Na de afbraak
De gelijktijdig met de Maria Magdalenakerk gebouwde naastgelegen pastorie en Sint Leo-klooster zijn niet afgebroken, in tegenstelling tot een deel van het scholencomplex.
De afbraak van de kerk betekende vooralsnog niet het einde van de Maria Magdalenaparochie.
Spaarndammerstraat 9 Pastorie.
De pastorie was zeer eenvoudig afgetimmerd. Op de begane grond waren behalve de woonkamer, twee zeer ruime, in elkaar overlopende vertrekken bestemd om na huwelijksinzegeningen en bij jaargetijden (memories) de soms zeer grote families te ontvangen.
Spaarndammerstraat 11-13 Sint Leo-klooster.
Het klooster werd in de 50-er jaren van de 20ste eeuw bewoond door minstens 40 zusters. Zij hielden zich in hoofdzaak bezig met de diverse onderwijsrichtingen die in het complex waren ondergebracht (kleuterschool, lagere school, voortgezet lager onderwijs en huishoudschool).
Later is hier de Leo-stichting ondergebracht. De Leo Stichting was een 24-uurs woon- en leefvoorziening voor jongens van 12 tot 18 jaar, die om velerlei redenen (tijdelijk) niet meer thuis konden wonen. De jongens waren ondergebracht in naar leeftijd samengestelde groepen, die onder leiding van 6 paters stonden.
Later veranderde de filosofie van de jeugdzorg en was volgens de raad van bestuur het pand absoluut niet geschikt voor de opvang van probleemjongeren. Moeilijk opvoedbare jongeren diende men in de bossen te huisvesten en niet binnen de bebouwde kom.
Spaarndammerstraat 15 Elisabethschool.
Het Elisabethscholencomplex is afgebroken om plaats te maken voor de huidige Elisabeth/Paulusscholen. Niet vanwege steenrot, maar om te voldoen aan de moderne eisen die worden gesteld aan een schoolgebouw.
Een zuster van
Ida Peerdeman was kleuterleidster bij de oude St.Elisabethschool. Hier was in het trappenhuis een grote muurschildering van het schilderij met de Vrouwe van alle Volkeren aangebracht. Met de sloop van de school is ook de muurschildering verdwenen.
Spaarndammerstraat 460 (vh 78) Patronaatsgebouw.
Het gebouw in chaletstijl met eclectische details is omstreeks 1890 opgetrokken in opdracht van de
Wester Suikerraffinaderij, in 1919 opgegaan in de
Centrale
Suiker Maatschappij (CSM). Het pand was in gebruik als kantoor bij de achterliggende vestiging aan de Van Noordtkade 20.
Een ander kantoor van de CSM was gevestigd aan de Herengracht 493.
Later is het gebouw onlosmakelijk verbonden geweest met de Magdalenakerk. Hier huisden enkele groepen van de padvinders. Zij omvatte onder andere enkele welpenhordes voor jongens van 8 tot 12 jaar. Zij hadden hun horde-holen hier.
In de bovenzaal van het verenigingsgebouw, in de punt, huisde de KAJ (Katholieke Arbeiders Jeugd) en de Jong-KAJ. Op die bovenzaal kon je biljarten, schaken, dammen, sjoelen, enzovoort. In een kast was een piepkleine bar vanwaar fris, cola, gevulde koeken en pennywafels verkocht werden.
Dames werden op die avonden niet toegelaten, wel kwam regelmatig de kapelaan langs.
Vervolgens wordt in dit oude Patronaatsgebouw, in de buurt beter bekend als Partycentrum De Rijker, een zaal ingericht tot kapel.
Het drieluik in de kapel laat ons in het midden de ontmoeting van de H. Maria Magdalena met de verrezen Heer op Paasmorgen zien. Op het linker deel is de Spaarndammerbuurt
met de havens en rechts de verbondenheid tussen mensen van verschillende culturen met op de achtergrond de (afgebroken) Magdalenakerk te zien.
De bezoekersaantallen blijven terug lopen en zodoende wordt ook deze locatie door de katholieke kerk in 2012 afgestoten.
Een sloper vertelt:
"Ik ben één van de slopers van de kerk en kan zeggen dat er weinig rot was aan het pand. De kerk zat goed hecht in elkaar en was met de kranen met de grootste moeite uit elkaar te trekken.
Ik en Rik de Leugenaar waren de enige slopers die destijds naar boven gingen om de torens aan de kabels vast te maken en zo het schip in te trekken. Het was een zware klus, één van de zwaarste sloopwerken die ik gedaan heb. Het was een massief pand."