Naam: Huis De Visscher of De Hoop
Adres: Keizersgracht 269
Architect: -, -, -, K.L.Sijmons
Bouwtijd: 1617, 1689, 1809, 1949
Opdracht: Jan Cornelis Visscher, Hendrick van Beuningen, Pieter de Putter, The British Council
Jan Cornelis Visscher, koopman, kocht twee percelen grond aan de Keizersgracht, 269 en 271 respectievelijk 6 en 6,15 meter breed, en liet die bebouwen met
een voor- en achterhuis, naar de gewoonte van die tijd. Beide panden hadden een afbeelding van een visser bovenop en werden De Visser genoemd. Nummer 269
betrok Visscher waarschijnlijk zelf. Vanuit het voorhuis dreef hij handel; zijn voorraden werden opgeslagen in het souterrain en op zolder. De bel-etage was
winkel en woonruimte tegelijk.
De erfgenamen hebben beide huizen verkocht. Hendrick van Beuningen (1639-1697) werd omstreeks 1689 de nieuwe eigenaar van 269 en hij heeft het laten vernieuwen
zoals in het Grachtenboek afgebeeld: een halsgevel met een gebogen fronton, waarin vermoedelijk het wapen van van Beuningen; vleugelstukken met bloemversiering,
hoekvazen en een stoep. Hendrick was geboren in Gdansk en getrouwd met Maria Letoor (1643-1711) geboren in Amsterdam.
De vier belangrijkste ruimtes in het voor- en achterhuis zijn in de achttiende en negentiende eeuw uitbundig gedecoreerd met behangselschilderingen op
linnen. In totaal gaat het om dertig doeken, alle nog in hun speciaal vervaardigde omlijstingen op de oorspronkelijke locatie. Geen enkel ander Amsterdams
woonhuis kan zich op een dergelijke verzameling schilderingen beroemen.
Behangsels zijn in feite schilderijen, meestal in olieverf op doek, maar niet bestemd voor in een lijst. Behangsels werden gemaakt om er complete muurdelen mee te bespannen, vanaf de lambrisering tot aan het plafond. In de Gouden Eeuw waren deze behangsels een modern alternatief voor de gebruikelijke wandtapijten; ze pasten goed bij de groeiende voorkeur voor lichte interieurs. In de eerste helft van de achttiende eeuw werkten in de Amsterdamse behangselateliers zo’n 300 schilders en knechten. Later verminderde de belangstelling. Verreweg de meeste behangsels werden in de loop der tijd losgesneden en ingelijst verkocht, of eenvoudig weggegooid. Behangsels die compleet zijn, in goede conditie verkeren en nog op de originele plaats te zien zijn, zijn zeer zeldzaam.
In 1929 is C.C.Harrenstein eigenaar en bewoner.
De huidige eigenaar, zakenman en advocaat Jos Fruytier, heeft huis ‘De Visscher’ direct na aankoop van het pand in 2005 laten restaureren. Dat gebeurde met kennis van zaken, liefde voor detail en oog voor historie. Overal in het interieur bleef de tand des tijds zichtbaar. In het hele pand heerst een perfecte balans tussen leefbaarheid en museale waarde, tussen sleetsheid en wooncomfort. Markante toevoegingen van de huidige eigenaar zijn de fraai aangelegde tuin met zorgvuldig aangebrachte antieke elementen, en de nieuwe plafondschildering in de zaal. Het ontbrekende plafondstuk van Elliger is hier opnieuw aangebracht, niet als kopie maar als een nieuwe interpretatie van het origineel, dat het samenzijn van Dido en Aeneas verbeeldt en uitgewerkt door Peter Korver. Hij heeft het oorspronkelijke beeld op een bijna sleetse manier op een nieuw doek aangebracht. Het nieuwe werk houdt het midden tussen een met verf opgehoogde, getekende voorstudie van het origineel en een naar dit voorbeeld vervaardigd, oud wandtapijt waarop de oorspronkelijke, kleinere, lijstvorm nog duidelijk als een kleurverschil zichtbaar is. Het meest in het oog springen echter de ruim twintig vogels die aan het beeld zijn toegevoegd. Ze vliegen over het schilderij als op achttiende eeuwse Rococo stoffen, geborduurd met vogels, vlinders en florale motieven, of op de rijk gedecoreerde, handbeschilderde behangsels uit diezelfde periode.
Het souterrain heeft een eigen toegang vanaf de straat. Hier is de fraaie antieke keuken, gedeeltelijk onder de binnenplaats gebouwd, en de toegang tot de
provisiekelder onder het achterhuis welke oorspronkelijk is gebouwd als drijvende kelder. Hier zijn ook de servieskamer en tuinkamer met de negentiende-eeuwse
behangselschilderingen.
De bel-etage heeft een verhoogde entree via een hardstenen bordes. Hier zijn de ontvangstkamer en dinerzaal en suite, beide met negentiende-eeuwse
behangselschilderingen. Een kleine trapopgang voert naar de monumentale zaal in het achterhuis met de unieke en originele zeventiende-eeuwse
behangselschilderingen van Antonie Elliger. Hier is ook de recent aangebrachte plafondschildering, historiserend naar het zeventiende-eeuwse origineel.
Op de etages zijn woon-, slaap- en werkkamers.
De zolderverdieping beslaat met zijn 94m2 de gehele ruimte boven het voorhuis en bezit nog het oorspronkelijke hijswiel.
Sinds 1809 heeft het pand een oppervlakte van 707m2 op en een perceeloppervlakte van 289m2 met in totaal 17 kamers.