Naam: Heilig Kruistoren / Haringpakkerstoren
Adres: Prins Hendrikkade
Architect: -; Hendrick de Keyser; Abraham van der Hart
Bouwjaar: 1478; circa 1606; 1813
Opdracht: Gemeente Amsterdam; Gemeente Amsterdam; Gemeente Amsterdam
De Heilig Kruistoren werd in de middeleeuwen gebouwd op de noordwestelijke hoek van de stadsomwalling direct aan het IJ en deed vermoedelijk dienst als uitkijkpost en mogelijk voor opslag van wapens. De naam zou verwijzen naar het Heilig Kruisgilde van de schutterij die hier bijeenkwam. Volgens Olfert Dapper in zijn 'Historische Beschryving der Stadt Amsterdam' werden hier tussen 1567 en 1576 door de Raad van Beroerten 'afvalligen' opgesloten. Zonder enig verhoor of proces werden de 'veroordeelden' aan handen en voeten gekneveld ’s nachts heimelijk van de toren in het IJ gegooid. Het is niet duidelijk hoeveel personen op deze wijze vanwege het aanhangen van het protestantse geloof om het leven zijn gekomen.
In 1578 werd de katholieke stadsregering van Amsterdam afgezet en sloot de stad zich aan bij de Opstand tegen de Spaanse overheersing. Nu was het ook tijd voor een nieuwe naam voor de toren:
Haringpakkerstoren. Deze naam was afgeleid van de Haringpakkerij, naar dit gedeelte van de Prins Hendrikkade waar de haringpakkers de haring zoutten en kuipten.
Een stadsverordening uit 1601 bepaalde dat bij het luiden van een kleine klok aan de toren de haringpakkers die in de buurt waren op de werkplek moesten verschijnen, om hun deel in het te verrichten
werk uit te voeren.
Omstreeks 1606 werd op de Haringpakkerstoren een sierlijke torenspits geplaatst. Algemeen wordt aangenomen dat de spits een ontwerp van stadsbouwmeester Hendrick de Keyser is geweest. In de spits waren vier uurwerken, een klok en een windvaan in de vorm van een vergulde haring. De klok had als randschrift 'Denck als 't eene uer nae 't andre slaet, Uw Leven, als een uer, omgaet'. In deze tijd maakten niet alleen de haringpakkers en haringkeurmeesters gebruik van de toren, maar was het ook een vergaderruimte voor hoedenmakers en tinnegieters. In de aanpalende bebouwing was het woonhuis voor de directeur van de loodsen en het loodslokaal.
Intensief gebruik en verwaarlozing waren de redenen dat de toren in 1829 werd afgebroken. Deze bezuinigingsoperatie werd uitgevoerd omdat de verarmde stad het onderhoud van het in vervallen staat verkerende bouwwerk te duur vond. Het zelfde gold voor de Jan Roodenpoortstoren. Al in 1813 werden voor de sloop beide torens door stadsbouwmeester Abraham van der Hart nauwkeurig opgetekend, zodat herbouw aan de hand van deze tekeningen mogelijk zou zijn. Gelijktijdig werd de spits van de toren vervangen door een eenvoudiger koepel. Echter zijn de plannen om de toren te herbouwen tot nu toe niet verwezenlijkt, hoewel Stadsherstel bij hun 50-jarige bestaan dit wel aanbood. Op 12 april 2010 werd echter bekendgemaakt dat zij daar van afzag. Dit uit vrees dat de authenticiteit van de binnenstad aangetast zou worden en de daaruit voortvloeiende mogelijkheid een eventuele plaatsing van de grachtengordel op de werelderfgoedlijst van UNESCO mis te lopen. In de hernieuwde richtlijnen van de UNESCO staat dat ‘reconstructie acceptabel is op basis van volledige en gedetailleerde documentatie’. Voor de Haringpakkerstoren geldt dat deze documentatie voor 100% aanwezig is. Het is dus mogelijk dat de herbouw van de toren toch nog zal plaatsvinden.
Bronnen:
wikipedia.nl
amsterdam.nl
Historische Beschryving der Stadt Amsterdam, Olfert Dapper (1663) blz.4403