Naam: Huis Rosenthal
Adres: Herengracht 500
Architect: -, -, Isaac Gosschalk, restauratieatelier Uilenburg, -
Bouwtijd: 1667, ca.1758, 1889, 1974, 2008
Opdracht: Joan Reijnst, mr. Gerrit Hooft, George baron Rosenthal, -, -
Gebouw exterieur
In 1665 verwerven de huistimmerman Gerrit Harmensz, Jan Benningh en Joan Reynst, heer van Drakenstein en de Vuursche de stadserven 38 en 37 in perk D. In 1666
wordt erf 38 van Gerrit Harmensz overgenomen. Notaris Juriaan de Vos verzorgt de scheiding en loting en hierbij viel erf 37 in 1667 toe aan Joan Reynst. Hij
laat in 1667 een pand bouwen in de late, sobere fase van het Hollands Classicisme, de zogenaamde Strakke Stijl.
Omstreeks 1758 volgt een verbouwing in opdracht van Gerrit Hooft. De huidige gevel en de interieurindeling dateren uit deze tijd. De gevel kreeg getoogde
vensters en een drie verdiepingen hoge deur- en vensteromlijsting in de astravee. De zandstenen beelden en bekroning met vazen zijn verdwenen. Deze toevoegingen
zijn overigens duidelijk te zien op tekening van Caspar Philips uit 1760. De stijl van deze verbouwing wijkt geheel af van wat toen gebruikelijke was, maar de
gevel en de indeling is nog steeds zo. Op de dakbalustrade is nog het (nu blanke) gekroonde alliantiewapen van Gerrit Hooft en zijn vrouw Hester Hinloopen te
zien.
De empiredeur en de roedenverdeling dateren uit de eerste helft van de negentiende eeuw, het smeedijzeren stoephek is een reconstructie uit 1975.
In 1889 diende George Rosenthal een bouwaanvraag in bij de gemeente Amsterdam voor een aanbouw aan de achterzijde van het pand, met daarbij een bouwtekening
van de architect Isaac Gosschalk.
In 2003 is een nieuwe fundering aangebracht en de begane grond gerestaureerd.
Gebouw interieur
Herengracht 500 heeft één van de best bewaarde interieurs uit het einde van de negentiende eeuw binnen de grachtengordel. Het pand bestaat uit
een boven een kelder opgetrokken begane grond, drie verdiepingen en een zolder. Het huis heeft geen stoep; de entree is in het midden van de begane grond
geplaatst waarna een centrale gang naar de vertrekken op de begane grond en het trappenhuis leidt.
Bankier George baron Rosenthal gaf in 1889 aan architect Isaac Gosschalk, in samenwerking met een aantal bekende decoratieschilders, de opdracht tot herinrichting
van het trappenhuis en de bel-etage.
Door het ontbreken van plattegronden is er weinig bekend over de precieze functies van de verschillende ruimtes uit de periode dat het echtpaar Rosenthal hier
woonde. Gezien de rijke afwerking en de in dergelijke grachtenhuizen gebruikelijke situering van de representatieve vertrekken op de bel-etage of de hoofdverdieping
mogen we aannemen dat de kamers op de eerste verdieping voornamelijk fungeerden als salon, eetkamer en woon- of zitkamer. De eerste verdieping heeft in het
midden een brede gang of hal, die geflankeerd wordt door het trappenhuis. Aan de straatzijde bevinden zich twee grote kamers, die middels dubbele deuren met
elkaar verbonden zijn. Aan de achterzijde bevinden zich eveneens twee kamers, waarvan de westelijke kamer verbonden is met de voorkamer.
De voorkamers beneden zijn gelegen aan weerszijden van de gang die verfraaid is met marmer en stucwerk in Lodewijk XIV-stijl. Het trappenhuis bevindt zich
achter de linker voorkamer.
Vanaf de begane grond leidt een steektrap met marmeren treden en een gemarmerde lambrisering naar de eerste verdieping.
De hal, de beide voorkamers en de achterkamer op de bel-etage hebben een vorstelijke uitstraling en vormen een prachtige staalkaart van de neo-Lodewijkstijlen
zoals die in het rijkste deel van grachtengordel tegen het einde van de 19de eeuw toegepast werden. De hal heeft boven de witmarmeren lambrisering rijk
stucwerk met bloemmotieven. De consoletafels en spiegels zijn uitgevoerd in neo-Lodewijk XVI-stijl.
