Naam: De Balcon boven de Deur
Adres: Herengracht 625
Architect: Adriaen Dortsman, Gerrit A.van Arkel
Bouwtijd: 1674, 1902
Opdracht: Adriaen Dortsman, Marcelis van Renswoude
De architect Adriaen Dortsman (1635-1682), die waarschijnlijk belangrijke opdrachten als de Nieuwe Lutherse Kerk (Ronde Lutherse Kerk)
aan zijn belangrijke beschermheer Jan Six te danken had, lijkt de spil geweest te zijn van een groep Amsterdammers van Waalse afkomst die in nieuwe vormen
liet bouwen. Six en Dortsman waren ook buren: de architect kreeg de kans naast het huis van Six een heel blok woonhuizen te ontwerpen op grond die Jan Six heeft gekocht en waarvan hij er zelf
één zou gaan bewonen. Dat werd Herengracht 625, ‘De Balcon boven de Deur’ geheten. Het huis had een rijk versierd balkon boven de deur waarvan
de voorzijde van de borstwering is gevuld met een reliëf, dat een Vrouw en een Zwaan, waarschijnlijk De Amstelnimf, voorstelt. De onderzijde van
het balkon is versierd met passer, graadbogen en schietloden, waardoorheen het monogram ADV(lissingen). Na de verbouwing door Gerrit van Arkel is het balkon
terecht gekomen in een zijwand van de dubbele poort in de tuin van het Rijksmuseum. Onder de lijst was een gevelsteen aangebracht waarop een vogel en een liggende vrouw met in de rechterhand
een tweetand en de tekst ‘o qVID aMonIVs est soLVtIs CVrIs’ (O, wat is liefelijker dan verdreven zorgen), waarvan de letters MDCLVVVVIIII het stichtingsjaar
1674 vormen.
Herengracht 625 is een 5 meter breed huis dat deel uitmaakt van vijf door Adriaen Dortsman ontworpen huizen (Herengracht 621-629) aansluitend aan het woonhuis
van Jan Six tot de hoek met de Amstel. Vier huizen hadden een stoep met onderingang (621-623-627-629), het woonhuis voor Dortsman had een balkon. Het ensemble
werd gecompleteerd met woonhuizen aan de Amstel 208-210-212.
In 1682 erft Cornelia van der Gon uit de nalatenschap van Dortsman vier huizen aan de Amstel en Herengracht. Twee huizen (Herengracht 623 en 627) werden direct verkocht, Herengracht 625 werd verhuurd en Amstel 210 bewoonde zij zelf. Wie was Cornelia van der Gon? Van der Gon (1644-1701) werd geboren als dochter van de kastelein van de Haarlemse Oude Doelen Evert Claesz. van der Gon en Cornelia van Deijl. Zij groeide op in Haarlem en verhuisde na haar jeugdjaren naar Amsterdam, waar zij huishoudster werd van de architect Adriaen Dortsman. Van der Gon maakte in Amsterdam ingenieuze poppenhuizen, waarbij zo natuurgetrouw mogelijk diverse interieurs werden vorm gegeven. Ook haar werkgever Dortsman had een aandeel in de vormgeving van deze poppenhuizen. Na zijn overlijden in 1682 erfde zij het grootste deel van zijn nalatenschap, waaronder een viertal woningen aan de Herengracht en de Amstel. Dit bood haar de gelegenheid om zich volledig te kunnen richten op de bouw van haar poppenhuizen. Na haar huwelijk met de portretschilder David van der Plaes (na het overlijden van Dortsman), leverde ook hij kunstzinnige bijdragen aan de door zijn vrouw gemaakte poppenhuizen. Cornelia van der Gon overleed in januari 1701 op 56-jarige leeftijd. Zij werd op 31 januari 1701 begraven in de Oosterkerk aldaar. De door haar gemaakte poppenhuizen werden in 1704 na het overlijden van David van der Plaes verkocht. In 1743 kwamen de poppenhuizen in het bezit van Sara Rothé. Deze gebruikte onderdelen van de poppenhuizen van Van der Gon voor het samenstellen van haar eigen creaties. Het werk van Van der Gon bestaat niet meer in de vorm van een compleet poppenhuis, maar onderdelen ervan zijn nog te zien in twee poppenhuizen van Rothé in het Haags Gemeentemuseum en in het Frans Halsmuseum in Haarlem.
Architect Van Arkel krijgt in 1902 van Marcelis van Renswoude de opdracht tot vernieuwing van 625 samen met 627 en 629 en Amstel 212. Ondanks dat de gevel een geheel vormt is Herengracht 625 een zelfstandig woonhuis dat nu appartementen bevat.