Aeneas (Grieks evenknie
Aineias) was een mythologische Trojaanse held. Hij is de zoon van de godin Aphrodite en een sterfelijke man,
Anchises, en kan dus worden beschouwd als een halfgod. Hij is de hoofdfiguur in het epos van Vergilius.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269
Aeolus (Grieks evenknie
Aeolus) was een zoon van Poseidon die door Zeus werd aangesteld als de bewaarder van de winden: Boreas
de noordenwind, Notos de zuidenwind, Euros de oostenwind en Zephyrus de westenwind. Aeolus hield deze winden opgesloten in een grot en kon ze als hij dat
wilde uitzenden om wind te brengen.
Aeolus ontmoette Odysseus op de Liparische Eilanden. Hij gaf deze een zak mee, waarin de tegenwinden zaten, zodat Odysseus nooit last van tegenwind zou hebben.
De reisgenoten van Odysseus waren echter zo nieuwsgierig, dat ze in de zak keken. De tegenwinden ontsnapten, waardoor Odysseus zijn bestemming nog niet kon
bereiken.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269
Amor, Cupido (Grieks evenknie
Eros) is in de mythologie de goddelijke, eeuwig jonge zoon van Venus, de godin van de liefde.
Amor wordt meestal afgebeeld als een jongetje met vleugeltjes en een pijl en boog. Hij schiet, volgens de mythe, magische pijlen in harten van mensen en goden
om deze verliefd te laten worden. Zelf verloor Eros zijn hart aan de oogverblindend mooie Psyche, een koningsdochter met drie zusters.
Hij is in bezit van twee soorten pijlen, één om mensen verliefd te maken, een mooie scherpe pijl met een gouden punt, en de andere om mensen
elkaar te laten haten, een pijl met een stompe punt en een loden schacht. In verschillende mythes haalt hij wrede grappen mee uit.
Cupido was het hulpje, volgens sommigen zelfs de zoon, van de godin van de liefde en de vruchtbaarheid Venus (Grieks: Aphrodite). In sommige mythen is hij de
zoon van Venus en Vulcanus, maar er zijn ook verhalen waarin hij de zoon is van Venus en haar minnaar Mars. Cupido komt in de kunst vaak voor, meestal
voorgesteld als een gevleugeld, naakt, mollig jongetje met pijl en boog.
Amor was een klein jongetje dat niet groter wilde worden. Venus vond het maar niets dat hij zo klein bleef, dus vroeg ze raad aan Themis (de godin van de
wijsheid). Zij zei haar dat Amor alleen kon groeien als hij een broer of zus had, die hem ook liefde terug kon geven. Anteros (wederliefde) werd geboren en
samen met hem kon Amor goed groeien. Anteros strafte mensen die wel liefde kregen, maar dat niet teruggaven.
In een gedichtje komt een strofe voor waarin Amor bij Venus uithuilt nadat hij zich heeft geprikt aan een doorn. Venus repliceert:
"Als jij nu al zo'n pijn
voelt, hoe moeten de mensen zich dan voelen als ze door jouw pijlen getroffen worden?"
Amor en Psyche
Er was eens een koning die drie mooie dochters had. Eén van deze kinderen was Psyche, zij die in de Oudheid beschouwd werd als de personificatie van de
ziel. Het meisje was beeldschoon, waardoor Venus jaloers werd en Amor beval het meisje te doden. Amor besloot deze taak 's nachts uit te voeren en trof het
meisje slapend in haar bed aan. Het maanlicht viel echter op haar gezicht en Amor zag hoe wonderbaarlijk mooi ze was en werd op slag verliefd. Hij voerde de
taak niet uit, tot woede van Venus. Venus besloot daarop het heft in eigen hand te nemen en het meisje ondraaglijke kwellingen te geven. Deze werden zo erg,
dat Psyche besloot zichzelf van het leven te beroven door van een berg te springen. Amor had haar echter de berg op gevolgd en smeekte de Westenwind haar te
redden, hetgeen Zephyros deed. Hij bracht haar naar een eiland, waar een prachtig paleis stond en Psyche werd aangemoedigd naar binnen te gaan. 's Nachts kwam
Amor in het donker naar haar toe, en met zoete woorden smeekte hij haar de zijne te worden. Psyche stemde toe, maar Amor had wel één voorwaarde: zij mocht
zijn gezicht nooit zien, of hij zou haar voor altijd verlaten. Vele nachten waren de geliefden samen en hij vervulde al haar wensen. Toen Psyche vroeg of hij
haar zussen haar wilde laten bezoeken, had Amor een naar gevoel, maar vervulde haar wens toch. De twee zussen waren echter jaloers en zorgden ervoor dat Psyche
ging geloven dat haar minnaar een monster was en zij daarom zijn gezicht niet mocht zien. Ze haalden haar over een olielampje bij het bed te zetten en een dolk
onder haar kussen te leggen, zodat, mocht hij een monster zijn, ze hem kon vermoorden. Amor viel 's nachts in slaap en Psyche deed de lamp aan. Ze zag zijn
gezicht, en het was een prachtige jongeman. Ze liet echter per ongeluk een druppel olie op zijn schouder vallen, waardoor hij wakker werd en zag wat ze gedaan
had. Hij zei vaarwel, want waar geen vertrouwen was, kon geen liefde zijn.
Psyche besloot zichzelf van het leven te beroven door zichzelf te verdrinken, maar de stroomgod stond dit niet toe en bracht haar veilig aan land. Daar bleef
zij zoeken naar haar minnaar, totdat Demeter in haar verhaal Amor herkende en Psyche vertelde in dienst te treden van Venus. Psyche, verheugd met dit nieuws,
trad in dienst van de godin en moest allerlei taken vervullen die het menselijk vermogen eigenlijk te boven gingen. Als laatste taak werd haar opgedragen de
Onderwereld te betreden om een potje zalf van Persephone te verkrijgen. Dit lukte, maar toen ze besloot het potje open te maken, kwam daar Hypnos uit en
Psyche zakte weg. Op dat moment kwam Amor overvliegen en realiseerde zich wat hij haar aangedaan had. Hij vocht met Hypnos om deze terug te dringen in het
kleine potje en wekte vervolgens Psyche met een tedere kus op de mond.
Hand in hand vlogen ze naar Olympos, waar Amor Psyche voorstelde als zijn bruid. Alle goden beloofden bij de bruiloft aanwezig te zijn, zelfs Venus, die haar
jaloezie van zich af had gezet.
Afbeeldingen:
Gerrit van der Veenstraat 99;
Herengracht 500;
Singel 460
Antaeus (Griekse evenknie
Antaios) was zowel bij de Grieken, de Romeinen, als de Berbers een mythologische held, die volgens de legende de zoon was van de landgodin Gaia en de zeegod Poseidon (de god van
het water en de zee). Tinga was zijn vrouw.
Antaeus was een reus van ongeveer 30 meter lang en was de beschermer van het land van de Berbers tegen de vreemdelingen die van plan waren het land van de Berbers binnen te dringen. Volgens de legende was hij een onverslaanbare reus.
Tijdens het tiende werk dat Hercules uitvoerde in opdracht van koning Eurystheus, reisde de held af naar Spanje waar hij de runderen van de reus Geryones moest stelen. Voor hij daar aankwam belandde Hercules echter eerst in Libië waar
hij op de legendarische reus Antaeus stuitte. Die had de gewoonte om vreemdelingen die zijn pad kruisten allemaal uit te dagen voor een worstelgevecht. Zolang hij met zijn voeten de grond raakte, ontving hij van zijn moeder Gaea namelijk
steeds nieuwe kracht, zodat hij bijkans onoverwinnelijk was.
Ook Hercules ging het gevecht met Antaeus aan en merkte hoe sterk de reus was. Na enige tijd ontdekte de held echter dat de kracht van Antaeus afnam als hij de aarde niet raakte en dus geen contact meer met zijn moeder had. Hercules
tilde de reus daarom op en drukte hem vervolgens dood.
Sommige stellen dat het gevecht in Noord-Afrika, in de streek van Tanger, heeft plaatsgevonden. Een paar onderzoekers denken dat zijn graf in Mzoera, vlak bij Ithnayn Sidi Alyamni, was. Dit graf is indrukwekkend aangepast aan de enorme
lengte van Antaeus.
Hercules verbond zich, na Antaeus gedood te hebben met diens vrouw Tinga en verwekte bij haar Sufax, van wie de Lybische koningen af zouden stammen.
Afbeeldingen:
Groenburgwal 2a
Apollo (Griekse evenknie
Apollon) behoort als zoon van Zeus en Leto en de tweelingbroer van Artemis tot de tweede generatie goden. De zwangere Leto die vervolgd werd door Hera trachtte tevergeefs een plekje
te vinden om haar kinderen te baren. Zij was nergens welkom, zo bang was men voor de woede van de opperste der godinnen. Uiteindelijk vond ze op het onvruchtbare eiland Delos
asiel en daar werden Artemis en Apollo geboren. Zodra Apollo op de wereld kwam, deze God van het licht, de muziek, de dichtkunst en de spiritualiteit, maar ook de landbouw en de
veekudden, stond het eiland in een gloed die de hele wereld verlichtte.
Toen hij opgroeide verrichtte hij veel grote daden. Zo verloste hij Delphi van de draak Python door hem te doden met zijn pijlen. Deze draak zaaide verderf in de streek, hij
vernietigde de oogst, doodde de boeren en plunderde de dorpen. Toen Apollo de Python had gedood nam hij bezit van het orakel en vanaf dat moment kreeg hij de bijnaam Pythios. Hij
benoemde een priesteres, Pythia, die het orakel moest uitspreken en schonk het heiligdom een bronzen drievoet. (De drievoet is zijn meest bekende attribuut en duidt op zijn
hoedanigheid als orakelgod. Hij was een voorspeller en hij openbaarde de wil van de goden via priesteressen in de aan hem gewijde heiligdommen. Apollo had die gave in het
heiligdom van Delphi gekregen.) De spelen van Delphi werden sindsdien de Pythische Spelen genoemd.
Aan Apollo gewijde dieren waren de zwaan, de wolf en de dolfijn: de zwaan, omdat bij zijn geboorte een zwerm zwanen op wonderbaarlijke wijze zeven keer om het eiland Delos vloog,
waar hij op de zevende dag van de maand ter wereld was gekomen. De wolf omdat hij de bloeddorstige wolven, die de wintermaanden onveilig maakten, had verdreven. En de dolfijn
omdat Apollo een voorliefde had voor dit dier en vaak de gedaante van een dolfijn aannam om snel over de golven te zwemmen. In deze gedaante redde hij meer dan eens een schip van
de ondergang.
Apollo was een knappe God, lang en fraai gebouwd en hij had vele liefdesavonturen met nymfen en sterfelijke vrouwen en verwekte vele kinderen, zoals Orpheus van Calliope, Linus
van Psamathe, Troïlus bij Cassandra, Aristaeüs bij Cyrene, Asclepius van Coronis, en nog een heel rits andere waaronder Pythagoras. Daarnaast hield hij er ook nog
relaties met mannen op na, het meest bekend zijn die met Hyacinthus en Cyparissus. Toen ze tot grote droefheid van Apollo stierven veranderde hij de eerste in een bloem en de
tweede in een boom.