De westelijke voorkamer is uitgevoerd in een weelderige Lodewijk XIV-stijl en rijkelijk verguld en versierd met houtsnijwerk. Voor de afwerking van de wanden
en het plafond is gebruik gemaakt van sjabloonschilderingen. In de plafondomlijsting is vier maal het monogram van het echtpaar Rosenthal aangebracht; de poten
van de in het midden geplaatste ‘M’ worden aan beide zijden vervlochten met een ‘R’. De schoorsteenpartij met de witmarmeren mantel vormt onderdeel van de
oorspronkelijke wandafwerking. Deze ruimte is door een brede deuropening verbonden met de achterkamer. De achterkamer is met zijn wat minder uitbundige
afwerking en strakkere decoraties een voorbeeld van de neo-Lodewijk XVI-stijl. Opvallende elementen hier zijn de schoorsteenpartij, de gesjabloneerde
beschilderingen met florale motieven en het plafond met daarin in de lucht zwevende putti.
De grote oostelijke kamer aan de straatzijde spant de kroon. Deze is uitgevoerd in Lodewijk XV-stijl met zwierige asymmetrische ornamenten en in meer barokke
stijl met zware geprofileerde omlijstingen. Het geschilderde plafondstuk met rijke houten omlijsting trekt de meeste aandacht. Het plafond geeft door het
laten aansluiten van de schildering op de houten omlijsting aan de ruimte een fantastisch perspectief. Vanuit de lichtblauwe hemel waarin vogels en vlinders
vliegen en putti zweven kijken jongens vanaf een geschilderde balustrade naar beneden; een van deze knapen kijkt de toeschouwer recht in het gezicht. De
plafondschildering is van de hand van de decoratieschilders Ernst Witkamp en Nicolaas van der Waay en beeldt Amor en Psyche uit. Opvallend aanwezig zijn de
verstrengelde initialen ‘R’ en ‘M’, weer verwijzend naar George en Sophie Rosenthal-May. De fraai omlijste deurstukken zijn in bruine grisailletechniek
uitgevoerd.
Bewoners
1667 Joan Reynst, heer van Drakenstein en de Vuursche (1636-1695) wordt eigenaar van stadserf 37 waar de huizen 498 en 500 op gebouwd gaan worden.
Joan Reynst was in 1667 getrouwd met Eva Hooftman (1643-1716) en had één dochter, Anna Reynst (1671-1691).
1689 Anna Reynst kreeg het huis ten geschenke bij haar huwelijk met mr.David de Wildt, heer van Drakenstein (1692-1729), secretaris der Admiraliteit.
David de Wildt is vanaf 1711 eigenaar van 498.
Eva de Wildt (1691-1709), de enige dochter van het echtpaar de Wildt-Reynst, trouwde in 1708 met mr.Gerard Bicker van Swieten (1687-1753). Ze overleed
kinderloos.
1709 Anna Constantia Schaep (1671-1727), een dochter van mr.Pieter Schaep en Joans zuster Constantia Reynst, erft het huis. Anna is in 1689 getrouwd met
mr.Franco Pauw (1661-1724) en zij hebben een dochter Elisabeth Françoise Pauw (1690-1760). Het huis werd op dat moment in huur bewoond
door mr.Joan Corver, in 1709 getrouwd met Johanna Trip en in 1713 met Sara Maria Trip. Zij verhuisden in 1716 naar de Herengracht 456.
George Rosenthal en Sophie May
George baron Rosenthal (1828-1909) was een uit Duitsland afkomstige joodse bankier. Hij groeide op in Hannover als zoon van de bekende boekenverzamelaar Leeser
Rosenthal en Sophie Blumenthal, waar hij ook enige tijd als leerling bij zijn oom Meyer Blumenthal (1806-1893) werkte. Hij vertrok na een opleiding in het
bankwezen in 1856 naar Amsterdam en werd daar commissionair in effecten bij Jacob Meyer Jacobson (1807-1876). In 1859 richtte hij samen met de uit Luxemburg
afkomstige Leo Lippmann (1808-1883) de bank Lippmann, Rosenthal & Co. op. De bank was aanvankelijk aan de Nieuwe Herengracht 111 gevestigd en verhuisde later naar
een pand in de Nieuwe Spiegelstraat 6-8. Naast bankier was Rosenthal tevens consul van Portugal, waarvoor hij in 1884 door de Portugese koning in de adelstand
werd verheven en de titel baron kreeg.
