Adres: Kalverstraat 140
1936
De kousenwinkel van Etam verhuist naar hier van Kalverstraat 128-130 en wordt tevens de hoofdvestiging van het concern. De winkelinrichting
wordt vormgegeven door architect Henri le Grand. De naam Etam was afgeleid van Etablissement Mayer, een kousenfabriek in het Duitse Saksen. In Nederland
kreeg de zakenman Julius Korijn (1882-1942), broer van bankier Lodewijk Korijn, van Etam-eigenaar Max Lindemann het recht om de Etam-formule
te exploiteren. Lindemann was een zakenman met visie die met 'Van Fabriek Aan Publiek' besluit om de tussenhandel te beperken en zelf winkels op te
zetten. Hier begint hij mee in Duitsland en dit wordt een groot succes. Dan zoekt hij in verschillende landen lokale partners. Deze partner zou in
het betreffende land het monopoly op de Etam-formule krijgen. Maar er werden voorwaarden aan de partners gesteld. Ze moesten:
– de helft van het benodigde kapitaal storten,
– Lindemann levert de kousen, op bestelling en tegen een aantrekkelijke prijs,
– de naam Etam mag gebruikt worden maar blijft eigendom van Lindemann,
– de lokale partner is verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering,
– eventuele winst wordt jaarlijks gelijk verdeeld, of als dividend, of als salaris.
Op 14 maart 1923 wordt een vennootschap opgericht met de naam Etam Kousenmaatschappij NV. In april wordt de eerste winkel geopend, op Leidsestraat 90 in Amsterdam;
kort daarna volgt Den Haag met een winkel aan het Noordeinde en in 1924 komt er een tweede filiaal in Amsterdam, op de Kalverstraat 128–130 wat tevens dan het
hoofdfiliaal wordt. De korte lijn tussen klant en fabriek zorgt voor succes van deze keten. Komt er vraag naar een bepaald artikel dan kan de fabriek dit snel
leveren. Het assortiment van Etam breidt zich eveneens uit. De kousen blijven uit Duitsland komen, Van Straten & Boon in Den Haag wordt het confectie-atelier
van Etam. Van Straten & Boon heeft een atelier en een breifabriek. Hier wordt onderkleding gemaakt, nachthemden en pyjama’s. De kracht van het bedrijf zal zijn een
beperkte voorraad die snel bij te maken is en daardoor gemakkelijk de trends kan volgen met daaraan gekoppeld een grote klantvriendelijkheid.
De bezetter stelt in 1941 voor Etam
in Nederland een Verwalter aan, Julius Korijn en zijn zoon Ed (Eduard Gerard, 1916 – 2009), die inmiddels ook in het bedrijf werkte, worden ontslagen. De werkmeester
van de breierij bij Van Straten & Boon wordt naar een werkkamp gestuurd en vanwege de schaarste aan grondstoffen moet het ene na het andere filiaal sluiten. Julius
Korijn en zijn dochters Henriette en Wilhelmina worden in Auschwitz vermoord, Eduard overleeft de oorlog maar treft een bedrijf met nog slechts een filiaal in Den
Haag aan. Samen met Annie van Bruinessen, voormalige directie-secretaresse van Etam en degene die de dagelijkse leiding van Etam had in de oorlog, steekt Ed de
handen uit de mouwen, zorgt ervoor dat de fabriek weer kan gaan werken en zoekt nieuw personeel. Gelukkig kan het bedrijf als eerste de hand leggen op een enorme
partij kunstzijden kousen uit Tsjecho-Slowakije, wat zorgt voor een enorme omzet. Na de kousen uit Tsjecho-Slowakije komen de nylons uit de Verenigde Staten en met
de winst wordt het bedrijf weer opgebouwd. In 1970 wordt het bedrijf verjongd en kiest men voor de naam Miss Etam. Ed Korijn is getrouwd met Alida Heintje (Lily)
Dormits en overlijdt in 2009.