Apollo was ook een vaardige oorlogsgod die in staat was zijn pijlen over zeer grote afstand af te schieten. Apollo symboliseerde de triomf van het daglicht over de duisternis en
de overwinning van alle goede krachten, van de positieve invloed van het licht en de zon. Ook was Apollo de god van de schone kunsten, muziek en dichtkunst; hij leidde het koor
van de Muzen, dochters van Zeus en Mnemosyne. Zijn attributen waren naast de drievoet, een pijl en een boog, omdat hij als zonnegod met zijn pijlen ook verderf kon zaaien. Ook
wordt hij afgebeeld als god van de muziek met een lauwerkrans en een citer.
Afbeeldingen:
Dam 20;
Herengracht 476;
Herengracht 479;
Keizersgracht 123;
Keizersgracht 269;
Keizersgracht 452;
Keizersgracht 672;
Singel 116;
Singel 390
Arion was een Griek die geboren werd rond 650 voor Christus op het eiland Lesbos in de stad Methymna. Hij ontpopte zich tot een groot zanger en
citerspeler, spelend aan het hof van de tiran Periander van Korinthe. Na een succesvol 'tournee' keerde hij met een schip met een volledig Korinthische bemanning
terug naar Korinthe. Maar de zeelui beroofden hem van zijn winsten en planden om hem overboord te gooien. Arion smeekte om nog een laatste lied te mogen zingen.
Hij zong een prachtige aria ter ere van Apollo op de achterplecht van het schip. Vervolgens ging hij overboord. Volgens de mythe grepen de goden nu in. Want
zodra het schip ver genoeg gevaren was kwam er een dolfijn, een van de dieren van Apollo, die Arion van de verdrinkingsdood redde door hem op de rug te nemen
en aan land te zetten op de Peloponnesos. Van hier ging Arion over land naar Korinthe. Aangekomen in het paleis van Periander vertelde Arion hem zijn verhaal.
Maar deze geloofde hier niets van. Toen een tijdje later de bemanning van het schip aankwam in het paleis verklaarden zij dat ze Arion in Italië hadden
achtergelaten. Plotseling kwam de zanger tevoorschijn en stonden de zeelui als leugenaars te kijk.
Afbeeldingen:
Singel 140-142
Aurora (Grieks evenknie
Eos). Als godin van de dageraad rees Eos 's morgens uit het bed op dat ze deelde met haar geliefde Tithonus, om met haar roze vingeren de gouden poorten
van de hemelen tijdig voor haar broer Helios, die in het oosten vanuit de Oceanus oprees, te openen. Zij hief de sluier van de nacht op en strooide rozen op zijn baan terwijl zijzelf, in een saffraankleurig
kleed gehuld, op haar met de goddelijke rossen Lampos en Phaëthon bespannen tweespan door het luchtruim zweefde en aan het eind van de dag in het westen ten slotte weer onderdook. Nadat Eos de poorten had
geopend, reed ze naar de Olympus om de komst van Helios aan te kondigen.
Eos had veel minnaars en aanbidders. Ze was zelf ook voortdurend verliefd, zowel op Titanen als op stervelingen. Deze liefdes liepen echter niet altijd goed af. Aphrodite mocht Eos namelijk niet. Zij had een
relatie met Ares, maar ze betrapte Eos toen ze samen met hem was. Eos had een oogje op hem. Aphrodite strafte haar met een onophoudelijk verlangen naar jongelingen. Zo werd ze verliefd op Orion, een
reusachtige jager uit Boeotië. Toen Orion met Eos geslapen had, en samen met haar naar Delos ging, was Artemis zo boos, dat ze Orion uit minnenijd met haar pijlen doodde. Ook had Eos verhoudingen met
Ganymedes en vanwege zijn schoonheid met Clitus, een kleinzoon van de ziener Melampus. Uit drie relaties kreeg Eos ook kinderen; haar relatie met Astraeus, die met Tithonus, en die met Cephalus.
Tithonus was de zoon van de Trojaanse koning Laomedon. Eos nam hem mee naar oostelijk Ethiopië. Uiteindelijk kwamen ze terecht in de stad Susa. Tithonus was een sterveling, wat voor Eos erg vervelend
was. Daarom vroeg ze aan Zeus om hem onsterfelijkheid te verlenen. Maar terwijl ze dit vroeg vergat ze de eeuwige jeugd erbij te vragen. Tithonus werd dus steeds ouder, maar ging niet dood. In het begin
leefden ze enthousiast in liefde samen, en toen hij oud werd verzorgde ze hem, totdat zijn stem verdween en zijn lichaam uitdroogde. Ze wilde hem niet meer. Ze stond elke ochtend heel vroeg op, zodat ze hem
niet zou hoeven zien.
Bij Tithonus werd Eos moeder van Memnon en Emathion. Memnon werd een Ethiopische koning. Tijdens de Trojaanse Oorlog bracht hij een leger naar Troje om de stad tegen de Grieken te beschermen. Hij doodde
Antilochus, de zoon van Nestor. Als wraak werd Memnon zelf gedood door Achilles. Zeus schonk hem op verzoek van zijn treurende moeder de onsterfelijkheid. Men beschouwde de dauw als Eos' tranen over Memnons
dood. Ook Emathion werd koning van Ethiopië (chronologisch moet dat voor de heerschappij van Memnon zijn geweest). Toen Herakles op weg was om zijn elfde werk te volbrengen, het roven van de gouden appels van
de Hesperiden, doodde hij koning Emathion.
Afbeeldingen:
Herengracht 60;
Herengracht 476
Bacchus is de god van de wijn en de vreugde (Griekse evenknie
Dionysus). Hij is verwekt uit de relatie die Zeus met Semele had. Deze relatie bleef opnieuw niet verborgen
voor de jaloerse Hera, de vrouw van Zeus. Om Semele kwaad te berokkenen vertelde Hera haar dat ze om als vrouw van Zeus beschouwd te worden ze hem zou moeten aanschouwen in al
zijn grootsheid zoals hij aan haar, Hera, op hun huwelijksdag verschenen was. Semele die op deze wijze door Hera om de tuin werd geleid probeerde Zeus te overreden en uiteindelijk
gaf hij toe. Hij verscheen in zijn hemelwagen te midden van onweer en donder en met bliksemflitsen smijtend. Haar paleis vatte vlam door het geweld en Semele stierf van angst of
getroffen door de bliksem.
Zij was toen echter al zes maanden zwanger en om te voorkomen dat de baby zou verbranden liet Gaea, de godin van de aarde, snel een koele wingerdrank ontspruiten die de baby voor
de vlammen afschermde. Zeus nam het kind met zich mee en verstopte het in een opening in zijn bovenbeen. Het kind bleef daar zitten, verborgen voor de jaloerse Hera, tot het
voldragen was. Op de dag van de geboorte verbrak Zeus de hechtingen en bracht zijn zoon Bacchus ter wereld.
De vervolging door Hera liet niet lang op zich wachten en Bacchus werd in verschillende gedaantes steeds ergens anders ondergebracht om aan de vervolgingen te ontkomen. Toen hij
volwassen was, plantte hij een wijnstok en met de daaruit gewonnen drank bedronk hij zichzelf en zijn opvoedsters en de demonen van het woud. Ieder die met hem in aanraking kwam,
werd door de zoete geur van de nieuwe drank verleid en schaarde zich bij de stoet, waarmee Dionysos door de wereld trok om de wijn, nieuwe gave, die hij de mensheid schenken
wilde, te verspreiden.
Hij wordt voorgesteld als een naakte of halfnaakte jongeman, vaak met een kroon van wingerdbladeren en vergezeld door Ariadne of een panter. Ook bestond er in de oudheid een
variant van een jong, mannelijk lichaam en een vrouwelijk gezicht. Hij werd vooral vereerd in Athene, Thracië, Boeotië, India en op het eiland Naxos, het eiland waar Theseus
Ariadne achterliet. Hij trok met een stoet van dieren, maar ook van Maenaden en satyrs rond om de mensen de teelt van fruitbomen en vooral van de wijnstok te leren. Maar behalve
dronkenschap bracht hij ook beschaving en inspiratie in de schone kunsten.
Veel kunstenaars, vooral uit de renaissance en de barok, hebben levenslustige Bacchusfiguren uitgebeeld. Maar ook in modernere tijden komt hij in de kunst voor. Enkele voorbeelden
zijn het ballet Bacchus et Ariane van Albert Roussel en Dionyzos, een roman van Louis Couperus.
Afbeeldingen:
Herengracht 479;
Keizersgracht 123;
Singel 460
Boreas ‘de Noordelijke’ was de Griekse god van de noordenwind, in de Romeinse mythologie Aquilo genoemd. Hij was de zoon van Eos, de godin van de dageraad,
en van Astraeus. Zijn broers waren Euros (de oostenwind), Notos (de zuidenwind) en Zephyros (de westenwind). Vaak wordt gedacht dat Aeolus zijn vader was. Dit is niet correct:
Aeolus was god van de wind en werd door Zeus aangesteld als de bewaarder van de winden. Aeolus houdt deze winden opgesloten in een grot, en kan ze als hij dat wil uitzenden om
wind te brengen.
Boreas is een van de bekendste windgoden. Volgens de Griekse mythologie zwierf hij rond in Thracië, Noord-Griekenland. Daarom wordt hij ook wel een Thracische god genoemd.
Hoewel Boreas uit het noorden komt, werd hij toch vooral in Athene geëerd, omdat hij in 480 v.Chr. bij Pilion de vloot van de Perzen vernield zou hebben, de vloot waarmee
Xerxes Athene belegerde. Wegens zijn goede gezindheid brachten de Atheners hem voor die overwinning een groot offer. Hij wordt afgebeeld op de Toren van de winden (Athene), maar
de Atheners vonden hem zo belangrijk dat ook aan de rivier de Ilisos een heiligdom heeft gestaan dat aan hem gewijd was.
Hoewel Boreas erg overspelig was, was zijn ware liefde Oreithyia, de dochter van de Atheense koning Erechtheus. Maar Oreithyia mocht van haar vader niet met Boreas trouwen. Toen
Oreithyia aan het spelen was met haar vriendinnen, hulde Boreas haar in een wolk en ontvoerde haar naar de grot waar hij woonde en dwong haar zo met hem te trouwen. Boreas verwekte
in totaal vijf kinderen bij haar. Het bekendst is de tweeling Calaïs en Zetes, die ook wel de Boreaden genoemd worden en tot de Argonauten behoorden. Boreas' dochter, Chione,
baarde Poseidon een zoon, Eumolpos genaamd. Butes, de derde zoon van Boreas, beledigde Dionysos en werd gestraft door krankzinnig te worden. In de gedaante van een paard verwekte
Boreas ook veulens bij 12 merries van Erichthonius, de koning van Troje. Volgens de verhalen liepen deze zo snel en licht, dat onder hun hoeven de aren van een korenveld niet
knikten en het zeevlak niet rimpelde.
Boreas zorgde voor koude, duisternis en sneeuw. De Grieken waren dan ook niet altijd even dol op hem, daarom wordt hij voorgesteld als een wrede en ruwe god. Hij wordt afgebeeld
met vleugels, verwilderd haar en een baard.
Afbeeldingen:
Singel 106
Callisto is een bosnimf uit de Griekse mythologie waar de oppergod Zeus zijn oog op liet vallen. Ze vergezelde de godin Artemis tijdens de jacht en zwoer
nooit te trouwen en maagd te blijven.
