsbouw, bedrijfspanden en verbouwingen en restauraties voor particulieren. Veel kraakpanden werden gerenoveerd in opdracht van gemeenten en woningbouwverenigingen in Amsterdam, Haarlem en andere steden. De krakers, die als gewone bewoners terugkeerden na de vaak intensieve renovaties en restauraties, hadden daarbij veel inspraak. Voorbeeld: Prinsengracht 237 in Amsterdam.
Hoedemakers, Marie-Laure (1970-) is landschapsarchitect. Zij studeerde in 1995, na een studiejaar aan de IUAV in Venetië, af aan de Landbouw Universiteit Wageningen. Ze werkte bij Bureau Alle Hosper, landschapsarchitectuur en stedebouw en bij Karres en Brands landschapsarchitecten. Bij dit laatste bureau werkte ze aan het winnende prijsvraagontwerp voor Federation Square in Melbourne, Australië. Tussen 1998 en 2003 werkte ze in Melbourne aan de realisatie van Federation Square, was ze medeoprichter van DEEPend landscape architects en doceerde ze landschapsarchitectuur aan RMIT University in Melbourne. Na terugkeer in Nederland werkte ze bij Vista landscape and urban design. Voordat ze in dienst trad bij Lodewijk Baljon landschapsarchitecten was ze zelfstandig landschapsarchitect met projecten als de herinrichting van het Bijlmerpark, de integrale ruimtelijke visie op de Admiralengracht. Sinds 2007 is zij gastdocent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, de Academie voor Architectuur en Stedenbouw in Tilburg en de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.
ir.Hoen, 't, H., architect in dienst van Publieke Werken Amsterdam.
Hoeneker, Coenraat, meester-metselaar, bouwmeester.
Hollandse Nieuwe Interieur en Architectuur is in 1992 opgericht door Hans Reineke. Zijn fascinatie ligt in het ontwerpen van oplossingen waarin specifieke gebruikerseisen, duurzaamheid en schoonheid samen komen in heldere oplossingen. Hij heeft meer dan 30 jaar ervaring in het ontwikkelen van innovatieve, contextrijke werk- en leeromgevingen. Geoffrey Timmer en Christiaan Fokkema zijn in 2020 benoemd als partners. Timmer is opgeleid als architect aan de TU Eindhoven, getraind als adviseur en gedreven door zijn expertise in design management en design thinking. Fokkema studeerde architectuur aan de TU Delft. (2024)
Holt, ten, Friso is bouwkundig ingenieur TU Delft en heeft daarnaast een architectuur en stedenbouwkundige opleiding. Hij woonde lang in de Transvaalbuurt waar zijn architectenbureau op Pretoriusstraat 73 gevestigd was. In deze tijd maakt hij een ontwerp voor het opknappen van het Steve Bikoplein dat in 2013 wordt opgeleverd. Friso ten Holt probeert te vertalen wat de opdrachtgever wil, en deze als gids te begeleiden door alle fasen van het eerste ontwerp tot de oplevering. Zijn vakmanschap bestaat uit het adviseren van praktische oplossingen die meerwaarde krijgen door visuele toevoegingen. Of het nu gaat om een keukenontwerp of een stedenbouwkundige oplossing, het komt erop neer dat de opdrachtgever zich uiteindelijk moet terugvinden in zijn wensen, het jasje goed moet zitten, maar wel met een unieke uitstraling! (2021)
Hoogland, Arno deed zijn opleiding aan het Mendel college afd.techniek, het Hout- en Meubileringscollege Amsterdam waar hij zijn Master in traditioneel timmerwerk behaalde en bij de Design Academy Eindhoven afd. Mens en mobiliteit.
Houben, Francine, 1955. Houben studeerde bouwkunde aan de TU Delft. In 1981 won ze de prijsvraag jongerenhuisvesting Rotterdam, samen met twee medestudenten. In 2008 kreeg Houben de Prix Veuve Clicquot voor Business Woman of the Year Award (Zakenvrouw van het jaar) voor de professionele organisatie van haar bedrijf. In 2010 werd ze benoemd als lid van de Akademie Der Künste in Berlijn, Afdeling Architectuur. Eind 2011 verscheen Houben's boek Dutch Mountains, een reportage over acht Mecanoo projecten uit vijf verschillende landen en over haar leven in de internationale architectuur. In 2014 werd Houben benoemd tot lid van de Akademie van Kunsten. In december 2015 ontving zij de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs 2015. De Universiteit Utrecht benoemde haar in 2016 tot eredoctor. Francine Houben is architect-directeur en een van de oprichters van Mecanoo architecten in Delft en zij geeft lezingen over de hele wereld
Houten, van, Eelke (1872-1970), was bouwkundig (hoofd)inspecteur bij het Gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht. Hij ijverde vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw voor het behoud en de herplaatsing van historische geveltoppen van gesloopte Amsterdamse woonhuizen. Van Houten vond omstreeks 1912 de plaatwerken van het in de vergetelheid geraakte Grachtenboek van Caspar Philips terug. Dit sloot goed aan bij het besluit in 1909 door Publieke Werken en op aandringen van het Genootschap Amstelodamum om de zeventiende- en achttiende-eeuwse gevelornamenten te bewaren. Door toedoen van Eelke Van Houten zijn in de jaren twintig en dertig circa tweehonderd natuurstenen toppen op eenvoudige, nieuw gebouwde gevels herplaatst. De opeenvolgende Rijkscommissies voor monumenteninventarisatie en monumentenzorg hadden in hun begintijd begrijpelijkerwijs alleen aandacht voor grote monumenten als kerken, raadhuizen en koopmanshuizen. De minder aanzienlijke panden in de Jordaan, de middeleeuwse stad en de zijstraatjes van de grachtengordel kwamen toen nog niet in aanmerking voor restauratie. De zogenaamde Van Houtenpanden zijn dan ook panden die volgens de bepalingen van de Woningwet zijn herbouwd of nieuw ontworpen gebouwen die we nu historiserende architectuur zouden noemen. . Omdat ze zich hebben gevoegd in de gevelwanden, zouden we deze panden vandaag de dag echter niet meer willen missen. Dat is misschien wel de belangrijkste verdienste van de bouwinspecteur: de Van Houten-panden zijn van grote betekenis voor het stadsbeeld en de stedenbouwkundige structuur.
hvdn architecten herder en van der neut architecten is opgericht door Albert Herder en Arie van der Neut. In 2010 hebben ze, een eerste vernieuwende stap gezet met de oprichting van een nieuw bureau: Studioninedots. Hierin werken ze samen met Vincent van der Klei en Metin van Zijl, voorheen partners bij NAT architecten. (2021)
Inbo is in 1962 door architect Klaas Geerts (1932-2002) opgericht als Ontwerp- en Constructiebureau voor Industriële Bouw (INBO N.V.) dat hij samen met Han Markerink in 1961 in Zaandam was begonnen. Het bedrijf ontwikkelde de prefab-methode waarmee vele wijken zijn gebouwd. Nu is het hoofdkantoor gevestigd in Woudenberg en er zijn vestigingen in Amsterdam, Heerenveen, Eindhoven, Rotterdam en Shanghai. Oorspronkelijk werd gewerkt voor een klein aantal fabrikanten die industriële woningbouw wilden realiseren in Nederland. Tussen 1965 en 1975 werd een aantal grote woonwijken vormgegeven. In de loop der jaren is het werkterrein van Inbo uitgebreid met utiliteitsopdrachten en bredere advies- en onderzoeksactiviteiten. Ondanks de economische neergang wist Inbo in de jaren tachtig zijn marktpositie te vergroten en te verbreden door zich te richten op de plaatselijke markt. De adviesgroep werd een structureel onderdeel van het bureau.
Ingels, Bjarke Bundgaard (1974). is een Deens architect en oprichter en partner van de Bjarke Ingels Group (BIG). Zijn vader was ingenieur, zijn moeder tandarts. Oorspronkelijk wilde hij striptekenaar worden, maar koos uiteindelijk voor de studie architectuur aan de Koninklijke Deense Kunstacademie. Daarnaast studeerde hij aan de Escola Tècnica Superior d'Arquitectura in Barcelona. In 1999 keerde hij terug naar Kopenhagen en haalde zijn diploma. In het derde jaar van zijn studie in Barcelona won hij zijn eerste competitie als architect. Ingels begon zijn carrière in 1998 bij het Rotterdamse OMA (Office for Metropolitan Architecture). In 2001 keerde hij terug naar Kopenhagen om samen met oud-OMA-collega Julien de Smedt het bureau PLOT op te richten. Een belangrijk vroeg werk was het huizenblok VM Houses (2005) in de Kopenhaagse wijk Ørestad, geïnspireerd door het werk van Le Corbusier. In 2006 richtte Ingels zijn eigen bureau op: Bjarke Ingels Group. (2024)
Ingenohl, Jonas (1855-1925). De Amsterdammer Jonas Ingenohl studeerde bouwkunde aan de Polytechnische School in Hannover. Met studiegenoot Karel Muller (1857-1942) begon hij terug in Amsterdam een bureau, dat tot ongeveer 1900 heeft bestaan. Ingenohls eerste ontwerpen waren vermoedelijk enkele woonhuizen aan de Weteringschans bij de Spiegelgracht (1881). Hij is vooral bekend vanwege zijn sportgebouwen: het Turngebouw in de Nieuwe Passeerdersstraat (1887), de Wielrijschool in de Hobbemastraat (1898) en het inmiddels gesloopte zwembad aan de Heiligeweg (1896). Bij het Turngebouw en het Heiligewegbad waren Ingenohl en Muller ook betrokken als initiatiefnemers. Ingenohl was een van de negentiende-eeuwers die veel heil zagen in hygiëne en lichamelijke ontwikkeling. Hij ontwierp ook een clubhuis voor een roeivereniging, een volksbadhuis in de Van Lennepbuurt en in 1905 verbouwde hij een oude kerk op Keizersgracht 489 tot 'Instituut voor Physische Therapie'. In 1892-1893 was hij voorzitter van architectuurgenootschap het Architectura et Amicitia. Ook buiten het kringetje van architecten pleitte hij voor aandacht voor het ontwerp van gebouwen. Mede op zijn initiatief stelde de gemeente in 1898 de eerste schoonheidscommissie van Nederland in. Die 'Commissie van advies inzake de bebouwing van Gemeentebouwterreinen in Amsterdam' moest erop toezien dat ontwerpen goed stonden in de omgeving: welstand. Ingenohl was zelf enkele jaren voorzitter van de commissie.
Ingwersen, Arnoldus Ulricus (Arnold) (1882-1959) werd geboren in Amsterdam als zoon van koopman Cornelis Ingwersen en Anna Elisabeth Rootlieb. Hij leerde het bouwvak in de praktijk, voordat hij naar de Industrieschool ging. Hij leerde het vak van Huibertus Bonda. Hij was collega van architect Tjeerd Kuipers en ontwierp met hem een woonblok uit 1913 aan de Baarsstraat, Vlietstraat, Schinkelkade en Vaartstraat voor Woningbouwstichting Patrimonium in Amsterdam, zestig huizen met 200 arbeiderswoningen. Het complex werd in 2009 benoemd tot gemeentelijk monument. In 1914 volgde een zevental woningen aan de Laing's Nekstraat, dat wellicht tot monumenten wordt uitgeroepen (stand 2017). In 1919 kwam een van hun grootste projecten van de grond. Er moesten 3600 heipalen de grond in voor hun complex tussen Zaanstraat, Hembrugstraat en Spaanrdammerdijk; het is sinds 2003 een rijksmonument. Van zijn hand kwamen verder een Gereformeerd Gymnasium aan de Keizersgracht en de school van het Leger des Heils in Amstelveen. Hij werkte mee tijdens de verbouwing van de Valeriuskliniek. Hij was voorts als gereformeerde vooral betrokken bij projecten uit die geloofsgemeenschap. Naast zijn werk als architect, schreef hij ook wel artikelen voor Heemschutzaken in Amsterdam en De Telegraaf. Hij zou daarmee onder andere hebben voorkomen dat naast het Rijksmuseum hoogbouw geplaatst zou worden. Hij was wars van de nieuwe architectuur die in de jaren 1930 opgang maakte. In een beschouwing in De Telegraaf in 1935 vergeleek hij de Bergpolderflat van Van Tijen in Rotterdam met de treinwagons waarmee kippen naar de slacht werden vervoerd. Hij trouwde twee keer, met Antje Huizinga en Margaretha van Wijk; in geen van die huwelijken werden kinderen geboren. Hij overleed in 1959, in de Valeriuskliniek, en werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
Inside Outside is in 1991 door Petra Blaisse opgericht. Zij wordt nu terzijde gestaan door Jana Crepon en Aura Luz Melis. Inside Outside creëert dynamische omgevingen, zowel binnen als buiten. Inside Outside is gespecialiseerd in landschapsontwerp en interieurarchitectuur. Ons werk introduceert een flexibele vorm van architectuur en ruimtelijke compositie door te werken met zachte en buigzame - vaak levende - materialen die beweging en steeds veranderende effecten creëren. Geluid, licht, klimaat en de effecten van tijd zijn onze tools. Voor elke nieuwe opdracht wordt de gegeven architectonische en culturele context zorgvuldig bestudeerd voordat we onze ideeën ontwikkelen. Petra Blaisse begon haar carrière in 1978 bij het Stedelijk Museum in Amsterdam, afdeling Toegepaste Kunsten. Vanaf 1986 werkte ze als freelance tentoonstellingsontwerper en won ze onderscheidingen voor haar installaties van architecturale werken. Geleidelijk verschoof haar focus naar het gebruik van textiel, licht en afwerkingen in de binnenruimte en tegelijkertijd naar het ontwerp van tuinen en landschappen. Vanaf 1999 nodigde Blaisse specialisten van verschillende disciplines uit om met haar samen te werken en momenteel bestaat het team uit een tiental mensen met verschillende beroepen en nationaliteiten.
Jacot, A., & W.Oldewelt architecten. De Amsterdamse architect Jacot (1864-1927) verwierf befaamdheid en expertise als architect voor het gegoede winkelbedrijf, aanvankelijk vooral met verbouwingen van winkelgevels en -interieurs in Amsterdam en vanaf omstreeks 1910 ook met indrukwekkende winkelpanden in de andere grote steden. Daarnaast ontwierp Jacot woonhuizen en villa's, in veel gevallen voor dezelfde opdrachtgevers als die van zijn winkels. Jacot had gedurende zijn carrière twee belangrijke medewerkers: van 1887 tot 1906 dreef hij een bureau met Willem Oldewelt (1865-1906) en vanaf omstreeks 1906 tot aan zijn dood in 1927 werkte hij nauw samen met chef de bureau August Zinsmeister (1867-1941).
Janák, Pavel (1881-1956) was een Tsjechisch architect en ontwerper. Als leerling van Otto Wagner werd hij na 1910 een van de voornaamste vertegenwoordigers van het Tsjechisch kubisme, waarvan hij de belangrijkste ideoloog was en waaruit hij vanaf 1918 de "nationale stijl", het rondokubisme, ontwikkelde. Janák voltooide zijn architectuuropleiding vanaf 1906 bij Otto Wagner aan de Academie van beeldende kunsten in Wenen, waarna hij in 1908 in Praag in dienst trad bij diens leerling Jan Kotěra. In hetzelfde jaar behoorde hij tot de oprichters van het atelier Artěl. In 1909 kreeg hij de opdracht voor de Praagse Hlávkabrug. De piramidevormige sokkels voor de door Jan Štursa vervaardigde beelden op dit bouwwerk wijzen vooruit naar Janák latere kubisme. Restaureerde de Praagse Burcht.
Jansen, J. Van deze bouwmeester is weinig bekend, afgezien van de vele spellingen die voorkomen: J.J.Janssen(s) en J.Janson. Van J.Jansen is terug te vinden dat deze omstreeks 1820 onderdirecteur was bij Publieke Werken en dat hij verschillende architecten als Isaac Warnsinck en Abraham Uijtenboogaard bij hun praktische ontwikkeling heeft begeleid. Hij wordt dan gekenschetst als 'in die tijd de tweede architect te Amsterdam'.
Janssen, Frederik Lodewijk (1850-1925). Hij is zoon van bakker/gistkoper Ulfert Ulferts Janssen en Christina Wilhelmina Steenmeijer. Hijzelf is in 1881 getrouwd met Hendrika Catharina Zimmermann en kreeg met haar een aantal kinderen, van wie Frederik Lodewijk Janssen junior eveneens architect en Ferdinand Willem Janssen (1893-1975) ingenieur werd. Hij ontwierp onder meer het dubbele woonhuis Stadhouderskade 82-83 dat hij voor een aantal jaren bewoonde. Hij was naast architect ook aannemer en makelaar.
Janssen, Ronald Van 1994 tot aan de start van zijn bureau in 1999 werkte Ronald Janssen als projectarchitect achtereenvolgens bij JHK architecten en Claus en Kaan Architecten. Ronald Janssen Architecten is actief op het gebied van stedenbouw, architectuur, interieur en tranformatie. Voor de transformatie van de tandwielenfabriek kreeg hij de Arie Kepplerprijs 2016, de Geurt Brinkgrevebokaal 2015 en in 2015 de nominatie voor de Zuiderkerkprijs. (2021)
Jansz., Lambert meester-timmerman en aannemer. (2022)
Jantzen F.Gzn, Ferdinand Bernardus (1895-1987). Hij volgde de in zijn tijd gebruikelijke combinatie van een opleiding aan de ambachtsschool met praktijkwerk op architectenbureaus. Aansluitend volgde hij het avondonderwijs aan de in 1908 door W.Kromhout en A.J.Derkinderen opgerichte opleiding Voortgezet en Hooger Bouwkunst Onderricht van het Genootschap Architectura et Amicitia. Daar studeerde hij af bij Jan Gratama. Jantzen werkte op de bureaus van C.B.Posthumus Meijes, Ed.Cuypers, H.A.J. en J.Baanders en van A.D.N.van Gendt. In 1920 vestigde hij zich als zelfstandig architect. Van 1919 tot 1932 was hij als architect lid van het genootschap "Architectura et Amicitia".
Jaspersz, Pieter meester-timmerman en aannemer. (2024)
Jeanne Dekkers architectuur Jeanne Petronella Theodora Dekkers (1953) studeerde af aan de Technische Universiteit Eindhoven aan de faculteit Architectuur (1978). Van 1978 tot 1998 werkte zij voor EGM Architecten Eindhoven waarvan de laatste vier jaar als directielid. In 1998 richtte zij haar eigen architectenbureau op en sinds 2011 is zij tevens hoogleraar aan de TU Eindhoven bij de faculteit Architectuur. (2021)
JHK architecten is een middelgroot, landelijk opererend architectenbureau. Gebouwen beïnvloeden op allerlei manieren ons dagelijks leven. Hoe we werken, wonen, leren en ontmoeten wordt in grote mate bepaald door onze gebouwde omgeving, het werkdomein van JHK. Zij streven in hun ontwerpen naar schoonheid door eenvoud. Begin 2023 is JHK Architecten toegetreden tot Sweco, Europa's grootste architecten- en ingenieursbureau. (2023)
Joling, Antonius Jacobus (Anton) (1857-1934) was een Nederlands architect. Anton was de zoon van horlogemaker Antonius Joling en Theodora Antonia van de Paverd. Hij trouwde met Adriana Henrica Schwiep. Hij werd begraven op Begraafplaats Buitenveldert. Zijn opleiding begon al op dertienjarige leeftijd toen hij les kreeg van zijn oom, een aannemer en bouwkundige. Daarbij moest hijzelf als timmerman aan de slag. Op twintigjarige leeftijd begon hij in Amsterdam te werken, waar zijn loopbaan verder ging als opzichter. Hij bleef werken en ontwerpen. Een belangrijke stap richting architectuur werd gezet toen hij als tweeëntwintigjarige ging werken op het bureau van Pierre Cuypers. Hij zou er acht jaar praktijkervaring opdoen. Hij is dertig jaar als hij als zelfstandige het vak gaat uitoefenen. Zijn specialismen werden kantoren, fabrieken, scholen en ziekenhuizen. Anton Joling was bestuurslid van de Maatschappij tot bevordering van de bouwkunst, was aangesloten bij Architectura et Amicitia en lid van kunstkring De Violier. In 2016 diende de Architect Anton J.Joling Stichting, die waakt over zijn nalatenschap als architect, een verzoek in bij de gemeente Amsterdam om een brug naar hem te vernoemen. Brug nummer 20 (over Herengracht bij Leliegracht) draagt sindsdien zijn naam.
Jong, de, Hijman Louis (1882-1944). De Jong ontwikkelde zich van timmermansleerling en meubelmaker tot architect. Hij heeft als tekenaar bij P.H.Berlage gewerkt. Hij heeft meerdere woningen in Amsterdam ontworpen onder andere aan de Hacquartstraat 15-17, De Lairessestraat 104-128, de Reinier Claeszenstraat, de Willem de Zwijgerlaan, de Jan van Galenstraat en de Sophialaan. Hij ontwierp omstreeks 1920 het bouwplan voor de Amsterdamse bioscoop Tuschinski. Vanwege problemen met Abraham Tuschinski kreeg hij niet de gelegenheid om zijn ontwerp te voltooien. Tuschinski schakelde tijdens de bouw een andere architect in. Het conflict leidde tot een rechtszaak tussen De Jong en Tuschinski. Het conflict met Abraham Tuschinski ging over de betaling van het door hem verrichte werk, wat heeft geleid tot het minimaliseren van de inbreng die hij heeft gehad in het uiteindelijke ontwerp. Het ging hem vaker niet voor de wind want op 12 juni 1931 is hij failliet verklaard, wellicht ten gevolge van de in dat jaar uitgesproken tussen hem en zijn vrouw met wie hij 24 getrouwd was.
Jongh, de, Paulus Johannes (Paul) (1869-1924) was een Nederlands architect. Hij was zoon van winkelier Paulus de Jongh en Joanna Alida Greven. Hij trouwde in 1897 te Breda met Henrietta Francisca Maria Hofman. Hij was naast architect ook zeer actief in het verenigingsleven. Hij was aanvankelijk secretaris en vanaf 1913 voorzitter van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. In 1916 volgde Jan Gratama hem op als voorzitter. In 1908 was hij betrokken bij de oprichting van de Bond van Nederlandse Architecten. In 1910 richtte hij de Permanente Prijsvraagcommissie op en later was hij voorzitter van de schoonheidscommissie. Aan het eind van zijn leven was hij voorzitter, van de inmiddels gereorganiseerde Bond van Nederlandse Architecten. (2024)
Joosten, Jan metselaar in dienst van het Burgerweeshuis in de 16de eeuw. (2021)
Jurriaen timmerman. In de Gouden Eeuw was het beroep van architect zoals we dat nu kennen nog niet bekend, de meeste bouwmeesters waren timmerman. (2021)
Kamphuis, Berend Jan Frederik (1921-?) werkte met Willy Ulrich samen in hun architectenbureau van 1956 tot 1977. (1922)
Kasteel, van, Bart (1921-1988) wordt in Amsterdam geboren als zoon van een aannemer. Hij volgt de MTS Bouwkunde in Amsterdam in de periode 1938-1942, en vervolgt na de Tweede Wereldoorlog zijn opleiding aan het Voortgezet Bouwkunst Onderricht (1947-1949) en het Hoger Bouwkunst Onderricht (1949-1952) eveneens in Amsterdam. Onderwijl werkt hij voor korte tijd overdag in de praktijk bij J.W.H.C.Pot en van 1947 tot 1955 bij architect F.A.Eschauzier. In 1955 begint Van Kasteel als zelfstandig architect en voert veel werk uit in zijn geboorteplaats Amsterdam. In opdracht van Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum, verzorgt hij een nieuwe ingangspartij voor het museum en realiseert hij een tussenverdieping, waardoor een restaurant, een leeszaal en het prentenkabinet onderdak kunnen vinden. Samen met architect J.Schipper verbouwt hij het Burgerweeshuis tot Amsterdams Historisch Museum (1966-1975). De prachtige overdekte Schuttersgalerij, die doorgang biedt naar het Begijnhof, maakt deel uit van deze verbouwing. Bij het Pulitzercomplex aan de Prinsen- en Keizersgracht laat Kasteel zien, hoe oude huizen een nieuwe bestemming kunnen krijgen zonder schade toe te brengen aan het stadsbeeld. Bij Prinsengracht 323 legt hij de voorgevel nauwelijks opvallend enkele meters terug om het gewenste voorpleintje voor het hotel te kunnen creëren. Met zijn restauratie van de Hollandse Manege aan de Vondelstraat weet hij een actueel centrum voor de paardensport tot stand te brengen. (1924)
Kat, de, Kees architect. (1923)
KCAP Kees Christiaanse Architects & Planners, is een Nederlands architectenbureau dat in 1989 door Kees Christiaanse werd opgericht. Kees Christiaanse (1953) is een architect en stedenbouwkundige, vooral actief in Nederland en Duitsland. Nadat hij bij Rem Koolhaas had gewerkt startte hij twee firma's: Kees Christiaanse Architects & Planners (KCAP) in Rotterdam en het bureau Architects and Planners (ASTOC) in Keulen in 1990. Voor 2018 had Kees al drie partners aangesteld, Ruurd Gietema, Irma van Oort en Ute Schneider. In 2018 werd dit uitgebreid met Xavier Blaringhem, Jeroen Dirckx, Anouk Kuitenbrouwer, Edward Schuurmans en Renske van der Stoep. Zij leiden nu gezamenlijk het bureau. (2021)
Kempen, van, Hendrik Willem (Henk) (1899-1984) was architect BNA. Hij behaalde in 1920 het diploma aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem. Hij begon zijn eigen architectenbureau omstreeks 1928 en stopte rond 1973. Het merendeel van zijn werk bestaat uit villa’s waarvan vele in en rond zijn woonplaats Bloemendaal.
Keyser jr, de, Hendrick (1613-1665), (de jonge) was de vierde zoon van de beroemde architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser (de oude). De jonge Hendrick werd in Amsterdam geboren en ging op zijn twintigste naar Londen. Daar werkte hij tot 1647 in de werkplaats van de beeldhouwer en architect Nicholas Stone, zijn zwager (Stone was getrouwd met Hendricks zus Maria). In 1647 kwam De Keyser terug naar Amsterdam, alwaar hij zich liet inschrijven in het metselaarsgilde.