In 1857 trouwde George Rosenthal met Sophie May (1838-1921). Het echtpaar vestigde zich in 1859 in Amsterdam, waar zoals gezegd haar echtgenoot reeds enkele
jaren gewerkt had. Sophie May, geboren in Hamburg, groeide op in een eenvoudig joods gezin. Zij was achttien jaar oud toen zij trouwde en had haar echtgenoot
reeds in Duitsland leren kennen. Het echtpaar woonde aanvankelijk aan de Nieuwe Herengracht 111 boven het handelskantoor van de nieuw opgerichte bank Lippmann,
Rosenthal & Co. In 1864 kochten zij het grote woonhuis aan de Herengracht 500. Zij hebben nooit kinderen gekregen, maar adopteerden wel een nichtje van Sophie,
Marianne Elias; zij woonde vanaf 1872 bij hen in het huis aan de Herengracht.
De bank van Lippmann en Rosenthal ontwikkelde zich tot een florerend bedrijf en werd een belangrijke speler op de internationale kapitaalmarkt; de bank
verstrekte onder andere grote staatsleningen aan Portugal en Mexico.
Het echtpaar Rosenthal-May was zeer geëngageerd en actief betrokken bij het maatschappelijk leven van hun tijd. Zij steunden met het kapitaal, dat Rosenthal
met zijn in 1859 opgerichte bank verdiende, tal van initiatieven op het gebied van liefdadigheid.
Met name Sophie Rosenthal-May zette zich maatschappelijk in en was vanaf 1879 lid van het college van regentessen van het Israëlitisch Armbestuur. Ter
gelegenheid van het huwelijk van hun geadopteerde dochter Marianne richtte het echtpaar in 1887 een joodse school voor armen op: de Sophie Rosenthal bewaarschool.
1922 Met het overlijden van Sophie Rosenthal-May in 1921 valt het huis, samen met Vijzelstraat 77, toe aan hun aangenomen dochter Marianne Elias
Rosenthal die in 1889 is getrouwd met Maximiliaan Ernst Fuld (1857-1898), zoon van Elias Jacob Fuld van Keizersgracht 452. Ze krijgen onder andere een zoon
Edgar Fuld (1890-1948), bankier en luchtvaartpionier die betrokken is bij de oprichting van de ELTA en de KLM. Hij is omgekomen bij de vliegramp met het
vliegtuig ‘Nijmegen’ op 20 oktober 1948 boven Schotland.
In 1904 was Marianne Elias Rosenthal, samen met haar tweede echtgenoot Bruno Berthold Nathusius (1859-1921), op Herengracht 476 gaan wonen.
1923 werd het pand door de NV Woningstichting Huis en Haard als huurder betrokken.
1943 Koopman Heinrich Steigleder kocht Herengracht 500 van de stichting Niederländische Grundstückverwaltung voor fl. 110.000,-. Hij overleed
in 1944 in Karlsbad. Na zijn dood erfde diens weduwe en haar drie kinderen het huis.
1946 Door de beheerders van hun vermogen is het pand in 1946 weer overgedragen aan voornoemde mevrouw Marianne Elias Nathusius-Rosenthal.
1950 Na haar dood erven haar dochters Jenny en Milly Fuld en de danseres, later actrice en schrijfster, Marie Sophie Nathusius het pand. Marie Sophie
is getrouwd met de acteur Johan Teulings.
1951 De erfgenamen verkopen het pand voor fl. 290.000,- aan de in 1857 opgerichte Zwitserse Maatschappij van Levensverzekeringen en lijfrente
(Zwitserleven) te Zürich. Dit bedrijf vestigde zich in dit pand en nam later ook het naastgelegen nummer 498 in gebruik.
1972 Het pand gaat voor fl. 1.050.000,- over in handen van Barclays Bank International. Na een grondige inwendige verbouwing, waarbij de belangrijke
binnendecoratie uit de tweede helft van de 19e eeuw, afkomstig uit de tijd van baron Rosenthal zijn gerestaureerd, vestigde de bank zich in 1973 in het gebouw.
????-1998 Bank Bangert Pontier (opgegaan in Friesland Bank na witwasonderzoek).
1998 Friesland Bank Securities blijft als opvolger van Bank Bangert Pontier op Herengracht 500 gevestigd tot de verkoop van deze dochter van Friesland
Bank aan de VvAA (Vereniging van Artsen Automobilisten).
2002 Friesland Bank Securities blijft als FBS Bankiers, onderdeel van de VvAA, in het pand aanwezig tot 2007. In dat jaar werd FBS Bankiers overgenomen
door SNS Securities en werd het pand verlaten.
2011 Na een renovatie is het pand nu in gebruik bij meerdere bedrijven.