Volgens sommige verhalen was Callisto geen nimf maar de dochter van koning Lycaon van Arcadië. Haar naam betekent zoveel als ‘allermooiste’. Zeus was onder de indruk van de schoonheid
van Callisto en kon zich op een dag niet meer bedwingen. Hij besloot haar tot zich te nemen. Volgens Ovidius in zijn Metamorfosen neemt Zeus de gedaante aan van de godin Artemis,
als Callisto op een dag alleen ligt te slapen in een bos. De oppergod begint Callisto gepassioneerd te kussen, omhelst haar en neemt dan uiteindelijk zijn eigen gedaante aan. De
koningsdochter verzet zich hevig, ze heeft immers beloofd altijd maagd te blijven, maar is niet opgewassen tegen de kracht van Zeus.
Korte tijd later arriveert de godin Artemis met haar gevolg. Callisto schaamt zich vanwege het verlies van haar maagdelijkheid en durft de godin bijna niet aan te kijken, maar voegt
zich uiteindelijk toch bij het gezelschap. Als de godin enige tijd later besluit dat er gebaad zal worden in een mooie rivier ontkleden al haar reisgezellen zich. Callisto ontdoet
zich bezwaard ook van haar kleren. Nu kan ze haar geheim niet meer bewaren. Callisto is zwanger. Artemis is geschokt als ze de buik van haar volgelinge ziet en verbant haar, zeggende:
‘Weg jij, ver van hier; bezoedel niet deze zuivere fontein!’
Voor Callisto is het leed hiermee nog lang niet geleden. Hera, de jaloerse echtgenote van Zeus, zint namelijk al lange tijd op wraak. Ze neemt het Callisto kwalijk dat zij haar
echtgenote kennelijk met haar schoonheid heeft weten te verleiden. Nu Callisto niet meer onder de bescherming van Artemis staat, ziet Hera haar kans schoon. De godin verschijnt aan
de ongelukkige schone, ontneemt haar het spraakvermogen, verandert haar in een beer en verjaagt haar naar de eenzaamheid van de grote bossen. Nu kan ze Zeus nooit meer verleiden.
Terwijl Callisto vroeger trots onderdeel uitmaakte van het jachtgezelschap van de jachtgodin, moet ze als beer nu zelf vaak vluchten voor jagers. En haar inmiddels al geboren zoon,
genaamd Arcas, ziet ze niet opgroeien. Deze Arcas, die niets van zijn bijzondere afkomst weet, treft zijn moeder vijftien jaar later tijdens een jachtpartij in de Erymantische bossen.
De jongen weet echter niet dat hij in werkelijkheid tegenover zijn moeder staat. Callisto realiseert zich dit wel en staat met een schok stil als ze haar opgegroeide zoon ziet.
Ovidius in Metamorfosen 2: ‘Zij leek hem te kennen: hij deinst terug voor haar en als zij haar ogen star en zonder ophouden op hem gericht houdt, slaat de schrik hem om het hart,
zonder dat hij er iets van begrijpt. En als zij dichterbij komt staat hij op het punt zijn speer in haar borst te steken: maar dan neemt de almachtige tegelijk hen zelf op en voorkomt
een misdaad.’ Zeus grijpt in en voorkomt dat Arcas zijn eigen moeder doodt. De oppergod neemt moeder en zoon weg en plaatst hen aan de sterrenhemel. Daar zijn ze nog altijd te zien
zijn als de sterrenbeelden Grote Beer (Callisto) en Kleine Beer (Arcas).
Volgens een andere versie werd Callisto niet door Hera in een beer veranderd, maar plaatste Zeus moeder en zoon uit eigen beweging aan de sterrenhemel in een poging zo zijn overspel
voor Hera te verbergen.
Afbeeldingen:
Herengracht 479
Ceres is de Romeinse godin van de akkerbouw (in het bijzonder van het graan) en de moederliefde en heeft ook banden met de onderwereld. Ze is een vrolijke
godin, die zorgt voor de groei en bloei van de gewassen en ook wordt vereerd als godin van de vruchtbaarheid. Haar Griekse evenknie is
Demeter.
Ceres is de dochter van Kronos (Cronus) en Rhea (Cybele). Met Zeus (Jupiter) heeft zij een dochter, Persephone, waar ze dol op is. Maar toen haar dochter werd ontvoerd door een
verliefde Hades (Pluto), de god van de onderwereld en de dood, werd Ceres radeloos en diep verdrietig. De ontvoering voltrekt zich op het moment dat Persephone een narcis wil
plukken in een weiland. De aarde opende zich en Hades nam haar me naar de onderwereld. Ceres begint direct na de verdwijning van haar dochter te zoeken. Ze zoekt dag en nacht over
de hele wereld, maar niemand weet haar duidelijkheid te verschaffen. Als uiteindelijk Hades haar de waarheid onthult wordt Ceres zo boos dat zij de Olympus verlaat en haar
plichten verzaakt.
Intussen wordt de aarde wel onvruchtbaar, het gaat slecht met de landbouw, niets wil meer groeien en de mensen lijden onder de misoogsten. Ceres is niet van plan hier ook maar
iets aan te veranderen, ze dreigt geen enkele korenhalm meer te laten ontspruiten, als zij haar dochter niet terug krijgt. Toen gaf Zeus aan Hades opdracht Persephone terug te
geven. Hades ging er mee accoord zijn vrouw te laten opstijgen naar de bovenwereld, maar niet nadat hij haar eerst de zaden van de granaatappel liet proeven voor haar vertrek. Dat
was voldoende om Persephone aan de onderwereld te binden.
In de overeenkomst met Hades brengt Persephone zes maanden per jaar bij haar moeder in de bovenwereld door en de rest van de tijd verblijft ze bij haar echtgenoot in de onderwereld.
Ceres accepteert dit aanbod en binnen de kortste tijd groeit er weer graan in overvloed, zijn de bomen weer groen en draagt alles vrucht. Vanaf dan is alles zes maanden per jaar
groen en vruchtbaar, maar de andere helft van het jaar, als de godin gescheiden is van haar dochter, lijkt alles dor en dood.
Ceres is herkenbaar aan haar guirlande van graan, of manden vol met oogstbaar goed. Ze wil ook nog wel eens een scepter in haar hand hebben of een landwerktuig.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 123;
Keizersgracht 269;
Keizersgracht 672;
Singel 460
Chronus (Grieks evenknie
Chronos) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de personificatie van de lineaire, meetbare
tijd, die staat voor continuïteit. Hij stamt af van de oergodheid Chaos en wordt meestal voorgesteld als een oude man met een lange grijze baard.
Chronos kent als tegenhanger de figuur Kairos, de jongste zoon van Zeus, die, als de godheid van het geschikte moment, de personificatie is van een
tijdsbegrip, dat haaks staat op de chronologie. Het is een innerlijke tijdsbeleving, die de kloktijd tijdelijk onderbreekt. Kairos biedt kansen voor een
doorbraak, voor vernieuwing, schoonheid, inzicht en daadkracht. Aandacht, rust en concentratie zijn de belangrijkste voorwaarden die iemand kan vervullen om
een kairotische ogenblik te ervaren. Kenmerkend voor de beleving ervan is, dat men achteraf geen idee heeft van de (meetbare) tijdsduur.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269;
Singel 116
Deianeira (Romeinse evenknie
Deianira) Deianeira is een sterfelijke vrouw uit de Griekse mythologie en vooral bekend als de vrouw van de held Herakles
(Hercules). Deianeira is de dochter van koning Oeneus (Oineus) van Kalydon en Althaea. Kennelijk is ze erg mooi, want ze wordt begeerd door zowel de halfgod Herakles als de riviergod
Acheloüs. De twee grootheden leveren op een dag een heftige strijd om haar. Acheloüs maakt daarbij veelvuldig gebruik van zijn vermogen om steeds andere gedaanten aan te nemen. Zo vecht
Herakles aanvankelijk met een waterslang maar na enige tijd verandert Acheloüs in een gevaarlijk mensachtig wezen met de hoorns van een stier. Herakles verslaat deze woeste vijand
uiteindelijk en breekt daarbij een van de hoorns af. Daarna neemt hij Deianeira tot vrouw. Deianeira is de dochter van koning Oeneus (Oineus) van Kalydon en Althaea. Kennelijk is ze
erg mooi, want ze wordt begeerd door zowel de halfgod Herakles als de riviergod Acheloüs. De twee grootheden leveren op een dag een heftige strijd om haar. Acheloüs maakt daarbij
veelvuldig gebruik van zijn vermogen om steeds andere gedaanten aan te nemen. Zo vecht Herakles aanvankelijk met een waterslang maar na enige tijd verandert Acheloüs in een gevaarlijk
mensachtig wezen met de hoorns van een stier. Herakles verslaat deze woeste vijand uiteindelijk en breekt daarbij een van de hoorns af. Daarna neemt hij Deianeira tot vrouw. Wanneer
Herakles op een dag smoorverliefd wordt op de jonge slavin Iole, besluit Deianeira dat het moment is aangebroken om het magische bloed te gebruiken. Ze drenkt een kledingstuk in het
bloed van Nessos en stuurt dat vervolgens naar Herakles. Als die het geschenk aantrekt, verspreidt het giftige bloed zich over zijn hele lichaam. Overal op zijn huid ontstaan grote,
pijnlijke wonden.
Ovidius schrijft:
'Luid sist zijn bloed, zoals wanneer men witheet ijzer in een koelbak dompelt, en het borrelt door het vurig gif! ’t Is nóg niet erg genoeg: de vlam vreet fel aan zijn
organen, blauwdonker zweet gutst overal zijn lichaam uit; zijn spieren knappen als zij verbranden, merg en botten smelten in dat raadselachtige gif.'
Kort hierna bereikt Deianeira het bericht dat ze haar man ongewild in het ongeluk heeft gestort. Wanhopig pleegt ze zelfmoord. Ook Herakles overleeft de tragische geschiedenis niet.
Hij kan de aanhoudende pijn uiteindelijk niet meer verdragen en kiest ervoor een einde aan zijn leven te maken. Op de berg Oita bouwt hij zijn eigen brandstapel, die aangestoken wordt
door zijn vriend Philoctetes. De held sterft niet echt op de berg. Alleen aan zijn aardse leven komt een eind. Zodra de vlammen opstijgen en Herakles zijn ogen naar de hemel opslaat,
regent het plotseling bliksemschichten. Als de omstanders weer wat kunnen zien zijn de held en de gehele brandstapel verdwenen. Herakles is door oppergod Zeus opgehaald voor een eeuwig
verblijf op de berg Olympus.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 224
Diana (Griekse evenknie
Artemis) is de zus van Athena en tweelingzus van Apollo. Haar favoriete wapen was de pijl-en-boog. Ook werd ze vaak afgebeeld met een
hert, een dier dat haar zeer dierbaar was. Een belangrijke eigenschap van de godin was dat ze altijd maagd wilde blijven, ze was daarom ook de beschermster van de kuisheid. Ze was
de maagdelijke heerseres over de wouden en wilde dieren.
De Romeinse godin Diana is een van de vele godinnen die de Romeinen hebben overgenomen uit andere culturen. Artemis is een van de twaalf Olympische goden. Artemis is de dochter
van de Griekse oppergod Zeus en de vrouwelijke titaan Leto. Nadat de vrouw van Zeus, Hera, er achter kwam dat Leto zwanger was van Zeus, zorgde ze ervoor dat Leto werd verbannen
naar het kale eiland Delos. Daar beviel Leto van Artemis en haar tweelingbroer Apollon (beter bekend onder zijn Romeinse naam Apollo). De bevalling van Apollon ging niet
vlekkeloos, aangezien Hera er voor zorgde dat Leto 9 dagen en nachten zou lijden bij de moeizame geboorte.
