In 1621 is Jan Jans Treeft opdrachtgever tot de bouw van een huis met trapgevel aan de Keizersgracht 149.
Het huis krijgt al direct de naam De Coninck van Sweden en heeft op de rijtuigpoort het bekende beeld staan. Hieruit mag worden afgeleid dat de eerste bewoner waarschijnlijk
Louis (Lodewijk) de Geer is geweest.
Louis de Geer onderhield nauwe zakelijke betrekkingen met koning Gustaaf Adolf II van Zweden.
Wie is
Louis de Geer?
Louis de Geer (Luik, 1587 - Amsterdam of Dordrecht, 1652) was de grote kanonnenproducent voor de protestantse zaak in Duitsland, maar ook voor de Nederlandse admiraliteit en
de VOC en WIC. Hij was een zwager van Pieter Corneliszoon Hooft en Jacob en
Elias Trip.
Hij was nog geen tien jaar oud, toen zijn vader naar Dordrecht verhuisde. Nadat zijn vader overleden was, werd hij als vijftienjarige naar La Rochelle gestuurd om daar het vak van
koperslager te leren. Drie jaar later, in 1605, keerde hij terug in Dordrecht waar hij trouwt met Adrienne Gérard.
Als rijke bankier en industrieel kwam hij in 1615 naar Amsterdam. In 1615 voerde hij met toestemming van de Staten-Generaal 400 kanonnen en kogels in ten behoeve van de admiraliteiten
en dreef nadien nog een uitgebreide handel in krijgsbehoeften. Een dergelijke uitgebreide handel werd ook gedreven door zijn zwager Elias Trip, eveneens gevestigd in Amsterdam.
Het uitbreken van de Dertigjarige Oorlog in 1618 en het hervatten van de 80-jarige opstand in 1621 had de vraag naar wapens doen toenemen en de prijzen omhoog gejaagd. Al in 1618
leverde hij wapens aan Gustaaf II Adolf van Zweden en in 1623 had hij zich ingekocht in een Zweedse handelscompagnie.
In 1627 emigreerde De Geer naar Zweden, voornamelijk om de lasten van de tol in de Sont te omzeilen. Hij verkreeg van de Zweedse koning het monopolie op de koper- en ijzerhandel en
werkte zo goed en kwaad als het ging samen met de familie Trip en De Besche.
In 1634 koopt Louis de Geer het Huis met de Hoofden op de Keizersgracht, inclusief de schilderijen en de bloembollen.