Adres: Herengracht 410
Architect: -, A.A.Kok
Bouwtijd: 1665, 1938
Opdracht: mr.Jacob de Vogelaer, Mendelssohn & Co
Het pand is gebouwd als koopmanshuis met een breedte van 7,45 meter. Het heeft een ingezwenkte halsgevel met festoenen op de zijkanten,
hoekvazen, driehoekig fronton, guirlandes en lint op de borstweringen. In de 19de eeuw heeft een verandering plaats gevonden waarbij de halsgevel
is verdwenen.
In 1938 heeft de toenmalige eigenaar 410 laten afbreken en doen vervangen als een uitbreiding van 412, waarbij het pand in de stijl van 412
werd aangepast met in het interieur art-deco details uit die tijd. De bouwplannen kwamen van architect A.A.Kok.
Bewoners: Vermoedelijk heeft mr.Jacob de Vogelaer, getrouwd met Sara Spiegel (-1688) hier gewoond tot 1671. Dan verhuizen zij naar Herengracht 440
waar zij tot 1688 samen wonen. Daarna blijft Jacob de Vogelaer daar wonen tot zijn overlijden in 1697.
In 1734 is het huis eigendom van en bewoond door de weduwe M.Romswinkel.
Na 1920 wordt het pand betrokken door Mendelssohn & Co. (1920-1939), een Nederlandse bank die vooral actief was in de effectenhandel. De bank
werd in 1920 opgericht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij en Pierson & Co als Nederlandse vestiging van het Berlijnse bankiershuis
Mendelssohn & Co. Fritz Mannheimer kreeg hier de leiding. Mannheimer was een briljante beursman met een uitgesproken intuïtie voor marktstemmingen
en prijsbewegingen. Voor het bankiersvak had hij minder feeling. In 1938, na de Reichskristallnacht, werd door de nazi-regering Mendelssohn &
Co Berlijn vanwege het joodse karakter gesloten. Mendelssohn Nederland raakte onmiddellijk in een liquiditeitsprobleem. Mannheimer wist dat de
bank niet te redden was en reisde op 8 augustus 1939 naar Vaucresson (Fr) waar hij een buitenhuis had. De dag erna overleed hij aan een hartinfarct.
Kort daarna is de bank failliet verklaard.
Fritz Mannheimer legde vanaf 1921 op kosten van de bank een enorme kunstverzameling aan. Hij maakte dit voor een kleine groep belangstellenden
openbaar, waardoor hij de weeldebelasting kon omzeilen. Zijn kunstverzameling was te zien in zijn huis aan de Hobbemastraat 20, dat in die jaren
de bijnaam “villa Protzki” kreeg. Deze kunstverzameling was uiteindelijk een belangrijk bestanddeel in de failliete boedel. De schuld van Mannheimer
bij de bank was in 1939 opgelopen tot 13 miljoen gulden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is deze verzameling via de Dienststelle Mühlmann in 1941
door Hitler gekocht. In 1945 kwam de collectie na het Akkoord van Potsdam terug naar Nederland en vanaf 1952 kwam de collectie in het bezit van
het Rijksmuseum. Het Rijksmuseum bezit nog de helft van de collectie, de andere helft is in 1952 doorverkocht.
In 1938 is Herengracht 410 in gebruik bij bank Mendelssohn & Co. en wordt samengevoegd met Herengracht 412 door afbraak en nieuwbouw van 410.