Mede door de moeizame en pijnlijke bevalling van haar moeder bij haar tweelingbroer, besloot Artemis om eeuwig maagd te blijven. Hierdoor werd ze de godin van de kuisheid en de
zwangere vrouw. Dit werd ze naast haar functie als godin van de jacht en de maan. Artemis had een voorliefde voor rechtvaardigheid en dieren, waarbij ze een speciale band had met
beren en herten. Artemis kon bij onrechtvaardigheid, net als haar broer, erg gewelddadig optreden tegen de overtreders. Bekend is de wraak die ze samen met haar broer Apollo nam
op Niobe, dochter van Tantalus. Niobe ging er prat op dat ze veertien kinderen gebaard had en Leto maar twee. Toen namen de twee goden wraak voor de belediging die zij hun moeder
aandeed door haar kinderen te doden: Apollo de jongens en Artemis de meisjes.
Een van de bekendste verhalen over Artemis is de moord van de jager Orion. Artemis zou verliefd zijn geworden op Orion. Haar jaloerse broer Apollon kon dit niet verdragen en wist
zijn zus te misleiden, waardoor Artemis tijdens een jacht per ongeluk Orion om het leven bracht. Er bestaan echter diverse andere verhalen, waarin wordt beweerd dat Artemis Orion
opzettelijk om het leven bracht, vanwege diverse misdaden van Orion, zoals verkrachtingen. Het verhaal van het jachtongeluk is echter het meest aannemelijk, aangezien Orion wordt
geëerd door een plek aan de sterrenhemel met zijn eigen sterrenlichaam. Daarbij is er ook plek voor de favoriete jachthond van Artemis, namelijk Sirius, die te herkennen is
als de felste en meest heldere ster aan de sterrenhemel.
Artemis werd in de Romeinse mythologie vertaald naar Diana. De Romeinen zouden van haar taken een driedeling maken die elk vereerd werd met diverse tempels. Voor de Romeinen stond
ze bekend als Diana Venatrix (godin van de jacht, vruchtbaarheid en wilde natuur), Diana Lucifera (godin van de maan) en als Diana Nemorensis (Diana de heks). Diana zou net als
haar Griekse evenbeeld een agressieve kant hebben door genadeloos wetsovertreders te vervolgen.
Afbeeldingen:
Herengracht 476;
Keizersgracht 123;
Keizersgracht 269;
Singel 116
Flora (Griekse evenknie
Chloris) is de godin van de bloemen en de lente. Hoewel zij, als één van de vruchtbaarheidsgodinnen niet zo'n belangrijk
figuur was, gaf haar connectie met de lente haar toch wel een bijzondere status. Flora werd gehuwd aan Favonius (Zephyrus), de windgod.
Reeds ten tijde van Romulus werd ter ere van deze lieftallige godin in de stad Rome een tempel opgericht; later voerde men voor haar bijzondere feesten in, de Floralia. Haar
festival, de Floralia met dansen, drinken en bloemen, werd gehouden van 28 april tot 3 mei en symboliseerde de vernieuwing van de cyclus van het leven. Natuurlijk speelden bij
deze feesten de bloemen een grote rol; ieder versierde zich met bloemkransen, huizen en kamers en de met kostelijke spijzen voorziene tafels waren met bloemen bedekt, en men gaf
zich aan de meest uitgelaten vrolijkheid en feestvreugde over.
De feesten ontaardden echter en gingen spoedig met grote onzedelijkheid gepaard. In latere tijd speelden onzedelijke vrouwen een hoofdrol bij het openbare gedeelte van de
festiviteiten, terwijl velen in de beslotenheid van hun huis hun lusten de vrijheid lieten.
Zo ontstond het verhaal, dat Flora zelf het voorbeeld van die onzedelijkheid gegeven had, dat zij zich daarbij een groot vermogen verworven had en dit, evenals Acca Larentia, aan
het volk had vermaakt, dat uit dankbaarheid dit feest voor haar instelde en haar, door haar gedrag te volgen, meende te vereren.
Volgens een mythe is Acca Larentia een meisje, dat de liefde genoot van Hercules. Het gebeurde namelijk ooit tijdens de regering van Rome’s vierde koning Ancus Martius, dat de
bewaker van de tempel van Hercules het waagde de god voor te stellen, om met hem te dobbelen. Won hij het, dan zou de god hem iets goeds moeten verlenen; was Hercules de gelukkige,
dan was de tempelbewaarder verplicht hem een rijkelijk maal te bereiden en een schoon meisje tot hem te voeren. De tempelbewaarder verloor. Hij hield zijn woord, maakte een
maaltijd gereed en sloot 's nachts Acca Larentia, de schoonste van de meisjes, die zich daartoe leenden, in de tempel op. Toen zij de volgende morgen wegging, beval Hercules haar
om door een vriendelijke bejegening te trachten zich de liefde te verwerven van de eerste, die zij ontmoette. Dat was een ongehuwde, reeds bejaarde Etruskische man, Tarutius of
Tarruntius genaamd. Haar opzet slaagde, de bejaarde man nam haar tot vrouw en liet haar bij zijn dood al zijn bezittingen na, die zij aan het Romeinse volk naliet. Men vereerde
haar daarom als weldoenster van het Romeinse volk op het feest van de Larentalia of Larentinalia op 23 december.
Afbeeldingen:
Herengracht 462;
Keizersgracht 672
Fortuna (Grieks evenknie
Tyche) was de Romeinse godin van het toeval of van het lot, zowel van het geluk als van het ongeluk. Men spreekt over Fortuna
bona en Fortuna mala, want het is een wispelturige godin die in het bijzonder het onverwachte en het onverhoopte in het menselijk bestaan belichaamt.
Fortuna wordt vaak afgebeeld met vleugels, evenals haar Griekse tegenhangster Tyche. Ze draagt gewoonlijk in haar rechterhand een roer (want zij geeft een richting aan het menselijk bestaan),
aan haar voeten ligt een wereldbol en een zonnerad (vandaar "het rad van fortuin (of Fortuna)"), terwijl zij met de linkerarm de cornucopia (hoorn des overvloeds) vasthoudt, symbolen die
haar grote macht, haar grote mildheid en haar grote onstandvastigheid moeten aanduiden. Ook het spreekwoord: 'Vrouwe Fortuna lacht u toe' is van haar afgeleid.
De meeste verering genoot Fortuna Primigenia (de eerstgeborene) te Praeneste. Zij openbaarde haar wil door het lot, dat geraadpleegd werd door middel van eikenhouten stokjes, die op
haar eis, die zij op geheimzinnige wijze had doen kennen, uit de aarde waren opgegraven. Deze Fortuna heette de moeder van Jupiter en Juno en zij werd afgebeeld met deze beide godheden
als kinderen op haar schoot.
Afbeeldingen:
Dam;
Herengracht 476;
Warmoesstraat 163
Hercules (Grieks evenknie
Herakles) is in de Griekse mythologie een halfgod. Zijn vader, de oppergod Zeus, verwekt hem bij de menselijke prinses
Alkmene, echtgenote van Amphitryon. Zeus verkracht de prinses op een dag terwijl hij de gedaante van Amphitryon heeft aangenomen. Alkmene krijgt hierop een tweeling. Deze hebben
ieder een andere vader. Herakles is de zoon van Zeus en Iphikles heeft Amphitryon als vader.
De godin Hera is woedend over het overspel van haar man Zeus en vastbesloten de jongen te doden. Ze stuurt twee slangen naar de wieg. De jonge held Herakles blijkt dan echter
al over zeer bijzondere krachten te beschikken. Hij wurgt de twee slangen met zijn knuistjes, voordat de dieren hun giftige opdracht volbrengen.
Stiefvader Amphitryon is diep onder de indruk van de kracht van de jonge held en benadert de ziener Teiresias in de hoop dat die kan vertellen wat hij nog meer kan verwachten
van zijn bijzondere stiefkind. Teiresias voorspelt een ongewone toekomst voor Herakles. In zijn leven zal hij de strijd aangaan met veel monsters en het ook opnemen tegen de
Giganten. Aan het eind van zijn leven wacht hem zelfs het eeuwige leven bij de Goden.
Hij is vooral bekend om de twaalf werken die hij moest verrichten toen hij Euristheus, koning van Tiryns diende. Herakles trouwde met Megara en hij kreeg drie zonen met haar.
Op een dag zorgde Hera ervoor dat Herakles door waanzin werd getroffen en hij vermoordde hierdoor zijn eigen kinderen. Om zichzelf te redden van de wraakgodinnen trad Herakles
in dienst van koning Eurystheus van Mykene. In opdracht van Eurystheus moest Herakles twaalf onmenselijk zware werken verrichten. Deze werken waren:
1. Het doden van de enorme Nemeïsche leeuw.
Deze leeuw kon niet verwond worden door pijlen of een knots, dit waren de wapens die Herakles altijd bij zich droeg. Hij wurgde de leeuw met zijn blote handen. Later droeg
Herakles altijd de ondoordringbare huid van deze leeuw als harnas. De kop van het dier werd zijn kap, de huid zijn mantel.
2. Het doden van de Hydra.
De hydra was een negenkoppige slang die in een moeras bij Argos (op de Peloponnesos) woonde. Zodra er een kop van de hydra werd afgeslagen, groeiden er twee nieuwe koppen aan.
Herakles overwon de slang samen met zijn neef Iolaus. Iedere keer als ze er een kop hadden afgeslagen, schroeiden ze met brandende boomstammen de wonden dicht. Herakles dompelde
zijn pijlen in het giftige bloed van de Hydra, deze zouden later van pas komen.
3. Het vangen van het Erymanthische everzwijn.
Het everzwijn was in de sneeuw weggezakt en Herakles bond de poten van het beest met kettingen vast en ging naar Mykene terug. De koning was zo bang voor het everzwijn dat hij
zich verschool in een groot koperen vat dat hij in de grond had laten ingraven.
4. De jacht op de hinde van Cerynea.
Deze hinde had een gouden gewei, koperen hoeven en was zeer snel, zodat de jacht op het dier Herakles een jaar duurde. Het lukte hem uiteindelijk de hinde te vangen met een net,
toen het dier dronk bij een meer.
5. Het reinigen van de stal van Augias.
Koning Augias had 3.000 runderen en de mest had zich 30 jaar lang opgehoopt in een stal. Herakles verrichtte deze taak in een dag door het water van twee rivieren door de stallen
te laten stromen.
6. Het doden van de Stymphalische vogels.
Deze vogels leefden bij het Stymphalosmeer in Arkadia. De vogels hadden een bronzen bek, vleugels en klauwen, aten mensenvlees en konden hun veren als pijlen afschieten. Herakles
lokte ze uit hun holen door met twee bronzen kleppers te rammelen. Het lukte hem de vogels te doden met giftige pijlen, die hij eerder in het bloed van de hydra had gedompeld.
7. Het vangen van de Kretenzische stier (de Minotaurus).
Deze stier was van koning Minos van Kreta. Herakles ving de stier en bracht hem naar koning Eurystheus.
8. Het temmen van de mensenetende paarden van Diomedes.
Diomedes was een koning in Thracië die zijn paarden mensenvlees voerde. Herakles gooide Diomedes als voer voor zijn eigen paarden en de paarden werden door Herakles getemd en naar
Mykene gebracht.
9. Het stelen van de gordel van Hyppolyte.
Hyppolyte was de koningin van de Amazonen. Herakles vroeg Hippolyte om de gordel. Hera deed zich toen voor als Amazone en stookte hyppolyte tegen Herakles op. Dit resulteerde in
een gevecht met Hippolyte en Herakles doodde haar en nam de gordel mee naar Mykene.