Keyser sr, de, Hendrick (1565-1621), bijgenaamd "de oude", was een Amsterdamse architect en beeldhouwer. Hendrick de Keyser bouwde in een typische, zelfs Amsterdamse, renaissancestijl. Hendrick de Keyser kwam uit een geslacht van beeldhouwers. Hij was een leerling van de Utrechtse beeldhouwer Cornelis Bloemaert. De Keyser ging omstreeks 1590 met Bloemaert mee naar Amsterdam. Tijdens een verblijf in Londen werd hij beïnvloed door Inigo Jones, die zijn classicistische inspiratie op zijn reis naar Rome had opgedaan. De Keyser werd in 1595 stadsarchitect en stadssteenhouwer in Amsterdam, waar hij verschillende gebouwen ontwierp. Daartoe behoren het Oost-Indisch Huis, het Bestuurs- en administratiekantoor van de voormalige V.O.C. en de Westerkerk met de beroemde Westertoren, die na zijn dood door zijn zoon Pieter werd voltooid en zijn beroemdste werk zou worden. Naast deze gebouwen ontwierp en bouwde hij ook woonhuizen voor rijke particulieren. Beroemd zijn het mogelijk door hem voltooide Huis met de Hoofden en het Huis Bartolotti. Of het Huis Bartolotti van zijn hand is wordt van verschillende kanten betwist. Daarnaast heeft hij nog in vele andere plaatsen gebouwd en gebeeldhouwd. De stijl van De Keyser is rijk en herkenbaar, met veel losse elementen van witte steen in gevels van rode baksteen. Kenmerkend zijn de kleine pilasters, kroonlijsten, frontons en decoratieve elementen als vazen en zelfs al even monumentale pinakels. De laatste jaren van zijn leven woonde en werkte hij op de Verwersgracht (nu Groenburgwal 42).
Keyser, de, Pieter (1595-1676) was een Nederlandse bouwmeester en beeldhouwer. Hij volgde zijn vader Hendrick de Keyser op en voltooide na zijn vaders dood een aantal van diens bouwwerken. In opdracht van zijn vader overzag Pieter de Keyser rond 1617 de bouw van het Huis Bartolotti aan de Herengracht. Na de dood van zijn vader in 1621 nam hij diens functie over als stadssteenhouwer en voltooide de Westerkerk en Noorderkerk en het Huis met de Hoofden op de Keizersgracht. Ook buiten Amsterdam voltooide hij nog werkzaamheden van zijn vader. Andere Amsterdamse bouwwerken van zijn hand waren onder meer de Saaihal (1641) in de Staalstraat en de galerij en jongensschool van het Burgerweeshuis, nu het Amsterdam Museum. Het Accijnshuis (1637) wordt meestal toegerekend aan Jacob van Campen maar was mogelijk een ontwerp van Pieter de Keyser.
Kerssens de Ruiter architecten. Het bureau is opgericht op 1 april 2001 door de twee vennoten John Kerssens en Peer de Ruiter, die elkaar in 1993 hebben leren kennen op de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Tijdens hun studie bleek al snel dat beiden op dezelfde manier dachten over de essentie van architectuur. Na het afstuderen in 2000 besloten ze om kerssens | de ruiter architecten op te richten. De ontwerpers, projectleiders en tekenaars hebben naast een solide bouw- en proceskennis een voorliefde voor architectuur. Samen met alle partijen kwalitatief hoogwaardige en gedegen duurzame projecten te realiseren is het doel.
Kesper, Neil heeft sinds 1989 als adviseur restauratieplannen gewerkt bij het gemeentelijk Bureau Monumentenzorg en is in 2001 voor zichzelf begonnen met Architectenbureau Lines B.V., later Buro Lines. De huidige bedrijfsnaam is NeilKesper BV. De werkzaamheden van NeilKesper variëren van het ontwerpen van nieuwbouw-, verbouwprojecten en tuinhuizen, inclusief het geven van de totale trajectbegeleiding, alsmede het opmeten en in kaart brengen van de bestaande situatie. Interieuradvies, interieur design, lichtadvies en interieurstyling behoren bij de werkzaamheden. Naast het begeleiden van deze bouwkundige activiteiten adviseert NeilKesper op het gebied van historische kleurgebruik en begeleidt bij de aanschaf van historische bouwmaterialen.
Kirch, Jules H.M. (1919–1998) architect die veel bouwde voor katholieke opdrachtgevers waaronder verschillende winkels voor C&A.
Klaphout, D.C. als ir., architect en ontwerper was hij vooral actief als aannemer. Hij werd door Abraham Tuschinski aangezocht om de plaats van de in onmin geraakte Hijman Louis de Jong in te vullen bij de bouw van het Theater Tuschinski.
Klarenbeek, Hein (1915-1997) was een Nederlands architect. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool te Delft van 1934-1942, waar hij afstudeerde op zowel Bouwkunde als Waterbouwkunde. Hein Klarenbeek is van 1934 tot 1975 actief als architect. Vanaf 1959 voerde hij tot 1975 een zelfstandig architectenbureau. Klarenbeek heeft vooral gebouwen ontworpen in Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, en Muntendam, waarbij woonhuizen, winkels, scholen, kerken, kantoren en bejaardenhuizen de hoofdmoot van zijn werk vormen.
Klerk, de, Gerard (1925-2003). De Amsterdamse architect Gerard de Klerk is bekend geworden door de bouw van grote hotels en kantoren, die in de jaren '70 in de Amsterdamse binnenstad verrezen op de plaats van grote bedrijfscomplexen. Over opleiding is niets terug te vinden, maar wel in de privé sfeer zijn er enkele verhalen.
Klerk, de, Michel is een Nederlands architect (24 november 1884 – 24 november 1923). Hij is een zoon van de dan inmiddels 78-jarige diamantslijper Joseph Leman de Klerk en Rebekka Roeper. Michel is het 25e kind. De Klerk groeit op onder armoedige omstandigheden in de Amsterdamse Jodenbuurt. Na de dood van zijn vader wordt het weinige dat er over was door een broer van zijn moeder verkwanseld en moet zijn moeder als wasvrouw het gezin zien te onderhouden. In korte tijd verhuist het gezin minstens acht keer in de Jodenbuurt. Dit zou de opmaat kunnen zijn van een sombere en donkere architectuur maar niets is minder waar.
Klein, Christiaan Willem Marinus (1788-1860) is opgegroeid in de 'Utrechtse fundatie van Renswoude', waar hij ook is onderwezen in de beginselen van de mathematische wetenschappen, waterbouwkundig tekenen en praktische waterbouwkunde. Klein was van 1812-1822 werkzaam bij Rijkswaterstaat als opzichter en laatstelijk als conducteur. Hij was landmeter en architect van het Hoogheemraadschap der Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland. Hij heeft vele belangrijke sluis-, haven- en zeewerken helpen ontwerpen, begroten, in tekening brengen en daarna in uitvoering gebracht, onder andere aan het Nieuwe Diep, te Hoorn, Alkmaar, Enkhuizen, Medemblik en elders. Het plan voor de Schut- en Uitwaterende sluis te Edam was ook van Klein afkomstig. Dat al zijn werken de stormen en hoge vloeden van 1824 konden doorstaan, bewees zijn waterbouwkundige vakbekwaamheid. In opdracht van het College van Uitwaterende Sluizen begon hij in 1817 aan het in kaart brengen van Noord-Holland. In 1826 verscheen een nieuwe, 16 vel tellende, kaart van Noord Holland. Hij ontving veel lof voor dit omvangrijke werk, o.a. van de Gouverneur van de Provincie en hoge rijksambtenaren. Van Zijne Majesteit Koning Willem II ontving hij goedkeuring en een extra beloning voor een door hem ontworpen kaart van het bedijkte Koegras. In december 1828 werd Klein benoemd tot directeur van Stadswaterwerken en volgde daarmee dhr. J.J.Ronzelen op. In 1835 werd besloten Klein te benoemen als directeur van het Fabrieksambt. Ook bleef hij directeur van de Stadswaterwerken (ook wel Sluis- en Modderwerken genoemd). Beide functies bekleedde hij tot april 1840. In 1839 werd Klein bij Raadsvergadering tot Commissaris der Publieke Werken benoemd. De Publieke Werken omvatten onder andere de Stadswerken, Het Stadsfabrieksambt en de Stadswaterwerken. In 1848 werd Klein 'eervol ontslagen' wegens gebreken aan het Oude Beursplein. Diverse architectonische ontwerpen zijn van hem bekend, waaronder enkele voor Natura Artis Magistra. (2023)
Klinkhamer, Jacob Frederik (Jaap) (1854-1928) was een Nederlandse architect en hoogleraar bouwkunde. Jacob Klinkhamer groeide op in Amsterdam. Hij was de zoon van Hendrik Abraham Klinkhamer (1810-1872) en Theresia Smaale (1817-1871). Hendrik Abraham was eerste hoofdopzichter aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Daarnaast was hij tekenaar. Al op 18 jarige leeftijd was Jacob zijn beide ouders verloren. Hij studeerde toen nog aan de HBS. Vanafdat moment werd hij onder voogdij geplaatst van zijn oom Wijnand Klinkhamer die getrouwd was met Jeannette Arentine Bredius. In 1873 rondde hij de HBS af en vertrok voor een jaar naar Dresden, waar hij chemie studeerde aan de Polytechnische School. Hij maakte in die periode ook een reis door Duitsland met Geo Poggenbeek, een Amsterdamse schilder. Na deze ervaring in het buitenland begon hij aan zijn opleiding aan de Polytechnische School Delft. Klinkhamer heeft les gehad van Eugèn Gugel (vormleer en geschiedenis), Jan Morre (bouwtechniek), Eugène Lacomblé (boetseren), Paul Tétar van Elven (tekenen) en Adolf Lecomte (ornamenttekenen). Op 4 juli 1878 behaalde hij zijn diploma tot architect waarna hij nog drie jaar als assistent werkte bij professor Gugel. In 1882 keerde Klinkhamer terug naar zijn geboorteplaats Amsterdam en vestigde zich als zelfstandig architect. Hij moet voor een dergelijk keuze vrij veel financiele zekerheden hebben gehad en nuttige contacten. In 1883 trouwde hij Margaretha Elisabeth Bosscha. Zij was de dochter van Paulina Emilia van Kerkhoven en prof.dr.J.Bosscha. De Familie van Kerkhoven was in Nederlands-Indië actief in de theeplantages en later ook bij de aanleg van spoorwegen. Via deze connectie kreeg Klinkhamer aan het einde van zijn periode als zelfstandig architect de kans om ook overzee te bouwen. Hij bouwde het administratiekantoor voor de Nederlands-Indische Spoorweg-Maatschappij (1902) en een goederenloods in Semarang (1910), een villa in Bandung (1903) en een administrateurswoning in Sinabang (1913).
Klous + Brandjes Hendrik Willem (Henk) Brakel (1925-2000) en Wijbrand Buma (1922-2006) hebben in 1952 het architectenbureau Brakel & Buma opgericht. Zij waren studiegenoten aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Cees Brandjes studeerde aan de TU Delft architectuur (1985). Hij is samen met F.Klous eigenaar sinds 1987 van Klous + Brandjes architecten. Zij gaan een samenwerking aan met Brakel & Buma als BBKB. Op een later moment bleven alleen Klous en Brandjes over onder de naam Klous + Brandjes architecten. (2021)
Knol, Chris (1926-2014) is vanaf 1956 architect bij bureau Kraaijvanger waar hij van 1966-1987 directeur is. In 1966 komt ook Ben Kraaijvanger aan het bureau werken. Hij is de zoon van Herman Kraaijvanger die samen met zijn broer Evert in 1927 het bureau oprichtte. Wanneer de in 1969 de broers terugtreden, treedt ook Ben Kraaijvanger toe tot de directie. Eén van Knols eerste werken vormt een hoogte punt in zijn oeuvre: Citykerk Het Steiger Sint Dominicus in Rotterdam (1960). De kerk is in 2013 benoemd tot Rijksmonument toen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 90 waardevolle en kenmerkende bouwwerken uit de wederopbouwperiode 1959-1965 selecteerde als wederopbouwmonument. Onder leiding van Knol, Jan Maas en Kraaijvanger ontwikkelt het bureau een herkenbare stijl: degelijke, chique en sobere 'corporate architecture'. Opdrachten worden netjes binnen de tijd en het budget afgerond. Het bureau was in deze tijd succesvol en nog nooit zo groot. In 1986 realiseert Knol het kantorencomplex Mariahoeve in Den Haag met het hoofdkantoor van verzekeringsbedrijf Aegon en verhuurbare kantoren. Een jaar na de oplevering van Aegon treedt Chris Knol in 1987 terug uit de directie. Twee jaar later wordt hij voor vier jaar benoemd tot voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). In die rol stimuleerde hij architecten om hun werkterrein te verbreden naar bijvoorbeeld huisvestingsadvies, onderzoek en project- en productontwikkeling.
Koers Zeinstra van Gelderen Jurjen Zeinstra (1961) studeerde architectuur aan de TU Delft (1988). Hij had zijn eigen bureau Jurjen Zeinstra (1993-1996) en ging in 1996 samen met Ira Koers en Mikel van Gelderen in Koers Zeinstra van Gelderen architecten. Ira Koers verliet in 2003 het bureau om voor zichzelf te beginnen. Vanaf 2003 is het Zeinstra van Gelderen architecten.
Kok, Abel Antoon (1881-1951) werd kort na 1900 één van de architecten die zich inzette voor een behoedzame vernieuwing van de Amsterdamse binnenstad en een actief behoud van het historisch stadsbeeld. In zijn werk is de grens tussen restaureren en vernieuwen lastig waarneembaar geworden. De stedelijke bouwwerken moesten zoveel mogelijk gerespecteerd worden en Kok en zijn medestanders bekritiseerden de blinde vooruitgangsdrift van de negentiende eeuw en wezen op de maatschappelijke betekenis van het erfgoed dat door velen werd beschouwd als oude troep. Hij was vele jaren een actief lid van de Bond Heemschut.
Kok, IJsbrand (1911-1980), zoon van Abel Antoon Kok. Hij volgde zijn opleiding aan de Industrieschool, afdeling Bouwkunde, in Amsterdam. Ook hij is vooral bekend geworden als restauratiespecialist. IJsbrand werkte op het architectenbureau van zijn vader en heeft het bureau na zijn dood voortgezet. Met zijn eigen overlijden kwam een eind aan Architectenbureau A.A.Kok.
Köther Salman Koedijk Architekten bestond van 1989 tot 2011 en was het architectenbureau van Ton (Antonius Maria Henricus) Salman (1955), Pim Köther (1959) en Ad Koedijk (1959). Pim en Ad kennen elkaar al vanaf het eerste jaar op de HTS, waar zij civiele techniek studeerden, voordat ze in 1988 afstudeerden aan de afdeling Bouwkunde van de TU Delft. Sinds 2011 werken Pim Köther en Ad Koedijk samen als KENK (Köther EN Koedijk). (2021)
Korth Tielens architecten is in 2001 opgericht door Mike Korth en Gus Tielens. Gus is afgestudeerd aan de TU Delft richting architectuur (1998). (2021)
KOW architectuur is gesticht door Hans Kuiper en Aad Wubben. Op 1 juni 2009 aanvaardde Hans Kuiper de positie van hoofd dienst Stedenbouw van de gemeente Den Haag. De leiding van het architectenbureau werd overgedragen aan een jonge vierkoppige directie, René Marey (1969), Anjelica Cicilia (1977), Edward van Dongen (1967) en Victor Verstappen (1968). In 2019 heeft Hans Kuiper als grondlegger van het bureau afscheid genomen. René Buur, Roel Jansen, Pieter Sitsen en Sebastiaan Jansen vormen de nieuwe directie. (2021)
Kraaijvanger Architecten Het oeuvre van bureau Kraaijvanger Architecten, geleid door de gebroeders Evert en Herman Kraaijvanger, behoort tot één van de meest omvangrijke van de afgelopen eeuw in Nederland en is onlosmakelijk verbonden met de wederopbouw van Rotterdam. Niet alleen vanwege het grote aantal gebouwen dat het bureau hier tussen 1940 en 1965 realiseerde, maar ook vanwege de cruciale rol in de planvorming en implementatie van het wederopbouwplan. Hoewel het totale oeuvre van het bureau sterk leunt op de bijdragen aan de wederopbouw van Rotterdam, vindt men de door Kraaijvanger gerealiseerde ontwerpen verspreid over heel Nederland. Opvallend is de grote verscheidenheid aan opdrachten die het bureau heeft uitgevoerd. Het repertoire is typologisch en programmatisch zeer breed: bankgebouwen, warenhuizen, woonhuizen, flatgebouwen, kantoortorens, bedrijfsgebouwen, ziekenhuizen, scholen en kerken. De katholieke signatuur van het bureau zorgde voor een grote hoeveelheid gelijk gezinde opdrachtgevers en bepaalde lange tijd de aard van de opdrachten. In de jaren vijftig en zestig steeg de productie tot haast duizelingwekkende hoogte. De grote klantenkring die in deze jaren werd opgebouwd, vormde een solide basis voor latere opdrachten en verdere groei van het bureau.
Kramer, Pieter Lodewijk (Piet) (Amsterdam, 1 juli 1881 – Santpoort, 4 februari 1961) was een Nederlands architect en één van de voornaamste vertegenwoordigers van de Amsterdamse School. Hij is vooral bekend als architect van de Haagse Bijenkorf en van honderden bruggen in Amsterdam.
Kromhout, A.C. (1923-) gaat in 1973 tijdelijke een samenwerking aan met Jacob Groet voor de bouw van meerdere flatgebouwen in Amsterdam-Noord en de Bijlmermeer.
Kuijt, Johannes Theodorus Aloysius Maria (Jan) (1884-1944) werd geboren als tweede zoon in een kinderrijk katholiek gezin. Zijn vader Wilhelmus Petrus Kuijt was commissionair in koloniale waren, gevestigd op de Prinsengracht, en zijn moeder Bernadina ter Meulen stamde van de bekende Rotterdamse manufactuurfamilie Ter Meulen. Kuijt bekwaamde zich in de bouwkunde, mogelijk samen met zijn toekomstige zwager Charles Estourgie, die de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand in Amsterdam bezocht, kweekplaats van vele later vooraanstaande architecten. Hij trouwde in 1914 met Anna Tissot van Patot, dochter van een winkelier in herenconfectie. Ze kregen 10 kinderen. Haar oudere zuster Elisa Tissot van Patot was getrouwd met bovengenoemde Estourgie, toentertijd werkzaam bij het vooraanstaande bureau van Eduard Cuypers.
Kuipers, Foeke (1871-1954) was een zoon van een Friese timmerman-aannemer die zich aan het einde van de jaren 1870 in Amsterdam vestigde. Foeke ontving zijn bouwkundige opleiding bij J.F.Klinkhamer en H.P.Berlage aan de Quellinusschool, een kunstnijverheidsschool opgericht door P.J.H. Cuypers om ambachtslieden te kweken voor de bouw van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij behaalde daar ook de zilveren medaille, de hoogste onderscheiding van de school. Na zijn opleiding werkte Kuipers achtereenvolgens op het bureau van Klinkhamer en C.B.Posthumus Meyjes. Zijn eerste opdracht als zelfstandig architect was, in samenwerking met zijn broer Roelof Kuipers, het ontwerp voor het pakhuiscomplex van het Nederlandsche Veem aan de Van Diemenstraat. Zijn oudere broers Tjeerd en Roelof waren eveneens architect. Foeke's oeuvre bestaat grotendeels uit villa's veelal uitgevoerd in cottagestijl.
Laarman, Petrus Franciscus (1842-1914). Hij was een zoon van de boekdrukker en handelaar Johannes Hermanus Laarman en Eleonora Henrica Schmedding. Hij trouwde op 23 augustus 1888 met Maria Hendrika Thuyn de Ligny. Na zijn studie aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten was Laarman als architect actief vanaf 1866. Hij voerde veel verbouwingen uit van woonhuizen en winkels in Amsterdam en ontwierp enkele monumentale gebouwen, waaronder Villa Betty (1877) aan de Overtoom en een villa aan de Weteringschans.
Lafour & Wijk Na zijn studie was Lucien Lafour (1942) werkzaam op de architectenbureaus van Piet Blom, Aldo van Eyck en Theo Bosch. Lafour, wiens familie uit Suriname kwam, heeft altijd een sterke band gehad met Suriname. In 1970 vertrok hij naar Suriname om daar een architectenpraktijk op te bouwen. Lafour ontwierp woningen, gezondheidscentra en scholen in Suriname. In 1977 werkte hij samen met Rikkert Wijk aan de bouw van een school in Galibi aan de oostgrens van Suriname. Dat leidde tot regelmatige samenwerking en in 1981 vestigden Lafour en Wijk zich in Amsterdam. Daar maakte het Architectenburo L.Lafour en R.Wijk naam met diverse woningbouwprojecten in Amsterdam. In veel gevallen ging het om projecten die moesten worden ingepast in de bestaande stedelijke structuur. Voorbeelden zijn de bebouwing op het Realeneiland, de nieuwbouw op het voormalige abattoirterrein, het Olympisch kwartier en de Zeeburgerdijk-Oost. Daarnaast bleef het bureau projecten realiseren in Suriname zoals de Nederlandse ambassade in Paramaribo. Lafour is de drijvende kracht achter de Stichting Brasa die zich sinds 2000 inzet voor volkshuisvesting in Suriname. In 2009 heeft Rikkert Wijk, voormalig partner architect, zich teruggetrokken en is Inez Liem tot de directie toegetreden. Inez Liem is sinds eind jaren ’80 werkzaam binnen het bureau. Sindsdien is het bureau bekend als Lafour Architecten.
Lammers, Theodorus Johannes (1890-1972). Architect Lammers begon zijn opleiding met het doorlopen van de Kunstnijverheidsschool Quellinus, afdeling bouwkunde. Daarna ging hij naar de Rijksschool voor tekenleraren op de bovenverdieping van het Rijksmuseum en heeft daar onder andere les van Kromhout. Lammers wilde echter geen leraar worden en besloot te gaan studeren aan de Stadtisches Politechnisch Institut Friedberg te Hessen, afdeling Architectur-Hochbau. Later vestigde hij zich weer in Holland en was werkzaam bij het architectenburo van G.van Arkel. Vervolgens werkte Lammers bij het buro Baanders, waar ook De Klerk en Blaauw werkzaam waren. Hij was nadien werkzaam op het bureau van Warners en heeft meegewerkt aan de plannen voor een flatgebouw aan de Lairessestraat te Amsterdam. Als zelfstandig architect kwam in 1913 de eerste opdracht; een villa in het Willemspark te Amsterdam. Deze opdracht werd gevolgd door vele werken, zoals het Laboratorium van de Vrije Universiteit; scholen in Bergen en Amsterdam; kantoorgebouwen; woningenblokken en complexen. Lammers werd door architect J.F.Staal in de toen heel kleine B.N.A. als lid geintroduceerd. (2021)
Landlab studio voor landschapsarchitectuur is een samenwerkingsverband van Bram Breedveld en Ed Joosting. Het bureau zet zich consequent in als pleitbezorgers van groene steden. Landlab benadert projecten in simpele stappen, maar nooit in een rechte lijn. Het is een kwestie van sites verkennen, (bodem)archieven doorspitten, het verleden respecteren, naar de toekomst kijken, ordenen en vereenvoudigen. Binnen een zorgvuldige interpretatie van deze brede context zoekt LANDLAB naar elementen van verandering en continuïteit. De ontwerpen streven naar een evenwicht tussen alle betrokken belangen – economisch, ecologisch en sociaal. Lokale bewoners, belanghebbenden en professionals dragen allemaal bij aan het onderzoeks- en ontwerpproces van het team. Samen met een doordachte materiaalkeuze, functionaliteit en flexibiliteit worden plannen veerkrachtig, klimaat- en toekomstbestendig gemaakt.(2023)
Langhout, Gerard Johan (1879-1962) was een zoon van de architect en makelaar Willem Langhout. Hij studeerde civiele techniek aan de Polytechnische School in Delft en werkte daarna samen met zijn vader vanuit hun kantoor aan de Weesperzijde. In 1912 trouwde hij met Johanna Geertruida (Hansje) Jonker. Langhout was gespecialiseerd in fabrieksgebouwen. Voor de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal (Werkspoor) bouwde hij in de jaren 1910 diverse gebouwen op het fabriekscomplex in Utrecht-Zuilen. Nadat enkele hallen op het Amsterdamse Werkspoor-terrein in 1922 door brand waren verwoest, werden ze door Langhout herbouwd. Begin jaren '30 tekende hij enkele nieuwe hallen op het Werkspoorterrein, die er nog altijd staan maar verscholen gaan achter gevelplaten. Vanaf 1919 werkte Langhout aan de nieuwe werf van scheepsbouwer NSM in Noord. (2021)
Langhout, Willem (Woubrugge 1850 - Bussum 1936). Langhout is een niet zo bekende architect omdat zijn naam niet verbonden is aan één of meerdere grote publieke gebouwen. Hij was een architect van de particuliere sector. Hij bouwde woonhuizen, winkels, een hypotheekbank, grote en kleine fabrieken en villa’s en was zo betrokken bij de bouw van een aantal panden in Amsterdam. Hij werd geboren als zoon van Gerard (Gerrit) Langhout die metselaar en handelaar in bouwmaterialen was en gespecialiseerd in de levering van zesruits schuifkozijnen met binnenpanelen. Hij zal de kneepjes van het vak dus in eerste instantie wel in het bedrijf van zijn vader hebben geleerd. Midden jaren zeventig werkte hij een tijdlang als opzichter bij de Leidse architect J.G.van Parijs totdat hij zich in 1877 in Amsterdam vestigde. Enkele jaren later liet hij zich beëdigen als makelaar in onroerende en roerende goederen waardoor hij gemakkelijker toegang kreeg tot de wereld van bouwondernemers, verhuurders en exploitatiemaatschappijen.
Langkemper, A.J.A. Bouwkundige met Jordanese roots uit een geslacht van timmerlieden/aannemers. Vormt als voorzitter met nog twee bouwkundigen en zes andere Jordaanbewoners de Stichting Blijvend Jordaan die zich inspant voor het behoud van de Jordaan. Zij proberen de overheid weer in beweging te krijgen en de bevriezingsverordening die voor deze buurt al sinds 1948 geldt van tafel te krijgen. Volgens de stichting kunnen de monumenten voor veel geld worden hersteld en bewaard. Van zijn hand verschijnt er in 1968 een boekje ‘De noodklok luidt over de Jordaan...!’ Hij maakt zich tevens hard voor een vergroting van het subsidiebedrag per woning, dat al 15 jaar op hetzelfde bedrag is vastgesteld en geen enkele rekening houdt met de sterk gestegen materiaalprijzen.
Lansdorp, Nicolaas (Nico) (1885-1968) begon zijn carrière als gemeentelijk architect tijdens de Eerste Wereldoorlog in Rotterdam, maar maakte in 1919 de overstap naar Amsterdam. De eerste tien jaar werkte Lansdorp er onder toeziend oog van A.R.Hulshoff. Hij was een populaire kandidaat voor gemeentelijke schoonheidscommissies, hij was lid in Amsterdam, Rotterdam, Delft, Kampen, Schiedam en Zandvoort, en nam regelmatig deel aan ontwerpprijsvragen. Samen met collega's Gerrit Jan Rutgers, Arend Jan Westerman en Th.R.Luyken won hij de Grand Prix in Parijs. Zijn bijdrage aan de Amsterdamse inzending werd gevormd door zijn ontwerp voor het raadhuis (het huidige The Grand) en drie scholen: aan het Hygieaplein, de Kattenburgerkade en de Jan Lievensstraat. In 1929 werd hij benoemd tot hoofdarchitect van de Amsterdamse gemeentelijke woningdienst, en werd hij verantwoordelijk voor de bouw van tientallen monumentale gebouwen, waaronder een groot aantal scholen. Het Vossiusgymnasium is het laatste schoolgebouw dat volgens de visie van Lansdorp werd gebouwd. Lansdorp was toen inmiddels benoemd als hoogleraar bij de opleiding Bouwkunde in Delft.
