Naam: Scholtenborgh; Zeemanshoop; Het Anker; Fantasio; De Kosmos; -
Architect: -; T.F.Suys; -; -; -; De Nieuwe Generatie
Bouwjaar: 1730; 1828; -; -; -; 2010
Opdracht: Jan Agges Scholten; College Zeemanshoop; -; -; -; Gemeente Amsterdam
Jan Agges Scholten, Heer van Aschat (1690-1772), is een vermogend tabaksfabrikant. De ‘tabaksfabrijcq’ van hem en zijn broer Borchardus Scholten was gevestigd op de Buitenkant (Prins Hendrikkade)
tussen de Schippersstraat en de Kalkmarkt. In 1741 heeft Jan zijn broer uitgekocht. De tabak kwam uit Brazilië en West-Indië. Hij mengde deze dure tabak met goedkope inheemse tabak uit Utrecht en
Gelderland.
Jan Scholten heeft op hetzelfde moment meerdere huizen in bezit, het wordt echter nergens duidelijk wanneer hij waar woont. Het gegeven dat hij een pand aan de Buitenkant huurt in 1711, het jaar van
zijn trouwen, doet veronderstellen dat dit hun eerste woonhuis is. Lastiger zijn de huizen aan de Herengracht en de Oudeschans die beiden in 1717 zijn eigendom worden of zijn. In aanmerking genomen dat
het pand aan de Oudeschans door hem wordt verbouwd en voorzien van medaillons met beeltenissen van hemzelf en zijn vrouw lijkt hij naar hier te verhuizen. Over het gebruik van het huis aan de Herengracht
485 is niets terug te vinden, het enige dat we hier weten is dat het buurhuis op Herengracht 487 bewoond werd door zijn grootvader Borchard Schulte (1619-1678). Door vererving kwam het in handen van
Jan’s vader Christiaan Scholten (1644-1709). Aannemende dat ook Herengracht 485 van Borchard Schulte en daarna van Christiaan Scholten is geweest, zou dit huis in 1709 kunnen vererven naar Jan Agges Scholten.
Vanaf 1730 is het duidelijk dat Jan en Pieternella hebben gekozen voor de Prins Hendrikkade in hun nieuwe huis ‘Scholtenborgh’.
Op hetzelfde stuk van de Buitenkant had Jan Scholten in 1711 een pand uit 1646 gehuurd en in 1721 gekocht. In 1730 had hij ook het buurpand aangekocht en liet beide huizen verbouwen tot het herenhuis
Scholtenborgh. In de geveldecoratie waren schepen opgenomen als verwijzing naar de bron van zijn rijkdom.
Aan de achterzijde van het huis op de bel-etage was de eetkamer, ingericht in Lodewijk XIV-stijl, welke ook als ontvangstruimte werd gebruikt. Ze was bekend als de groene kamer naar de
in groene kleuren geschilderde betimmering. Boven de schoorsteenmantel van rood en grijs geaderd marmer was een spiegel en een grauwtje, allegorie op de herfst voorstellend, van Jacob de Wit
aangebracht. In de naastgelegen kamer was eveneens van Jacob de Wit een grauwtje 'allegorische voorstelling van de jacht' aanwezig. De grauwtjes van Jacob de Wit staan algemeen bekend als 'witjes'.
Van de oorspronkelijke inrichting is nu alleen nog de marmeren gang over en helemaal op zolder een hijswiel om goederen naar de zolder te hijsen.
Na 1772 heeft het pand verschillende bewoners tot in 1828 het College Zeemanshoop hier haar sociëteitsgebouw onderbracht. Boven de deur werd het symbool van Hoop, een anker geplaatst. Architect Tieleman Franciscus Suys kreeg opdracht voor een verbouwing en ontwierp een vierraams-brede gepleisterde lijstgevel en een grote hoge sociëteitszaal met balkon. In 1864 verhuisde Zeemanshoop naar de Dam 10.