10. Het stelen van de runderen van Geryon.
De runderen werden bewaakrt door een reus met drie hoofden, drie lijven en zes armen. Herakles doodde hem met een pijl die door zijn drie lichamen heen boorde.
11 Het roven van de gouden appels der Hesperiden.
De Hesperiden waren dochters van Atlas die de tuin met de gouden appels bewaakten. Zij kregen hierbij hulp van de honderdkoppige draak Ladon. Herakles vroeg Atlas, een van de
Titanen, om hulp. Atlas moest als straf van Zeus het hemelgewelf dragen, maar dit zou Herakles dan even van hem overnemen. Atlas pakte de appels, maar wilde daarna het hemelgewelf
niet meer terugnemen. Met een list lukte het Herakles om Atlas weer het hemelgewelf te laten dragen. Hierna ging Herakles er snel met de appels vandoor.
12. Het weghalen van Cerberus uit de Hades (onderwereld).
Cerberus was de driekoppige hellehond die in de onderwereld bij Hades woonde. Van Hades mocht Herakles afdalen in de onderwereld en Cerberus meenemen, als hij maar geen geen gebruik
maakte van wapens of Cerberus doodde. Herakles was zo sterk dat hij met zijn handen zelfs dit monster bijna kon wurgen. Cerberus erkende dat Herakles zijn meerdere was en ging mee
naar koning Eurystheus. Op de terugweg bevrijdde Herakles de held Theseus ook nog uit de onderwereld.
Afbeeldingen:
Groenburgwal 2a;
Herengracht 481;
Keizersgracht 224
Juno (Grieks evenknie
Hera) was in de Romeinse mythologie de heerseres van de hemelen, net als haar man Jupiter daarvan de
heerser was. Zij was de moeder van Vulcanus en Mars.
Juno is een godin van het zuivere licht, vooral van het licht van de maan en daarom evenals alle maangodinnen een godin van de vrouwen, een ideaal van een
Romeinse matrona, die als koningin op haar verheven troon in de hemel zetelt (Iuno Regina). Zij waakt vooral over de vrouw als echtgenote en als moeder, en
bijna alles, wat tot haar eredienst behoort, heeft betrekking op haar verhouding tot de vrouwelijke sekse. Haar betrekking tot haar gemaal werd niet gestoord
door liefdesavonturen, zoals die, waardoor Zeus, de hoogste god van de Grieken nu en dan zijn gemalin Hera van zich vervreemdde. Kalmte en waardigheid
behoorden tot het karakter van Juno en kenmerkten ook haar huwelijksleven.
Verschillende bijnamen aan Juno gegeven duiden haar aan als de godin, die het huwelijk helpt sluiten en bevestigen. Als Iterduca en Domiduca is zij de godin,
die de bruiloftsstoet uit het huis van de bruid naar dat van haar echtgenoot geleidt, als Unxia is zij degene, die de deurposten van de nieuwe woning zalft,
tot een voorteken van toekomstig geluk, als Cinxia is zij het, die de gordel van de bruid vastknoopt en losmaakt, als Pronuba geeft zij de bruid over aan hem,
in wiens macht zij voortaan zal staan, als Iuga, doet zij man en vrouw eensgezind zijn "als twee ossen onder hetzelfde juk", als Nupta, "de gehuwde" bij
uitnemendheid, wordt zij aan de zijde van haar gemaal Jupiter vereerd.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269
Jupiter (Grieks evenknie
Zeus) is de oppergod en god van de hemel en het onweer. Hij is de zoon van Rhea en Saturnus, en de
jongste broer van Ceres, Vesta[3], Pluto, Neptunus en Juno. Jupiter trouwde met Juno, maar hij had talloze minnaressen, zowel lagere natuurgodinnen als
menselijke vrouwen, bij wie hij vele halfgoden verwekte.
Aan Saturnus was voorspeld dat een van zijn kinderen hem van de troon zou stoten, net als hij bij zijn vader Uranus had gedaan. Daarom verslond hij zijn
eerste vijf nakomelingen, tot groot verdriet van Rhea, zijn vrouw. Ten slotte, na het baren van Jupiter, gaf zij Saturnus een steen te eten en bracht Jupiter
naar de Mons Ida op Kreta om opgevoed te worden door nimfen. Toen Jupiter volwassen was, gaf hij Saturnus een braakmiddel, waardoor de vijf kinderen
uitgebraakt werden. Hij bevrijdde ook Saturnus' broers, de Cyclopen, die hem als dank bliksemschichten als wapen gaven.
Als hemelgod bezat Jupiter twee voorname functies, enerzijds die van weergod en anderzijds die van donder- en bliksemgod (een rol waarin we hem het beste
kennen). Als weergod beheerste hij de wind en de storm, maar nog veel belangrijker was het feit dat hij ook de regen bracht.
Afbeeldingen:
Dam 20;
Herengracht 479;
Herengracht 481;
Keizersgracht 269;
Singel 192
Mars (Griekse evenknie
Ares) is de zoon van Zeus en Hera. Hij is één van de Olympische goden. Mars was oorspronkelijk de beschermheer van de landbouw
en een symbool van mannelijkheid en vruchtbaarheid. De Romeinen geloofden oorspronkelijk dat hij natuurrampen als droogte, overstroming en plantenziektes kon afweren en dat hij zo
de oogst kon beschermen. Mede door de culturele invloed van de Grieken kreeg Mars echter gaandeweg een steeds oorlogszuchtiger karakter en werd hij ook voor de Romeinen de drijvende
kracht achter oorlogen. In tegenstelling tot de Griekse oorlogsgod Ares, die de Grieken soms afschilderden als een slechte god, vereerden de Romeinen Mars.
De oude Grieken waren bang voor de oorlogsgod. Ares wordt meestal uitgebeeld met een speer in de ene hand en een schild in de ander. Op zijn hoofd heeft hij een gepluimde helm.
Ares is zeer oorlogszuchtig en schept er genoegen in oorlogen uit te lokken.
In de mythische verhalen trekken Ares’ volgelingen graag met de god ten strijde. Deze volgelingen hebben namen die weinig lieflijk zijn. De voornaamste zijn zijn zus Eris (tweedracht),
Phobus (angst/vlucht), Metus (vrees), Deimus (ontzetting) en Pallor (schrik).
Volgens Homeros is hij de noodlottige aanstichter van de bloedige strijd, een moordzuchtige krijger, die het hoogste genot vindt in wapengekletter en het aanrichten van een bloedbad,
zich met vreugde in de vijandelijke rijen stort, en juicht bij het vallen van de verslagenen, bij de doodskreten van de stervenden en bij het aanschouwen van het met lijken bedekte
slagveld.
Er wordt ook wel gezegd dat de oorlogen niet door Ares ontstaan, maar dat Ares er pas komt als ze al bezig zijn. Hoewel hij houdt van de bloedbaden, respecteert hij de regels.
Zijn geboorteplaats en ware huis werd aan de rand van de Griekse wereld gedacht, onder de barbaarse en oorlogszuchtige. Hij trok zich dan ook terug in Thracië, nadat hij samen met
Aphrodite was betrapt in bed. De twee geliefden werden door een listige val gevangen in het bed waarin zij de liefde bedreven: het bed dat Hephaistos en zijn vrouw Aphrodite
gewoonlijk deelden. Het bed werd met een, door Hephaistos gemaakt, net van ijzeren kettingen tegen het plafond geslingerd, waardoor zij in elkaar verstrengeld gevangen werden. Op
deze wijze wist Hephaistos het overspel bekend te maken. De schande deed Aphrodite en Ares vluchten van Olympos. Ares vertrok naar Thracië, en Aphrodite naar Paphos.
Hoewel Ares' half-zus Athena ook oorlogsgodheid is, is Athena de godin van de strategische oorlogsvoering terwijl Ares meer de god is van het onvoorspelbare geweld van de oorlog met
al zijn mogelijke uitkomsten.
Het wilde karakter en de grofheid van de god zorgen er geregeld voor dat Ares overhoop ligt met andere goden. Met name Athena heeft een hekel aan hem. De god raakt tijdens zijn
oorlogen geregeld gewond, onder meer tijdens de slag om Troje. Niet zelden is het Athena die de verwondingen bij hem aanricht.
Niet alle goden hebben echter een hekel aan hem. Zo is hij geregeld de minnaar van de godin Aphrodite waarbij hij ook kinderen verwekt: de tweeling Deimos en Phobos (Angst en Vrees)
en de liefdesgod Eros. Aphrodite is eigenlijk de enige die de oorlogsgod zo nu en dan weet te temmen. Tegen de lieftalligheid van deze godin is de brute god simpelweg niet opgewassen.
Bij de Romeinen was de god veel belangrijker dan bij de Grieken, onder meer doordat hij als de vader van de mythologische stichters van Rome (Romulus en Remus) werd beschouwd.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 674;
Kloveniersburgwal 29
Melpomene was een van de negen muzen uit de Griekse mythologie. Haar naam betekent 'koor' of 'zingende', en ze was de muze van de zang en dans samen.
Zang en dans kwamen bij de oude Grieken zeer vaak voor, vooral bij godsdienstige plechtigheden. Uit die godsdienstige koorzangen en reidansen ontstond langzamerhand de
tragedie of treurspel waarvan Melpomene ook muze is. Haar attributen zijn het tragedie-masker, een knots, zwaard of dolk en kothurnen (toneelsandalen). Ze werd ook
voorgesteld met een druivenkrans op haar hoofd.
Afbeeldingen:
Nes 71
Mercurius (Griekse evenknie
Hermes) is de god van de handel, reizigers en winst, maar ook van de dieven en hij is de boodschapper der goden. Reeds
zijn naam duidt hem als zodanig aan, daar zijn naam waarschijnlijk is afgeleid van het Latijnse merx of mercator, wat koopman betekent. Hij is een zoon van de oppergod Zeus
en de bergnimf Maia. Hij zou geboren zijn op de berg Cyllene, het hoogste punt van de Peloponnesus. Hermes behoort tot de twaalf Olympische goden, de goden die op de berg Olympus
woonden.
In de verschillende straten van Rome had hij beelden en kapellen, door de kramers en kooplieden, die iedere straat bewoonden, opgericht.
Midden mei werd een festival ten gunste Mercurius gehouden. Dan werd de zegen van de god afgesmeekt, zowel over de handelsondernemingen die men voor had, als over de listen die
men zou gebruiken, en het bedrog dat men van plan was te plegen.
Mercurius wordt afgebeeld met symbolen die snelheid aangeven: gevleugelde sandalen (talaria), een gevleugelde helm (petasus) en een met slangen omkronkelde gevleugelde staf
(caduceus).
Waar Mercurius door de Romeinen wordt gezien als de god van de Handel wordt Hermes door de Grieken meer gezien als de god van de reizigers en boodschapper van de goden.
Hermes en Apollon
Hermes werd geboren in een grot in Arcadië. Vlak na zijn geboorte vond hij de lier uit door het schild van een schildpad met snaren te bespannen. Even later ontsnapte hij uit zijn
kribje en sloop de grot uit. Niet al te veel later kwam hij een grote groep runderen tegen, die Apollon toebehoorde. Hermes vond het prachtige beesten en besloot ze mee te nemen.
Een herder die dit allemaal aanzag dwong hij te zweren dat hij het nooit zou vertellen. De herder, genaamd Battus, zwoer dit tegenover de jonge god en Hermes vervolgde zijn weg
terug naar zijn geboortegrot. Toen Apollon ontdekte dat zijn runderen gestolen waren, dwong hij Battus te vertellen wie ze gestolen had .
