Gebouw: Trippenhuis
Bouwtijd: 1660-1662
Louis woonde in de noordelijke woning, Hendrick in de zuidelijke woning.
Tot het begin van de negentiende eeuw blijft het Trippenhuis eigendom van de familie Trip.
Bewoners van de noordelijke woning zijn onder meer:
1730 tot 1733
De familie Trip
Jacob Trip (1575-1661) trouwde in 1603 met Margaretha de Geer. Zij woonden in Dordrecht en kregen zeven kinderen.
Het exterieur
Het Trippenhuis is een van de laatste voorbeelden van het Hollands classicisme in Amsterdam.
Justus Vingboons ontwierp een lijstgevel met een kolossale Korinthische orde van acht Korinthische pilasters. Het geheel is in Bremer en Bentheimer zandsteen uitgevoerd.
Het interieur
Op de hoofdverdieping bevonden zich de ontvangstvertrekken, met de grote zaal aan de voorzijde, uitkijkend over de gracht. De muren van de ontvangstkamers waren rondom behangen met tapijten en schilderijen.
De stookplaatsen stonden tegen de scheidingsmuur aan. Ferdinand Bol (1616-1680) nam de schoorsteenstukken voor zijn rekening. De compartimenten van het balkenplafond, zowel in de zaal als in de achterkamers, werden beschilderd door Nicolaes De Helt Stockade (1614-1669). Hoewel de schilderingen in het rechter huis verloren zijn gegaan, zijn de voorstelling nog bekend dankzij de begeleidende dichtregels die de literator en toneelschrijver Jan Vos (1620-1667) had geschreven.Naam: Trippenhuiscomplex
Adres: Kloveniersburgwal 25-31
Architect: Office Winhov
Projectarchitecten: Joost Hovenier, Uri Gilad
Bouwtijd: 2019
Opdracht: Rijksvastgoedbedrijf
In 2019 is de restauratie en uitbreiding van het Trippenhuiscomplex voltooid. Aan het Trippenhuis werden toegevoegd de huizen aan de
Kloveniersburgwal 25 en 27 en aan de andere zijde 31. Hierbij zijn ook nieuwe ruimtes in gebruik genomen. Deze ruimtes hebben namen van
wetenschappers gekregen die veel voor de Nederlandse wetenschap hebben betekend. Een aantal van hen speelt ook een rol in de geschiedenis van
de KNAW. Deze naamgeving was gelijk aanleiding om de namen van een aantal zalen in het Trippenhuis te herzien.
Op de begane grond vinden we op 25 de Hugo de Grootzaal (1583-1645, bekend van zijn gebangenschap in kasteel Loevestein en de ontsnapping vandaar
in een boekenkist. Hij was één van de grondleggers van de theorie over natuurrecht: het idee dat bepaalde regels en beginselen
altijd voor iedereen geldig zijn).
Op nummer 27 zijn de Willem Kolffzaal (1911-2009, uitvinder van de eerste werkende kunstnier), Willem Einthovenkamer (1860-1927, 1924 Nobelprijs
voor geneeskunde voor de door hem uitgevonden snaargalvanometer waarmee hij elektrocardiogrammen (ECG's) kon maken), Carolina MacGillvryzaal
(1904-1993, hoogleraar in chemische kristallografie), en de Jan en Niko Tinbergenzaal gelegen. Jan Tinbergen (1903-1994) 1969 Nobelprijs economie
en Niko Tinbergen (1907-1988) won de Nobelprijs voor Geneeskunde in 1973 samen met Karl von Frisch en Konrad Lorenz voor hun onderzoek naar
individuele en sociale gedragspatronen bij dieren.
In het Trippenhuis zijn aan de straatkant de Johan Huizingakamer (1872-1945, historicus, schrijver van 'Herfsttij der Middeleeuwen' en 'Homo
ludens'), Thorbeckekamer (1798-1872, staatsman en schrijver van de grondwet van 1848) en Lorentzkamer (1853-1928, hoogleraar in de theoretische
natuurkunde, 1902 Nobelprijs voor natuurkunde samen met Pieter Zeeman) gelegen en aan de tuinkant in het souterrain de Hendrickkamer en Louyskamer.
In het achterhuis van nummer 25 is op de eerste verdieping de Maartje Draakkamer (1907-1995, hoogleraar Keltische taal- en letterkunde,
voorzitter van de commissie voor het Volkskundebureau, later onderdeel van het Meertens Instituut).
De eerste verdieping van 29 heeft aan de voorzijde de Rembrandtzaal en de Oude Vergaderzaal. De naam van de Rembrandtzaal herinnert eraan
dat Rijksmuseum en Akademie van 1817 tot 1885 het Trippenhuis deelden. Om tot een grote museumzaal te komen werd de scheidingsmuur tussen de
grote zalen in eerste instantie verwijderd. In 1855 kwam de muur terug om pas in 1992 weer in het midden te worden geplaatst. Het Rijksmuseum
toonde in deze zaal haar belangrijkste werken. De plafondschilderingen, een allegorie op de vrede en verwijzingen naar de handel van de heren
Trip, waren in die tijd aan het zicht onttrokken. In de Rembrandtzaal hangen nog twee schilderijen van Ferdinand Bol met leden van de familie
Trip en zijn oorspronkelijk afkomstig uit het Trippenhuis.
De Akademie kwam in de Oude Vergaderzaal bijeen. Nu houden zij hun vergaderingen in de Tinbergenzaal. De Vergaderzaal heeft nog de uitstraling
die het meest in de buurt komt van 1885, het moment dat de scheidingswand weer werd geplaatst. De stoelen zijn al van 1811. Aan de muur zijn
portretten van de allereerste leden met natuurlijk Jean Henri van Swinden. Hij was de eerste voorzitter van het Koninklijk Instituut van
Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, de voorloper van de KNAW.
Aan de achterzijde is de Johanna Westerdijkkamer (1883-1961, botanicus en schimmeldeskundige, in 1917 eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland
in de fytopathologie aan de universiteit van Utrecht).
Verder liggen aan de achterzijde de Maria Sibylla Merianzaal (1647-1717, kunstenares en entomologe, tekende als één van
de eerste insecten samen met de plant waarop zij gedijen) en de Bilderdijkkamer (1756-1831, advocaat, schrijver, dichter en historicus, hij
was bibliothecaris van de Akademie).
In het achterhuis van het pand op 25 is op de tweede verdieping de Christine Mohrmannkamer (1903-1988, hoogleraar klassieke talen aan de Universiteit
Nijmegen en Amsterdam. Zij deed onderzoek naar de ontwikkeling van het Latijn als internationale taal van de vroege christenen en het Latijn van de liturgie).
De tweede verdieping van het Trippenhuis op 29 biedt plaats aan de Anna Maria van Schurmanzaal (1607-1678, in Duitsland geboren humaniste,
taalkundige, theologe, dichteres en kunstenares. Zij werd in 1636 in Utrecht als eerste vrouw toegelaten aan een Nederlandse universiteit. Ze
schreef in 1638 een verhandeling over het recht van vrouwen om een wetenschappelijke opleiding te volgen).
Het Trippenhuis in het straatbeeld.