Naam: De Gouden Arent
Adres: Prinsengracht 317
Architect: -; Bart van Kasteel; Erwin Spijker
Bouwjaar: ca.1616; 1968; 2016
Opdracht: -; Hotelmij 'Oud Amsterdam'; Riverland Coƶperatief
Het dubbelerf is omstreek 1616 uitgegeven en komt dan of kort daarna in handen van Hans Lenaertsz. (1570-1624). Het is op een onbekend moment gekocht door de suikerhandelaren Jacob en David Dubbels, broers van kunstschilder Hendrick Dubbels (1621-1707). Het erf is bebouwd met een 80 voet diep pakhuis dat de Gouden Arent in de gevel had gelijk het huis op 313. Als de zaak van Jacob en David Dubbels in 1664 failliet gaat koopt wijnkoper Arent van den Brink dit pakhuis. Zijn erfgenamen verkopen het pakhuis in 1690 voor fl. 6250,- aan Roelof van Aken. Roelof liet het brede pakhuis met woning erachter verbouwen tot twee pakhuizen, die bij de belastingaangifte na zijn dood op fl. 5600,- en fl.4600,- werden getaxeerd. Beide nieuwe pakhuizen heten de Gouden Arent. Na de dood van Roelofs broer en erfgenaam Jan van Aken op 29 juli 1718 werden de pakhuizen eigendom van de hervormde diaconie, die overging tot verhuur.
Ook bij dit erf lijkt het David van Baerle gelukt om het achtererf in 1628 te verwerven.
Het pand dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw, de houten onderpui is van recentere datum.
Omstreeks de jaren 1930 komt de firma Heybroek in het pand. Zij zijn de voorganger van de Technische Unie die tot de jaren 60 het pand in gebruik heeft.
Omstreeks 1960 maakt het pand deel uit van veilingbedrijf Odeon dat ook 315 gebruikt.
Het pakhuis wordt in 1968 aangekocht door Pulitzer. Het pakhuis is door architect Bart van Kasteel hersteld. Het pand behoort tot de eerste panden van het Pulitzer Hotel.
In 1997 kreeg het hotel een nieuwe huisstijl die meer eenheid moest creƫren. In 2016 volgt een grote renovatie waarbij de fundering wordt hersteld, de bewegwijzering door het hotel aangepast en kamers opnieuw
worden ingericht en gedecoreerd onder leiding van architect Erwin Spijker en binnenhuisarchitect Jacu Strauss.
Bronnen:
pulitzer hotel
Amstelodamum 1970 mb57 blz.103-111