Apollon ging naar de grot waar Hermes inmiddels alweer in zijn kribje lag en beval hem zijn koeien terug te geven. Terwijl Hermes en Apollon naar de plaats liepen waar Hermes de
runderen had verstopt, speelde Hermes een wijsje op zijn lier. Apollon raakte zo onder de indruk van het muziekinstrument dat hij Hermes vroeg hem het instrument cadeau te geven.
In ruil voor de lier vroeg Hermes echter de kudde runderen, en zo was de handel geboren.
Voor de herder Battus liep het minder goed af, deze werd door Hermes vanwege zijn ontrouw in een blok steen veranderd.
Later verbeterde de relatie tussen de broers Hermes en Apollon flink. Apollon schonk Hermes zelfs zijn caduceus, de met slangen omwonden staf, die sindsdien een vast attribuut van
Hermes is.
Hermes en Argos
Er was eens een mooie nimf, Io genaamd, die bij Hera in dienst trad als dienstmaagd. Zij was werkelijk beeldschoon en Zeus kreeg al snel een oogje op haar. Hera, die wel doorhad
dat Io een mooie vrouw was, werd langzaamaan jaloers. Om Io te beschermen tegen Hera's jaloezie toverde Zeus haar om in een koe. Hera had dit echter door en beval Zeus haar de koe
te geven als een cadeautje, waarop zij de koe aan de herder Argos gaf. Argos was een reus met honderd ogen en zelfs als hij sliep had hij nog twee ogen over om de wacht te houden
over zijn kudde.
Ondanks deze tegenslag ging Zeus niet bij de pakken neer zitten, maar in plaats daarvan gaf hij de slimme Hermes opdracht om Io te bevrijden. Hermes, die een verzoek van de
oppergod niet in de wind kon slaan, toog op weg naar Nemea, de stad waar Argos Io gevangen hield. Na een kort praatje met Argos speelde Hermes een deuntje op zijn fluit, zo
slaapverwekkend dat zelfs de laatste twee ogen van Argos zich sloten.
Hermes hakte toen het hoofd van Argos af en bevrijdde Io. Toen Hera dit bemerkte stuurde zij een horzel die de arme koe op hol deed slaan; Io rende door het hele land tot zij
ten slotte bij Epirus in zee sprong; deze zee werd later de Ionische Zee genoemd. In Egypte gaf Zeus Io haar normale gedaante weer terug.
Het dode lichaam van Argos bleef ook niet onaangetast: Hera pakte alle honderd ogen en strooide die over de staart van haar lievelingspauw heen.
Afbeeldingen:
Dam 20;
Herengracht 280;
Herengracht 462;
Herengracht 476;
Herengracht 531-537;
Kalverstraat 10;
Keizersgracht 123;
Keizersgracht 269
Minerva (Griekse evenknie (Pallas)
Athena), een dochter van Zeus (Jupiter), is de godin van wijsheid en wetenschap die heerst over de handel en
nijverheid. De godin beschermt ook schrijvers, dokters, onderwijzers en handwerklieden. Ieder jaar werd van 19 tot 23 maart het feest van Minerva gevierd. Leraren kregen dan hun
jaarsalaris!
Over de geboorte van Minerva zijn verschillende verhalen bekend. Ze zou of uit het hoofd van oppergod Zeus zijn geboren of uit het water.
De mythe over de geboorte van Minerva uit het hoofd van Zeus is opmerkelijk.
Cronus, de vader van Zeus, heeft hem gewaarschuwd dat hij door één van zijn kinderen van de troon zal worden gestoten, op dezelfde wijze als Zeus bij Cronus heeft
gedaan. Zeus is, bang door de uitspraak van zijn vader, bevreesd dat hij zijn macht zal verliezen aan een volgend kind en eet daarom zijn zwangere vrouw Metis op. Enkele maanden
later krijgt hij helse hoofdpijn. De pijn is zo ondraaglijk dat hij alle goden van de Olympus bij zich roept en om hulp vraagt. Geen van de goden kan hem echter van zijn pijn
afhelpen, zelfs Apollo, de god van de geneeskunde, niet.
Omdat de pijn maar niet wegtrekt beveelt Zeus zijn zoon Hephaistos, god van de smeedkunst, om met een bijl zijn schedel open te klieven. Onmiddellijk nadat hij dat heeft gedaan
komt een volwassen Minerva uit het hoofd tevoorschijn, gekleed in wapenrusting en in haar rechterhand een speer.
Zeus zal haar altijd als zijn lievelingsdochter blijven beschouwen.
De hoofdstad van Griekenland, Athene, is naar de godin vernoemd. Ze kreeg dat echter niet zomaar voor elkaar. Als de goden van de Olympus op een dag zien dat een zekere Cecrops
een stad sticht in de provincie Attica en duidelijk is dat de stad een goede, welvarende toekomst tegemoet gaat, willen alle goden dat de stad naar hen vernoemd zal worden.
Tijdens een vergadering mogen alle goden argumenten geven waarom de stad naar hen vernoemd zou moeten worden. Na enige tijd blijven alleen Poseidon en Athena over als gegadigden.
Zeus wil geen partij kiezen en stelt dat de stad zal gaan naar de god die een voorwerp maakt dat de mensen het meest tot nut is.
Poseidon stampt hierop met zijn drietand op de grond, waarop een prachtig paard uit de aarde komt zetten. Athena creëert een olijfboom. Hoewel de omstanders aanvankelijk denken
dat ze hiermee nooit de strijd kan winnen, trekt ze toch aan het langste eind. Dit nadat ze heeft uitgelegd welke waarde de boom voor de mensen kan hebben. Volgens haar staat de
boom voor vrede en voorspoed, in tegenstelling tot het paard dat vooral handig is bij oorlogen.
Pallas Athena wint zo de strijd en wordt zo beschermgodin van Athene.
Op een dag bracht zij een rotsblok voor de verdediging naar de stad, toen zij werd aangevallen door Hephaestus, de zoon van haar stiefmoeder Hera. Hij probeert haar te verkrachten,
maar Athena weet hem van haar af te slaan. Zij moest zijn zaad van haar lichaam vegen en gooide de prop weg. Op de plek waar deze terecht kwam werd Erichtoonius geboren, een
monster met het lichaam van een man, maar in plaats van benen had hij een slangenstaart. Hij werd koning van Athene. Na zijn dood plaatste Athena hem als ster in het sterrenbeeld
Auriga, de Wagenman.
Athene was ook beschermster van helden als Odysseus, Heracles en Perseus. De enge Medusakop die ze op haar borst draagt heeft ze gekregen van Perseus.
Medusa zou de toorn van Athena hebben gewekt door in Athena's tempel de liefde met Poseidon te bedrijven. De woedende Athena nam wraak door Medusa's mooie haar in een nest
kronkelende slangen te veranderen. Verder zou eenieder die Medusa in het gelaat keek, ter plaatse verstenen. Uiteindelijk wordt ze gedood en onthoofd door de held Perseus.
Perseus, een halfbroer van Athena, was één van haar lievelingen. Hij was verwekt bij een minnares van Zeus en werd daarom regelmatig achtervolgd door Hera. Athena
leende Perseus ooit haar magische schild in de strijd tegen Medusa. Na de triomf overhandigde hij Athena niet alleen het schild, maar ook het hoofd van Medusa, die het op haar
schild plaatste om vijanden mee te kunnen verstenen.
Afbeeldingen:
Herengracht 481;
Herengracht 502;
Kalverstraat 10;
Keizersgracht 123;
Keizersgracht 674;
Linnaeusstraat 2;
Singel 116;
Singel 390
Neptunes (Grieks evenknie
Poseidon) was oorspronkelijk een god van de golven en van alle stromend water; later meer bepaald een
god van de zee. Neptunes werd niet alleen als zeegod, maar ook als de god van de paarden en van alle ruiteroefeningen vereerd. Als zeegod is hij nu eens een
geweldige, barse en trotse godheid, dan weer hij, die de door storm bewogen zee tot bedaren brengt. Neptunus wordt meestal afgebeeld als een naakte of
halfnaakte, bebaarde man en heeft als attributen gewoonlijk een drietand of staf en soms ook een dolfijn, boeg van een schip, scheepsanker, of globe. Soms
wordt hij afgebeeld als een zeemeerman (half mens, half vis). De drietand kreeg hij van de cyclopen (éénogige reuzen).
Het is in de zeevaart nog steeds een traditie dat degenen die voor het eerst de evenaar passeren, aan een ontgroeningsritueel onderworpen worden. Daarbij komt
Neptunus aan boord, een rol die veelal door de bootsman vervuld wordt.
Afbeeldingen:
Dam;
Herengracht 60;
Kattenburgerplein 1;
Keizersgracht 269;
Singel 192
Odysseus is een figuur in de mythencyclus rond de Trojaanse Oorlog. Hij is de koning van het eiland Ithaka, zoon van Laërtes en Antikleia, een listige Griekse aanvoerder,
bedenker van de list met het houten paard waardoor na tien jaar de oorlog wordt gewonnen, waarna hij nog eens tien jaar rondzwerft voor hij thuiskeert.
Afbeeldingen:
Herengracht 615-617
Pandora In de Griekse mythologie vervult Pandora een bijzondere rol. Ze is de eerste menselijke vrouw en wordt, op bevel van Zeus,
door de god Hephaistus gevormd uit water en aarde als tegenhanger van de man. Haar naam betekent draagster van alle gaven. Zij wordt door Zeus als straf aan de
stervelingen gezonden om onheil over hen te brengen, nadat Prometheus vuur uit de hemel heeft gestolen om dat aan de mensen te geven.
Wat is er gebeurt?
In de oorlog tussen de Olympische goden en de Titanen kiezen enkele Titanen de kant van de Olympiërs. Een van hen is Prometheus, wat letterlijk ‘vooruitdenken’
betekent. Hij voorziet dat Zeus de strijd gaat winnen en is dus zo slim om diens kant te kiezen. Na de strijd beloont Zeus de titaan door hem toestemming te
geven verschillende levensvormen voor de aarde te scheppen.
Prometheus en zijn broer Epimetheus maakten met toestemming van de oppergod eerst dieren en daarna besluiten zij ook rechtopstaande figuren te maken, naar het
voorbeeld van de goden. Zonder dit met Zeus te overleggen besluit Prometheus de mens hierna ook de levensadem in te blazen. Zeus is ontstemd en volgens sommige
lezingen is het bedrog van Prometheus er de reden van dat de oppergod niet veel moet hebben van de mens.
Prometheus heeft echter wel het beste voor met de mens en rooft voor hen het vuur uit de hemel. Het komt de dief duur te staan. Zeus is woedend en laat volgens
één lezing Prometheus als straf met onbreekbare ketenen vastbinden aan een rots. Iedere dag wordt zijn lever door een adelaar uitgerukt, waarna het
orgaan ’s nachts weer aangroeit om vervolgens weer weggerukt te kunnen worden. Een eeuwigdurende straf. Dat is echter de bedoeling, maar na vele eeuwen wordt de
titaan uiteindelijk toch bevrijd uit zijn benarde positie. De held Heracles ziet hem tijdens een van zijn omzwervingen hangen aan de rots en krijgt medelijden.
Heracles schiet de roofvogel hierop neer met zijn pijl en boog en bevrijd Prometheus.