Laumanns, Hans J. was hoofdambtenaar bij Groen van Publieke Werken van Amsterdam ten tijde van de bouw van de Bijlmermeer. De stads- en landschapsplanoloog Laumanns, werkte aan de invulling van de Bijlmermeer en later aan de invulling van Almere-Haven en Muziekwijk.
Leeghwater, Jan Adriaanszoon (1575-1650) was een Nederlandse molenmaker en waterbouwkundige. Hij bedacht de houten achtkant en de bovenkruiende oliemolen. Daarmee was het mogelijk de molen altijd recht in de wind te kruien. Hij was betrokken bij diverse droogmakerijen.
Leeuwenberg, Godefridus Maria (1899-1967) werd geboren in een katholiek gezin. Hij was de kleinzoon van de oprichter van de ijzerhandel Leeuwenberg & Zonen (Groenburgwal). Zijn vader, J.P.G.H.Leeuwenberg was in 1911 uit de vennootschap gestapt. Over zijn jeugd is verder weinig bekend, behalve dat hij in 1917 vanuit Nijmegen naar Delft verhuisde. In 1926 studeerde hij uiteindelijk af als bouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool Delft. Een jaar later hield hij een expositie van de schetsen die hij maakte tijdens een studiereis in Zuid-Frankrijk, die te zien was in Den Haag, Amsterdam en Nijmegen. Omstreeks 1930 vestigde hij zich in Utrecht. Hij was bestuurslid van architectenorganisatie BNA en van 1931 tot 1939 regelmatig medewerker van het katholieke architectenblad R.K.Bouwblad. Van 1935 tot 1966 was hij lid van de Utrechtse stadsraad van de katholieke partij RKSP en haar opvolger KVP.
Leliman, Johannes Hendrik Willem (1878-1921). Architect Leliman is onder meer bekend als ontwerper van de ANWB-paddenstoel en het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis. De nadruk in zijn werk ligt echter op de woningarchitectuur. Hij werd geboren als zoon van de bekende architect J.H.Leliman. Hij begon zijn bouwkundige carrière met een opleiding aan de Polytechnische School te Delft. In 1899 studeerde hij hier af als bouwkundig ingenieur. Leliman begon als architect in Amsterdam en vestigde zich daarna in Baarn. Hier liet hij zijn eigen huis In de Leli bouwen. In 1915 ontwierp Leliman als bestuurslid van de ANWB de eerste wegwijzer voor fietsers in de vorm van een paddenstoel. Deze betonnen paddenstoelen werden in de omgeving van Baarn geplaatst. De eerste stond aan de Rijksweg, maar is inmiddels verdwenen. Het oudste exemplaar, nummer 2 dus, staat aan het fietspad van Baarn naar 't Bluk bij Laren. Alle paddenstoelen werden nadien omgedoopt en kregen een getal van 5 cijfers, beginnend met een 2. De oudste paddenstoel kreeg aldus nummer 20002. De latere paddenstoelen hebben de vorm van een afgeknotte piramide. Vanaf 1919 was Leliman lid van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. In 1921 stierf hij te Baarn. Johan Herman Willem Leliman ligt begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam.
Lenderink, Jan is timmerman-architect. (2022)
Ley, Paul De (1943-), bezoekt de H.T.S. in Utrecht en volgt vanaf 1964 een avondopleiding aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en werkt overdag op verschillende architectenbureaus. Op de Academie was De Ley in contact gekomen met Theo Bosch en hij kwam via Bosch op het bureau van Aldo van Eyck terecht, waar 'het verhaal van een andere gedachte' een antwoord aanreikte op actuele problemen als grootschaligheid en anonimiteit en de verstoorde relatie tussen de mens en zijn omgeving. De thema's die op dit bureau een rol speelden, ziet men steeds terugkeren bij De Ley, wiens oeuvre vrijwel geheel uit woningen bestaat. Paul De Ley voelde zich duidelijk geïnspireerd door het werk en de vormgeving van Theo Bosch en Lucien Lafour, die beiden zoals hijzelf afkomstig waren van het bureau van Aldo van Eyck, de 'school van Van Eyck'. Ze deden over en weer veel inspiratie van elkaar op en groeiden uit tot een herkenbare groep architecten met details als overstekende kroonlijsten, verdiepte balkons, gestucte gevels en grote ronde erkers, maar vooral ook ontmoetingsplekken als toegevoegde waarde aan hun gebouwen. Voor De Ley vormde het maatschappelijk engagement een van belangrijkste drijfveren voor zijn werk. Hierdoor raakt Paul tijdens zijn studie betrokken bij buurtacties in de Amsterdamse binnenstad waaronder het Bickerseiland. Bouwen in menselijke schaal en zorgvuldige inpassing in de stedenbouwkundige context van de oude stad zijn geliefde uitgangspunten van zijn generatie. In 1973 richt De Ley zijn eigen architectenbureau op in Amsterdam, in 2003 samen met Fenna Oorthuys (bureau De Ley en Oorthuys Architecten), met stadsvernieuwing en sociale woningbouw als speerpunt.
LIAG architecten De voorloper van LIAG is in 1919 opgericht door Dirk Roosenburg, tijdgenoot van architecten als Dudok, Oud en Rietveld. Dirk Roosenburg (1887-1962) studeerde van 1905 tot 1911 aan de Technische Hogeschool in Delft. Daarna volgde hij nog een jaar aan de école des Beaux Arts in Parijs. Hij vond een baan bij Jan Stuyt voor de Rijksgebouwendienst. Later werd hij leerling van en tekenaar voor Berlage. Vanaf 1919 werkte hij met A.H.op ten Noort en L.S.P.Scheffer samen binnen het bureau TABROS, in 1921 kocht hij zichzelf uit en startte zijn eigen bureau. Toen hij bijna zestig was, ging Roosenburg een samenwerkingsverband aan met twee medewerkers: Verhave en Luyt, en later kwam De Iong ook als compagnon in het bureau. Het bureau kreeg later de naam LIAG architecten en bouwadviseurs. Roosenburg is vader van beeldhouwer Teun Roosenburg en grootvader van twee architecten: Rem Koolhaas van bureau 'OMA' en Dirk A.Roosenburg. Zijn kleinzoon Dirk fuseerde zijn eigen bureau in de jaren negentig met LIAG.
Linden, van der, Jacob J. (1899-1978). Van der Linden studeerde aan de Technische Hoogeschool te Delft. Hij behaalde het diploma bouwkundig ingenieur en ontving een beurs uit het Lelymanfonds, welke hem in staat stelde een studiereis van 7 weken door Frankrijk te maken. Daarna trad hij in dienst bij architect B.J.Ouëndag. In 1926 associeerde hij zich met architect C.B.Posthumus Meyjes in het architectenbureau 'Posthumus Meyjes en van der Linden' te Amsterdam. Hij ontwierp onder andere de 5e Ambachtsschool en het bijkantoor van de Amsterdamsche Bank (AMRO-Bank) aan de Sarphatistraat.
Loco-Motief (1990) is een maatschap van Koen Go en Marien Meijering. Een gemeenschappelijke interesse in andere vormen van wonen en werken leidde in 1990 tot de oprichting van het bureau. Marien is de tekenaar en Koen de regelaar. Samen ontwerpen ze. Naast Loco-Motief hebben zij samen twee dochters Bo Shan ('95) en Mulan ('98).
Loerakker Rijnboutt Ruijssenaars bestaat uit de architecten Ben Loerakker (1931-), Kees Rijnboutt, Hans Ruijssenaars en is in 1981 opgericht. In 1988 gestopt onder deze naam. (2021)
Loghem, van, Johannes Bernardus (1881-1940). Hij was een socialist, wat onder meer tot uiting kwam in zijn ontwerpen van tuindorpen, zo werkte hij bijvoorbeeld mee aan Betondorp. Van Loghem ontwikkelde zich gaandeweg in zijn carrière tot een vurig pleitbezorger van het Nieuwe Bouwen en zou dat tot aan zijn dood in 1940 blijven. Van Loghem studeerde in 1909 af in bouwkunde. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als architect in Haarlem. In 1911 trouwde hij met kunstenares Bertha Neumeier, ze kregen vier kinderen. Neumeier was een van de stichters van de Haarlemse Montessorischool en was een verdienstelijk kunstenaar.
Loof en Van Stigt architecten Marianne Loof studeerde in 1989 cum laude af aan de TU Delft. Ook Jurriaan van Stigt studeerde in 1989 cum laude af aan de TU Delft. In hetzelfde jaar richtten zij samen het bureau Loof & van Stigt Architecten op. In 2005 werd Adriaan Mout partner bij LEVS architecten, om mede vorm te geven aan het groeiende profiel en de nieuwe visies van het bureau. Na zijn studie aan de TU Delft, leerde hij het vak op een klein bureau. Daarna werkte hij vijftien jaar bij de Architecten Cie. Met ingang van 1 oktober 2010 is Loof en van Stigt Architecten verder gegaan onder de naam LEVS architecten. De naamsverandering viel samen met het twintig jarig bestaan van het bureau. (2021)
Loogman, Gerardus Alphonsus Maria (1892-1976) is architect en makelaar. Er zijn slechts flarden bekend over deze katholieke architect. Hij was vooral actief in de jaren 1920 en 1930 en zijn bekendste nog bestaande werk is een complex met sociale woningbouw aan de Amstelkade 95-105 / Maasstraat 1-23 / Slingerbeekstraat 2-28 / Churchilllaan 110-132 (1924).Dit complex heeft inmiddels de gemeentelijke monumentenstatus. Opvallend is dat het een lagere bebouwing betreft dan de rest van Plan Zuid. Loogman ontwierp daarnaast veel winkels en winkelpuien. Voor de firma Presburg ontwierp Loogman meerdere winkels door het hele land in art deco stijl. In onder andere Haarlem, Groningen (1929), Den Haag (1933) en Enschede. Het onmiskenbare hoogtepunt is het inmiddels verdwenen filiaal aan de Kalverstraat 167-169 (1927), dat opviel door een enorme verlichte glas in lood gevel die in samenwerking met Willem Bogtman tot stand was gekomen. Loogman ontwierp meer winkels en winkelpuien in de Kalverstraat en de rest van de stad. Helaas is door de steeds veranderende eisen aan puien het grootste deel van zijn oeuvre inmiddels verdwenen of verminkt.
Loos architects is een bureau voor stedenbouw, architectuur en interieur. Het bureau werd in 2005 opgericht door Miguel Loos (1970 Caracas, Venezuela). Hij volgde zijn opleiding aan de TU Berlijn (1997) en werkte daarna tot 2005 als projectleider, architect bij de architectengroep. (2021)
Looy, van, Jan (1852-1911) was de zoon van tekenaar Pieter van Looy en Elizabeth Smits. Hij trouwde met artsendochter Maria Agnes Carolina Frederica van der Hout. Hij overleed tijdens een verblijf in Kleef voor een medische behandeling. Jan was architect te Amsterdam en verantwoordelijk voor aan aantal gebouwen in de stad. Ook was hij enige tijd secretaris van Arti et Amicitiae. Gebouwen van zijn hand zijn: Rokin 50 voor boekhandel Gebroeders Schröder; Rokin 74 voor Scheltema; Damrak 62 voor boekhandel Allard de Lange; gebouw voor Mercuur Stoomdrukkerij tussen de Rustenburgerstraat en Kuiperstraat; Oudezijds Voorburgwal 241; winkels op de Heiligeweg; Keizersgracht 455 Gebouw New York; deel van Theater Frascati aan de Nes; Woonblok Maatschappij voor Volkswoningen in Amsterdam Oud-West. Een van zijn laatste scheppingen was het gebouw Eikenplein 2-22 voor de Elisabeth Otter-Knoll-Stichting, het was nog niet opgeleverd toen hij overleed.
Lubbers, Bernardus Antonius (1881-1968). Na de voltooiing van de Ambachtsschool in Amsterdam in 1898, werkt hij in verschillende plaatsen. In 1903 komt Lubbers als tekenaar in dienst bij de architect J.A.van Straaten Jr. Van Straaten krijgt rond 1910 de opdracht voor de bouw van een nieuw warenhuis voor de firma 'De Bijenkorf' op het terrein van de oude koopmansbeurs aan het Damrak in Amsterdam. Dit gebouw wordt tot op heden toegeschreven aan Van Straaten. Lubbers claimt echter al tijdens de bouw de eigenlijke ontwerper te zijn, hetgeen ook uit de archiefstukken naar voren komt. Tussen Lubbers en Van Straaten ontstaat de nodige spanning, gevolgd door een rechtzaak en ontslag. Lubbers is nog lange tijd op zoek naar erkenning, hetgeen onder andere blijkt uit zijn visitekaartjes, waarop uitdrukkelijk wordt vermeld: 'architect van DE BIJENKORF'. In 1919 wordt Lubbers aangesteld als tijdelijk architect-bureauchef bij de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1921 volgt een vaste aanstelling als architect, in 1930 gevolgd door zijn benoeming tot hoofdarchitect. Lubbers wordt in 1946 eervol ontslag verleend. (2021)
Luyten, Jan meester-timmerman, aannemer.
M3H Architecten is in 1994 opgericht door Machiel Spaan (1966) en Marc Reniers (1968). Machiel studeerde in 1992 af aan de Technische Universiteit Eindhoven. Van 2000 tot 2007 was hij onderwijscoördinator van de Academie van Bouwkunst in Arnhem en van 2007 tot 2013 hoofd van de afdeling Architectuur van de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Marc studeerde in 1992 af aan de Technische Universiteit Eindhoven. (2021)
Maaskant en Van Velzen architecten. Madeleine Maaskant studeerde architectuur aan de TU Delft. Zij werkte van 1990-1996 voor Lafour en Wijk architecten. Richtte in 1996 samen met Victor van Velzen het bureau Maaskant en van Velzen Architecten op. Hier was zij tot 2010 werkzaam. Zij werkte van 2010-2015 als architect en hoofd van de bouwafdeling bij Natuurmonumenten. Sinds 2015 is zij directeur van de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Victor van Velzen is later voor zichzelf begonnen. (2021)
Mama architecten is van Marchel Ruygrok en werkt graag met particuliere opdrachtgevers. We hebben veel ervaring opgedaan met projecten waar particulieren kunnen bouwen. Mama-architecten gaat graag het gesprek aan met de opdrachtgever en gaat ver in op alle persoonlijke ideeën en woonwensen totdat er een heel persoonlijke woning ontstaat. Tot nu toe levert het een bonte collectie van kleine tot grote, van bescheiden tot extraverte en van betaalbare tot luxe woningen op maar het geeft vooral ook enthousiaste opdrachtgevers.
Man, de, J.P.H.
Marc Koehler Architects is in 2005 opgericht. Marc heeft zijn studie gedaan aan de TU Delft.
Marc Prosman architecten is een in 1995 door Marc Prosman opgericht Amsterdams architectenbureau. Het bureau focust op projecten die leiden tot zorgvuldig uitgevoerde gebouwen.
Margry, Everardus Joannes (Evert) (Harderwijk, 28 december 1841 – Rotterdam, 8 augustus 1891). Margry was een leerling van P.J.H.Cuypers en deed voor hem zijn meesterproef als opzichter van de bouw van de Sint-Dominicuskerk in Alkmaar. Hij was één van de belangrijkste architecten van de neogotiek in Nederland.
Maring, Hanna interieurarchitect.
Marot, Daniël (1661-1752) is de schepper van de Nederlandse Lodewijk XIV stijl en de belangrijkste architect in de Republiek van de achttiende eeuw. De Franse koning Lodewijk XIV liet in 1671 zijn minister Colbert een ‘Académie Royale d’Architecture’ oprichten, waar een Franse Barokstijl werd ontwikkeld. Het belangrijkste voorbeeld van deze stijl is het Paleis van Versailles. De stroom van Franse kunstenaars die na de opheffing van het edict van Nantes naar Holland kwamen heeft de stijl van Lodewijk XIV naar ons land gebracht. Eén van deze vluchtelingen was Daniël Marot. Tussen 1685 en 1715 ontwierp hij interieurs, na 1715 ook hele gebouwen. Zijn voorbeelden zijn eigenlijk meer Barok dan die in Frankrijk, waar het exterieur een meer ingetogen classicistisch karakter behield: Marot paste de interieurstijl ook aan het exterieur toe. Het is niet bekend welke huizen in Amsterdam door Marot zijn ontworpen, maar enkele van de mooiste huizen en hofjes worden aan hem toegeschreven.
Marx & Steketee Architecten was actief sinds 1989. Zij vormden een architectenbureau dat op een intensieve en creatieve manier ontwerpopgaven ter hand neemt en ontwikkelt met als doel het realiseren van architectuur van hoge kwaliteit. De ambitie van Marx & Steketee is door grondige analyse van de organisatie van de opgave en een creatieve vertaalslag een innovatief resultaat te bereiken op het vlak van inspirerende architectuur, functioneel en economisch gebruik en duurzaam bouwen. Een degelijke voorbereiding, waarbij de architect en de verantwoordelijke opdrachtgevende partij fundamenteel en communicatief samenwerken, is bij de totstandkoming van ieder project een primair vereiste. Alleen op deze manier kan de bewaking van kosten- en tijdsplanning intrinsiek deel uitmaken van het ontwerp- en uitvoeringsproces.
Mastenbroek, Gerard F. architect waarvan slechts terug te vinden is dat hij meerdere bouwwerken in het Gooi heeft ontworpen.
Architectenbureau Mecanoo. Mecanoo is in 1984 opgericht door Francine Houben, Henk Döll, Roelf Steenhuis, Erick van Egeraat en Chris de Weijer. De eerstgenoemde drie architecten hadden daarvoor in 1981 samen meegedaan aan een wedstrijd voor studenten in verband met jongerenhuisvesting in Rotterdam en daarbij de eerste prijs gewonnen. In de loop der jaren hebben Steenhuis, Van Egeraat, De Weijer en Döll het bedrijf verlaten. Francine Houben is als creatief directeur nog steeds bij het bureau betrokken.
Meij, van der, Joan (Jo) Melchior is in Delfshaven geboren. Zijn moeder, Akke van der Meij, is naaister en afkomstig uit een Workumse timmermansfamilie. Zijn vader, Franciscus (Frans) Hubertus Edelman, is notarisklerk. In 1878 verhuizen ze naar Delfshaven. Na vijf jaar wordt de woonplaats Amsterdam. Hier gaat Joan naar de HBS en daarna naar de ambachtsschool en de avondtekenschool. In 1901 behaalt Joan Melchior het opzichtersdiploma van de Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst en wordt hij lid van het Amsterdamse kunstenaarsgenootschap Architectura et Amicitia.
Meijer, J.W. was een technisch zeer goed onderlegde werktuigkundig officier bij de Amsterdamse brandweer zonder ervaring als architect. Toch zag hij kans een groot aantal opdrachten voor woningen en utiliteitsbouw in de wacht te slepen. Zijn voorkeur ging hierbij uit naar bouwen in neorenaissance. In Hilversum zijn veel van de huidige villa’s in gebruik bij de omroepen door hem gebouwd. Ook in Amsterdam zijn veel gebouwen aan hem te linken zoals bijvoorbeeld de diamantslijperij in de Albert Cuypstraat 2-6, waar hij de opdracht voor kreeg kort na de ingebruikname van de grote slijperij van Boas.
Meijer, de, Johan Bernard Adriaan (Jan) (1878-1950), architect. De Meijer had boetseerlessen bij de beeldhouwer Mendes da Costa en volgde tekenlessen bij de architect Van der Pek. Zijn architectenloopbaan had het klassieke patroon van die tijd, overdag praktisch werk en de theoretische vorming op avondschool. Zo was hij overdag werkzaam in het timmer- en meubelmakersvak en deed in de avonduren zijn bouwkundige opleiding. Van 1898 tot 1900 was hij als tekenaar werkzaam op het bouwbureau van de Koopmansbeurs bij H.P.Berlage, in 1900 werkte hij op het bureau van P.J.H.Cuypers, later bij J.van As en B.J.Ouëndag. Ook in 1900 volgde zijn vestiging als zelfstandig architect. Van 1905 tot 1910 was hij als leraar verbonden aan de Kunstnijverheidsschool in Haarlem, in 1912 werd hij docent aan de opleiding van Voortgezet Hoger Bouwkundig Onderricht, waar hij van 1919 tot1937 het voorzitterschap bekleedde. Hij maakte studiereizen naar Italië, Griekenland, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Engeland en Hongarije. Naast de beoefening van het architectenvak zette Jan de Meijer zich ook in voor het Genootschap Architectura et Amicitia, waar hij bestuursfuncties vervulde en zitting nam in commissies. Hij zond werk in voor een tentoonstelling, gaf lezingen en maakte deel uit van de redactie van het blad 'Architectura'. Voor de gemeente Amsterdam nam hij zitting in de Commissie voor het behoud van het Stadsschoon (1912) en in de Schoonheidscommissie (1933). Zijn oeuvre omvat zowel nieuwbouw (raadhuis Ransdorp; Tehuis voor Ontspoorde Jongens, Vosmaerstraat 1 - J.J.Cremerplein; Johannes Vermeerstraat 16 samen met E.P.Messer (1912); Valeriusplein, toiletgebouwtje (1922) en Singel 440), als restauratie (Huis aan de drie grachten; Makelaarscomptoir, Nieuwezijds Voorburgwal; 'De Drie Hendrikken', Bloemgracht 87-91 en Oudezijds Voorburgwal 14). Jan de Meijer is begraven op Huis te Vraag. Het architectenbureau van Jan de Meijer is in 1951 overgenomen door Henk Rappange sr. Hij gaf het de naam Architectenbureau Rappange en droeg het omstreeks 1970 op zijn beurt over aan zijn zoon Henk Rappange jr.
Mendini, Alessandro (1931-2019) was een Italiaans ontwerper, auteur en architect. Hij speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van Italiaans design. Hij werkte daarnaast ook voor de tijdschriften Casabella, Modo en Domus. Na zijn studie architectuur aan de Technische Hogeschool in Milaan (1959) werd Mendini hoofdredacteur van enkele vaktijdschriften, waarin hij zijn ideeën over architectuur en kunst weergaf. In de jaren zeventig was hij een van de belangrijkste persoonlijkheden bij de protestbeweging 'Radical Design'. In 1973 was hij medestichter van de groep Global Tools een school voor 'contra-architectuur' en ontwerp. In 1977 werd hij lid van Alchimia, een avant-gardistische ontwerpersgroep. Deze groep was tegen het fabriceren van onpersoonlijke massaproducten. Aangezien volgens Mendini ieder mens uniek en anders is, zouden allerlei voorwerpen ook anders moeten zijn. In 1989 richtte hij samen met zijn broer Francesco het ontwerpbureau Atelier Mendini op. In Nederland heeft Mendini als hoofdarchitect het Groninger Museum ontworpen en het . In 1997 hebben het Groninger Museum en de Nederlandse Spoorwegen het initiatief genomen voor dit gezamenlijke project. De Groninger Museum Trein bestaat uit drie intercityrijtuigen waarvoor Mendini onder andere de kleur van het interieur heeft veranderd. Tot in 2005 rijdt de trein door Nederland. Samen met de Nederlandse Spoorwegen participeert het museum hiermee in een niet alledaags, grensverleggend project. Voorts ontwerpt Mendini gebruiksvoorwerpen voor Alessi en Venini. De kurkentrekker AnnaG, die hij ontwierp voor Alessi groeide uit tot een icoon van het hedendaagse design.
MIR architecten. Claudia Schmidt, algemeen directeur, richtte in 2000 MIR architecten op. Zij heeft haar ingenieursdiploma architectuur behaald aan de RWTH Universiteit te Aken (1988-1995). Het bureau begon met hoogwaardige woonprojecten, interieur en kleinschalige stedenbouw. Het oeuvre omvat nu culturele gebouwen, erfgoed en contextarchitectuur, retail en gezondheidszorg. De gemeenschappelijke basis van alle projecten is de wens om eenvoudige oplossingen te creëren voor complexe problemen en om ruimtes verbinding te geven. (2021)
Moele, Gerrit (1796-1857) meestertimmerman, later architect en makelaar.
Moeton jr., Hendrik (1846-1895) is van huis uit makelaar en bouwkundig opzichter bij het Burgerweeshuis.
Mohr, Philip Theodorus (1843-1919) metselaar, bouwkundige, hoofdopzichter van de entrepotdokken. (2023)
Molenaar & Van Winden architecten is in 1985 opgericht door ir.Joris Molenaar en ir.Wilfried van Winden, waarvan laatstgenoemde per 1 januari 2009 het bedrijf verlaten heeft. Joris Molenaar is opgeleid aan de Technische Universiteit Delft. Naast het bureauwerk verricht hij onderzoek, publiceert over architectuur en historie en maakt deel uit van adviescommissies. Het bureau werkt landelijk en is met name sterk in ontwerpen voor complexe stedelijke vernieuwingsopgaven, in ontwerpen van gebouwen met bijzondere programma’s waarvoor een eigen typologie en architectonische karakteristiek is vereist en in restauratie en herbestemming van jonge monumenten. Sfeervolle en karakteristieke woon- en werkomgevingen zijn een specialiteit. Vanaf 2012 is het bedrijf verder gegaan onder de naam Molenaar & Co architecten. Wilfried van Winden heeft in 2009 zijn eigen bureau WAM architecten opgericht.