Aansluitend komt er een school geleid door meester Hinze in het pand terecht. Hiervoor wordt de grote sociëteitszaal in vier lokalen opgedeeld. In 1899 vonden B&W het een goed idee om de
betimmering uit de achterzaal voor verval te behoeden en deze vanuit de school over te brengen naar het kortelings geopende Stedelijk Museum. Zo werd de Groene Kamer één van de stijlkamers
en ingericht als 'Oudhollandse Kraamkamer'. Bij een herinrichting van het Stedelijk is de stijlkamer in het depot van het Amsterdam Museum verdwenen. De schouw en schoorsteenstuk uit de Groene
Kamer was daarna te bewonderen in de westelijke voorkamer (Herenkamer) op de bel-etage van Museum Willet-Holthuysen. Het andere schoorsteenstuk afkomstig uit het bezit van Scholten van Aschat bevindt
zich sinds 2003 in de directiekamer van het Prins Bernhard Cultuurfonds in het pand aan de Herengracht 476.
De school werd in 1931 opgevolgd door de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en het gebouw werd Het Anker. De AJC was tussen 1918 en 1959 een socialistische jeugdbeweging, opgericht door de
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De AJC had tot doel de arbeidersjeugd op te voeden en te ontwikkelen. Het socialistisch
cultuurideaal werd gerealiseerd met traditionele omgangsvormen, zonder drank en tabak, en met lichaamsbeweging, volksdans, muziek en lekenspel. Het gebouw werd in 1938 als werkverschaffingsproject
opgeknapt. Zo verdwenen onder andere de houten plee's en werden vervangen door closetten.
Na 1959 was de AJC overgegaan in de stichting Ankerclubhuiswerk die het gebouw voor 1964 verlaten waarna het leeg staat. In 1967 is er korte tijd in de kelder opvang voor de Centraal
Station jeugd, een opvang voor hippies. Op 29 maart 1968 opende de psychedelische poptempel Fantasio hier voor korte tijd haar deuren. Het voormalige buurthuis maakte plaats voor underground-
en jongerencultuur. In Fantasio vonden popconcerten en performances plaats en gingen joints van hand tot hand. Anderhalf jaar later is Fantasio dicht en wordt opgevolgd door Meditatiecentrum
De Kosmos (1969-1992). Zij blijven 23 jaar op deze locatie. Er kwam een lesaanbod van yoga, meditatie, oosterse vechtsportkunsten, filosofie en nog veel meer. Uiteindelijk ging De Kosmos in 1992 failliet,
onder meer doordat de subsidiekraan werd dichtgedraaid.
Volgende in de rij is het Nationale Pop Instituut (vanaf 1998) dat in 2008 opging in Muziek Centrum Nederland.
Na een opknapbeurt in 2010 door architecten van De Nieuwe Generatie in samenwerking met ADP-architecten en kwam het centrum voor hedendaagse kunst De Appel hier in 2012 terecht. Zij vroegen bij het Amsterdam Museum of het mogelijk
was het interieur uit het depot te halen en op te bouwen op de oorspronkelijke locatie. Gebrek aan geld en tijd maakte dit niet mogelijk. In 2013 heeft kunstenares Barbara Visser een wandkleed
laten vervaardigen met een voorstelling van het 18de-eeuwse stucplafond afkomstig uit het interieur van Scholten van Aschat. Het kunstwerk is gepresenteerd in de tentoonstelling Artificial
Amsterdam die in de Appel werd gehouden in de zomer van 2013. In 2017 verlaat De Appel het pand om naar iets kleiners te gaan. De reden: De Appel is niet opgenomen in de Culturele
Basisinfrastructuur 2017-2020, waardoor de instelling veel geld misloopt.
In 2019 werd de schouw teruggeplaatst op de oorspronkelijke locatie, door Snoep en Vermeer in opdracht van de gemeente. Niet het originele schoorsteenstuk is teruggeplaatst, maar een geprinte
kopie van het witje van na 1732. De kamer krijgt met de terugplaatsing van het belangrijkste en meest gedecoreerde element weer iets van de oude allure terug. Het is te hopen dat ook de betimmeringen
worden teruggeplaatst.
Trivia: Acteur Gijs Scholten van Aschat is een nazaat van Jan Agges Scholten, Heer van Aschat.
Bronnen:
wikipedia.org
de vele levens van prins hendrikkade 142, annemarie de wildt
resources.huygens.knaw.nl