In een andere lezing ontkomt ook de mensheid niet aan de toorn van Zeus. Om Prometheus en Epimetheus niet te beledigen, deed hij dit niet rechtstreeks. Hij beval
Hephaistus om uit water en aarde een vrouw te vormen, genaamd Pandora. Daarna schonken alle goden haar goede gaven. Athena gaf haar intelligentie, talent,
manieren en kleedde haar in de mooiste kleurrijke kleding. Aphrodite gaf haar de bevalligheid en schoonheid van een godin. De andere goden gaven haar goud en
staken haar bloemen in het haar. De laatste god, Hermes, gaf haar de spraak en plantte schaamteloze gedachten en een bedrieglijke aard in haar wezen. Zo kreeg
zij een eigenschap die geen enkele andere sterveling had: nieuwsgierigheid.
Zeus schonk Pandora aan Prometheus, maar deze wist dat een geschenk van de goden niet zonder gevolgen blijft en weigerde haar. Hij raadde zijn broer Epimetheus
aan dat ook te doen. Zeus liet haar daarop door Hermes bij Epimetheus, de domme broer van Prometheus brengen. Niettegenstaande de waarschuwingen van Prometheus
nam hij haar tot vrouw. Zeus schonk het paar ook een pithos (vat,), waarin alle ongelukken zaten opgesloten. Als het vat gesloten bleef, konden die niemand treffen.
Pandora kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en opende het vat. Toen kwamen daar alle rampen, ziekten en zorgen uit tevoorschijn en verspreidden zich over de
aarde: aan het kommerloze bestaan van de mensen was een einde gekomen. Pandora wilde nog gauw het deksel dichtklappen, maar alleen de hoop zat nog in het vat toen
het weer gesloten werd. Vandaar dat onder de hevigste rampen die de mensen op aarde teisteren, de hoop nog alleen resteert. Een andere interpretatie impliceert
dat de hoop zelf ook een vergiftigd geschenk is. Hoop op iets anders is immers non-acceptatie van wat zich hier en nu manifesteert.
In latere versies van het verhaal werd het vat een kistje, een vaasje, of gewoon De doos van Pandora.
In het vroege christendom zagen de kerkvaders in het verhaal van Pandora's doos al heel gauw een pre-christelijke beeld van de Bijbelse zondeval: Pandora en Eva
hadden allebei een zondige en ziekelijke nieuwsgierigheid gemeen, die de man, waarmee de gehele mensheid bedoeld wordt, noodlottig werd.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 452
Paris (Grieks evenknie
Paris) voordat hij geboren werd, voorspelde een voorteken de rampen, die door hem over de stad zouden komen.
Toen zijn moeder van hem zwanger was, droomde zij op zekere nacht, dat zij een brandende fakkel baarde, die langzamerhand zulk een ontzaglijke vlam werd, dat
de gehele stad daardoor aangetast en in de as werd gelegd. Zij verhaalde die droom 's morgens aan Priamos, die dadelijk de waarzeggers en droomuitleggers,
waaronder ook zijn zoon Aisakos,[1] of volgens een andere versie zijn dochter Kassandra,[2] tot zich liet komen, om de verklaring van die droom te vernemen.
Zij deden de schrikwekkende uitspraak, dat Hekabe een zoon zou baren, die, zo hij in leven bleef, bestemd was om zijn vaderland in het verderf te storten.
Nauwelijks was de knaap geboren, of de bezorgde vader gaf hem, evenals Laios eenmaal met Oidipus deed, aan zijn dienaren over, met last om hem om te brengen
of in het bos te vondeling te leggen. Een van de bedienden, Agelaos genaamd, bracht de jonggeborene op de bosrijke top van het naburige Idagebergte en legde
hem daar neer, opdat hij door honger of door verscheurende dieren zou omkomen. Toen hij evenwel na verloop van vijf dagen weerom op de eenzame plaats kwam,
vond hij het kind nog fris en gezond; een berin had het gezoogd. Uit medelijden nam de herder het nu tot zich, bracht het naar zijn woning, gaf het de naam
van Paris en voedde het als zijn eigen zoon op. De knaap groeide tot een schone jongeling op, terwijl hij steeds onder de herders leefde, die de koninklijke
kudden op de berg weidden, en deze gaven hem de naam van Alexandros d.i. "die de mannen afweert", omdat hij de kudden op de krachtigste wijze tegen de rovers
beschermde. Terwijl hij zo op het land leefde, gebeurde er iets, dat op zijn eigen lot, en op dat van Troje de noodlottigste invloed zou uitoefenen. Die
gebeurtenis is bekend onder de naam van het "oordeel van Paris".
Op de Olympus was tussen drie godinnen een hevige twist ontstaan. Zeus had namelijk besloten Peleus met de Nereïde Thetis in het huwelijk te doen treden,
waaruit Achilles werd geboren. Alle goden en godinnen waren op het prachtige bruiloftsmaal genodigd, dat in Thessalië gehouden werd, en elk bracht voor het
bruidspaar geschenken mede. Slechts Eris, de godin van de tweedracht, was, uit vrees voor stoornis van de vreugde, niet uitgenodigd. Om zich voor deze
belediging te wreken, wierp zij plotseling op de door de gasten omringde en heerlijk versierde feestdis een gouden appel, met het opschrift: "τῇ καλλίστῃ,
voor de schoonste!" Hera, Athena en Aphrodite deden hun aanspraken op de appel gelden. Toen zij het niet eens konden worden, wendden zij zich tot Zeus met het
verzoek, dat hij in deze strijd zou beslissen. Deze had echter geen lust zich de wraak van twee van de godinnen op de hals te halen. Hij ontweek daarom
voorzichtig een beslissende uitspraak, en verwees hen naar de op de berg Ida wonende Paris. De godinnen namen hem als scheidsrechter aan, en begaven zich,
onder geleide van Hermes, naar de Ida. Paris verklaarde, nadat Hermes hem de oorzaak van de komst van de drie godinnen had medegedeeld, aan hun verlangen te
willen voldoen. Lang stond hij besluiteloos. Alle drie schenen hem even schoon toe. Hera poogde de jongeling te overhalen om haar de prijs van de schoonheid
toe te kennen, door hem te beloven, dat zij hem de grootste rijkdommen en de heerschappij over geheel Azië zou schenken; Athena beloofde hem grote krijgsroem
en de diepste wijsheid; Aphrodite eindelijk wendde nog krachtiger middelen aan om de scheidsrechter tot haar belang over te halen; zij streelde zijn
eigenliefde, door hem als de schoonste jongeling van Phrygië te roemen, die ook de schoonste vrouw op aarde waardig was. Tevens beloofde zij hem, dat zij hem
zou bijstaan om de liefde te verwerven van de schoonste vrouw op aarde, Helena, de dochter van Leda en gemalin van Menelaos, de koning van Sparta, wanneer hij
haar de prijs van de schoonheid toewees. Nu aarzelde Paris niet langer; meegesleept door de verleidelijke voorstellingen en beloften van de godin Aphrodite,
schonk hij haar de gouden appel. Van die tijd af waren Hera en Athena verbitterde vijandinnen van de Trojanen.
Paris wordt door de beeldende kunstenaars voorgesteld als een jeugdige schone gestalte, zonder baard, in Phrygische kleding, en een appel in de hand, die hij
aan de godin van de schoonheid, Aphrodite, aanreikt. Het parisoordeel is een zeer veel afgebeelde scène in de kunst, niet in de minste plaats omdat het de
kunstenaar een reden gaf om drie schaars geklede, ideaal mooie vrouwen af te beelden.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269
Psyche is een mooie koningsdochter en geen godin. Door uiteindelijk met Amor te trouwen zal ze wel onsterfelijk worden. Lees het hele
verhaal bij
Amor.
Afbeeldingen:
Herengracht 500
Shiva Naast Shiva (de verwoester) zijn Brahma (de schepper) en Vishnu (de beschermer) de belangrijkste goden in het hindoeïsme. Zonder
de één, kan de ander niet bestaan en daarom worden ze wel de Trimurti of hindoe-drie-eenheid genoemd. Een hindoe kan één
god, meerdere goden of geen enkele god aanbidden. Sommige worden overal aanbeden, anderen alleen in bepaalde gebieden. De god Shiva is één van de
beroemdste en populairste goden in het hindoeïsme. Shiva is een verwoester en een schepper. Hij kan dingen maken, maar ook vernielen. Iedereen wil daarom
graag Shiva goed gezind blijven. Ook is Shiva populair omdat hij altijd innerlijke vrede heeft.
Letterlijk betekent het woord ‘Shiva’ goedgunstig. De rivier de Ganges, symbool van wijsheid en zuiverheid, stroomt uit zijn haar. Shiva is ook met slangen
versierd. Tot de kenmerken van Shiva behoren de drietand (als symbool van de vernietiging), de bijl, de lasso en op zijn voorhoofd het derde oog van de kennis.
Als Heer van de Dans (Nataraja) draagt hij een trommel (damaru). Hij draagt de maansikkel (Chandra) op zijn hoofd en is met as bedekt. Shiva heeft een blauwe keel
(nilakanta), omdat hij het halahala gif dronk, dat vrijkwam bij het karnen van de Melkoceaan (Samudra manthan). Dat dreigde de aarde te vergiftigen. Shiva redde
de wereld door het gif te drinken. Het Shivaratri-feest wordt te zijner ere gehouden. Hij draagt een olifantenhuid, zit op een tijgerhuid en de witte stier Nandi
is zijn vervoermiddel. Bij Shiva tempels staat altijd een beeld van Nandi bij de ingang. In zijn gedaante als geneesheer heeft Shiva vijf hoofden (Panchanana).
De lingam is het symbool, waarmee Shiva vereerd wordt. De yoni is dat van zijn echtgenote Parvati. Als Ardhanarishvara maken Shiva en Parvati deel uit van
één lichaam. Hun woonplaats is Kailash in Tibet, waar hij graag geestverruimende middelen rookt, en Benares (Varanasi, Kashi) is zijn geliefde stad.
De vrouw van Shiva heet Parvati. Zij wordt in verschillende gedaanten aanbeden: als zachte Moedergodin, als bloeddorstige godin Kali en als Durga, de godin van
de strijd. Net als veel andere goden is Parvati dus een mengeling van goed en kwaad, vriendelijk en wreed, leven en dood. Durga is de oorlogszuchtige gedaante
van de godin Parvati. Ze rijdt op een tijger en ze heeft in elk van haar tien handen een ander wapen.
In de zeer uitgebreide mythologie die rond Shiva is ontstaan, komen talrijke vrouwen van Shiva voor. De drie vrouwen van Shiva zijn de uit de Himalaya bergketen
afkomstige Arische Párvati (Uma) of Gaorii, de donkere autochtone Kálii en de Mongoolse, uit Tibet afkomstige Gaunga. (Eigenlijk zijn deze de
verschijningsvormen van Párvati mátá). Párvati was de dochter van de koning Himálaya. Daksha, vader van Sati, een eerdere
incarnatie van Párvati, zou Shiva vernederd hebben door hem niet uit te nodigen voor een yajina, een Arische offerceremonie. Sati kon de vele beledigingen
aan het adres van haar echtgenoot niet langer verdragen en wierp zichzelf in het offervuur. Shiva stuurde Virabhadra om zich op Daksha te wreken. Daksha verloor
zijn hoofd, maar kreeg er later een geitekop voor in de plaats. Tijdens zijn omzwervingen na het verlies van zijn vrouw, werden verscheidene vrouwen verliefd op
Shiva. Hun echtgenoten ontmanden toen Shiva. Daaruit zou de cultus van de linga (lingam) zijn ontstaan. Na het grote offer van Sati zouden de relaties tussen de
Ariërs en de autochtone bevolking verbeterd zijn.