Molkenboer, Theodorus (1796-1863) was een Nederlandse architect die vooral bekend is geworden door zijn vele kerkgebouwen. Molkenboer was een van de belangrijkste architecten van het neoclassicisme en de vroege neogotiek en enige tijd de belangrijkste kerkenarchitect van Nederland. Hij werd opgeleid tot timmerman en metselaar, werd bouwkundig ingenieur en aannemer en werkte vanaf ongeveer 1828 als architect. In eerste instantie werkte hij vooral in Leiden en omgeving, maar rond 1840 werd dit werkgebied uitgebreid tot andere delen van Nederland. In totaal ontwierp Molkenboer ongeveer 70 kerken, vooral in de provincies Noord- en Zuid-Holland. Aanvankelijk werkte hij in neoclassicistische stijl. Rond 1845 verwerkte hij voor het eerst aan de gotiek ontleende vormen, die vaak in hout en stucwerk werden uitgevoerd, in zijn ontwerpen. Kort daarna probeerde hij ook de gotische constructie, althans visueel, na te bootsen. Een van de meest geslaagde voorbeelden hiervan, en een hoogtepunt in zijn werk, is de Redemptoristenkerk in Amsterdam uit 1852-1854, waarvan hij het ontwerp overigens baseerde op dat van de Redemptoristenkerk in Bergen, België. Veel van Molkenboer’s neogotische werk wordt gekenmerkt door merkwaardige verhoudingen en ontstijgt het niveau van de Willem-II- of Stucadoorsgotiek niet of nauwelijks. Naarmate de kennis van, en de waardering voor, de gotiek toenam, nam de waardering voor Molkenboer af en verloor hij zijn positie als belangrijkste kerkenarchitect van Nederland aan Pierre Cuypers. Veel van Molkenboers kerken zijn inmiddels verdwenen. (2021)
Moolenschot, Johannes Josephus Lambertus (1857-1941) is geboren aan het Lange Bleekerspad 79 waar zijn vader timmerman was. Moolenschot is in 1882 getrouwd met Hillegonda Maria Francisca Witte. Over de opleiding van deze architect is niets te vinden. Een groot deel van zijn projecten is uitgevoerd voor katholieke opdrachtgevers. In de tijd van de Amsterdamse School was hij één van de volgende architecten. Een aantal projecten door hem verzorgd zijn: Kapel begraafplaats Sint Barbara (1902), Leliegracht 32 (1908), Bilderdijkkade 43-45. (2022)
MOPET Architecten was een samenwerkingsverband van architecten Daniël Peters en Joep Mollink en heeft bestaan van 2004 tot 2018. Ze kregen landelijke bekendheid met moderne, progressieve ontwerpen, ontstaan vanuit de lokale context, bekend als ‘kritisch regionalisme’. (Het begrip ‘kritische regionalisme’ werd omstreeks 1990 voor het eerst geïntroduceerd door Alexander Tzonis en Liane Lefaivre. Zij wilden vooral de aandacht vestigen op de aanpak van een groep jonge Duitse architecten, die op zoek waren naar alternatieven voor het postmodernisme. Het kritisch regionalisme is een benadering van de architectuur die ernaar streeft om de plaatsloosheid en gebrek aan identiteit van de moderne architectuur tegen te gaan, door het gebruik van contextuele krachten om een gevoel van plaats en betekenis te geven.) Per 2019 heeft Daniël Peters het bureau DAMAST architects opgericht. Joep Mollink is als partner toegetreden in het bureau MollinkSoetersPPHP. (2021)
Moriko Kira architect (1965, Tokyo). Kira volgde haar architectuur opleiding aan de Waseda University Tokyo (1990). In die tijd studeerde zij ruim een jaar aan de TU Delft. In 1998 is Kiri haar eigen bedrijf gestart op de Kloveniersburgwal 53. Na verschillende verhuizingen is ze nu terug op de Kloveniersburgwal 49, waar ze een verdieping huurt in het pand dat voorheen de film editing ruimte was van Louis van Gasteren.
Mulder, Bertus (1929-) begon zijn opleiding aan de Ambachtschool, afdeling Timmeren. Daarna volgde hij lessen aan de MTSen werkte als bu\ouwkundig tekenaar. Dan volgen studies aan de Academie voor Voortgezet Bouwkunst Onderricht, de Hochschule für Gestaltung Ulm,en de Technische Hochschule Aachen. Vanaf 1959 werkzaam als zelfstandig architect onder de naam Bertus Muder. Van 1980 tot 1998 zelfstandig architect onder de naam Werkplaats voor Architectuur Bertus Mulder. (2023)
Mulder Jr., Johannes Hendrik (Jo) (1888-1972) was een Nederlandse architect die vooral van belang is geweest voor de sociale woningbouw in Amsterdam en een hoofdrol heeft gespeeld in het ontwerp van de tuindorpen in Amsterdam-Noord. Hij was zoon van onderwijzer Johannes Hendrik Mulder en Elisabeth Vlaanderen. In 1918 trouwde hij als bouwkundig tekenaar met Alida Johanna Maria Catharina Boer, waarvan hij in 1920 weer scheidde. In 1925 hertrouwde hij, dan architect, met onderwijzeres Salomine Agneta Friederike Kern.
MüllerVanTol is een Amsterdamse studio voor industrieel ontwerp en interieurarchitectuur onder leiding van Christiane Müller en Bas van Tol. Hun doel is om interieurs van uitstekende kwaliteit te maken. Om dit te bereiken, ontwerpen ze interieurs en materialen volgens de hoogste normen. Met aanvullende achtergronden in product- en ruimtelijk ontwerp, creëert het studioteam plaats-specifieke en op maat gemaakte werkplekken, tentoonstellingen en horecagelegenheden. Daarnaast ontwikkelen ze kleur- en materiaalconcepten en oppervlaktematerialen voor toonaangevende fabrikanten in de internationale projectmarkt.
MVSA Architects is opgericht door Roberto Meyer en Jeroen van Schooten (1960). Het kantoor ontwierp onder meer het ING House in Amsterdam, gebouwd tussen 1999 en 2002 en de bruggenfamilie Groene Tunnel van zes bruggen over het gelijknamige kanaal op IJburg. Jeroen Van Schooten was van 2006 tot 2010 voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Van 2008 tot 2015 was hij lid van het bestuur van het CPI, een kenniscentrum van de TU Delft. Van 2008 tot 2017 was Van Schooten bestuurslid van de Dutch Green Building Council. De samenwerking met Roberto Meyer kwam in 2013 ten einde, waarna Meyer verderging met MVSA en Van Schooten met Do Janne Vermeulen en anderen het bureau Team V Architectuur opzette. Sinds 2018 is Jeroen bestuurslid van het Professional Experience Programme voor jonge architecten (PEP).
Nassuth, Georg Siegfried (1922-2005) is geboren in Nederlands-Indië uit een van origine Duitse vader en moeder. Tijdens zijn studie aan de Technische Hogeschool Delft, kreeg hij les van onder anderen Cornelis van Eesteren en Th.K. van Lohuizen. Beide hoogleraren waren verantwoordelijk voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Amsterdam uit 1934. Na zijn afstuderen trad hij in dienst van de toenmalige Afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. Nassuth was vooral geïnspireerd door de ideeën van de CIAM en de Zwitserse architect Le Corbusier, met een strikte scheiding tussen wonen, werken en recreëren.
NAT architecten bestaat uit Frank van Manen en een gemotiveerde groep medewerkers waar architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur wordt uitgeoefend. Goede architectuur start bij een sterk concept. De ambitie is om innovatieve, originele en onverwachte oplossingen een kans te geven. Het concept ontstaat na een juiste inventarisatie van wensen van de opdrachtgever en de directe omgeving van de woning. NAT architecten heeft veel ervaring met het ontwerpen en het begeleiden van de bouw van villa’s. IJburg bezit specifieke eigenschappen waardoor ook het wind en waterdicht krijgen van de villa’s bijzondere aandacht vergt. NAT architecten zorgen voor strakke detaillering om het concept te realiseren tot prachtige ontwerpen die degelijk gebouwd zijn. NAT staat voor Nieuwe Architectonische Typologieën.
Next Architects is een internationaal architectenbureau dat sinds 1999 werkt aan ontwerp- en onderzoeksprojecten op het gebied van stedenbouw, architectuur, interieur en infrastructuur. NEXT architects is gevestigd in Amsterdam. In 2004 heeft NEXT een tweede kantoor opgericht in Beijing, China. In 2000 keken we met goede moed en ambitie uit naar het nieuwe millennium. Architectuur was voor ons het startpunt van een ontdekkingsreis om de grootste grootstedelijke gebieden van de wereld te verkennen. In een poging om Het Beeld van Metropolis vast te leggen, vertrokken we voor een tour rond de wereld en analyseerden we de moderne metropool in het tijdperk van globalisering. Deze verkenning gaf ons niet alleen een blik op de toekomstige uitdagingen voor onze stedelijke samenleving, het legde ook de basis voor onze agenda voor een architectuur die verbindt.
Ney, Laurent (1964) is een Luxemburgse burgerlijk ingenieur die sinds 1984 in België woont en werkt. Van 1984 tot 1989 studeerde hij aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen van de Universiteit van Luik, waar hij een diploma burgerlijk ingenieur behaalde. Na van 1989 tot 1996 als ingenieur voor het Greisch Bureau d'études te hebben gewerkt, werd hij in 1996 onafhankelijk ingenieursadviseur. Samen met zijn echtgenote, de architect Nathalie Ries, richtte hij in 1996 in Luxemburg het ingenieurs- en architectenbureau T6, Société .à responsabilité limitée op, dat in 2005 tot T6-Ney & Partners, S.à r.l. werd omgedoopt. In 1998 begon hij het ingenieursbureau Ney & Partners, s.a. waarvan hij sindsdien gedelegeerd bestuurder is. Ney & Partners is een bureau van ingenieurs en architecten dat structuren en infrastructuur ontwerpt. Het hoofdkantoor is in Brussel en er zijn vestigingen in Namen, Luxembourg, Hanoï, Tokyo, Bordeaux en Delft. (1921)
Nielsen, Spruit en Van de Kuilen Christiaan (Chris) Nielsen (1910-) volgde de lagere school op Vlieland. In Amsterdam doorliep Nielsen de driejarige H.B.S. en de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkende Stand. In 1937 behaalde Nielsen zijn diploma aan het Hooger Bouwkunstig Onderricht te Amsterdam. Nog voor het einde van zijn studie aan het H.B.O. in 1936, trad Nielsen in dienst bij het architectenbureau van F.A.Eschauzier waar hij 9 jaar bleef. Pas na de Tweede Wereldoorlog vestigde Nielsen zich als zelfstandig architect in Amsterdam waar hij hoofdzakelijk samenwerkte met J.H.Chr.Spruit (1910-1988). Met Spruit richtte hij in 1945 ‘Architectenbureau Nielsen en Spruit’ op.
Nieukerken, van, Johannes Jacobus (Middelburg, 22 februari 1854 - Den Haag, 7 oktober 1913). De Nederlands architect Johannes van Nieukerken ontving zijn opleiding aan een praktijkleerschool. Hij werkte van 1880 tot 1887 op het bureau van rijksbouwkundige Jacobus van Lokhorst en werd daar geschoold in de bouwwijze van Pierre Cuypers.
Nieukerken, van, Marie Adrianus (1879-1963) was een Nederlands architect, tevens schilder, vooral tekenaar en aquarellist van huizen en gebouwen in Den Haag. Zijn vader Johannes van Nieukerken was er een groot voorstander van dat zijn kinderen een praktische opleiding kregen, waarbij hen de nodige ambachtelijke vaardigheden werden bijgebracht. Marie volgde na de lagere school een jaar de HBS en ging vervolgens nog een paar jaar naar de ambachtsschool. In zijn vrije tijd werkte hij bij een aannemer. In 1901 volgde Marie alsnog enkele cursussen in Delft, om daar verder kennis op te doen van de theoretische vakken die hij zich door zelfstudie al enigermate had eigen gemaakt. Hij kreeg er les van bekende docenten als E.Gugel, H.Evers en K.Sluyterman. In 1896 kwam Marie op het bureau van zijn vader en vanaf 1903 werkte hij als zelfstandig architect met hem samen. Inmiddels was ook Johan op zijn vaders bureau komen werken. Met de komst van Marie en Johan ontwikkelde het bureau Van Nieukerken rond 1900 een geheel eigen stijl. Tot dan toe werd er gebouwd op een manier die aansloot bij de heersende mode op architectuurgebied. In navolging van het werk van Berlage, met name diens beursgebouw, werd de behandeling van de gevels meer sober en vlak. Wel bleven renaissancekenmerken als trap- en voluutgevels, geblokte ontlastingsbogen en versierde muurankers gehandhaafd. De Van Nieukerkens bleven op de renaissancestijl teruggrijpen, maar trachtten dat op oorspronkelijke wijze te doen, waarbij ze nadrukkelijk een slaafse navolging van historische voorbeelden wilden vermijden. Na de dood van hun vader namen de broers het bureau over en gingen grotendeels op de oude voet verder. De crisis die in 1929 uitbrak, bracht ook voor hun bureau moeilijke tijden. Het grootste deel van hun werk bestond nu uit verbouwingen en restauraties. Dit was altijd al een belangrijk onderdeel van hun werkzaamheden geweest, maar nu bleef het vrijwel hiertoe beperkt. Na de oorlog werd de hoeveelheid werk nog minder en bovendien bemoeiden Marie en Johan zich steeds minder met het werk op het bureau. Bij gebrek aan opvolging werd het architectenbureau Van Nieukerken in 1960 tenslotte opgeheven. De relatie met de opdrachtgevers speelde voor de Van Nieukerkens een grote rol. Het traditionalisme werd vooral gewaardeerd in kringen van rijke aristocraten, industriëlen en gezagsdragers, kortom het oude en het nieuwe patriciaat. Zij zagen in de historiserende bouwwijze de juiste vorm om hun status te representeren. Binnen deze groep hadden de Van Nieukerkens weer een eigen hechte kring van opdrachtgevers, die grotendeels tot hun persoonlijke kennissenkring behoorden. Deze beperkte maar trouwe kring van opdrachtgevers met een nogal behoudende smaak zorgde ervoor dat de Van Nieukerkens op hun eigen wijze konden blijven werken.
Niftrik, van, Piet Hein (1867-1941), zoon van J.G.van Niftrik, was getrouwd met Diederika Johanna Plugge. Piet Hein had zijn kantoor aan de Plantage Parklaan. Naast architect was hij ook directeur van de N.V.MY tot Exploitatie van Onroerende Goederen te Amsterdam. Als architect gaat hij een maatschap aan met Adriaan Willem Weissman.
Nine Oaks is opgericht door architect Gert Anninga. Het bureau probeert architectuur te maken die verrast en tot de verbeelding spreekt. Karaktervolle gebouwen die ingaan op menselijke perceptie en voortkomen uit vakmanschap. Leidend in het ontwerpproces is het poëtisch verbinden van een gebouw aan de plek en de geschiedenis. (2023)
NOORTZAAK architecten & adviseurs is in 2014 opgericht door Maarten van Noort. Het is een onderneming die zich wil profileren als integraal werkend architectenbureau dat zich richt op renovatie- en restauratieprojecten en tegelijk zoekt naar de combinatie met nieuwbouw. Noortzaak wil zich ook inzetten als coach voor (net afgestudeerde) studenten bouwkunde en expertise delen met ondernemers in ontwikkelingslanden en opkomende markten.
NwA architecten staat voor New World Architecture en is als ontwerpbureau in 2002 opgericht door Martijn de Potter en Tonko Leemhuis. (2021)
OD205 is een voortzetting van architectenbureau Van Embden dat al in 1938 is opgericht door Sam van Embden. In de jaren 60 van de 20ste eeuw groeide het bureau rap en daarmee ook de directie. Vanaf 1964 is de officiële naam dan ook ‘Van Embden, Roorda van Eysinga, Smelt, Wittermans, Choisy NV’. Als Van Embden in 1969 met pensioen gaat wordt de naam omgevormd tot OD205. Het is een verwijzing naar het adres waar we dan gevestigd zijn; Oude Delft 205 in Delft en een uiting van de collectieve geest in die tijd. Stedenbouw en (landschaps-) architectuur betreffen opgaven die vooral gemeenschappelijk uitgevoerd dienen te worden. Het bureau is stevig verbonden aan het Internationale Modernisme. Elke opgave wordt functioneel, rationeel en analytisch benaderd. Op stedenbouwkundig gebied bouwt od205 deze aanpak uit tot een haast wetenschappelijk model. Op architectonisch vlak tonen de ontwerpen een fascinatie voor architectonische structuur en een intelligente industrialisatie van het bouwproces. In 1994 splitst het bureau zich in een bureau voor architectuur en een bureau voor stedenbouw en landschap.
OeverZaaijer architectuur en stedenbouw De maatschap OeverZaaijer architectuur en stedebouw bestaat vanaf januari 2016 uit: Wouter Zaaijer, Chris Zwiers, John Bosch en Oresti Sarafopoulos.
Wingerden Hovenier architecten / Office Winhov Joost Hovenier (1963-2016) was medeoprichter en partner van het architectenbureau. Hovenier is in 1996 afgestudeerd aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, nadat hij eerder bouwtechniek had gestudeerd aan de mts en hts. Hij werkte voor diverse bureaus, waaronder Architectenbureau Rudy Uytenhaak en UNStudio, voordat hij in 1996 met Jan Peter Wingender het bureau Wingender Hovenier Architecten oprichtte. Na de toetreding van Uri Gilad als partner is het bureau Office Winhov gaan heten. Hovenier was tevens actief als docent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst (1998-2016). In zijn werk richtte hij zich op herbestemming van monumentale gebouwen en woningbouwprojecten op complexe, stedelijke locaties met speciale aandacht voor bijzondere doelgroepen zoals studenten en ouderen.
Oorthuys, Fenna (1944-) is de dochter van Cas Oorthuys en Lydia Krienen. Cas is bekend als fotograaf en verzetstrijder. Fenna werkte van 2003 samen met Paul De Ley in hun bureau De Ley en Oorthuys Architecten dat stadsvernieuwing en sociale woningbouw als speerpunt had. (2022)
Orange architects is opgericht in 2010 door Jeroen Schipper en Patrick Meijers. Beide partners zijn opgeleid als architect en stedenbouwkundig ontwerper aan de Technische Universiteit Eindhoven in de volle breedte van het ontwerpvak. De eerste wapenfeiten van de architecten vonden plaats in het buitenland, vandaar dat het bureau de oranje kleur geadopteerd heeft, daarmee geven ze bij buitenlandse opdrachtgevers kleur met hun Nederlandse roots. (2021)
Osborne, Donald (3 juni 1976) is in 2007 afgestudeerd aan de TU Delft afdeling Bouwkunde op Stedebouwkundig plan voor Oostenburg in Amsterdam en een ontwerp voor de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA (27.000m2). (2021)
Osch, van, Martien (1958) is afgestudeerd aan de Rijks Hogere School voor Tuin- en landschapsinrichting in Boskoop en studeerde enige jaren landschapsarchitectuur aan de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam. Hij heeft de titel tuin- en landschapsarchitect behaald bij het Bureau Architectenregister. Vanaf 1987 heeft hij het vak van ontwerpen in de praktijk geleerd gedurende de 10 jaar die hij bij bureau B+B in Amsterdam heeft gewerkt. In deze tijd heeft hij veel kennis en ervaring opgedaan met name op het gebied van de openbare ruimte. In 1999 is hij gestart met zijn ontwerpbureau OSLO. In zijn ontwerpen analyseert hij grondig de ruimtelijke aspecten van de opgave. Hij is een onderzoeker naar concepten, mogelijkheden en modellen. De eigenschappen van de locatie, de geschiedenis van de plek, het gebruik en de wensen leiden tot passende ontwerpen. Martien van Osch is een ontwerper met een technische achtergrond en oog voor detail. Schoonheid en maakbaarheid liggen daarom altijd in elkaars verlengde. (2023)
Otten Husly, Jacob (1738-1796), was een veelzijdig architect en stucwerker met een grote staat van dienst. Otten Husly was een zoon van Albert Otten en Anna Hendrica Huslij. Al op jonge leeftijd verhuisde hij vanuit Doetinchem naar Amsterdam om daar onder leiding van zijn ooms, de toen befaamde stucdecorateurs Hans Jacob Huslij (1702-ca.1770) en Hendrik Huslij (1706-ca.1770), het stucwerkvak te leren. Hij deed een studie bouwkunst in Parijs. Hoewel hij geboren was als Hans Jacob Otten voegde hij vanaf ongeveer 1760 Husly (een variant van Huslij) aan zijn naam toe om deze familieband te onderstrepen, waarschijnlijk uit commerciële motieven. In 1758 was hij mede-oprichter van de maatschappij 'Vriendschap vereenigt de Kunsten', een directe voorloper van de Amsterdamse Stadstekenacademie, een instelling die een belangrijke rol zou gaan spelen in het Amsterdamse culturele leven. Otten Husly werd in 1765 één van de directeuren van deze Stadstekenacademie. In 1773 was hij de oprichter van de Leerschool der Tekenkunde. Hoewel juist opvallend door zijn brede beheersing van verschillende stijlen, geldt Otten Husly als een van de belangrijkste en begaafdste vertegenwoordigers van de zogenaamde Lodewijk XVI-stijl in Nederland. Deze stroming, oorspronkelijk bedoeld als interieurstijl, vormde een reactie op de naar de smaak van sommigen al te lichtzinnig geworden 'nieuwe zwier' van de rococo, de daarvoor heersende mode. Vanaf 1770 krijgen zowel interieurs als architectuur langzaam aan een wat strenger en soberder aanzien. Een vroeg voorbeeld van deze stijl is Otten Husly's ontwerp voor het stadhuis van Weesp (1771-1776). Zijn waarschijnlijk bekendste ontwerp is dat voor het nieuwe gebouw van het genootschap Felix Meritis (1787-1789) in Amsterdam, waarvoor in 1786 een prijsvraag werd uitgeschreven.
Oud, Jacobus Johannes Pieter (1890-1963) is een zoon van Hendrik Cornelis Oud, tabaks- en wijnhandelaar, later makelaar in effecten, en Neeltje Theodora Janszen. Gehuwd op 27-12-1918 met Johanna Maria Augusta Dinaux. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren. Oud bezocht de lagere en de zogenaamde Franse school in zijn geboorteplaats Purmerend. Hij wilde aanvankelijk schilder worden, maar koos op aandringen van zijn vader voor architect. Hij volgde een opleiding die hem snel in de praktijk zou kunnen brengen: achtereenvolgens de Kunstnijverheidsschool Quellinus te Amsterdam (1903-1906) en de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers te Amsterdam (1908-1910). In de jaren 1907/1908 liep hij stage als opzichter-tekenaar op het architectenbureau J.Th.J.Cuypers en J.Stuyt te Amsterdam. Hij rondde zijn studie af door in de jaren 1910/1911 als toehoorder een aantal colleges te volgen aan de Technische Hoogeschool te Delft. In 1913 vestigde hij zich voor korte tijd in zijn geboorteplaats als architect. Oud is in 1918 als architect in dienst van de gemeente Rotterdam getreden. Daar werd hij bij de woningdienst belast met het ontwerpen van grote complexen betaalbare arbeiderswoningen. Het pionierswerk dat Oud hierbij verrichtte, kan slechts begrepen worden wanneer men dit vergelijkt met de woningbouw die terzelfder tijd in Amsterdam werd gerealiseerd door de aanhangers van de zeer bewonderde 'Amsterdamse School'. Was bij de laatstgenoemden stijl uitsluitend doel het componeren van boeiende, rijk gedecoreerde gevelwanden met negeren van de plattegronden, bij Oud was een zorgvuldig uitgekiende plattegrond uitgangspunt voor een tevens esthetisch bevredigend totaalontwerp.
Oudejans, Hendricus Theodorus (Har) (1928-1992) was architect te Amsterdam. Oudejans doorliep de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en startte zijn carrière bij Merkelbach en Elling. Aanvankelijk was hij vooral werkzaam in Edam, waar hij zijn jeugd doorbracht. Als architect ontwierp hij met name in de jaren vijftig en zestig veel kerken en woningen, en werkte hij bovendien aan enkele renovatieprojecten. In de jaren vijftig was hij bevriend met leden van de Cobra-beweging en leden van de Forum-redactie. Samen met Constant Nieuwenhuys, Armando en Ton Alberts ondertekende hij de eerste proclamatie van de Nederlandse afdeling der Internationale Situationisten. Met veel idealisme werkte Oudejans mee aan diverse plannen van deze sectie. De Situationisten richtten zich tegen het individuele kunstwerk en waren voor het collectief creëren van een levenssfeer. De Nederlanders onderzochten het unitair urbanisme; een nieuw soort integrale stedenbouw die moest ontstaan door het scheppen van steeds nieuwe verhoudingen en situaties, door het voortdurende experiment. Het plan New Babylon van Constant kwam uit deze drang voort. Met Ton Alberts zou hij een architectenbureau starten. Hij was enige tijd getrouwd met de schrijfster Mischa de Vreede.
Ouëndag, Bert Johan (1861=1932), was een Nederlands architect. Hij werkte eerst voor stadsarchitect Springer, en vervolgens bij J.F.Klinkhamer (vanaf 1893) met wie hij later een samenwerking begon (1899-1905). Vanaf 1905 had hij samen met zijn zoon een eigen architectenbureau. Diverse van Ouëndags werken zijn gewaardeerd als monument. Ouëndag werkte veel voor Heineken en Artis. Hij ontwierp ook kantoren voor de Nederlandsch-Indische Spoorweg-maatschappij in Semarang en Den Haag, en de Bijenkorf in Rotterdam (1930, samen met zijn zoon Willem (1899-1967) en met Dudok). Verder ontwierp hij verschillende kantoren van de Amsterdamse Bank, waaronder het hoofdkantoor, het Boekhuis te Amsterdam, verschillende scholen, villa's en paviljoens voor gestichten. Bert was ook docent bouwkunde en later voorzitter van de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand, waar tientallen architecten hebben leren tekenen. Op zijn zeventigste verjaardag werd Ouëndag benoemd tot erelid van de Bond van Nederlandsche Architecten. Bij Artis werd hij in 1943 afgelost door zijn zoon W.B.Ouëndag als hoofdarchitect.
Outshoorn, Cornelis (1810-1875) was een Nederlandse ingenieur en architect. Cornelis Outshoorn was autodidact. De lagere school was zijn enige formele opleiding. De kennis die hij nodig had om ingenieur en architect te worden, deed hij in de praktijk op, regelmatig aangevuld met cursussen van allerlei aard.
Oyevaar Van Gool De Bruijn Architecten Frans van Gool (1922-2015) startte in 1959 met Arnold Numan Oyevaar (1922-2006) en Hein W.C. Stolle (1924-2006) een architectenbureau, waar Pi de Bruijn zich ter vervanging van Stolle in 1978 bij aansloot, Oyevaar Van Gool De Bruijn Architecten. In 1984 wordt Oyevaar opgevolgd door Jan Dirk Peereboom Voller. De maatschap Van Gool, De Bruin, Peereboom Voller vormt in 1988 de basis voor de Architekten Cie met Pi de Bruijn, Carel Weeber, Jan Dirk Peereboom Voller en Frits van Dongen.
Pals, Pieter (1922-1973) was een Nederlands architect bij Bureau Monumentenzorg.
