Naam: Bolwerk Nieuwkerk
Adres: Marnixstraat
Bouwjaar: 1614
Opdracht: Gemeente Amsterdam
Het bolwerk Nieuwkerk lag nabij de Elandsgracht aan de Marnixstraat, ongeveer waar nu de parkeergarage staat en bij de kenners bekend als de Appeltjesmarkt. De naam is afgeleid van de
Nieuwkerkerpolder die door de Haarlemmermeer werd verzwolgen. Op het bolwerk stond de Grote Stinkmolen, een zeemleertouwersmolen uit 1615. Deze molen was de opvolger van drie zeemleermolens
die hier omstreeks 1600 waren gebouwd en in 1612 het veld moesten ruimen voor de aanleg van het bolwerk Nieuwkerk. De molens waren deels het eigendom van Dirck Pietersz. Hij had hier
met een zekere Jan Jansz in 1606 negen roeden stadsgrond gekocht voor de bouw van een tweede leerbereydersmolen. Bij de molen werden schapenvellen gelooid en verwerkt voor de zeemleertouwers
uit de nabijgelegen straten. Bij het proces om zeemleer meer stevigheid te geven werd tijdens het looien urine toegevoegd en dat stonk, vooral bij een westenwind, overweldigend in de stad.
Aan het begin van de 18de eeuw werd het zeembereidersgilde opgeheven. Een direct gevolg was de verkoop van de molen in 1711. Er woonden toen nog twee oud-overheden in Amsterdam, Jan van Tongeren, eertijds deken, en Meyndert Veltman, en voorts nog een vijf à zes oude gildebroeders, die een ander beroep hadden gekozen. In de gildekas bevond zich een bedrag van fl. 3900,- negatief. Van Tongeren en Veltman besloten, als ‘hoogste geïnteresseerdens’, na de eerdere verkoop van de Kleine Stinkmolen op bolwerk Osdorp ook deze molen te gelde te maken. Kopers voor fl. 4000,- waren Cornelis van Liesvelt, eigenaar van brouwerij Het roode Hart, en Nicolaes Noppen, eigenaar van brouwerij Het witte Hart. Zij verbouwden de molen tot een moutmolen. Gelijktijdig verandert de naam in 't Roode Hart. Later is de molen ook bekend als De twee Harten of Steenbok. In 1797 valt het doek voor de molen en wordt ze buiten bedrijf gesteld. In augustus 1808 volgde sloop. Op het bolwerk waren na 1800 onder meer de ouders van Gerrit Sinck werkzaam als leerlooiers.
Het bolwerk ondergaat daarna grote veranderingen. Het begint in 1825 met de komst op een groot deel van het bolwerk van de Amsterdamsche Pijp-Gaz Compagnie, de eerste gasfabriek en opgericht door jhr.Johan Warin (1786-1847), de eerste directeur, en J.Loman Jzn. Het duurde tot 1829 voor de fabriek echt operationeel was. In de tussentijd was Johan Warin wel bezig geweest met de gemeente om een deel van de Amsterdamse straatverlichting te mogen verzorgen. Zijn pogingen strandden vermoedelijk op de hoge prijs. Warin vroeg van de gemeente ongeveer fl.70,- per lantaarn per jaar, terwijl de aannemer die de verlichting met olielampen verzorgde slechts fl.54,- per licht per jaar vroeg. In 1833 nam British Imperial Continental Gas Association (ICGA) het bedrijf over. Zij kregen in 1840 wel toestemming voor de plaatsing van 150 gaslantaarns. ICGA liet in 1883 in Amsterdam twee kolengestookte gasfabrieken bouwen, de Oostergasfabriek en de Westergasfabriek, om fabrieksgas te produceren voor de verlichting van de straten van de stad. In 1887 werd de gasfabriek op het inmiddels voormalige bolwerk afgebroken.
De lege plaats werd vanaf 1888 ingenomen door de gemeentelijke reinigingsdienst.