Párvati had een zoon, genaamd Bhaerava. Bhaerava betekent 'iemand die tantra-sadhana beoefent'. Kálii had een dochter, genaamd Bhaeravii, wat betekent
'een vrouw die Tantra sadhana beoefent'. Gaunga had een zoon genaamde Kárttikeya of Kárttika (Skanda), die tot verdriet van zijn moeder geen sadhana
deed. Om die reden zou Shiva Gaunga, om haar te troosten, het meest vertroeteld hebben. Op grond van dit verhaal begon men zo'n 1400 jaar geleden tijdens de
Puranische periode Gaunga af te beelden op het haar van Shiva. Later begon men deze Gaunga te associëren met de rivier de Gaunga (Ganges) en liet men in de
Puranische verhalen de rivier vanaf het hoofd van Shiva in vier richtingen stromen.
Afbeeldingen:
Linnaeusstraat 2
Silenus is een voorbeeld sileen en was de opvoeder en trouwe begeleider van de god Dionysus. Hij zou gesproten zijn uit de verbintenis van Pan of Hermes
met een nimf. Hij was een groot wijnminnaar en verkeerde meestal in een roes, zodat hij door satyrs of silenen ondersteund of op een ezel vervoerd moest worden. Koning Midas nam
Silenus eens gastvrij op omdat deze in beschonken toestand het gezelschap van Dionysus was kwijtgeraakt. Hij had zich tegoed gedaan aan een bron, waarvan het water in wijn was
veranderd. Als dank werd Midas door Dionysus vorstelijk beloond.
Silenen zijn in de Griekse mythologie een soort vegetatiedemonen, die men zich gewoonlijk voorstelde als ruigbehaarde halfmenselijke halfdierlijke wezens met hoeven, horens, een
staart en een grote phallus.
De meer ernstige zijde van het wezen van Silenus trad in het volksgeloof geheel en al op de achtergrond. Dit stelde hem steeds voor als een man, die reeds begint oud te worden,
met een stompe neus en een kale kop, en bovendien met een zo dikke buik, dat alleen daarom reeds het gaan hem moeilijk valt. Er is echter meer dan een reden, waarom hij steeds
steun nodig heeft van Satyrs en altijd op een ezel rijdt. Hij heeft immers een onmatige hartstocht voor de wijn en is daardoor steeds in een halfdronken toestand. Maar behalve van
de wijn houdt hij ook veel van de muziek evenals de Satyrs. Silenus gaat graag om met de Naiaden, en dikwijls is er sprake van minnarijen, die ook de Silenen met de nimfen plachten
aan te knopen.
In de tocht, die Dionysos door de wereld onderneemt, mocht in zijn stoet de op zijn ezel gezeten Silenus nooit ontbreken. Toen echter Dionysos de stichter van de mysteriën was
geworden, trad ook in Griekenland zijn meer ernstige betekenis weer meer op de voorgrond. Aan de ene kant begon men toen in hem een daimon van de vruchtbaarheid te zien, die zorg
droeg voor het groeien en rijpen van de vruchten, zoals hij de jeugdige Dionysos had verzorgd en opgevoed. Maar anderzijds kreeg hij ook nog een hogere betekenis: men zag in hem,
de leermeester van Dionysos, de bron van alle wijsheid, die in de mysteriën werd geleerd, een wijze in de ware zin van het woord, die het ijdele en dwaze streven, waarmee de
meeste mensen hun leven doorbrengen met spot en minachting bejegent. Bij de Griekse wijsgeren stond hij daarom in hoog aanzien.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 672
Sirene Sirenen zijn halfgodinnen, half gier en half mens. Ze brengen de zeelui met hun gezang in verleiding om naar hen toe te varen. Vervolgens lopen de schepen op de rotsen en
loopt het slecht af met de bemanning.
Odysseus had van Circe de goede raad gekregen om zijn oren en die van zijn mannen dicht te stoppen, zodat niemand in de verleiding kwam naar de sirenen toe te gaan en zijn eigen graf te graven. Hij stopte de
oren van zijn mannen dicht met bijenwas, en liet zichzelf vastbinden aan de mast, zodat hij wel de gezangen hoorde maar niet naar ze toe kon varen. Hij geeft zijn mannen bovendien de opdracht dat als hij
schreeuwde dat ze hem niet mochten losmaken, maar dat ze hem nog steviger moesten vastmaken. Zo kwamen ze ongeschonden langs het eiland van de sirenen.
Afbeeldingen:
Herengracht 615-617
Thalia (Grieks: Thaleia) De namen hangen samen met het Griekse thallein, wat zoveel betekent als ‘gaan bloeien’ en thalos, ‘scheut, kind’. De naam betekent dan zoveel als
‘de bloeiende’, ‘de jeugdige’. Het was de naam van zowel een muze, als een van de Charites, een nimf en een van de Nereïden.
Thalia was een van de negen muzen en gold als de leidster van deze. Haar naam beduidt "de bloeiende feestvreugde". Zij is de muze van de komedie en is kenbaar aan een komisch masker. Als dienares
en volgelinge van Dionysos draagt zij doorgaans een klimopkrans op het hoofd en een kromme thyrsosstaf (herderstaf), of ook wel een tamboerijn in de hand. Ze zou een dochter zijn van Zeus en
Mnemosyne. Zij wordt de moeder genoemd van de luidruchtige Corybantes, die Apollo bij haar zou hebben verwekt.
Thalia was ook een van de Charites, een personificatie van het bloeiende geluk, aan welke dikwijls bij feestmalen de eerste beker werd gewijd. Ze was de dochter van Zeus bij Eurynome of
Eunomia. Ze werd als "met mooie wangen" en "mooi" omschreven.
Thalia was ook een nimf, dochter van Hephaestus, die in de nabijheid van de Etna woonde en bij Zeus de moeder werd van de Palikoi. Nadat ze zwanger was geworden van Zeus, verborg ze zich onder
de aarde uit vrees voor Hera.
Thalia was tot slot een Nereïde, dochter van Nereus en Doris, aldus Homeros.
Afbeeldingen:
Nes 71
Venus (Grieks evenknie
Aphrodite) is de godin van de liefde.
Venus is de dochter van Jupiter en Diana, hoewel ze soms denken dat ze gemaakt is door Uranus door middel van de schuim van de zee op het moment van zijn dood.
Als de godin van de liefde, is ze de "konigin van het genoegen" en moeder van het Romeinse volk. Ze was getrouwd met Vulcanus, de god van vuur en vulkanen, en
moeder van Cupido, Hymen, Priapus en Aeneas. Ze is ook verbonden aan haar minnaar, Mars de god van de oorlog. Ze wordt beschouwd als de godin van de natuur,
die verbonden is met de komst van de lente. Venus is de brengster van vreugde aan de goden en aan de mensen.
Vulcanus was dus getrouwd met Venus, die hem regelmatig bedroog met Mars. Toen hij dat uiteindelijk had ontdekt, smeedde Vulcanus in grote woede een ragfijn
bronzen net, dat hij heimelijk over de echtelijke sponde spande. Zo ving hij haar, terwijl ze naakt in de armen van Mars lag. Daarna verzamelde hij de goden,
om hen het overspelige paar te tonen. Deze bleken nauwelijks geschokt te zijn en Mercurius bekende zelfs dat hij best met Mars zou willen ruilen. Daarop
barstten de goden uit in gelach. Alleen Jupiter was niet erg vrolijk omdat zijn schoonzoon, de bedrogen Vulcanus, de bruidsschatten terug eiste die hij
gegeven had om met zijn dochter Venus te mogen trouwen.
De naam venerische ziekten (soa's) is genoemd naar de Romeinse godin van de liefde, Venus.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 269;
Singel 460
Vulcanus (Griekse evenknie
Hephaestus) is een zoon van Jupiter (Zeus) en Juno (Hera). Vulcanus is smid en wapensmid van de goden en god van het
allesvernietigende vuur en de vulkanen. Hij slaagde erin om ondanks zijn minder goddelijke voorkomen, hij zou aartslelijk en kreupel zijn, Venus (Aphrodite), de mooiste aller
godinnen te huwen. Zij staat bekend als godin van de schoonheid.
In een mythe wordt verhaald dat Hephaestus van de berg Olympus werd gegooid door zijn moeder Hera, toen zij na zijn geboorte bemerkte hoe lelijk hij was. Nadat hij gedurende
een hele dag gevallen was, belandde hij in de zee. Nimfen brachten hem naar het eiland Lemnos, waar de bewoners hem verzorgden. Toen hij volwassen was bouwde hij een smidse onder
de vulkaan Etna. Van hier nam hij wraak op zijn moeder door een prachtige troon voor haar te maken waar zij, eenmaal gezeten, niet meer uit op kon staan. De goden op de berg Olympus pleitten bij
Hephaestus om terug te keren naar het hemelse domein en Hera te bevrijdden, maar hij weigerde dit. Bacchus bood de smid wijn aan en toen Hephaestus onder zeil was, nam hij hem op
de rug van een ezel mee naar de Olympus. Hephaestus bevrijdde Hera, nadat zij hem de hand van Venus (Aphrodite) had gegeven.
Een ander verhaal beweert dat zijn vader, Zeus, hem van de berg gooide, toen hij in een ruzie de kant van Hera koos. De arme Hephaestus viel toen echter negen dagen en negen
nachten en belandde, ditmaal rechtstreeks, op het eiland Lemnos. Op dit eiland bouwde hij zijn paleis en een smidse onder de vulkaan.
Ter zijde gestaan door Cyclopen, zijn arbeiders, smeedde hij de bliksemflitsen en scepter voor Jupiter. Maar ook de strijdwagen van Helios, god van de zon, waarmee hij langs de
hemel reed. Het onoverwinnelijke schild en harnas van Achilles en de pijlen van Eros, god van de liefde. Daarnaast vervaardigde hij het schild van Aegis voor Athena, naast diverse
andere voorwerpen voor de goden, zoals hun drankvaten en versierselen.
In de hoedanigheid van Hephaestus creëerde hij ook de eerste vrouw: in opdracht van Zeus moest er een nieuwe soort van mens komen. Prometheus, een titaan, had samen met zijn broer
de eerste mens gemaakt: de man. Zeus die samenzweerde tegen Prometheus, gaf opdracht tot het maken van de vrouw. Dus vormde Hephaestus de eerste vrouw, genaamd Pandora, uit klei.
De andere goden gaven haar diverse giften en vaardigheden, om haar te perfectioneren.
Ook was Hephaestus verantwoordelijk voor het ter wereld komen van Athena. Toen hij het hoofd van Zeus spleet met een bijl kwam zij daar in volledige wapenuitrusting uit te
voorschijn.
Toen Hephaestus vermoedde dat Aphrodite overspel pleegde, vervaardigde hij een buitengewoon kettingachtig net, zo fijn dat niemand eruit kon ontsnappen en zo sterk dat, zelfs een
titaan als Hercules, het niet kapot kon krijgen. Op een dag verraste hij Aphrodite en Ares, god van de oorlog, toen zij samen in bed lagen. Hij gooide zijn magische net over hen
heen en gooide hen beiden, naakt en verstrengeld in elkaars armen, voor de Olympische goden. Hij vroeg de verzamelde goden voor vergelding, maar het enige dat zij deden was
brullen van het lachen en daarna stelden zij het paar op vrije voeten. Dit maakte Vulcanus tot patroon van de bedrogen echtgenoten.
Afbeeldingen:
Keizersgracht 672