Peeters, Floris (1978) behaalde zijn ingenieursdiploma Bouwkunde Architectuur aan de Technische Universiteit Eindhoven. Sinds 2013 is hij Associate architect bij JHK Architecten. (1923)
Pek, van der, Jan Ernst (1865-1919) was een Amsterdams architect, die veel heeft betekend voor de ontwikkeling van de volkshuisvesting, door in Amsterdam diverse complexen arbeiderswoningen te ontwerpen die degelijk en betaalbaar waren en als voorbeeld dienden voor andere architecten. Van der Pek studeerde bouwkunde aan de Polytechnische School te Delft. Hij raakte in Amsterdam betrokken bij initiatieven vanuit de burgerij om verbetering te brengen in de mensonwaardige woonomstandigheden van het industrieproletariaat. Eind 1895 nam hij deel aan de oprichting van de N.V. Bouwonderneming 'Jordaan' , een poging om op economische voorwaarden nieuwbouw voor arbeiders te realiseren. Hij ontwierp en bouwde uiteindelijk ruim twee blokken met honderd woningen aan de Lindengracht en Goudsbloemstraat. Het bleek niet mogelijk om op grote schaal kapitaal aan te trekken voor volkswoningbouw. Maar de Woningwet van minister Goeman Borgesius maakte het mogelijk om woningbouwverenigingen op te richten die met financiële steun van de overheid bouwden. De eerste Woningwetwoningen in Amsterdam werden door Van der Pek gebouwd aan de Van Beuningenstraat in 1909. Ook in de Indische buurt bouwde hij in die eerste periode woningblokken voor Rochdale en andere maatschappijen. Voor de Woningdienst van Amsterdam ontwierp hij onder andere de woningen in de Buiksloterham (Amsterdam-Noord), de huidige Van der Pekbuurt. Van der Pek werkte volgens moderne hygiënische denkbeelden. Ouders en kinderen moesten gescheiden slaapvertrekken hebben, die dagelijks gemakkelijk konden worden gelucht. Stromend water en WC moesten in elke w oning aanwezig zijn, en niet in het trapportaal. Bergingen moesten als zodanig worden gebruikt en niet als woonruimte. Als de opdrachtgever akkoord ging, voegde hij aan de woningen enkele centrale voorzieningen toe als een tuin en een bibliotheek. Soms ging hij achteraf bij de bewoners informeren naar hun bevindingen. Bovendien werd hij voortdurend geïnformeerd en geadviseerd door zijn echtgenote Louise Went, die als woningopzichteres wekelijks bij de mensen de huur ophaalde en zo een oogje in het zeil hield.
Pelser, Johannes (1859-1939), geboren in Deventer, is tamelijk onbekend. Hij is één van de vele bouwkundigen die Amsterdam hebben vormgegeven in de periode van grote bouwactiviteiten rond de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw. Over hem is weinig meer bekend dan dat hij niet alleen als bouwkundige maar ook als makelaar actief was. Hij heeft rond 1900 meerdere panden in Amsterdam gebouwd waarvan Weesperstraat 26 (1889) weer is verdwenen. De winkelpui van Ferdinand Bolstraat 30 werd door hem al in 1901 vorm gegeven.
Pennink, Peter Karel Alexander (1924-2007) was hoogleraar en architect. Hij bezocht de lagere school nog in Batavia, alsmede de eerste klassen van de HBS van het Rotterdams Lyceum en ging studeren aan de Technische Hogeschool Delft, alwaar hij in 1953 academisch examen deed voor bouwkundig ingenieur. Peter Pennink was getrouwd met Hendrika Jacoba van Steeden (1952), maar ging wonen in de Amsterdamse flat Amstelstein (Vijzelstraat) van collega Jo van der Mey. Hij maakte de gedeeltelijke instorting van die flat mee en was betrokken bij de herstelwerkzaamheden. In 1952 had hij samen met Frederik Willem de Vlaming en Harry Salm een eigen architectenbureau. In 1959 hield hij kantoor aan de Van Eeghenstraat 171. In 1964 deed hij mee aan een wedstrijd uitgeschreven door Bond van Nederlandse Architecten voor het ontwerpen van een nieuw hoofdkantoor in Amsterdam. Hij werd daarvoor beloond met de tweede prijs, hoewel de eerste prijs niet werd uitgeloofd. Het is niet duidelijk of het ontwerp is uitgevoerd. Hij doceerde als hoogleraar van 1965 tot 1985 aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Hij zou er ontwerponderwijs en functionele analyse geven. In 1972 streed hij voor aanpassingen in het Vondelpark om het toenemend bezoek beheersbaar te kunnen houden; maar het plan werd door de Amsterdamse burgemeester en wethouders naast zich neergelegd. In december 1985 hield hij een afscheidsrede onder de titel "Architectuur, De schijn van eenvoud". Zijn voorkeur in het vak ging uit naar recht-toe-recht-aan constructies van beton. Van zijn hand is in Amsterdam het Menno Simonszhuis Kerkstraat 99-103 (1961) en brug 385. In aanvulling op ontwerpen en doceren was hij ook enige tijd lid van de commissie van beroep voor het architectenexamen van het Architectenregister. In 1982 maakte hij deel uit van een commissie die onderzoek moest doen naar de enorme kostenoverschrijdingen bij de bouw van de Stopera.
Peters, Cornelis Hendrik, architect (1847-1932) was de zoon van Charles Peters en Johanna Bernardina Blaauw. Hij trouwde op 14-10-1869 met Anna Helena Knoop (1843-1916). Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 2 dochters geboren.
Peters en Boogers Lau Peters had een eigen architectenbureau waar zijn zoon J.Th. (Ted) Peters (1928-) in dienst kwam. Ook Frans L.Boogers trad bij dit bureau in dienst en werd later mede eigenaar. Peters en Boogers maakt sinds 2001 deel uit van Archivolt Architecten.
Petri, Johannes Philip Laurens (1881-1963) architect, was getrouwd met Alida Willemina Wiersma (1884c-?).
Pijl, Jan meester-timmerman.
Plaat, C. meester-metselaar.
Ploeg, Tijmen ingenieur en architect, eigenaar van een architectenbureau op Prinseneiland in Amsterdam. Hij geeft les aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam. In veel van zijn ontwerpen worden we geconfronteerd met 'losse boxen' waarin badkamer, toilet en keuken zijn ondergebracht. Een bekend ontwerp van Tijmen is de roestige woonark in de Prinsengracht bij het Amstelveld.
Pol, van der, Liesbeth (1959) Ir. Liesbeth van der Pol studeerde in 1988 cum laude af aan de TU Delft. Voor en tijdens haar studie was zij werkzaam bij diverse Nederlandse en buitenlandse architectenbureaus. In 1989 vestigde zij zich als zelfstandig architect. In 1995 richtte zij samen met haar partner Herman Zeinstra het bureau Atelier Zeinstra van der Pol op. Een bureau dat snel groeide en bekendheid kreeg met een grote verscheidenheid aan projecten, waaronder woningbouw, gebouwen voor cultuur en industrie.
Popta, van, Sara is een Nederlands architect die werkt bij 19 Het Atelier Architecten.
Posthumus Meyjes jr., Christiaan Bernard (1893-1974) werkte vanaf 1919 samen met zijn vader C.B.Posthumus Meyjes sr onder de naam 'Bureau Posthumus Meyjes en zoon'. Na de dood van zijn vader ging hij in 1926 de samenwerking aan met architect Jakob van der Linden in architectenbureau Posthumus Meyjes en Van der Linden. Hij ontwierp vele soorten gebouwen, vooral landhuizen, kantoorgebouwen en ziekenhuizen. Posthumus Meyjes studeerde aan de Technische Hogeschool te Delft. Hij werkte een jaar op het bureau van architect Karel de Bazel. In 1916 kreeg hij opdracht de buitenplaats Schaep en Burgh te 's-Gravenland te restaureren. Tot zijn belangrijkste (nieuwbouw)projecten behoren de uitbreiding van het gebouw van de Kasvereeniging en het gebouw van de Javasche Bank (1938) te Amsterdam, het in 1999 afgebroken koel- en vrieshuis 'Amerika' in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam (1949) en in de Vogelbuurt in Amsterdam-Noord de Dr.C.P.van Eeghenschool (1923).
Posthumus Meyjes sr., Christiaan Bernard (1858-1922) studeerde in 1877-1880 aan de Polytechnische School te Delft. Van 1880 tot 1887 werkte hij bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) en ontwierp onder andere het hoofdkantoor van de maatschappij, gebouw De Droogbak in Amsterdam (mogelijk in samenwerking met D.A.N.Margadant), en het Station Delft, beide uitgevoerd in uitbundige neorenaissance. Andere leermeesters waren A.N. Godefroy (1822-1899) en W.A. Froger (1812-1883). In 1887 vestigde hij zich als zelfstandige architect in Amsterdam. In 1888 kreeg hij tevens een aanstelling als vaste architect van de Hervormde Gemeente te Amsterdam (17 kerken), waardoor de bezetting van zijn bureau opliep tot negen medewerkers. In deze periode was hij betrokken bij de herbouw van de Nieuwezijds Kapel en de bouw van de gotische westgevel van de Nieuwe Kerk. Ook ontwierp hij in 1913 de Prinsessekerk aan de Van Hallstraat die in 1918 in gebruik werd genomen in aanwezigheid van het koninklijk gezin. Voor Woningmaatschappij Oud-Amsterdam NV ontwierp hij complexen met arbeiderswoningen aan de Anjeliersstraat en Willemsstraat, die in 1898 werden voltooid. Hij was onder meer lid van de gemeenteraad van Amsterdam (CHU) en Provinciale Staten van Noord-Holland.
Pot, Johan Willem Hindrik Cornelis (Joop) en Pot-Keegstra, Jacoba Froukje (Koos).
Powerhouse Company is een internationaal architectenbureau gevestigd in Kopenhagen (DK) en Rotterdam (NL). Het werd in 2005 opgericht door twee partners: Charles Bessard in Denemarken en Nanne de Ru in Nederland. Voordat ze Powerhouse Company oprichtten, hebben beide partners hun ervaring en vaardigheden samengebracht in internationaal gerenommeerde praktijken als Atelier Jean Nouvel en OMA van Rem Koolhaas. Door deze samenwerking hebben ze een diepgaande ervaring opgedaan in complexe gebouwen, ambitieuze realisaties en hoge ontwerpnormen. De aanpak van Powerhouse Company is gebaseerd op een cocktail van creativiteit en betrokkenheid bij de context. Ze willen zowel visionair als realistisch zijn en zien de werkelijkheid als een avontuur en niet als een beperking. De architectuur van Powerhouse Company beperkt zich niet tot het zoeken naar de optimale oplossing, maar strekt zich uit tot een humanistische benadering: het systematisch inbrengen van plezier in het dagelijks leven. Architectuur is voor hun geen luxe, maar net zo noodzakelijk als plezier. Hun motto: We geven betekenis aan ruimte door vorm en functie. (2023)
Prenen, Cilia is naar eigen zeggen een ‘tuinontwerpster met vuile nagels’. Zij tuiniert zelf en heeft de meeste planten waarmee zij werkt in de praktijk beproefd. Haar keuze voor het tuinvak werd beklonken door de verhuizing naar het Amsterdamse Johannapark in 1979. Achter zes stadstuintjes lag een haveloos stuk niemandsland. Samen met de buren en met de eenvoudigste middelen “niemand had geld”) ging zij aan het werk. Het terrein groeide uit tot een fraai gestructureerde tuin, die toont hoe met fantasie en ervaring een paradijselijke wereld kan ontstaan.
Prins, Gerard (1929-2017) was een Nederlands (restauratie)architect. Hij was getrouwd met Antoinette Anna Speksnijder en was langdurig woonachtig aan de Prinsengracht 853. Hij zou in eerste instantie boekhouder worden. De nasleep van de Tweede Wereldoorlog vroeg echter om handarbeiders. Prins werd tot timmerman opgeleid aan de ambachtsschool aan het Ambonplein, Amsterdam-Oost. Later schoolde hij zich aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam om tot architect (1959 diploma architect HBO). Hij werd vanaf 1956 betrokken bij restauratie of herbouw van vervallen gebouwen in Amsterdam. De restanten van de gebouwen kwamen in handen van Stadsherstel, waarna deze de gebouwen liet herbouwen/herstellen in de (min of meer) oorspronkelijke vorm met Prins als begeleider van de bouw. Zijn belangstelling ging met name uit naar trappen; hij miste in Nederland de grandeur van Franse of Italiaanse trappen. Hij was betrokken bij het herstel van: Claes Claeszhofje, Tuinstraat; Waterleidingpanden aan de Nieuwe Herengracht 47-53; Vijzelgracht 1; Amstelkerk, Amstelveld; Prins Hendrikkade, een vervallen huis dat hij zelf als woonhuis had aangekocht en zelf gerestaureerd heeft.
Prins & Kentie Prins & Kentie is een al ruim 40 jaar bestaand architectenbureau, tegenwoordig bekend onder de naam Kentie en Partners Architekten en wordt sinds 1987 geleid door architect Ray Kentie en drie partners. Zij zijn van oudsher gespecialiseerd in restauraties van monumentale gebouwen. Zo waren zij onder meer betrokken bij de renovaties van de Nieuwe Kerk en Hotel de l’Europe in Amsterdam en het Kurhaus in Scheveningen. Sinds 2007 zijn ze gevestigd op het voormalige CSM terrein te Halfweg. (2024)
Queeste architecten is in 2003 gesticht door Roland Hoekstra. Roland is in 1997 afgestudeerd aan de TU Delft richting architectuur. (2021)
Quist Wintermans architekten Quist Wintermans architekten is ontstaan in 1995 na een samenvoeging van Architektenburo Quist (opgericht in 1960) en Architektenburo Wintermans (opgericht in 1978). De directie wordt gevormd door Frank (1949) en Paul Wintermans (1950). Het bureau richt zich op uiteenlopende opgaven in architectuur en infrastructuur. Hierdoor zijn ze betrokken bij het ontwerpen, uitwerken en realiseren van meubels, interieurs, woonhuizen, kantoren, musea, onderwijsgebouwen, viaducten, tunnels, bruggen, sluizen en tracés. (2021)
Rabbie, Simon Levie (1885-1944) was bouwkundig makelaar en aannemer. Simon was getrouwd met Roosje Snoek (1886-1944). Zij hadden twee kinderen die de oorlog overleefden. Beiden waren gemengd gehuwd en verborgen hun ouders in het pand aan de Weesperzijde 93. Daar werden Simon en Roosje echter in juli 1944 verraden.
Rappange & Partners Architecten Kees Doornenbal is sinds 1995 eigenaar van Rappange & Partners architecten te Amsterdam. Hij richt zich op restauraties, herbestemming en binnenstedelijke nieuwbouw. Sinds 2012 is hij als architect verbonden aan MOOI Noord-Holland als lid van de Welstand- en Monumentencommissie Alkmaar en sinds 2015 als lid van de Erfgoedcommissie. Rappange & Partners Architecten b.v. wordt sinds 1996 geleid door Bart Kwant en Kees Doornenbal. Henk Rappange sr. nam het bureau in 1951 over van de architect Jan de Meijer. Hij gaf het de naam Architectenbureau Rappange en droeg het op zijn beurt over aan zijn zoon Henk Rappange jr. rond 1970. Sinds haar oprichting bezit het kantoor een specialisatie in de restauratie van monumenten van velerlei aard, zoals kerken, kastelen, woonhuizen, kantoren, landgoederen, etcetera. Deze traditie wordt tot de dag van vandaag voortgezet en uit zich in een gedegen kennis van de restauratiepraktijk en een goede relatie met restaurerende instellingen en overheden. De laatste tien jaar heeft het bureau haar werkveld verbreed van werken met monumenten naar omgaan met de bestaande gebouwde voorraad in de ruimste zin van het woord. Het bestaande restauratiespecialisme wordt aangevuld met renovatie en (ver)nieuwbouw wat een bredere basis biedt voor de organisatie. (2021)
Reus, de, Bernardus meestermetselaar aan eind 17de eeuw en begin 18de eeuw.
Reus, de, Marc is een Nederlands architect opgeleid aan de TH Delft. Hij heeft nu een eigen architectenbureau, maar heeft eerder gewerkt bij Architectenbureau Jaap Dijkman.
Rienks Architecten is gestart in 1986. Naar hun mening heb je als architectenbureau geen bestaansrecht als je niet innoveert. Ze noemen zich nieuwsgierig naar nieuwe technieken en vormgeving en werken daarom graag samen met onderwijsinstellingen en ingenieursbureaus die deze zelfde nieuwsgierigheid met hen delen. Meedenken en inleven in wat de opdrachtgever wil. Dat is de kracht van het bureau. Maar zij kijken verder. Wat wil de klant, wat verdraagt de locatie, welke sfeer hoort daarbij, hoe gedraagt het gebouw zich in de toekomst? Allemaal vragen die een grote mate van inlevingsvermogen vergen en waarbij de klant altijd centraal staat. Hun missie is innovatieve en tot de verbeelding sprekende gebouwen voor de toekomst te realiseren. Dit betekent dat duurzaamheid en toekomstgerichtheid hoog in het vaandel staan. Of het nu gaat om energiegebruik, CO2 reductie, levensduur of circulariteit.
Rijnboutt, Kees (1939-) is een Nederlandse architect en stedenbouwkundige. Hij studeerde van 1956 tot 1964 aan de Technische Hogeschool in Delft. Kees Rijnboutt, de ontwerper van Hoogoord, Hofgeest, Haag en Veld en Hogevecht, was als architect van de Dienst Volkshuisvesting van 1964 tot 1975 betrokken bij de bouw van de Bijlmer. Hij was beïnvloed door historische Duitse vernieuwers als Bruno Taut en Ernst May. In 1975 trad hij toe tot de architecten-groep VDL. Rijnboutt was van 1989 tot 1995 Rijksbouwmeester. In 2001 ontving hij de BNA-kubus, voor zijn werk als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur.
Rijnvos Voorwinde architecten is in 1993 opgericht door Marie-José Rijnvos en Wendy Voorwinde. Marie-José heeft haar studies gedaan aan de Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg (1975-1980), de Academie van Bouwkunst te Tilburg (1984-1991) en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst te Den Haag (1985-1987).
Rohmer, Marlies, Architectenbureau Marlies Rohmer studeerde Architectuur en Stedenbouw aan de TU Delft NL. In 1986 startte zij in Amsterdam haar bureau Marlies Rohmer Architects & Urbanists, dat momenteel ca. 10 medewerkers telt. De opdrachtenportefeuille is divers en varieert van grote complexe binnenstedelijke projecten, scholenbouw, woningbouw, utiliteitsbouw tot woonzorgcomplexen en interieurprojecten.
Romijn Pz, H Amsterdamse aannemer, makelaar, architect uit de 19de eeuw. Hij was als aannemer betrokken bij de bouw van de Sint Josephskerk in de Kalverstraat (de Papegaai).
Roeleveld Sikkes architects is in 1991 opgericht door Aad Roeleveld en Dick Sikkes. Dick studeerde aan de HTS Den Haag en van 1973-1978 aan de TU Delft richting architectuur. Zij vormen een veelzijdig, breed georiënteerd architectenbureau met vestigingen in Den Haag en Budapest (na het winnen van een prijsvraag in Hongarije).
Roobol, Gustaaf Adolf (1899-1981) was na zijn studie vijf jaar werkzaam als tekenaar op het bureau van Berlage. Daarna trad hij in dienst van Publieke Werken in Amsterdam, op het bureau van de stadsarchitect Hulshoff. Volgens Maristella Casciato zou hij ook het bureau van Warners hebben geleid. In 1926 vestigde hij zich als zelfstandig architect. In 1935 werd hij lid van de gemeenteraad voor de Christelijk Democratische Unie. Hij was mede-oprichter en bestuurder van de Amsterdamsche Vereeniging van Hervormden. Hij bouwde in de loop van de tijd verschillende scholen, onder meer in de Floris Versterstraat 10 of 11 (vm Pro Regeschool) en de Geulstraat 9 (vm Zuiderschool) in Amsterdam. Ook ontwierp hij verschillende winkels en café's, onder meer in de Leidsestraat 67-71(Café Bordelaise), de Valeriusstraat (Juwelier Speyer interieur) en aan de Overtoom 338 (herenmodezaak). Verder werk van hem is in Amsterdam te zien: Tolstraat 200, Eerste van Swindenstraat 50, Overtoom 534, Bilderdijkstraat 78, Hekelveld 3-4. Bij de Oostzaanstraat het oorlogsmonumentje dat in alle opzichten bijzonder is. Het was een van de eerste na de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam en het geld ervoor is bijeengesprokkeld door de bewoners rond het Zaanhof. Roobol, die ooit op het Zaanhof woonde ontwierp het monument bestaat uit een golf van bakstenen en sluit daarmee goed aan op de Amsterdamse-Schoolbouw in de omgeving.
Rood, Emanuel Marcus (1851-1929). Rood werd in Maarssen geboren als zoon van de koopman Marcus Moses Rood en Hester Emanuel Coster. Na in Den Haag gewerkt te hebben als aannemer, vestigde Rood zich als aannemer-architect in Amsterdam. Als orthodoxe jood lag hij goed bij het orthodoxe Amsterdamse opperrabbinaat en bij de NIHS (Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge). Hij ontwierp onder meer de synagoge een de Gerard Doustraat, het gebouw van het Centraal Israëlitische Ziekenverpleging (samen met Harry Elte) en een aantal Amsterdamse chewre-sjoels (verenigingssynagogen). Daarnaast ontwierp hij woonhuizen en bedrijfspanden, waaronder de koffiebranderij van Alex Meijer & Co op de hoek van de Koningsstraat en de Krom Boomssloot, maar ook Plantage Muidergracht 155 (1892), Haarlemmerstraat 2 (1895) en Warmoesstraat 137 (1903). In Apeldoorn ontwierp hij het Paviljoen Hannah (paviljoen D) van Het Apeldoornsche Bosch.
Roodenburgh, Jordanus (Daan) (1886-1972). Over zijn opleiding is niets bekend. Wel weten we dat hij bij diverse architectenbureaus heeft gewerkt, waaronder een kleine tien jaar bij de bureaus van K.P.C.de Bazel en H.A.J. & J.Baanders. In 1916 vestigt Roodenburgh zich als zelfstandig architect aan de Pieter Lastmankade 4 te Amsterdam.
Rosevelt, Pieter Cornelisse (1604-1648) huistimmerman en houtkoper. We zien in de 16de, 17de en 18de eeuw regelmatig timmermannen of metselaars optreden als ontwerper en bouwer van huizen. (2023)
Rossem, van, Jan Paul Frederik (1854-1918). Van 1879 tot 1889 was Jan officier bij de schutterij. Als architect was hij aangesloten bij Architectura et Amicitia. Jan van Rossem had in Amsterdam een architectenbureau met Willem Johannes Vuyk uit Purmerend. Hun werk en stijl is heel veelzijdig. Meerdere van hun ontwerpen zijn voorzien van slanke torens. Van hun 40 bekende werken bestaat ongeveer de helft uit bedrijfsgebouwen. Een van hun eerste ontwerpen was in 1882 een kantoor voor een boter- en kaasexporteur aan de Herengracht 395. Daarna ontwierpen ze het rijtuig- en zadelmagazijn aan de Kerkstraat 28-30. In 1887 kreeg het jonge duo de opdracht voor circustheater Carré. Het volgende pand was een huis aan de Sarphatistraat 11. Geïnspireerd door de nieuwe architectuur van Berlage ontwierpen ze in 1900 voor weduwe J.C.Reich-van IJsseldijk het grachtenpand Herengracht 148A-Leliegracht 2. Bij de stadsvilla's in Amsterdam-Zuid grepen ze echter terug op hun eerdere stijl. De Nederlandsch-Indische Handelsbank is zelfs klassiek weergegeven. Deze bank verrees in 1912 aan de Singel 250.
Royaards, Cornelis Willem (Kees) (1906-1970), telg uit het patriciaatsgeslacht Royaards, was een Nederlandse architect die bekend werd vanwege zijn werk op het gebied van het restaureren van historische gebouwen. Kees Royaards was een zoon van de Amsterdamse acteur en regisseur dr.Willem Royaards en actrice Jkvr.Jacqueline Sandberg. Zijn broers waren net als zijn ouders kunstzinnig ingesteld. Zijn broer Johan Jacob (Hans) Royaards (1902-1975) werd kunstschilder en Benjamin Lucien (Ben) Royaards (1904-1966) zou een carrière maken als acteur en regisseur. De jonge Kees Royaards stond model voor het schilderij ‘De Jeugdige Prins’ van Isaac Israëls. Royaards bezocht het Amsterdams Lyceum, maar zou voortijdig afhaken. Pogingen van zijn ouders om hem op een andere school zijn diploma te laten behalen zouden op niets uitdraaien. Kees Royaards bleek evenwel een voorliefde voor architectuur te hebben. reden Zijn ouders vroegen de architecten Hendrik Petrus Berlage en Karel de Bazel om raad. Royaards bouwde aan zijn reputatie bij het architectenbureau van Herman Baanders, die een belangrijk vertegenwoordiger was van de bouwstijl van de Amsterdamse School. Hij zou bevriend raken met beeldhouwer Jan Bronner, die diverse opdrachten voor hem zou uitvoeren. Kees Royaards ging zich na verloop van tijd steeds meer bezighouden met de restauratie van historische gebouwen. Daarbij zou hij onder meer samenwerken met prof.dr.Jaap Renaud (1911–2007), een beroemd archeoloog en de eerste Nederlandse hoogleraar kastelenkunde. Royaards bleek bijzonder bekwaam als restauratiearchitect en zou een aantal voorname projecten op zijn naam schrijven. In Schoorl bouwde hij in historiserende stijl het huis ‘De Oorsprong’, waarin hij zelf ging wonen. Een van zijn laatste projecten was de restauratie van het Jan van Riebeeckhuis in Culemborg, welke hij niet voltooid heeft gezien. Het bleek een verstandige keuze, want Royaards bleek inderdaad een talent voor architectuur te bezitten.
Ruijssenaars, Hans J.M. (1944-) is een Nederlands architect uit Baarn en opgeleid aan de TH Delft (bouwkunde, tot 1969) en de Universiteit van Pennsylvania in Philadelphia (1969-1971). In 1971 keerde hij terug naar Nederland als lid van 'De Architectengroep'. Van 1989 tot 2006 was hij in deeltijd hoogleraar Architectonisch Ontwerpen aan de Technische Universiteit Eindhoven. In 1995 won hij de Nationale Renovatie Prijs van het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag. Tussen 1995 en 2000 was hij hoofdarchitect van het Rijksmuseum. In Amsterdam tekende hij ook voor de verbouwing van het Lido naar Holland Casino (1991).
Ruiter, de, Paul studeerde in 1990 af aan de Technische Universiteit in Delft, waar hij zijn doctorale dissertatie "The Chameleon Skin" begon in 1992. In zijn promotieonderzoek stelt hij dat gebouwen energie moeten produceren in plaats van dat ze energie consumeren. Dit gedachtegoed ligt ten grondslag aan zijn kantoor dat hij in 1994 in Amsterdam begon. Zij zien een gebouw als bouwdepot waarvan het materiaal zowel nu als in de toekomst waarde heeft. Circulaire en biobased materialen vertegenwoordigen daarbij een hogere waarde omdat ze een minimale impact op het milieu en onze directe omgeving hebben. Hoe minder afval hoe beter. De waarde van een materiaal zit ook in de demontabele toepassing die hergebruik mogelijk maakt. Deze manier van ontwerpen is van essentieel belang voor de transitie naar een CO2 neutrale samenleving. (2023)
Rutgers, Gerrit Jan (1877-1962) werd geboren in Ellecom als zoon van een gelijknamige timmerman, die hem al op vroege leeftijd de praktijk van het bouwen leerde. Vanaf zijn zeventiende ontwierpen en bouwden zij samen woonhuizen. Na al op jonge leeftijd een indrukwekkende carrière te hebben opgebouwd in zijn geboortedorp, vertrok Rutgers in 1907 naar Amsterdam. Rutgers werkte hier een aantal jaren voor Willem Kromhout, maar via een positie als redactielid bij Architectura et Amicitia raakte hij bevriend met Jacques Roosing jr. en samen begonnen zij in 1911 een bureau. De twee architecten maakten faam als jonge en ambitieuze architecten met het bouwen van enkele villa’s en landhuizen voor de elite. Ook ontwierpen zij een eerste woningbouwblokje voor arbeiders met postkantoor aan het Spreeuwenpark in de nieuwe uitbreidingswijk boven ’t IJ. Nog zoekende naar een eigen stijl volgden zij in eerste instantie de functionele en constructieve beginselen van Berlage.