Vanaf 1895 tot 1934 was er een groente- en fruitmarkt aan de Marnixstraat tussen Rozengracht en Passeerdersgracht. Hiervoor werden insteekhavens aangelegd. In 1934 verplaatste men, in
verband met de groei, de hygiënische omstandigheden en het toenemende verkeer, de markt naar de nieuw gebouwde Centrale Markthallen aan de Jan van Galenstraat. De bodem achter het deel
Marnixstraat 200-210 bij de Groenmarktkade en de Appeltjesmarkt is door de gasfabriek zo sterk verontreinigd dat er geen geïnteresseerden zijn om iets met dit terrein te willen doen.
Op het zuidelijkste deel van de opgeheven markt werd tussen en 1937 en 1941 een nieuw Hoofdbureau van Politie gebouwd. En de intentie was op het tegenoverliggende terrein een nieuw
hoofdbureau voor de Brandweer te bouwen, een plan dat het niet heeft gehaald.
De particuliere bouwer Huibert van Saane stelde in 1954 voor het busstation Marnixstraat te combineren met een grote parkeergarage. Zijn met tekeningen onderbouwde raadsadres vond meteen bijval.
Toch duurde het tot 1957 voordat het braak liggende stuk grond weer bebouwd wordt. Er komt het busstation voor de bus naar Zandvoort die vanaf dat jaar de blauwe tram vervangt. Een parkeergarage
wil nog niet vlotten. De gemeente is hier vanaf 1964 over in onderhandeling met Hendrik Tabak Czn., die sinds 1968 ook de eerste parkeergarage in de Sint Jansstraat, naast Krasnapolsky,
liet bouwen.
In 1971 verrijst een parkeergarage van zeven bouwlagen (Marnixstraat 250), bekend als ‘Billen van Zanstra’ naar één van de architecten Piet Zanstra van architectenbureau Zanstra, Gmelig
Meyling, De Clercq, Zubli, een tankstation en een pianowinkel. De parkeergarage werd gebouwd als vervanger voor een gepland en niet aangelegd metrostation Rozengracht van de nooit gerealiseerde
Oost/Westlijn.
In juli 1972 wordt de garage in gebruik genomen, maar haalt in de eerste maanden een bezetting van maar twee procent. De bouw had 6,4 miljoen gulden gekost en grote wekelijkse verliezen zorgden
voor spanningen tussen Tabak en het gemeentebestuur. Naast exploitant van de garage was Tabak groot-huisbezitter (huisjesmelker) en handelaar in automobielen en als zodanig was hij al meerdere
keren in conflict gekomen met de gemeente. Om de grote verliezen in te perken eiste hij een parkeerverbod in de omliggende straten om zo de dure plekken in zijn garage aantrekkelijker te maken,
maar dat weigerde de gemeente. Evenmin was de gemeente bereid de exploitatie van de parkeergarage dan wel het gebouw over te nemen. Na zijn overlijden ging de garage over in handen van Q-park.
Aan de waterkant bij de parkeergarage is een thuishaven en een oplaadpunt voor rondvaartboten. De parkeergarage heeft inmiddels een gemeentelijke monumenten status gekregen.
In 2012 werd een plan bedacht om van de Appeltjesmarkt een evenemententerrein te maken, met speelruimte, horeca, stadsstrand en een dagmarkt. In 2015 was het plan uitgevoerd, de bussen naar
een nieuwe plek en het busstation gesloopt, de taxi’s werden helemaal verbannen.
Bronnen:
wikipedia.nl
De molens van Amsterdam, G.J.Honig, 1929
Jaarboek Amstelodanum 1963
Geschiedenis van de Techniek in Nederland (dbnl)
blog Mieke Lunenburg
bolwerken.amsterdam.nl
molendatabase.nl
Het ontstaan van de Amsterdamse Jordaan, J.Z.Kannegieter
Europarking aan de Marnixstraat gemeentelijk monument? - Gert Eijkelboom, David Mulder, Gerrit Vermeer, Enzo Vredegoor - Cuypersbulletin 1017-3