Naam: De Blaauwe Hand
Adres: Oudezijds Voorburgwal 136
Bouwtijd: -, 1733
Opdracht: -, Catharina Ruyter (?)
In een eerder pand woonde in 1585 bierbeschoyer Hendrick Lenertsz. Pot. De tonnen bier werden voor de deur op de kade geladen en gelost.
Coossen Veeling (of Velink) koopt 24 april 1687 een huis, staande op de oude Delftsche Bierkaay (dat is de tegenwoordige Oudezijds Voorburgwal van de Damstraat tot het
Oudekerksplein) op de hoek van de Blaauwlakensteeg, volgens de koopakte ‘Van ouds genaamt ‘de Blaauwe hand’.
Zijn zoon, Gerrit Veeling, erfde dit huis. Hij was gehuwd met Catharina Ruyter, die hem overleefde. Deze dame stapte daarna nog twee maal in het huwelijksbootje, eerst met
Abraham van Pembroek en na diens overlijden met Robbert Coulet, die tenslotte weduwnaar van haar werd.
Tijdens de periode waarin Catharina Ruyter eigenaresse was verrees het perceel in zijn tegenwoordige staat. Het heeft een klokgevel in Lodewijk XIV-stijl. Aan de zijgevel is bij
het zoldergedeelte een goederenluik met rolelement. Of het reliëf van Cornelis Tromp gelijk met de bouw in 1733 werd aangebracht, is niet duidelijk.
Op 3 september 1738 wordt de verkoopakte zonder vermelding van het reliëf verleden, waarin Jan Pranger, 'Gouverneur Generael van de Zuijd en Noord kusten van Africa etc. etc.',
eigenaar van het huis wordt. Wellicht heeft Jan Pranger uit verering voor Cornelis Tromp, van wiens daden hij op zijn reizen veel zal hebben vernomen, het tableau en de
deuromlijsting liet aanbrengen.
Jan Pranger heeft het huis lang in zijn bezit gehad. Zijn gemachtigde, Eduard Croese, makelaar te Amsterdam, verkocht het pas op 29 oktober 1766 aan Jan de Groot. Het is niet
aannemelijk dat het reliëf na die tijd is aangebracht.
Waarom staat Cornelis Tromp hier afgebeeld? Cornelis Tromp heeft wel in Amsterdam gewoond, maar niet op deze plaats in dit na zijn dood gebouwde huis. De Trompen golden als vurige
Oranjeklanten en misschien wilde Jan Pranger wel uiting geven aan zijn verknochtheid aan de Oranjestadhouders ten tijde van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747).
Van de jaren '30 tot in de jaren '50 van de 20 eeuw was hier drukkerij ‘De Hoop’ gevestigd. Links van de deur was toen de extra ingang van een pension. Ter gelegenheid van een
schilderbeurt van het pand in 1941 werd ook het deurkalf onder handen genomen. Bij het verwijderen van de verfkorst trof men de oude polychromering aan en viel het op, hoe
gedetailleerd het snijwerk was. Onder het toeziende oog van architect A.A.Kok werd het reliëf schoongemaakt, op onderdelen hersteld en in de aangetroffen kleuren geschilderd.
Voor zover bekend werd na de opknapbeurt in 1941 tot 1997 geen onderhoud meer aan het deurkalf gepleegd, noch aan de rest van de deuromlijsting.
Vanaf de jaren ’80 is in de kelder van het pand een seksshop gevestigd.
Cornelis Tromp (kniestuk)
In 1997 nam de VVAG het initiatief tot een sponsoractie tot herstel van de gehele deuromlijsting, waarvan het unieke deurkalf deel uitmaakte. In januari 1998 werd Tromp uitgenomen
en naar het atelier van Kees van Mierlo overgebracht. Na het afkrabben van de oude verfresten bleek het snijwerk wonderwel goed bewaard te zijn. Op een paar plekken, o.a. in de
wang van het negertje, was rot opgetreden en de vingers van Tromp waren verdwenen, maar details, zoals de diamantjes op het medaillon en van de riemgesp, kwamen gaaf onder de
verflaag te voorschijn. Bij dit onderzoek bleek ook dat het ruim 1,35 m brede deurstuk uit twee grenen delen van oorspronkelijk ruim 12 cm dik, was samengesteld. Na het herstel
van de ontbrekende delen en het vullen van enkele horizontale scheuren en barsten, kon Jan Hilbers aan het verguld- en schilderwerk beginnen. In 1999 kon het gerestaureerde
reliëf teruggeplaatst.
Het kniestuk laat in hoog reliëf een voorstelling van de bekende Admiraal Cornelis Tromp, de zoon van de niet minder beroemde vlootvoogd Maarten Harpertsz Tromp, zien.
Admiraal Tromp is voorgesteld in een traditionele heldenpose, omringd en gesierd door attributen van zijn glorie. Een globe, een half uitgerolde zeekaart, zijn schip De Gouden
Leeuw, zijn ‘personeel’, zijn commandostaf, zijn medaille, en gekleed in symbolisch borstkuras met dijstukken.
Cornelis Tromp (1629-1691) (admiraal)
Hij was de zoon van Maarten Harpertsz.Tromp en streed tegen de Barbarijse kapers en tegen de Engelsen. Als vice-admiraal kwam hij tijdens de Tweede Engelse Oorlog in conflict met
de opperbevelhebber Michiel de Ruyter en werd ontslagen. Stadhouder Willem III wist de beide officieren in 1673 te verzoenen, waarna de zeer Oranjegezinde Tromp opnieuw in dienst
trad. Hij werd na de dood van De Ruyter belast met het oppercommando van de vloot. Hij was in 1667 getrouwd met de rijke weduwe Margaretha van Raephorst. (Van Raephorst is een
geslacht dat al omstreeks 1230 wordt genoemd in Wassenaar. Hier bewonen zij kasteel Raephorst op een terrein dat ook De Horsten en Eikenhorst omvat.)
Margaretha van Raephorst liet zich tweemaal portretteren met een moortje aan haar zijde. Van het eerste portret is de datum bekend, 1668, zij was toen 43 jaar en nog maar kort
getrouwd. Op het tweede portret is zij aanzienlijk ouder. Op portretten werden personen meestal mooier afgebeeld dan dat zij in werkelijkheid waren. Dat zou ook wel eens voor
Margaretha het geval kunnen zijn, als wij enkele getuigenissen mogen geloven. Willem III bezocht in 1682 het huis van Tromp en meldde volgens Constantijn Huygens dat hij
‘sulcken leckere vis daer gegeten had, maer dat het wijff schrickelijck leelijck was’.
Tromp bezat de hofstede Trompenburg aan de Amstel die in 1828 gesloopt is. In 1899 werd hier een fabriek gebouwd voor de Industriële Maatschappij Trompenburg, die er automobielen
bouwde onder de merknaam Spyker.