Ruys, Wilhelmina Jacoba (Mien) (1904-1999) was een Nederlands tuinarchitect, die internationale bekendheid genoot. Ze wordt gezien als pionier van de moderne tuinarchitectuur. Zij stamde uit de Rotterdamse reders- en cargadoorsfamilie Ruys. Ze was een dochter van Bonne Ruys (1865-1950), oprichter (1888) en directeur van de Koninklijke Kweekerij Moerheim N.V. te Dedemsvaart. Ze is getrouwd met uitgever Theo Moussault (veel tuinboeken). Na een studie in Berlijn ging ze aan de slag bij de ontwerpafdeling van de kwekerij van haar vader. In de moestuin en boomgaard van haar moeder legde ze proeftuinen aan om de ontwikkeling van planten in verschillende situaties te observeren. In de jaren dertig volgde ze architectuurcolleges aan de Technische Hogeschool Delft, waar ze architecten ontmoette met wie ze later zou samenwerken als Gerrit Rietveld, Ben Merkelbach en Cornelis van Eesteren. In 1933 ontwierp zij de grote binnentuin voor het woningcomplex Geuzenhof I in Amsterdam-West. Dit was haar eerste grote ontwerp en eerste tuin voor sociale woningbouw, haar eerste grote gemeenschappelijke tuin en haar eerste tuin in Amsterdam. In 1943 verhuisde ze met de ontwerpafdeling van het familiebedrijf naar Amsterdam, waar ze beter aansluiting kon vinden bij architectenbureaus en andere opdrachtgevers. Ze beschikte toen al over veel contacten, met name in linkse kringen; al in de jaren dertig was ze secretaris van het Comité van Waakzaamheid tegen het fascisme en nationaalsocialisme. Op 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval in Nederland, verbrandde zij het hele archief. In 1979 werd de afdeling tuinarchitectuur losgekoppeld van de kwekerij en gaat sindsdien verder als Buro Mien Ruys.
Salm, Abraham (1857-1915). Abraham Salm was de zoon van architect Gerlof Salm (1831-1897) en Bregtje Maria Salm (1832-1862), een nicht van zijn vader. Abraham werd in 1857 geboren en genoemd naar zijn grootvader. Salm volgde in 1877 en 1878 privé-lessen bij architect J.G.J.van Roosmalen. Vervolgens vroeg hij aan zijn vader of hij in Parijs mocht studeren, in navolging van architect J.H.Leliman (1828-1910), die in de jaren 1852-1853 in Parijs studeerde bij Henri Labrouste. In een brief aan zijn vader gaf hij aan Leliman om advies te zullen vragen. In 1878 vertrok Salm naar Parijs voor zijn studie. In 1880 kwam hij terug in Nederland en ging Salm bij het bureau van zijn vader werken, en nam vanaf de jaren tachtig steeds meer van diens opdrachtgevers over. Vader en zoon hebben, met name in Amsterdam, veel gebouwd: banken, fabrieken, tramstations, kerken, synagogen, bruggen, villa's, winkelpanden, een aquarium en roofdierengalerij in Artis, een crematorium en een schouwburg. Het eclecticisme werd daarbij door hen als ontwerpmethode gebruikt. In het algemeen worden de ontwerpkwaliteiten van Abraham meer gewaardeerd dan die van zijn vader. De Franse invloed is ook duidelijk in zijn werk te herkennen.
Salm, Gerlof Bartholomeus (1831-1897). Salm liet zich inspireren door verschillende grote bouwstijlen uit het verleden. Zijn bouwwerken zijn voornamelijk te vinden in Amsterdam. Hij was jarenlang de vaste architect van de dierentuin Artis. Daarnaast was hij korte tijd voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Hij bouwde voor het eerst in 1865 een woonhuis in Amsterdam op de hoek van Amstel en Sarphatistraat. Dat is in 1968 gesloopt. Gerlof woonde lange tijd aan de Plantage Middenlaan 19 in een door hemzelf gebouwd huis. Lange tijd werkte hij samen met zijn zoon Abraham Salm, die later zijn praktijk overnam.
Sant en Co Buro Sant en Co is een in 1990 opgericht bureau voor landschapsarchitectuur onder leiding van landschapsarchitect Edwin Santhagens. Ze zijn gespecialiseerd in het ontwerpen van het stedelijke landschap en besteden veel aandacht aan de klimaatopgave die van invloed is op de ruimtelijke kwaliteit. Hun missie is hiermee bij te dragen aan een toekomstbestendige gezonde groene leefomgeving. Op creatieve wijze wordt ecologie geïntegreerd in ontwerpen die voldoen aan de hedendaagse verwachtingen en gebruik. Natuurlijke elementen worden speelaanleidingen voor kinderen en een broeinest voor paddenstoelen, torren en kikkers, broedplaatsen voor ooievaars krijgen een plek in de openbare ruimte en waterbergingsopgaven verworden tot heuse paradijstuinen met waterlelies, rietkragen en moerascipressen. (2023)
Schaap, Ton (1952-) is in 1982 afgestudeerd aan de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam met als specialisatie stadsontwikkeling. Vanaf 1983 is hij in dienst bij de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling (dRO) van de gemeente Amsterdam. Vanaf 2003 werkt hij ook voor de gemeente Hengelo en sinds 2005 voor de gemeente Enschede. In Amsterdam is hij nauw betrokken bij de stadsvernieuwingsprojecten en nieuwe stadswijken. Zo was/is hij betrokken bij IJburg, Museumplein, Overhoeks, Centraal Station, Oostelijk Havengebied, Zeeburgereiland en Waterlooplein. Voor het Waterfront-ontwerp van de noordelijke IJoever ontving hij in 1999 de Wibautprijs. (2023)
Schaap & Stigter is een samenwerkingsverband van Jan Stigter en Ton Schaap waarbij niet duidelijk is of dat gebeurt tijdens hun loopbaan bij de dienst Ruimtelijke Ordening van de Gemeente Amsterdam.
Schill, Theodoor Gerard (1852-1914). Schill begon zijn bouwkundige carrière met een studie tot civiel en bouwkundig ingenieur aan de Delftse Polytechnische School. Na het afronden van zijn studie was Schill enige tijd werkzaam op een architectenbureau in Wenen. Vervolgens werkte hij enige tijd bij het bureau van Pierre Cuypers waar hij Dirk Hendricus Haverkamp leerde kennen. Omstreeks 1879 van de startten zij een architectenbureau op in de Amsterdamse Jan Luijkenstraat (nummer 20). Zij wonnen de prijsvraag die de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in 1883 had uitgeschreven voor een eigen gebouw. In 1885 was het gereed, Marnixstraat 402 (gesloopt, nu Delamar Theater). Ze pasten meestal een stijl toe ontleend aan de Hollandse, Franse of Italiaanse renaissance. Hun bekendste gebouw in Amsterdam is wellicht gebouw Kosmos op het Koningsplein (1891), de villa aan het Museumplein waarin nu het Amerikaanse consulaat is gevestigd (1912) en sociëteit de Groote Club aan de Dam.
Schmitz, Johan Heinrich (1821-1891) was een Nederlandse architect van Duitse komaf, beginnend als "teekenmeester" en "timmerman". Er is weinig van hem bekend. Hij zou afkomstig zijn uit de omgeving van Keulen en kwam in 1844 in Amsterdam wonen. Hij was met Jan van den Biesen één van de oprichters van de Sint Jozef Gezellenvereniging. Schmitz ontwierp dan ook mee aan de Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging aan de Stadhouderskade. Schmitz wilde in zijn ontwerpen nogal eens uitschieten met overvloedige versieringen.
SeARCH staat voor Stedenbouw en ARCHitectuur en is een toonaangevend ontwerpbureau voor architectuur en stedenbouw gevestigd in Amsterdam met een internationale staf van architecten en professionals die aan projecten over de hele wereld werken. Bjarne Mastenbroek richtte SeARCH in 2002 op en heeft een praktijk gevestigd die wordt gekenmerkt door een voortdurende verkenning van de intieme en wederzijdse relatie tussen architectuur en plaats. Onze projecten zijn op te vatten als landschappen, het meest essentiële en genereuze element. Zonder grenzen zijn landschappen eindeloos en open; ze verbinden architectuur met stedelijk, interieur met exterieur. Door een zorgvuldige afweging van de omgeving kan SeARCH een hoge mate van duurzaamheid en bewustzijn voor zijn projecten introduceren. Als Nederlandse architecten zijn we ons goed bewust van de schaarste aan land en geloven we sterk in het slimmer gebruiken van dit middel om 'de natuur' meer ruimte te geven om te overleven. SeARCH gelooft in samenwerking; met klanten, gebruikers en specialisten. Dit vormt de basis om innovatieve, originele en onverwachte ontwerpoplossingen te creëren. Onderzoek naar nieuwe bouwmethoden, producten en materialen is een natuurlijk verlengstuk van ons werk.
Sevenhuysen, A.J.(August?) (1827-1867) deed zijn opleiding van 1845 tot 1850 aan de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten Amsterdam. Hij was bekend als architect, makelaar en tekenaar. (2023)
Sijmons, Karel Lodewijk (1908-1989). Karel Sijmons groeide op in Helmond als zoon van Dirk Sijmons en Antje van Dijk. Op zijn 12e kreeg hij hersenvliesontsteking waardoor hij vanaf dat moment compleet doof was. Van 1924 tot 1927 volgde hij de ambachtsschool en werkte daarna kort bij de dienst Publieke Werken van de gemeente Helmond. Hier werd hij in 1928 ontslagen, er was in het katholieke Helmond geen plaats voor iemand van protestantse huize. In 1928 verhuisde hij naar Rotterdam waar hij een baan als technisch tekenaar bij het architectenbureau Otto & Logeman combineerde met een opleiding aan de Academie van Bouwkunst aldaar. 1930 volgt ontslag bij Otten & Logeman wegens omslag in denken naar de Nieuwe Zakelijkheid. Aansluitend verhuisde hij naar Amsterdam en ging werken bij architectenbureau Baanders. In 1931 naar de Academie van Bouwkunst in Amsterdam waar hij direct werd toegelaten tot het tweede leerjaar. In dat leerjaar waren de docenten hoogleraren uit Delft die weinig sympathie koesterden voor zijn ontwerpen in de geest van de Nieuwe Zakelijkheid. Zijn resultaten voor dat leerjaar: Hoofdproject (Plan voor een badhuis, begeleid door Prof.Lansdorp), een 2, een kleiner project een 1 en voor interieur een 0. Als architect ging hij uiteindelijk in 1932 aan de slag met twee collega's (Piet Zanstra en Jan Giesen) waarmee hij het bureau Zanstra/Giesen/Sijmons begon. Het eerste grote woningbouwproject dat het bureau binnenhaalde waren de atelierwoningen voor beeldende kunstenaars in de Zomerdijkstraat in Amsterdam-Zuid. Het bureau bleef voortbestaan tot 1954. Als zelfstandig architect bleef hij daarna tot 1989 actief.
Siza Vieira, Álvaro Joaquim de Melo (1933-) is een Portugees architect. Zijn gebouwen genieten wereldwijd bewondering en hij won meermaals internationale architectuurprijzen. Ondanks deze wereldwijde bekendheid bevindt zijn meeste werk zich in en rond Porto waar zijn kantoor gevestigd is. Naast de vele projecten in Portugal is werk van hem te vinden in onder andere Spanje, Duitsland, Argentinië en Brazilië. In Nederland is Álvaro Siza vooral bekend vanwege twee woontorens: de Toren van Siza in Maastricht en New Orleans in Rotterdam. Voor zijn jarenlange bijdrage aan de stadsvernieuwing in Den Haag kreeg hij de Dr. H.P.Berlageprijs 1993. De architectuur van Álvaro Siza heeft grote invloed, hij wordt gezien als een van de belangrijkste architecten van dit moment. Zijn stijl is bijzonder moeilijk te omschrijven. Als hij aan een nieuw project begint start hij met een uitgebreide analyse van de context. Zijn architectuur vloeit voort uit deze analyse. Siza heeft groot respect en interesse voor traditie, hij probeert tradities op te pakken en te ontwikkelen/transformeren. In zijn projecten is altijd iets traditioneels en iets vernieuwends te vinden. Zijn projecten zijn te zien als een poging om een bestaande situatie te ontwikkelen. Siza wordt veelal een minimalist en een expressionist genoemd, hij noemt zichzelf echter een functionalist. (2023)
Slebos, Dirk Laurens Hendrik (Dick) (1923-2011) was een Nederlands bouwkundig ingenieur en stedenbouwkundige. Hij was zoon van Jacobus Christiaan Slebos en Johanna Christina van Dop, wonende Jennerstraat 8hs. Vader (1897-1965) was tussen 1925 en zijn pensioen in 1946 opzichter en architect onder meer bij de Dienst der Publieke Werken. Zelf was Dick Slebos getrouwd met Marijke Treurniet; zij hadden drie kinderen. De stedenbouwkundige werd al tijdens zijn leven verward met zijn even oude volle neef Dick/Dic. Slebos. Deze was architect en onder meer directeur van de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Dick Slebos bracht zijn jeugd door in Amsterdam-Oost, waar hij achtereenvolgens de 3e 5-jarige HBS aan de Mauritskade en tijdens de oorlogsjaren de MTS volgde. Na de oorlog kon zijn wens in vervulling gaan om verder te studeren aan de Technische Hogeschool in Delft, waar hij werd opgeleid tot stedenbouwkundig ingenieur en in 1952 zijn academisch examen haalde. In 1954 werd hij door Cornelis van Eesteren aangenomen bij de afdeling Stadsontwikkeling van de Amsterdamse Dienst der Publieke Werken (verhuisde in 1980 mee naar Dienst Ruimtelijke Ordening), waar hij zijn hele loopbaan bleef, achtereenvolgens onder Van Eesteren, Ko Mulder, Ton de Gier en Ab Oskam. Slebos was daar ontwerper en van 1966 tot 1984 adjunct-directeur. Hij was nauw betrokken bij de grootschalige stadsuitbreidingen van Amsterdam (Westelijke Tuinsteden, Buitenveldert, Bijlmermeer) en maakte bij de Dienst ook de roerige jaren 60 en 70, het verval van de oude stad en – onder de wethouders Jan Schaefer en Michael van der Vlis - de daaropvolgende periode van grootscheepse stadsvernieuwing mee. Slebos vertegenwoordigde de stad Amsterdam in de ISOCARP (International Society of City And Regional Planners), waarvoor hij regelmatig in het buitenland verbleef. Hij werkte aan de inrichting van de recreatiegebieden rond Amsterdam, met name Het Twiske. Na zijn pensionering in 1984, bleef Slebos tot op zeer hoge leeftijd maatschappelijk actief. Zo was hij lange tijd voorzitter van de Amsterdamse Raad voor de Stedenbouw, lid van de monumentencommissie van de gemeente Abcoude (waar hij toen woonde) en bestuursvoorzitter en later erelid van het Fort Abcoude – onderdeel van de Stelling van Amsterdam – waar hij zich inzette voor herbestemming en restauratie. In de jaren negentig deed hij daarnaast onderzoek naar de (verdwenen) buitenplaatsen van rijke Amsterdammers langs de rivier de Angstel tussen Abcoude en Baambrugge, waarover hij een artikelenreeks publiceerde, waaronder een artikel over de buitenplaats Ypenburg en een kroniek van het geslacht Valckenier. (2023)
Slegt, Gerbrand (1677-1739), meester scheepstimmerman. Hij bouwde meerdere schepen voor de Admiraliteit van Amsterdam. Hij was echter niet alleen scheepstimmerman, maar had ook verstand van huizenbouw. Zo bouwde hij zijn eigen huis aan de Hoogte Kadijk en had nog een groot aantal huizen op Kattenburg en Wittenburg.
Slothouwer, Dirk Frederik (1884-1946). Slothouwer, geboren in Nederlands Indië, begon zijn loopbaan in 1905 na de afronding van zijn studie aan de Polytechnische School (TU) in Delft. In 1924 rondde hij zijn doctoraal af met een studie over de Hollandse Renaissance in Denemarken. Hierna werd hij in 1926 bij deze school tot professor benoemd. Maar al eerder deed hij van zich spreken, in 1906 en 1909 deed hij mij aan de Prix de Rome-prijs voor ontwerpers. In 1906 greep hij naast de eerste prijs, die ging naar J.M.van der Mey, in 1909 was het raak met zijn ontwerp voor het gebouw voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Naast vele kleine en groter projecten was hij van 1919 tot 1939 restauratiearchitect van de Dom in Utrecht.
Sluijters, van, Jan Hendrik (1832-1916) volgde in Den Haag de architectenopleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst en werkte als leerling-architect in Brussel. Van Sluijters was tussen 1865 en 1875 in Parijs de ontwerper van meerdere woningen en woningcomplexen. Hij werkte hier voor een rijke clientèle, onder wie baron Van Zuylen van Nijevelt, de Nederlandse gezant in Parijs (5, rue Rougemont), de graaf Van Seebach (31, rue de Courcelles), baron Adelsward, minister van Zweden en Noorwegen (42 Rue Rovico) en graaf De Riant, (14, avenue Roi de Rome). In 1870 is Van Sluijters ook in Nederland actief waar hij in Den Haag op de Laan Copes van Cattenburch drie woonhotels en in Arnhem in de periode 1877-1880, een serie van twaalf Brusselse huizen in de Spijkertraat bouwde. Huizen die werden voorzien van een zogenaamd mansardedak, een uitvinding van de 17e-eeuwse Franse architect Mansarde. Dit is een dakvorm bestaande uit gebroken, naar buiten geknikte vlakken die met leisteen worden afgewerkt. Het doel was tweeledig: er ontstond een diepe zolderetage voor inwonend personeel en deze dakvorm werd niet aangemerkt als een echte verdieping. De hoogte van het aantal verdiepingen bepaalde de breedte van de straat. Belangrijk, want de bestrating werd uitgevoerd voor rekening van de uitvoerende architect en dus deel van de bouwkosten. Van Sluijters ontwierp de nieuwe voorgevel van het voormalige Bible dat in november 1883 gereed kwam. In de nasleep van een suikercrisis in voormalig Nederlands-Indië in 1883 bleek een groot aantal door Van Sluijters in Arnhem gebouwde huizen onverkoopbaar. De hypotheeklasten werden hierdoor te hoog en hij vroeg zelf zijn faillissement aan. (2022)
Smits, Anthonie Pieter (Tom) (1881-1957) Anthonie Pieter Smits werd geboren in Haarlem en was de derde zoon van de kunstboekbinder Johannes Smits en Francina Reyerse. Smits begon zijn opleiding in 1894 in het atelier voor Kerkelijke kunst in Haarlem. Tegelijkertijd was hij leerling aan de School voor bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten, eveneens in Haarlem. Daar volgde hij lessen van K.P.C.de Bazel en J.W.Hanrath. In 1897 vertrok hij naar Amsterdam, waar hij in dienst kwam bij de kunstnijverheidswerkplaats van de firma Wisselingh & Co. Smits werkte er onder leiding van werkmeester J.P.Strijbos. De firma voerde werken uit van onder andere Lion Cachet, Dijsselhof en Nieuwenhuis. In de avonduren volgde Smits de zogenaamde 'Vahanacursus' bij Lauweriks en De Bazel. Zij behandelden oosterse kunst en het ontwerpen op wiskundige basis. In 1900 verhuisde Smits naar Den Haag. Op het bureau van Joh.Mutters werd hij chef de bureau en in de avonduren kreeg hij privé-les van W.van Boven. Bij Mutters maakte Smits kennis met H.Fels, met wie hij in 1906 een architectenbureau begon. Hun eerste landhuizen, zoals Hagheweyde in Warmond en De Spranck en Duynrose in Scheveningen, vertonen typisch Engelse kenmerken, zoals forse bakstenen schoorstenen en zithoekjes met een haard.
Smulders, Vincent Architectenbureau Vincent Smulders BNA is een klein bureau. Het houdt zich hoofdzakelijk bezig met restauratie-, herbestemmings- en groot onderhoudsprojecten. De projecten die het bureau doet, zijn veelal complexe opgaven in binnenstedelijke gebieden. (2022)
Soeters, Sjoerd (1947-) studeerde van 1966 tot 1975 bouwkunde aan de Technische Hogeschool Eindhoven. Daarna werkte hij bij architectenbureau VDL in Amsterdam. In 1979 richtte Sjoerd Soeters samen met zijn vrouw Merle Soeters-Stefels een architectenbureau op dat was gevestigd in hun woonhuis aan de Prinsengracht. Omstreeks 1989 ontgroeide het bureau deze locatie en werd een Baptistenkerk aan de Kerkstraat in Amsterdam verbouwd en in gebruik genomen. Vanaf 1997 werkt Soeters kortere of langere tijd samen in verschillende maatschappen, eerst met Jos van Eldonk. In 2001 trad Dana Ponec tot de directie toe en werd de naam veranderd in Soeters Van Eldonk Ponec architecten. In 2007 heeft Dana Ponec de maatschap weer verlaten, waardoor de naam weer Soeters Van Eldonk architecten wordt. Soeters en Van Eldonk zijn in 2016 ieder een nieuw bureau gestart. Sjoerd Soeters heeft zijn activiteiten voort gezet onder de titel: PPHP, 'Pleasant Places, Happy People'. Vanaf 2019 gaat hij de samenwerking aan met Joep Mollink (voorheen MOPET architecten) onder de naam Mollink Soeters PPHP. Hierin zijn de menselijke maat, het menselijke welbevinden en daarmee een gelukkige samenleving de hoofddoelstellingen. Volgend interview met Sjoerd Soeters stond in NUL20 van juli 2003 en verwoord zijn zienswijze.
Space Encounters is in 2016 ontstaan uit een bundeling van krachten van ILA en MONO architecten. Space Encounters bestaat uit Gijs Baks, Stijn de Weerd, Joost Baks, Remi Versteeg aangevuld met een internationaal team van architecten en ontwerpers. Space Encounters bevrijdt zich van het dogma van strikte functionaliteiten en onderzoekt oude en nieuwe vormen van ruimte en materiaal, vrij van zelf opgelegde lasten. We pretenderen niet dat architectuur oplossingen biedt, maar erkennen dat goede architectuur relevant is. Het vinden van het onverwachtse bruikbare is cruciaal in ons onderzoek. De constante zoektocht naar innovatie en verschillende perspectieven komt tot uiting in zowel de praktijk van moderne technologie als de herwaardering van oude technieken en analoge methoden. Elke verkregen opdracht of genomen initiatief is een aansporing om een toegepast kunstwerk te maken.
Spanjers, Kees C.M.J.G. Spanjers (1954). Zaanen Spanjers cs wordt gevormd rond Kees Spanjers, architect BNA|BNI, directeur en eigenaar van het bureau. Kees studeerde aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving te ‘s-Hertogenbosch, Academie Artibus te Utrecht en de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam, waar hij in 1977 afstudeerde. Mentoren waren ondermeer Jan Rietveld, Dirk van Sliedrecht en Pieter Zaanen. In 1976 startte hij samen met studiegenoot Jaco D.de Visser in Utrecht een eigen bureau voor interieurarchitectuur en kleinschalige architectuur. Deze samenwerking duurde tot 1984. Projecten uit deze periode zijn ondermeer restauraties van woningen in Utrecht en Delft, diverse verbouwingen en inrichtingen van woningen, winkels en kantoren. Van 1977 tot 1984 werkt hij part-time als interieurarchitect-projectleider bij Architectenbureau Pieter Zaanen te Amsterdam. Projecten in deze periode zijn ondermeer de restauratie van het voormalig veilinghuis Frascati in Amsterdam tot theatercomplex, restauraties van woningen en verbouw theater de Balie.
Spijker, Erwin is geboren en getogen in Amsterdam. Hij studeerde in 1992 af aan de Academie van Bouwkunst waar hij Wim Lindenbergh heeft leren kennen. Voor de oprichting van Studio Y heeft Erwin ruime ervaring opgedaan in de meest uiteenlopende projecten bij verschillende architectenbureaus als Bom & Ingwersen, ACE, Cees van der Goes, en OIII. (2024)
Sprietsma, Simon deed zijn opleiding aan de TU Delft richting architectuur en bij het Berlage Instituut. Hij specialiseerde in architectuur voor de openbare ruimte als pleinen, straten, bruggen en straatmeubilair. Hij is sinds 2000 werkzaam als hoofdontwerper bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam en sinds 2003 ook als directeur van Simon Sprietsma Stadslandschappen. (2022)
Springer, Jacobus Bernardus (Ko) (1854-1922) was een zoon van architect Willem Springer (1815-1907) en een broer van architect Johannes Ludovicus Springer (1850-1915). Ko Springer was jarenlang als architect in dienst van de Afdeling Gebouwen van de Dienst der Publieke Werken waar hij uiteindelijk de positie verwierf van hoofd van de afdeling als opvolger van architect Leguyt. Leguyt oogstte niet veel waardering voor zijn werk; miskenning was herhaaldelijk zijn deel. Ook Jacobus Springer zou het niet lukken om de Amsterdamse overheidsgebouwen een duidelijke signatuur te geven. In samenwerking met zijn broer J.L.Springer (1850-1915) en met A.L.van Gendt (1835-1901) bouwde hij de Stadsschouwburg. Na het in dienst treden in 1907 van A.W.Bos (geb.1860) en in 1911 van J.M.van der Mey (1878-1949) pasten Springers opvattingen over bouwkunst niet meer bij de Dienst en in 1915 volgde zijn ontslag.
