Naam: Valeriuskliniek (1910-2017); Valerius (2020)
Adres: Valeriusplein 9
Architect: Huibertus Bonda; Arnoldus Ingwersen; Roberto Meyer (MVSA Architects)
Bouwtijd: 1910; 1941; 2020
Opdracht: Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders (1910, 1941); Valeriusplein B.V. (2020)
De Valeriuskliniek was gebouwd op een historische locatie in Amsterdam. Het Valeriusplein vormt een markante entree van Plan Zuid. De kliniek werd opgericht
op initiatief van de Vereeniging Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in samenwerking met de Vrije Universiteit en opende 3 november 1910
haar deuren. Het hoefijzervormige gebouw, opgetrokken uit tweeënhalf miljoen bakstenen, werd ontworpen door Huibertus Bonda. Architect Bonda werkte
regelmatig samen met de architecten Cuypers en Berlage, en dat zien we terug in zijn ontwerp voor de Valeriuskliniek. Het gigantische gebouw heeft met zijn torens
iets weg van een kathedraal. Hoofdopzichter was Gerrit Jan Rutgers. Van een terrein van 3300 m2 werd 1950 m2 bebouwd. Een aannemer uit Weesp zag mogelijkheden
de kliniek voor krap 200.000 gulden te bouwen. In mei 1909 werd de ‘eerste steen’ gelegd voor het 80 meter brede gebouw met een granieten trap in het midden.
Het middengebouw bevat een collegezaal, laboratorium en operatiekamer. In de zijvleugels zijn de slaapvertrekken voor de patiënten; rechts de mannen en links
de vrouwen. De zolder is bestemd voor het personeel. In totaal is er plaats voor 60 patiënten. Op een (verdwenen) gevelsteen staat hoopvol een tekst uit 2 Kronieken 6 (Oude
Testament) gebeiteld: 'Dat Uwe Oogen, Heere, dag en nacht open zijn over dit huis.'
De eind 20-er jaren aangetreden directeur Lammert van de Horst is verantwoordelijk voor de grootscheepse verbouwing eind jaren '30 waardoor de kliniek haar later
bekende vormgeving krijgt. In 1941 is het huis geheel verbouwd. De deels stalen fundering bleek te roesten en moest vervangen worden. Architect Arnold Ingwersen,
een leerling van Bonda, gaf het gebouw ook een extra verdieping en een nieuwe gevel die meer licht toeliet. Het grote glas-in-loodraam in het trappenhuis boven de
ingang, 5 × 13 meter met 15.200 stukjes glas, werd in 1938 ontworpen door de Bergense kunstenaar Matthieu Wiegman. Ingwersen zou vlak na opening over de
raampartijen van Wiegman hebben geschreven: ’Er moest een vreugdevol raam komen. De patiënten, die de spreekuren van de dokters in deze kliniek bezoeken, verkeren
doorgaans in gedeprimeerde stemming. Wat konden wij voor hen beter doen dan hen bij het binnentreden te laten genieten van de kleur, die immers de muziek van het
licht is’. Het gebouw is decennialang beeldbepalend voor de buurt. Het aantal behandelplekken stijgt naar 130.
In 1979 verhuisde de afdeling Neurochirurgie van het Valeriusplein naar het VU-ziekenhuis, enkele jaren later gevolgd door de afdelingen Kinderneurologie (1981) en
Neurologie (1985). In 1987 fuseerde de Valeriuskliniek met het psychiatrisch ziekenhuis J.C.de Keijzer tot het Psychiatrisch Centrum Amsterdam (PCA) Zuid/Nieuw-West.
Het gebouw aan het Valeriusplein werd daarbij vrijgekocht van de oude Vereniging. Latere fusies leidden ertoe dat de Valeriuskliniek onder de hoede kwam van
achtereenvolgens GGZ Buitenamstel (vanaf 2000) en GGZ inGeest (sinds 2007). Op 18 november 2013 sloot de Valeriuskliniek op deze locatie haar deuren. De naam leeft
voort in ‘De Nieuwe Valerius’, gevestigd in de nieuwbouw van het VUMC. Het gebouw aan het Valeriusplein werd na de sluiting van de kliniek verkocht aan een
vastgoedontwikkelaar die er dure appartementen wil vestigen. De nieuwe eigenaar, Valeriusplein B.V., een samenwerking van De Jong Groep en partners, zag geen
mogelijkheden om het gebouw te behouden voor de vestiging van de 29 appartementen zodat het, ondanks verzet, begin 2017 werd gesloopt. Het glas-in-loodraam was toen
al voor tweederde vernield en de nieuwe eigenaar wilde het glas-in-loodkunstwerk niet hergebruiken, hij wilde dat de nieuwbouw los zou staan van het verleden.