Staal, Arthur (1907-1993) was een Nederlands architect. Arthur Staal bezocht de Gooische HBS te Bussum. Daarna ging hij studeren aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem, de mts voor Bouwkunde te Utrecht en het Voortgezet Hooger Bouwkunst Onderricht te Amsterdam. Hij startte zijn carrière als architect in 1930. Staal behaalde in 1935 de gouden medaille van de Prix de Rome voor bouwkunst. Hij werkte aanvankelijk samen met zijn vader en ontwierp veel kantoorgebouwen, waaronder de kantoortoren uit 1971 voor Koninklijke Shell in Amsterdam-Noord aan het IJ, kantoorgebouw Metropool te Amsterdam (1964), scholen en grote naoorlogse wederopbouwprojecten in onder meer Utrecht, Amstelveen en Amsterdam. Ook ontwierp hij het cultureel centrum De Brakke Grond in Amsterdam (1981). Zijn stijl was gematigd functionalistisch, soms wat gemaniëreerd. In eerste aanleg was vooral Le Corbusier het grote voorbeeld voor Staal. Staal was een van de voormannen van het nieuwe bouwen. Hij wilde deze stijl introduceren in het genootschap Architectura et Amicitia, waarvan hij in 1931 voorzitter werd. Toen dit niet lukte, heeft Staal zich met de architecten Albert Boeken, Piet Zanstra, Jan Giessen en Karel Sijmons verenigd in Groep '32. Na twee jaar sloot Groep '32 zich aan bij de architectenverenigingen De 8 te Amsterdam en Opbouw te Rotterdam. Na enkele jaren scheidde Groep '32 zich hiervan weer af, omdat Staal en zijn medestanders van mening waren dat de uiteindelijke vorm van een gebouw mede werd bepaald door esthetische, en dus niet uitsluitend door functionele en bouwtechnische, overwegingen, waarbij ook de klassieke oudheid een inspiratiebron kon vormen. Dit was tegenstrijdig met de door De 8 en Opbouw gehuldigde strikt functionalistische architectuuropvatting.
Stalpaert, Daniël (1615-1676). Daniel Stalpaert werd in Amsterdam geboren als de oudste zoon van Maeyken de Walperghen en de landschap- en zeeschilder Pieter Stalpaert (1571/2-voor l639). Danieël Stalpaert zal bij zijn vader in de leer geweest zijn, want bij zijn ondertrouw in 1639 noemde hij zichzelf schilder. Stalpaert kon blijkbaar niet voldoende de kost verdienen met schilderen want enige maanden na de geboorte van zijn dochter (1640) werd hij ingeschreven in de registers van het makelaarsgilde. Bekend is een notariële akte waaruit blijkt dat hij in deze makelaar in aandelen was.
Stam, Martinus Adrianus (Mart) (1899-1986). Stam was meubelontwerper en architect. Hij was een vertegenwoordiger van het Nieuwe Bouwen. Aanvankelijk was hij communist en heeft in 1920 zes maanden gevangengezeten wegens dienstweigering. Hij was de ontwerper van de eerste achterpootloze, stalen buisstoel of de Freischwinger (1926 in Stuttgart). Stam was van mening dat de functionaliteit en de uitvoerbaarheid van een gebouw voorop stonden. Het gebouw moest de mens dienen. Met deze visie kon hij terecht in de Sovjet-Unie van Stalin, waar hij van 1930 tot 1934 werkte. In 1935 was hij terug in Amsterdam en ontwierp een serie drive-in woningen aan de Anthonie van Dyckstraat. Voor dit vernieuwende ontwerp ontving hij veel lof. Van 1934 tot 1948 was hij directeur van het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs. Als directeur van de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam was hij weinig geliefd wegens zijn autoritaire optreden. Hij vertrok in 1948 naar de Sovjet-bezettingszone in Duitsland, waar hij een instituut voor industriële vormgeving stichtte en directeur was van de Kunsthochschule Weißensee. Stam moest helpen kunst en industrie te onderwerpen aan het gezag van de communistische partij. Dit viel hem steeds zwaarder en op Oudjaarsdag 1952 keerde hij gedesillusioneerd terug naar Nederland, waar hij echter met gemengde gevoelens werd ontvangen. Hij kwam aanvankelijk in dienst bij Merkelbach en Elling maar begon al spoedig weer voor zichzelf. Opdrachten die hij kreeg kwamen vooral via Benjamin Merkelbach, die een leerling van hem was geweest. Onder de projecten die hij in deze periode in Amsterdam realiseerde waren het kantoorgebouw voor de 'De Geïllustreerde Pers' aan de Stadhouderskade (1957), een flatgebouw aan de Beethovenstraat 'Princesse Flats' (1961) en een woontoren aan de Linnaeusstraat (1962). Na een ziekte sloot hij in 1966 zijn bureau en trok zich met zijn tweede vrouw terug in Zwitserland waar hij in Goldach overleed.
Steenbruggen, Steven is architect/eigenaar van Studio Steenbruggen. Hij is verantwoordelijk voor de transformatie van het Volkskrantgebouw tot Volkshotel, dat meer biedt dan alleen hotelkamers: het is een multifunctioneel gebouw dat diverse uitgaansgelegenheden, een winkel, co-working ruimten en studio’s samenbrengt onder een dak. Met de diverse nieuwe gebruikers kreeg Steenbruggen te maken met even zoveel wensen en technische eisen. De bovenste verdieping was al betrokken door club Canvas, maar die moest geluidsdicht worden in verband met de hotelkamers eronder. Het architectenbureau heeft een doos-in-doosconstructie gemaakt, waardoor nu zonder overlast flink veel meer decibellen kunnen worden geproduceerd. Tegelijkertijd is door het optillen van de vloer een mooie omloop ontstaan, die de bezoekers een fraai uitzicht over de stad geeft. Zo is er steeds geprobeerd technische weestand op te lossen op een manier die ook een ruimtelijke kwaliteit toevoegt. De transparantie en strakke, horizontale geleding van de gevel is behouden, maar is wel compleet vernieuwd waarbij de betegeling heeft plaats gemaakt voor stucwerk.
Steenhuis Bukman architecten is in 1989 opgericht en een middelgroot architectenbureau. Hun werkterrein is breed en varieert van kleinschalige/binnenstedelijke woningbouw tot stedenbouwkundige masterplannen. Mark Bukman studeerde aan de University of Leicester (1989) en TU Delft (1992). Hij was als architect/bouwkundige werkzaam bij Lafour & Wijk Architecten (1991). Vanaf 1993 tot 2005 werkte hij bij Roelf Steenhuis Architekten en was van 1996 tot 1999 mede-eigenaar van Bukman Van Breugel Architecten. Sinds 2005 is Mark eigenaar van Steenhuis Bukman Architecten. (2021)
Sterenberg, Dirk Louis (1921-1996) was architect en beeldhouwer, die na een periode bij de Dienst der Publieke Werken als zelfstandig (brug-)architect is gaan werken. Als zodanig heeft hij meer dan 200 bruggen op zijn naam staan. Voor enkele bruggen in Amsterdam, zoals de Hortusbrug, Vaz Diasbrug en Latjesbrug heeft Sterenberg, als bouwkundig ontwerper, samengewerkt met Herman van der Heide, als ontwerper van de brugleuning. Ook van zijn hand is de Walter Süskindbrug (1972). Verder ontwierp hij verschillende brugwachtershuisjes. Hij was actief lid van de Liga Nieuw Beelden. (2023)
Sterenberg, Jan Johannes (1923-2000) liet in de periode 1956-1990 overal in Nederland zijn sporen na en was een van Nederlands vurigste pleitbezorgers van betere, goedkopere en seriematige woningbouw in een sobere, functionele architectuur. Begonnen als ontwerper van ruim opgezette bungalows in Ter Apel, groeide Sterenberg uit tot bouwer van grote woningbouwprojecten, inclusief de stedenbouwkundige planning daarvan. Zo werd Sterenberg de uitvinder van het woonerf. Hij bouwde eerst in Emmen (vooral Emmerhout) en Groningen (Lewenborg), gevolgd door onder meer woningbouwprojecten in Den Bosch, Apeldoorn, Zoetermeer, Lelystad en de Bijlmermeer. Sterenberg profiteerde van de bouwexplosie eind jaren ’60. Vanuit het kleine kantoor in Ter Apel groeide in de jaren ’70 zijn bureau met 120 mensen in dienst razendsnel uit tot een groot, landelijk bekend architecten- en ingenieursbureau.
Stigt, van, Joop (1934-2011) is in 1966 met architectenbureau J.van Stigt gestart. Van Stigt leerde het vak van architect met de hand, in plaats van naar het gymnasium te gaan, leerde hij het vak van timmerman. Van Stigt begon zijn carrière bij Alexander Bodon en Aldo van Eyck, en won als jonge architect in 1962 de Prix de Rome.
Stillmann, Johann (1856-?), Deens architect, zoon van architect Johan Andreas Stillmann (1822-1875) en Laura Jamine Henriette Stramboe. Hij trouwde in 1882 met Maria Theresia Alberdina Greiner, dochter van Albert Greiner, fotograaf, en Antonetta Geertruida Storm. Zij woonden op de Nieuwendijk 60, 88 en 121. Hij is in 1887 uit Amsterdam verhuisd. (2022)
Straaten, van, Jacobus Augustinus (Jacques) (1862-1920) werd in Utrecht geboren in een katholieke familie van architecten en andere creatievelingen. Zijn vader had de leiding over een deel van de uitbreiding van Utrecht en Jacques was eind 19e eeuw onder meer betrokken bij het nieuwe ontwerp voor het kasteeldorp Haarzuilens, het raadhuis aldaar ontwierp hij samen met Joseph Cuypers. Op 17-jarige leeftijd haalde Van Straaten in Amsterdam zijn hbs-diploma en kwam in de leer bij het bureau van Pierre Cuypers, toen verreweg de belangrijkste architect van Nederland. Jacques’ tekentalent werd er hoog aangeslagen, en zou zijn hele leven worden geroemd. In 1883 trok hij naar Londen, waar de architectuur net een klein golfje van Hollandse invloeden onderging. Hij kwam onder de hoede van de vooraanstaande architect Colonel Sir Robert William Edis, die onder meer een aantal grote hotels en herenclubs op zijn naam heeft staan. Vanaf 1885 volgde Van Straaten een avondstudie architectuur aan de Royal Academy, een van de eerste architectenopleidingen van academisch niveau. Een medestudent was de twee jaar oudere Amerikaan Richard Clipston (‘Clip’) Sturgis. Vooral hij zal eraan hebben bijgedragen dat Van Straaten in de Verenigde Staten terechtkwam. De twee maakten een studiereis door Europa en daarna Amerika. Eind 1886 vestigde Van Straaten zich in Boston, waar de welgestelde familie Sturgis vandaan kwam. Zijn lidmaatschap van de Boston Society of Architects toont aan dat hij vanaf 1888 geen assistent of tekenaar meer was, maar volwaardig architect. Boston gold in die tijd als het culturele en intellectuele centrum van de VS: het ‘Athene van de Nieuwe Wereld’. Lange tijd was het de enige Amerikaanse stad met een bouwkundeopleiding, bakermat van het Moderne Bouwen. In 1892 kwam hij terug naar Nederland. Hij vestigde zich in 1898 als zelfstandig architect in Amsterdam en bouwde een klein kantoor op, waar onder meer Henrik Th.Wijdeveld als jongste bediende zijn zeer lange loopbaan begon. Van Straaten trouwde een jaar later met Maria Povel (1874-1943). Zijn eerste Amsterdamse gebouw was de rijwielfabriek Simplex aan de Overtoom (1896). Erg stijlvast was Van Straaten niet. Soms bouwde hij ineens in streng-classicistische stijl, mogelijk omdat zijn opdrachtgevers dat zo wilden. Een mooi voorbeeld staat achter het Rijksmuseum: het woonhuis uit 1911 voor de schatrijke antiquaar A.W.M.Messing, Johannes Vermeerstraat 2. Minder duidelijk van stijl is het pand dat Van Straaten in 1912 ontwierp voor de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, op de hoek van de Hendrik Jacobszstraat met de Valeriusstraat. In de stallen en garages zit tegenwoordig een supermarkt. Jacques van Straaten deed meerdere projecten voor Arthur Isaac, de tweede directeur van de begin 20ste eeuw sterk opkomende Bijenkorf. Zo bouwde hij in 1911 op de Nieuwendijk bij de Dirk van Hasseltssteeg, waar Simon Philip Goudsmit in 1869 zijn allereerste manufacturenwinkeltje De Bijenkorf had geopend, het Groot Bioscoop Theater. Anders dan de naam suggereert, was het een betrekkelijk klein theater, dat al snel Luxor ging heten. In 1976 werd het afgebroken. In 1908 werd op het perceel Nieuwendijk 144 de bouw van een nieuw pand voor de snel expanderende Bijenkorf aanbesteed. Van Straaten kreeg de ontwerpopdracht. Maar de plannen voor de Nieuwendijk werden geannuleerd en Van Straaten kreeg in 1910 de opdracht voor een volledig nieuw pand, aanvankelijk met winkels op de begane grond en te verhuren kantoren op de bovenverdiepingen aan Dam en Damrak. Hoewel De Bijenkorf (1911-1914) tegenwoordig gezien wordt als het magnum opus van Jacques van Straaten, is de term zwanenzang eigenlijk beter op zijn plaats. Na voltooiing van het eerste ontwerp raakte hij in grote persoonlijke problemen. Zijn huwelijk liep spaak en hij raakte daardoor aan de drank – of omgekeerd. De opdrachtgever haalde hem van het project. Zelfs kwam het bijna tot ontslag, maar Arthur Isaac schrok daarvoor terug, omdat hij vreesde dat geen architect in Amsterdam het project zou willen overnemen. In plaats daarvan kocht hij Van Straaten voor fl. 50.000,- af en creëerde hij de nieuwe functie van uitvoerend architect voor de chef de bureau van Van Straaten, B.A.Lubbers. In 1915 bepaalde de rechter zelfs dat Lubbers zich officieel de ontwerper van De Bijenkorf mocht noemen; gelukkig hebben de architectuurhistorici zich daar nooit iets van aangetrokken.
Straaten, van, Johannes (1781-1858) werd voor architect opgeleid en vestigde zich in 1806 te Amsterdam. Hij was ook timmerman en makelaar in huizen. Onder de door hem tot stand gebrachte bouwwerken verdienen genoemd te worden: in 1821 een winkelhuis aan de Nieuwendijk te Amsterdam, een buitenplaats voor W. van Loon te 's Graveland, het gebouw voor het Leesmuseum en verschillende kerken te Amsterdam. Hij voerde het ontwerp der Mozes- en Aäronkerk te Amsterdam van Tieleman Franciscus Suys uit. Met zijn schoonzoon J.J.Offenberg bouwde hij de kerk de Zaaijer te Amsterdam. Langzamerhand kreeg hij ook als aannemer veel werk. Een deel van de Amsterdamse Beurs is door hem aangenomen.
Strauss, Jacu (1981) is geboren en opgegroeid nabij de Kalahari-woestijn in Zuid-Afrika, en leerde zichzelf schilderen, tekenen en dingen bouwen. Van daaruit ontwikkelde het zich. Hij had het gevoel dat architectuur iets voor hem was, omdat het een grotere paraplu is van zoveel ontwerpmogelijkheden en hij wilde hebzuchtig zijn en alles doen. In 2008 is Jacu afgestudeerd aan de Bartlett School of Architecture in Londen, ‘s werelds beste architectuurcollege. Toch stond op dat moment niemand in de rij voor architecten, de wereld was net in financiële crisis. Na meerdere gesprekken en sollicitaties bij Tom Dixon ging Jacu bij hem aan de slag als interieurarchitect. Samen schreven zij in op een klus voor het Sea Containers Hotel in Londen. Hier had Strauss zijn metier gevonden. Jacu zegt hierover: “Hotels zijn iets voor de lange termijn; Ik hou er echt niet van dat interieurdesign soms bijna als fast fashion kan worden gezien. Ik hou ervan om iets te ontwerpen dat langer meegaat.” Strauss richtte samen met de eigenaren van Sea Containers de Lore Group op en werd hier creatief directeur: “Ze kochten nog een hotel in Amsterdam en ze wilden dat ik daar de leiding over zou nemen. Het was mijn eerste project onder mijn eigen naam.” Sindsdien hebben ze historische hotels met een fantastisch ontwerp geopend, waaronder de Pulitzer in Amsterdam, de hotels Riggs en Lyle in Washington DC en One Hundred Shoreditch in Londen. Hoewel een deel van het plezier van het bezoeken van de hotels van Strauss bestaat uit het spotten van een vintage Verner Panton-stoel of een 18e-eeuwse console, is het ook de moeite waard om op te merken dat het merendeel van het meubilair in de hotels noodzakelijkerwijs modern is en dat het grootste deel door Strauss zelf is ontworpen. Zijn benadering van het design voor al hun hotels is dat het verhaal centraal staat. “Storytelling is van fundamenteel belang bij design – het raakt zoveel dingen. Wat al onze hotels met elkaar verbindt, is dat ze allemaal hun eigen verhaal te vertellen hebben.” Jacu Strauss kn zich niet vinden in ontwikkelingen die erfgoed volledig terzijde schuiven en geen rekening houden met het grotere geheel. Wanneer design wordt misbruikt om dingen te creëren die niet voor de mensen zijn en die het erfgoed, de geschiedenis of het karakter niet respecteren. Of wanneer de natuur als gimmick wordt gebruikt of iets totaal misplaatst voelt.
Streng, van der, Jan (1695-1762) was de zoon van timmermansbaas Pieter van der Streng (1662/3-1713) en evenals zijn vader timmermansbaas. In deze hoedanigheid werkte hij als hoofdtimmerman voor het St.Pietersgasthuis en als aannemer en architect/bouwmeester. In 1756 kocht hij de buitenplaats Hochepied of Patna zoals in de overdrachtsakte na zijn overlijden de buitenplaats wordt genoemd. Enkele decennia later zal de naam veranderen in Sparrenheuvel. (2023)
Studio Y begon in 1997 als een klein bureau aan het IJ door twee architecten Erwin Spijker en Wim Lindenbergh. Het bureau kenmerkt zich door de uitvoerbaarheid van de ontwerpen wat keer op keer een prachtig resultaat oplevert, waar onze klanten enthousiast van worden. De architecten schrijven zelf: “Elk project is een uitdaging en een kans om ruimtes te maken waar gebruikers zich thuis voelen en waar zij een goede herinnering aan overhouden. In onze architectuur streven we er naar om de relatie tussen gebouw en omgeving vanzelfsprekend en tijdloos te maken. Ook de indeling en benadering van een gebouw krijgen hierbij grote aandacht. Elk project heeft een eigen aanpak wat voor ons betekent dat wij gebruik maken van alle beschikbare ontwerpmiddelen en materialen; van traditionele ambachtelijkheid tot en met extreme moderniteit. In alle gevallen wordt door ons ingezet op duurzaamheid, vitaliteit en flexibiliteit. Een gebouw is geen wegwerpproduct, maar moet zich wel en gemakkelijk kunnen aanpassen aan de tand des tijds”. (2024)
Studioninedots is in 2011 opgericht door Albert Herder, Vincent van der Klei en Metin van Zijl. Zij centraliseren de wensen en rollen van de mensen die de ruimte zullen bezetten en creëren zo zinvolle plekken die een positieve invloed hebben op het dagelijks leven. Door contextbewustzijn, heldere ingrepen en liefde voor detail en ambacht streven zij er naar om plekken te vormen met een intrinsieke schoonheid. Het werk varieert van particuliere huizen en wooncomplexen tot commerciële gebouwen en stedelijke masterplannen. (2023)
Studiospacious is een jong bureau van twee architecten, Freddy Koelemeijer en Coen Smit, die meer dan 10 jaar ervaring hebben in het ontwerpen van gebouwen in de stad. Zij hebben bij gerenommeerde Amsterdamse architectenbureaus gewerkt aan woningbouwprojecten, hotels, kantoren, zorgwoningen, interieurs en scholenbouw. Studiospacious is opgericht in 2016 en werkt aan projecten op het gebied van architectuur, stedenbouw, interieur en meubelontwerp. Freddy is allround, altijd op zoek naar de geëigende logica van een project en gek op deadlines. Coen is een organisator die alles in het werkt stelt om een proces succesvol te laten verlopen. Hij is sterk in het bedenken van concepten en het doorvertalen ervan naar een consistent ontwerp. De afgelopen jaren heeft hij zich daarnaast geconcentreerd op de organisatorische en programmatische kant van projecten. Naast zijn werk als architect is hij als gastdocent betrokken bij het architectuuronderwijs. (2021)
Stuyt, Jan (Purmerend 1868 – Den Haag 1934) was een Nederlands architect. Hij geldt als één van de belangrijkste Nederlandse kerkenbouwers van de 20e eeuw. Voor het katholieke volksdeel ontwierp hij bovendien kloosters, ziekenhuizen en scholen.
Suys, Tieleman Franciscus (1783-1861) was hofarchitect van de koningen Willem I en Leopold I, en een belangrijk vertegenwoordiger van de neoclassicistische bouwkunst zowel in België als in Nederland. Hij was echter ook een van de eersten die eclectische gebouwen ontwierp. Hij studeerde aan de Academie in Brugge (1800-04), aan de École des Beaux-Arts in Parijs (1805-1812), en, na het winnen van de Prijs van Rome (1812), in Rome (1813-17). Hij bestudeerde er de klassieke gebouwen. Vanaf 1820 werd hij directeur van de Academie voor schone kunsten in Amsterdam. In 1825 werd hij architect van koning Willem I. Hij realiseerde woningen in Nederland en ontwierp verschillende Waterstaatskerken, zoals de Mozes en Aäronkerk (1837-1841) en De Star (1848-1849). Hij leidde de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk na een brand (1823-1826). Zijn oeuvre getuigt van de overgang tussen classicisme en een meer moderne architectuur, beïnvloed door de Italiaanse renaissance. Hij streefde naar eenvoud en harmonie.
Swanenburgh, Gerrit Barentsz (1605-1669) was architect, ingenieur, en tekenaar. Swanenburgh werd in januari 1654 aangesteld als stadstimmerman en tevens benoemd als 'opsiender op de stadtswercken en arbeijts volck’, het stadsfabriekambt, de voorloper van Publieke Werken. Met Swanenburgh als hoofdopzichter over alle werken kreeg Stalpaert zijn handen vrij om zich te richten op het afbouwen van het Stadhuis en op andere architectuuropdrachten. Het was Swanenburgh die de Muiderpoort ontwierp. Waar Stalpaert tijd kreeg om zijn opdrachten uit te voeren lijkt het erop dat Swanenburgh nu te veel hooi op zijn vork had. In ieder geval is hij in 1668 gestopt met werken en overleed hij kort daarna. De controle op allerlei groepen arbeiders had hem naast zijn ontwerpwerk uitgeput. Dat de controle nodig was, maar niet altijd afdoende, bleek wel toen 10 jaar na zijn dood een groot deel van de muur bij de Muiderpoort instortte en de poort deels meenam.
Tangram architekten. Charlotte ten Dijke en Bart Mispelblom Beyer hebben elkaar ontmoet tijdens hun studie architectuur en bouwtechniek aan de Technische Universiteit Delft. Als studenten maakten ze samen toneeldecors voor (muziek) theaterproducties. In 1985 studeerden ze beide cum laude af en werkten vervolgens voor verschillende architectenkantoren. Het winnen van Europan 1, een tweejaarlijkse Europese ontwerpwedstrijd voor jonge architecten, met een gedurfd ontwerp voor flexibel wonen in Den Haag, werd de start voor een eigen bureau. In 1990 werd TANGRAM architectuur en stedelijk landschap opgericht. (2021)
TBE Architekten is gevestigd in Volendam en bestond uit Jack Tol en zijn beide compagnons, de heren Bond (overleden) en Eeltink die zijn eigen weg is gegaan. Jack Tol bundelde in 2013, na 18 jaar TBE Architecten, zijn kwaliteiten en krachten met Edwin Veerman en Bert Verweij van Zeeman Architekten uit Hoorn. Laatst genoemde firma zat in 2013 in zwaar weer. Edwin en Bert gingen met Jack in gesprek en ze waren er snel uit. TBE bood de groeimogelijkheden waar ze naar op zoek waren en Jack vormde een welkome aanvulling op hun team. In augustus namen ze de aandelen over van Bond en Eeltink en per 1 oktober 2013 zijn we gevestigd in Volendam. Sindsdien heet de onderneming TBE-ZA Architecten. In 2014 sloot projectarchitect Ewoud Blok (voormalig Alt-M Architecten) zich aan bij TBE-ZA architecten en ingenieurs en in 2016 trad Karel Maessen March in dienst als architect en directielid.
Te Kiefte Architekten is sinds 1987 het architectenbureau van Henk te Kiefte in Borne (Overijssel). (2021)
Tétar van Elven, Henricus Martinus (1827-1899), zoon van Martinus Gerardus (1803-1882) woonde in wijk N, Geldersekade 363 en was architect en graveur. Van zijn kinderen is alleen zijn zoon Johannes Franciscus (Jan) gehuwd. Van hem zijn nog nakomelingen in leven, via zijn buitenechtelijke zoon Henri Paul Tétar van Elven. Diens kinderen vormden de vijfde en tevens laatste generatie van de familie Tétar van Elven. (2022)
Tétar van Elven, Martin Gerard (1803-1882), Nederlandse architect getrouwd met Johanna Francisca (Francoise) Abadie. Ze kregen samen 15 kinderen.
Thijssen architects is in 1997 opgericht door René Thijssen. Voordien werkte hij bij Wiel Arets architect & associates (1993-2007) en van 1992 tot 1993 bij Benthem Crouwel & Naco en Neutelings & Roodbeen architecten. Hij volgde zijn opleiding aan de Hogeschool Zuyd richting Built Environment (1984-1988) en daarna aan de TU Delft richting architectuur (1988-1992). (2021)
Thisisjane is sinds 2008 het ontwerpbureau van interieurarchitect Janneke Hooijmans. (2021)
Tholens, Karel Petrus (1882-1971) is een zoon van Cornelis Theodorus Tholens en Christina van Vuuren. Hij kreeg zijn opleiding bij Anton J.Joling. Als architect werkt hij voor overwegend rooms-katholieke opdrachtgevers en ontwerpt een groot aantal kerken, kloosters, scholen, woonhuizen en bedrijfspanden. Vanaf 1904 woont hij in Amsterdam, waar hij veel gebouwd heeft. Zijn belangrijkste werken zijn tijdens het interbellum gerealiseerd: het klooster De Voorzienigheid aan de Elandstraat (1924-1926), de Chassékerk (1926) 2007 gesloten, de monumentale Sint-Augustinuskerk (1930-1932) gesloopt in 1976, de Sint Stephanuskerk (1932-1933) en de voormalige rooms-katholieke Ambachtsschool Don Bosco (1933-1935) gesloopt in 2005. Tholens' naam is ook verbonden aan twee belangrijke naoorlogse Amsterdamse kerken: de Sint-Josephkerk (1951-1952) samen met G.H.M.Holt en de Christus-Koningkerk (1957-1959), samen met H.J.van Balen.
Tiemens, H. is een architectenbureau in Emst (Gelderland). (2021)
Tijmann, Friedrich Wilhelm (1899-1941) bouwkundige, makelaar. (2023)
Tony Fretton Architects werd in 1982 opgericht en wordt geleid door Tony Fretton en Jim McKinney. Het bureau heeft een gerenommeerde internationale reputatie opgebouwd door een hoge ontwerpkwaliteit en professionalisme. Op internationaal niveau bezorgen zij de klanten ‘best practice’ in ontwerp, organisatie en constructie. Zij leveren een constante ontwerpkwaliteit en projectrealisatie in relatie tot de plaatselijke regelgeving en cultuur. (2023)
Tuinman, Martinus meester-metselaar. We zien in de 16de, 17de en 18de eeuw regelmatig timmermannen of metselaars optreden als ontwerper en bouwer van huizen. (2023)
Tonini, Orio is architect, designer, Italiaan en Amsterdammer. In die volgorde. Hij ontwikkelde voor Orac Decor het L3-concept bestaande uit 4 modernistische profielen ontworpen voor de integratie van indirecte LED-verlichting. Ook Stepsis van zijn hand en bestaat uit een reeks van 4 strak vormgegeven profielen met elk een eigen karakter en functie zoals een originele border, een strakke kroonlijst en een praktische oplossing om een gordijnrail of LED-verlichting achter te verbergen. (2021)
Ulrich, Willy Arendinus (1922-?) werkte met Berend Kamphuis samen in hun architectenbureau van 1956 tot 1977. (1922)
Van der Waals/Zeinstra architekten Anke Zeinstra studeerde van 1978-1986 aan de Technische Universiteit Delft Bouwkunde met afstudeerrichting: architectuur en stedebouw. Vanaf 1982-1986 werkte zij bij van Gool, de Bruijn, Peereboom Voller Architecten als ontwerper. In 1988-1990 werkte zij samen met Marian van der Waals en Marlies Rohmer in Dynamo architekten. Zij was docent aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam van 1988-1994.
Van Herk en De Kleijn architecten Arne van Herk (1944) richt in 1976 samen met Cees Nagelkerke (1944) het architectenbureau Van Herk en Nagelkerke op. In 1978 voegt Sabien de Kleijn (1946) zich bij hen en heet het bureau Van Herk, Nagelkerke en De Kleijn. Na het vertrek van Nagelkerke in 1983 krijgt het de naam Van Herk & De Kleijn. Het bureau zal later Van Herk De Kleijn Schroeder & De Jong architecten bv worden en heet in 2021 SJO architecten. (2021)
Van Sambeek en Van Veen architecten Het bureau heeft veertien bruggen ontworpen voor het Haveneiland van IJburg. Het ureau is gesticht door René van Veen (1940-2020) en Erna van Sambeek (1950). In 2009 gaat het bureau failliet ten gevolge van uitgestelde projecten in verband met de economische crisis. Hierna gaat het bureau afgeslankt en onder de nieuwe naam Van Sambeek Architects verder. Het bureau lijkt in 2021 niet meer onder deze naam te bestaan. (2021)
Vandenhove, ridder, Charles (1927-) is een Belgisch architect. Het architectenbureau Charles Vandenhove et associés is gevestigd in Luik. In 1945 studeerde Vandenhove af aan de Luikse hogeschool Saint-Luc en in 1951 aan de hogeschool voor architectuur La Cambre in Brussel. Vandenhove verwierf grote naamsbekendheid met zijn ontwerp voor de universiteitscampus Sart-Tilman van de Universiteit van Luik in de jaren 70. Bij het project Cour Saint-Antoine in de binnenstad van Luik, liet Vandenhove zien dat moderne, functionalistische ideeën kunnen samengaan met respect voor het historische weefsel van oude steden. Vanaf de jaren 90 is Vandenhove vooral actief in Nederland. Veel van Vandenhoves woongebouwen worden gekenmerkt door halfronde zinken daken, Franse balkons en Louvre-luiken. (2021)
VASD bestaat sinds 1997. Het bureau is van Branko Vlamings en Anne van Abkoude. Als architect, interieurarchitect is Branko de specialist op het ruimtelijke vlak. Anne deed de Rietveld Academie en specialiseerde zich in kleurconcepten, vormgeving en social design. Vanuit deze verschillende disciplines leveren zij samen de input voor hun ontwerpen. (2021)
VDM Planontwikkeling VDM (Van der Meer) Groep bestond in 2001 al 120 jaar als familiebedrijf. Het bedrijf was uitgegroeid van een eenmans timmerbedrijfje tot kozijnenfabriek en legde zich in de jaren tachtig en daarna toe op houtskeletbouw. Voor het leveren van maatwerk beschikte het bouwbedrijf binnen de eigen gelederen over architecten die de persoonlijke woonwensen inventariseren, registreren en transformeren. VDM Planontwikkeling was één van de vele werkmaatschappijen van de VDM-groep en ging in augustus 2014 failliet na het faillissement van de moedermaatschappij. De moedermaatschappij heeft in 2014 een doorstart gemaakt en is nog altijd in Drogeham (Friesland) gevestigd. (2021)
Venhoeven, Ton (1954-) studeerde in 1985 cum laude af aan de Technische Universiteit Delft. In 1988 startte hij in Amsterdam een bureau in een maatschap met de Rotterdamse architecten Van Duivenbode en de Jong. In 1995 stapte Venhoeven uit de maatschap en richtte ‘Bureau Venhoeven’ op. In 1998 richt hij ‘Ton Venhoeven C.S. Architekten BV’ (beter bekend als VenhoevenCS Architekten) op. Het werk van VenhoevenCS kenmerkt zich door maatschappelijke en culturele betrokkenheid. Ontwikkelingen op het gebied van de filosofie, hedendaagse kunst, globalisering, duurzaamheid en technologie vinden hun vertaling in de ontwerpen van het bureau. Ton Venhoeven is sinds 2005 hoogleraar architectuurgeschiedenis en -theorie aan de Technische Universiteit Eindhoven. (2021)
Vermeulen, Peter (1948-) is afgestudeerd aan de TU Delft in 1974 als leerling van Aldo van Eyck. (2023)
Versteeg, Gerrit (1872-1938). Versteeg leerde in Delft voor timmerman. Hierna trad hij in dienst bij een architect. Tussen 1901 en 1914 was hij adjunct-directeur van Gemeentewerken in Arnhem. Vervolgens verhuisde Versteeg naar Amsterdam, waar hij in 1914 ging samenwerken met architect Jan Gratama. Samen richtten ze zich op woningbouw. Zij waren onder andere uitvoerder van het stedenbouwkundig plan voor Betondorp. Van 1930 tot zijn dood werkte Versteeg samen met zijn oudste zoon Gerrit Versteeg jr. Hij overleed in 1938 en werd begraven op Zorgvlied.
Verster, Jan (1924-2013). Na terugkomst uit een Duits werkkamp begon Jan Verster in 1946 een studie voor bouwkundig ingenieur aan wat toen nog heette de ‘Technische Hogeschool’ in Delft. Na een paar jaar stapte hij over naar de Academie van Bouwkunst in Arnhem, waar hij zijn VBO-diploma (1953) haalde, en later naar de Academie in Amsterdam waar hij zijn opleiding tot architect afrondde (1956). Tijdens de opleidingstijd in Arnhem is Verster als student werkzaam bij ir.H.Brouwer en ir.J.J.M.Vegter. Bij het bureau van Vegter, Vegter was in die tijd rijksbouwmeester, werkte Verster onder andere mee aan het ontwerp voor het provinciehuis van Arnhem. Tijdens zijn opleidingstijd in Amsterdam tussen 1954 en 1956, verricht Verster werkzaamheden voor het bureau van ir.F.W.de Vlaming.
Vingboons, Justus (ca.1620-ca.1698) was een Nederlands architect. Hij was één van de tien kinderen van de Mechelse schilder David Vinckboons en een jongere broer van de bekendere Philips Vingboons. Justus bouwde net als zijn broer in de stijl van het Hollands Classicisme. Zijn belangrijkste werk is Kloveniersburgwal 29 (het Trippenhuis) te Amsterdam, waarin het Hollandse Classicisme zijn zuiverste en rijkste uitdrukking vindt. De geheel zandstenen gevel is zeer rijk gedetailleerd en heeft acht kolossale Korinthische pilasters met cannelures: een unicum voor een woonhuis.
Vingboons, Philips of Philiphus Vinckebooms (ca.1607-1678) was een Nederlandse architect die behoorde tot de school van Jacob van Campen, het Hollands classicisme. Vingboons was vooral actief in zijn geboortestad Amsterdam en waarschijnlijk een van de eerste architecten, die van zijn werk kon leven.
Visser, Sytze is eigenaar van het in 1984 opgerichte architectenbureau Sytze Visser BV en gevestigd aan de Bloemgracht 86.
Visser Van Aalderen architecten is in 2001 opgericht. In 2007 is het bureau gestopt. (2021)
Vixseboxse, Gerrit Willem (1856-1905) was afkomstig uit Almelo. Hier had hij in 1874 zijn akte voor tekenleraar lager onderwijs gehaald. Hij woonde tussen 1875 en 1877 anderhalf jaar in Amsterdam waar hij als leerling-architect werkzaam was. Vixseboxse trouwde in 1879 in Almelo met A.A.Toorenburgh. Het echtpaar verhuisde weer naar Amsterdam, waar Gerrit begin jaren 1880 actief werd als makelaar. Om bouwkundige bekendheid te krijgen deed hij mee aan prijsvragen. Zo kreeg hij in 1881 fl. 100,- voor zijn ontwerp voor een verenigingsgebouw (niet uitgevoerd), en werd in 1883 zijn ontwerp voor een schoorsteenmantel ook bekroond met een premie. De inzending voor twee scholen voor de gemeente Nieuwer-Amstel won de hoofdprijs: de scholen werden in 1884 gebouwd aan de Derde Schinkelstraat en Gijsbrecht van Aemstelstraat. Het oeuvre van Vixseboxse is niet erg omvangrijk en heeft geen herkenbare eigen stijl. Diverse opdrachtgevers kwamen uit hervormde hoek. Zijn bekendste gebouwen zijn de Muiderkerk (1892) en het winkelpand op de hoek van de Dam en Nieuwendijk (1891). Vermoedelijk was hij bevriend met de fotograaf Jacob Olie, die opvallend veel van zijn werken en ook zijn gezin heeft vastgelegd. Vixseboxse overleed na een lang ziekbed, op een dag na 49 jaar oud. Hij liet een vrouw en vijf kinderen na. (2021)
Vlaardingerbroek, Hans is architect, restauratiearchitect en bouwhistoricus. Hij studeerde Architectuur en Restauratie aan de TU Delft (1983-1989). Sinds 1996 heeft Hans Vlaardingerbroek een grote reputatie opgebouwd door zijn gedegen restauraties, waarbij kennis van bouwhistorie en interieur een belangrijke rol spelen. Sinds 2013 leidt hij het Bureau Vlaardingerbroek, een voortzetting van het Bureau Vlaardingerbroek & Wevers (1996-2013). Zijn bureau is gespecialiseerd in bouwhistorische verkenningen, waardestellingen, adviezen en restauraties. (2021)
VMX Architects is opgericht in 1995 in Amsterdam. Zij ontwerpen en bouwen aantrekkelijke ruimten. Hun missie is de bouwomgeving en daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren. In alle projecten wordt gefocust op de gebruikers en het vereenvoudigen van de interactie tussen mensen. De opvallende kenmerken van onze ontwerpen zijn meestal gemakkelijk te herkennen, de esthetische kwaliteiten vallen vaak alleen in tweede instantie op. VMX Architects is een internationaal werkend, prijswinnend bureau. Onze projecten variëren van de typisch Nederlandse fietsenstalling tot sociale huisvesting. (2021)
Vorkink, Pieter (1878-1960) is in Amsterdam geboren. Zijn eerste bouwkundige vorming krijgt hij op de Industrieschool van de Werkende Stand in Amsterdam. Hij werkt op verschillende architectenbureaus, onder andere bij H.P.Berlage.
Vredeman de Vries, Hans (Leeuwarden, 1527 - Hamburg, 1609). Na zijn schildersopleiding raakt hij al snel geïnteresseerd in architectuur en bestudeert de werken van Serlio en Vitruvius. Hij was architect, vestingbouwdeskundige, kunsttheoreticus, planoloog, tekenaar en schilder en één van de invloedrijkste kunstenaars uit de 16e eeuw vanwege zijn beheersing van het perspectief, zijn publicaties, zijn ontwerpen en versieringen. Vanaf 1555 publiceert hij vele werken over diverse architectonische onderwerpen, waarbij ook zijn ornamentstudies niet onvermeld mogen blijven. Hij ontwierp veel meer dan hij uitvoerde. Er is geen enkel bouwwerk bewaard gebleven dat met zekerheid aan hem kan worden toegeschreven. Doordat zijn boeken op het gedachtengoed van de Romeinse architect zijn gebaseerd, wordt hij ook wel de 'Vitruvius van Noord-Euorpa' genoemd. In 1546 trok hij naar Amsterdam en Kampen, maar verbleef er slechts kort, West-Europa was zijn werkterrein.
Vroegindewey architect. (1923)
Vuyk, Willem Johannes (1855-1918). Tijdens zijn studie was hij reeds aangesloten bij Architectura et Amicitia. In 1877 studeerde hij af aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Tot zijn leraren behoorde August Allebé. De evangelisch-lutherse Willem kwam daarna in dienst bij de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. Hij heeft later een architectenbureau samen met Jan Paul Frederik van Rossem. Zij verwerven in 1887 de opdracht voor de bouw van circustheater Carré.
VVKH Architecten sinds 2018 Studio VVKH geheten. Drie noemers karakteriseren de projecten van de ontwerpende partners van VVKH architecten. Drie aspecten die uiteindelijk de schoonheid van een gebouw bepalen. Het gaat daarbij om de juiste verhoudingen, in een architectuur die duurzaam is en waarin de gebruiker centraal staat. Het werk is modern, vernieuwend en expressief te noemen, en verankerd in een Nederlandse traditie van materiaalgebruik en vormentaal. Ronald Knappers: ‘Het ontwerpproces is een samenspel tussen beide partijen: een ontwerp gaat van grof naar fijn, dat kan alleen met inbreng van de toekomstige gebruiker.’ De bureauorganisatie is opgebouwd rond gelijkwaardige pijlers: architectuur, bouwtechniek en financiën. De kennis en ervaring is in huis om opdrachtgevers vanaf de eerste schets tot en met de technische uitwerking en oplevering bij te staan. De ontwerpende partners onderscheiden zich van elkaar door hun ontwerpstijl.
Walenkamp, Herman Johannes Maria (1871-1933). Herman Walenkamp kreeg zijn opleiding aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus in Amsterdam. Deze school was opgericht op initiatief van Pierre Cuypers. Walenkamp ging vervolgens werken als tekenaar op het bureau van Cuypers, waar hij in contact kwam met Karel de Bazel en Jan Lauweriks. Tussen 1897 en 1902 gaf hij met hen cursussen in de door hen opgerichte theosofische Vahânaloge in Amsterdam (1896-1931) in tekenen, kunstgeschiedenis en esthetica. Hierbij legden zij verbanden tussen een wiskundige architectonische orde, de natuur en de kosmos. Walenkamp was later ook werkzaam op de bureaus van Abraham Salm en Hendrik Petrus Berlage.
Wegener Sleeswijk, Cornelis (1909-1991), architect en hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Sleeswijk was een telg uit het geslacht Sleeswijk, onder wie enkele zeilmakers. Veel van prof.ir.Sleeswijks nieuwbouw betrof (moderne) monumentale gebouwen, hoewel hij ook wel woningbouw realiseerde. De nieuwe Jaarbeurshal aan de Croeselaan in Utrecht (1951–’52) is onder andere van zijn hand. In begin jaren zestig was het kantoor de ontwerper van het Pakhuis Koning Willem I in Amsterdam-Oost. Aan gebouw Astoria (Keizersgracht), toen nog het in 1904–’05 gebouwde jugendstilkantoor van de Eerste Hollandse Levensverzekerings Bank, voegde hij in 1968–’69 aan weerszijden een uitbreiding in dezelfde stijl toe. Sleeswijks restauraties varieerden van (relatief) eenvoudige woonhuizen tot prestigieuze gebouwen. In zijn woonplaats Amsterdam restaureerde hij onder andere het Koninklijk Paleis Amsterdam, de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk.
Weissman, Adriaan Willem (1858-1923). Weissman genoot zijn opleiding bij de stadsarchitecten W.Springer en B.de Greef te Amsterdam. In 1891 werd hij echter door de gemeente Amsterdam eerst ontslagen wegens eigenmachtig optreden, maar in hetzelfde jaar weer in dienst genomen. Als gemeentearchitect ontwierp hij het Stedelijk Museum en de (deels gesloopte) gebouwen op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Ook kreeg hij de opdracht de Waag op de Nieuwmarkt tot archiefgebouw in te richten. In 1895 eindigde zijn functie bij de Publieke Werken, er werd toen geen nieuwe "stadsarchitect" meer benoemd.Van 1891-1894 was Weissman gemeentearchitect van Amsterdam. Weissman ontwierp onder andere het Stedelijk Museum te Amsterdam (1895). Het ontwerp, met de topgevel en het torentje en de combinatie van natuur- en baksteen, verwijst naar de zestiende-eeuwse bouwkunst van de Hollandse renaissance. Daarnaast ontwierp Weissman het eerste concertgebouw 'De Vereeniging' te Nijmegen (1882, ca.1914 gesloopt) en diverse woonhuizen in Amsterdam. (2021)
Wesseling, Rob Wesselink, Rob (1985) studeerde in 2011 af in Architectuur bij de afdeling Interiors, Buildings and Cities aan de TU Delft. Hij deed in 2009 zijn stage bij DKV architecten. Tegelijkertijd nam ik samen met Edward Schuurmans en Sanne van den Breemer aan de Europan prijsvraag voor Duinkerken deel wat ons een 2e prijs opleverde. Bij META architectuurbureau in Antwerpen werkte hij met Duco Uytenhaak. In 2014 keerden beide terug naar Amsterdam waar ze als partners met Rudy Uytenhaak gingen samenwerken. (2023)
Westerman, Arend Jan (1884-1966). Westerman studeerde in 1910 af aan de Industrieschool in Zwolle. Na korte tijd elders te hebben gewerkt trad hij in 1914 in dienst bij de Dienst der Publieke Werken te Amsterdam waar hij tot 1922 werkzaam was. Hier bouwde hij, zoals in de jaren 1910 bij PW gebruikelijk was, in een stijl die nauw verwant was aan de Amsterdamse School. Voorbeelden zijn het bemalingsgebouw aan de Amsteldijk (1919), de badhuizen aan de Diamantstraat en op het Boerhaaveplein (1921), de Vierde Ambachtsschool aan de Postjesweg (1922) en de 1e Openbare HBS en de 2e Openbare Handelsschool aan beide kanten van de Pieter Lodewijk Takstraat (1924), tegenwoordig beide in gebruik bij het Berlage Lyceum. Hierna bouwde hij voornamelijk woningbouwcomplexen, meestal voor particuliere ondernemers en zelden voor woningbouwverenigingen, waarvan het merendeel in Amsterdam en Den Haag staat.
Wichers, Sijtse Johannes Sophius is compagnon bij het architectenbureau C.Wegener Sleeswijk en S.J.S.Wichers. (2021)
Wigman, Hendrik Jan (1850-1931) is geboren in Oeken gemeente Brummen. Over zijn opleiding is niets bekend. Hij was de eerste architect die aan de Willemsparkweg bouwde (13-15, 25-27 en 29-35) en was als toezichthouder betrokken bij de bouw van de Galerij van het Paleis voor Volksvlijt (1883). Hij publiceerde in 1890 een plan voor herbouw van de toen net afgebrande Stadsschouwburg aan het Leidseplein.
Wijdeveld, Hendricus Theodorus (1885-1987) was getrouwd met de celliste Ellen Philippine Kohn en in latere jaren met de actrice Charlotte Köhler. Wijdeveld was gedurende zijn lange leven (hij werd 101) actief als hoofdredacteur, typograaf , ontwerper van boeken, theaterdecors en -kostuums, meubelen en gebruiksvoorwerpen, maar bleef voor alles architect. Hij begon op het architectenbureau van Jacques van Straaten en het atelier van P.J.H.Cuypers. Van zijn hand zijn onder meer bouwblokken aan de Jan van Galenstraat hoek Hoofdweg, Amstelkade hoek Vechtstraat, Amstelkade hoek Holendrechtstraat/Borssenburgstraat en Celebesstraat hoek Insulindeweg (afgebroken in 1991).
Wijngaerden, van, Anthonie meester-timmerman.
Wijnstok jr., J.B.
Wilhem, de, Jacobus meester-timmerman.
Wilkens, W. (1854-1884) architect. Hij werkte na zijn opleiding bij het architectenbureu van Gerlof Salm. Door zijn bemiddeling komt Gerrit van Arkel hier te werken. Wilkens en Van Arkel gaan omstreeks 1883 samen verder onder de naam Wilkens & Van Arkel. Wilkens overlijdt 29 of 30 jaar oud. Van Arkel handhaaft de naam van hun bureau tot 1893.
Willers, Lies is een ruimtelijk ontwerper, die na haar studie aan de Gerrit Rietveld Academie, zich specialiseerde in werken aan openbare narratieve omgevingen. Zij is vooral bekend van tentoonstellingsontwerpen, scenografie, bedrijfsinterieurs en interieurs voor de zorg. Hierbij ligt de focus op gebruikers en publiek. Zij streeft naar betoverende ruimtes en intrigerende details om de inhoud naar het publiek te brengen. Lies vindt een vruchtbare relatie met het team van de klant belangrijk waarmee de identiteit van de opdrachtgever de kernwaarde wordt van haar werk. Alle fasen van haar projecten zijn creatieve, gemeenschappelijke processen, van het eerste contact en onderzoek tot levering en follow-up. Zij biedt het team van de klant op maat gemaakte kaders om de besluitvorming te begeleiden, om prioriteiten te stellen in tijd en geld, om mogelijke hiaten in projectteams te overbruggen, en zal helpen om de wederzijdse doelen en hoge normen te handhaven. Communicatie is tenslotte de sleutel. Zij heeft aan verschillende kunstinstituten gecoacht, lesgegeven en beoordeeld. Momenteel is zij docent aan de Master Interieurarchitectuur aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (2020). Zij voelt zich goed thuis in verschillende rollen, van conceptontwikkelaar, tot ontwerper en creatief directeur, als kwaliteitsgedreven adviseur en praktische projectmanager. Zij werkt graag in creatieve teams en nodigt daarbij vaak andere ontwerpers en kunstenaars uit om met haar aan de projecten te werken. Zij gelooft in no-nonsense, rechtlijnige professionals op alle niveaus. Lies Willers is medeoprichter en directeur van ontwerpbureau OPERA-Amsterdam waar zij samen met Frans Bevers en een breed team ruim 25 jaar gewerkt heeft aan prestigieuze nationale en internationale projecten. In 2012 besloot zij een volgende stap in het leven te zetten en creëerde zij haar eenvrouwsband, waardoor zij de OPERA met succes in handen van de nieuwe eigenaren liet.
Witte, de, Jacob Eduard (1738-1809) was architect en directeur-generaal der stadsbouwwerken (stadsarchitect) van Amsterdam. In die hoedanigheid ontwierp hij de onder meer de hervormde Amstelkerk in Ouderkerk aan de Amstel. Hij trouwde met Anna Johanna Eeninchs (Eenichs of Eenings) uit 's-Hertogenbosch in 1765.
Wolf, de, Lubertus Jacobus Lubertus begon zijn loopbaan als jongmaatje in de bouwvakken en was eigenlijk aannemer. Door een financiële crisis hiertoe genoodzaakt, begon hij in 1908 zelf plannen uit te werken en geleidelijk tekenwerk aan te nemen voor particulieren. Zijn bureau verwierf allengs bekendheid. Behalve verbouwingen ontwierp hij winkelpuien en bouwde hij verschillende woningen en kantoren.
XML architecten wordt geleid door de partners Max Cohen de Lara en David Mulder van der Vegt die het bureau in 2008 hebben opgericht. Naast hun architectuurpraktijk hebben ze les gegeven aan de TU Delft, de Academie van Bouwkunst Amsterdam en het Dessau Instituut van Architectuur. Momenteel zijn beide partners oprichters en directeuren van het tweejarige masterprogramma ‘Designing Democracy’ aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. (2021)
Zanstra, Piet (1905-2003) was een Nederlandse architect en schilder van figuurvoorstellingen en naaktfiguren. Hij werd geboren als zoon van onderwijzer Willem Jans Zanstra en Johanna Gerritsma. Hij volgde een opleiding aan de MTS-Waterbouw in Leeuwarden. Zanstra was getrouwd met de beeldhouwster Margot Zanstra-Wilgenburg (1919-2010). Zij was zijn tweede echtgenote. Uit zijn eerste huwelijk had hij drie dochters. Na zijn opleiding HTS waterbouw in Leeuwarden, werd Zanstra assistent van de architect Dick Greiner. Later werkte hij bij W.M.Dudok aan de Bijenkorf van Rotterdam en bij J.P.Kloos aan de interieurs van het Collège Neerlandais in Parijs.
Zocher jr., Jan David (1791-1870) is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de landschapsstijl. Nog steeds zijn er overblijfselen terug te vinden van zijn parkontwerpen. Als architect van gebouwen heeft Zocher minder geluk gehad: veel van zijn gebouwen hebben de verandering van smaak in de loop der jaren niet overleefd.
ZZDP Architecten In 1954 richtte architect Piet Zanstra een eigen architectenbureau op. Piet Zanstra was reeds bekend geworden met de atelierwoningen, die hij tijdens zijn associatie met Giesen en Sijmons (1932-54) realiseerde. In 1966 trad Peter de Clercq Zubli toe tot de maatschap van het bureau en werd de naam veranderd in Zanstra, Gmelig Meyling, de Clercq Zubli. Na het vertrek van Piet Zanstra in 1980 besloten Peter de Clercq Zubli en Hans van den Oever de naam wederom te wijzigen en kozen voor de befaamde afkorting ZZOP, die landelijk grote bekendheid kreeg, met name door het enorme oeuvre kantoorgebouwen, dat in de jaren tachtig en negentig door het bureau werd neergezet. In 1990 scheidde Hans van den Oever zich af en associeerde Peter Zubli zich met architect Tom van der Put in ZZ+P . In de jaren daarna veranderde het bureau van signatuur en keerde terug in de woningbouw, die onder Zanstra met name door de wederopbouw tot grote bloei gekomen was. Per 1 januari 2002 trad Joris Deur in het kader van de continuiteit toe tot de directie van het bureau. Zijn bureau Joris Deur Architekten werd geïntegreerd in het bestaande bureau en de naam veranderde in ZZDP. In 2004 nam Peter Zubli afscheid van het bureau. Het bureau bestond op dat moment 50 jaar. Ter gelegenheid van dat feit werd een boek uitgegeven door uitgeverij 010: ZZDP Architecten-Ondernemers. Het inleidende essay van Cor Wagenaar en de teksten van Noor Mens geven een uitgebreid overzicht van de rijke geschiedenis en het enorme oeuvre van het bureau. ZZDP behoort tot de gevestigde bureau's in Nederland en is in 2006 verhuisd naar Amsterdam. Sinds 2009 wordt de directie van het bureau gevormd door Joris Deur en Adam Smit.