Na druk van de Bond Heemschut en de Gemeente Amsterdam is toch besloten het resterende deel van het glas-in-loodraam opnieuw in het gebouw te integreren. Daarnaast
krijgt een ander kunstwerk van Wiegman dat tijdens de sloop werd teruggevonden een plaats nabij het trappenhuis.
In 2021 wordt Valerius opgeleverd. Het gebouw is een ontwerp van Roberto Meyer van MVSA Architects. De appartementen variëren in oppervlakte van 175 tot
450 vierkante meter en worden aan de man gebracht met de kreet ’een nieuwe kijk op luxueus wonen’. De doelgroep is 55 jaar of ouder en vermogend.
Het was de bedoeling van de oprichtingsvereniging geweest de psychiatrie te verenigen met het christelijk geloof, want naar de inzichten van dominee Lucas
Lindeboom, hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen en voorzitter van de Vereeniging Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders, was
bij geesteszieken de relatie tussen patiënt en God verstoord. In 1907 sloot deze vereniging een contract met de VU-Vereniging, wat leidde tot de bouw van
de Valeriuskliniek. Het huis bood plaats aan zestig patiënten, dertig mannen en dertig vrouwen, die onderverdeeld zijn in drie klassen: van arm tot gegoed.
De gegoede krankzinnigen beschikten over de mooiste ruimtes, kregen beter eten en sliepen op springveermatrassen in bedden van mahonie en kregen een goede
behandeling; de armlastigen, van wie het verblijf werd vergoed door de gemeente waar ze vandaan kwamen, sliepen met zijn vieren op strozakken in knusse
vierpersoonsruimtes, gescheiden van elkaar met deuren en suite. Alleen over de behandeling is men niet erg te spreken. Het personeel maakt vaak weken van 70 uur
en wordt onderbetaald. Met de patiënten mag niet worden gepraat.
Eerste geneesheer-directeur van de Valeriuskliniek was Leendert Bouman, die aan de VU werd benoemd als hoogleraar in de psychiatrie, de neurologie en de algemene
biologie. Daarmee werd de eerste aanzet gegeven voor de beoogde medische faculteit. Hoewel de uitbouw van de medische faculteit pas veel later, in de jaren
vijftig ter hand werd genomen, bleef de Valeriuskliniek al die tijd een belangrijke rol spelen.
In de dagelijkse praktijk van de behandeling speelde religie echter geen rol. Alleen zondags werd door het personeel liederen gezongen van Johannes de Heer.
Omstreeks 1930 krijgt de kliniek een nieuwe directeur, Lammert Van de Horst, die zich meer op wetenschap richt en minder op religie. Er worden nieuwe behandelmethoden
toegepast, zoals elektroshocks, lobotomie (een weinig subtiele hersenoperatie) en middelen als heroïne en speed. Na de door hem geïnitialiseerde verbouwing
en uitbreiding stijgt het aantal patiënten naar 130. Ook de arbeidsomstandigheden voor het personeel verbeteren en de patiënten mogen af en toe een uurtje
in hun eentje naar buiten.
Later kreeg de kliniek verschillende afdelingen, waaronder een gesloten afdeling, een open afdeling, een afdeling voor deeltijdbehandeling, een afdeling voor ouderen
en een polikliniek. De behandeling was in het algemeen gericht op stabilisatie.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog bood de Valeriuskliniek, die op dat moment onder leiding stond van professor Lammert van der Horst, onderdak aan joodse onderduikers
die er als 'patiënt' waren opgenomen. Ook het College van Vertrouwensmannen (onder wie Willem Drees) hield hier regelmatig vergaderingen. De leden van het College
hadden tot taak om tussen het moment van de bevrijding en de terugkeer van de Nederlandse regering in ballingschap als haar vertegenwoordiger op te treden. Tenslotte
genoten studenten die weigerden de pro-Duitse loyaliteitsverklaring te ondertekenen, er clandestien onderwijs.
Tijdelijke bewoners waren onder meer: schrijver en dichter Gerrit Achterberg (5 jaar tbs), schrijver en dichter Jan Hanlo na in 1947 in opdracht van God van het dak
van zijn huis te zijn gesprongen, schrijver Jan Arends (hij overleeft een sprong na zijn behandeling op de avond van 21 januari 1974 uit het raam van zijn appartement
op de 5e verdieping aan het Roelof Hartplein niet), meestervervalser Han van Meegeren (hij bezit een 50-tal huizen in Amsterdam maar verblijft met name in het Roode
Huys aan de Keizersgracht 321), dichter Rogi Wieg die zwaar depressief was en Adriaan Roland Holst.
De namen van Lucas Lindeboom, oprichter, en Leendert Bouman, eerste geneesheer-directeur, leven voort in de 'Bouman and Lindeboom Medical Library' in het VUMC.