De Gerrit van der Veenstraat is bij raadsbesluit van 18 mei 1945 genoemd naar de verzetsheld Gerrit van der Veen (1902-1944), van beroep beeldhouwer. Hij nam actief deel aan het verzet en was
één van de initiatiefnemers van de matig geslaagde overval op 27 maart 1943 op het bevolkingsregister van Amsterdam. Verder was hij het brein achter de vervalsingen van de persoonsbewijzencentrale.
Bij één van zijn acties werd hij verraden. In afwachting van zijn terechtstelling in 1944 schreef hij de voor hem karakteristieke woorden: 'Ik heb altijd geweten wat ik waagde en mag mij
dus niet beklagen, maar ik vind het wel jammer.'
Voordien was dit de Euterpestraat. Euterpe is een van de negen muzen uit de Griekse mythologie. Haar naam betekent 'verblijdende' en ze is de muze van het fluitspel en de lyrische poëzie. Haar attributen
zijn de aulos, de dubbele fluit of nog een ander muziekinstrument.
De straat was gedurende de oorlogsjaren 1940-1945 zeer berucht door de vestiging van de Sicherheitsdienst (SD) in de HBS voor Meisjes op 99.
25 Op de gevelsteen is een jongen afgebeeld die zijn vlieger oplaat boven zee. Links van hem twee palmen. De steen is aangebracht in een pand uit 1930. De beeldhouwer van het reliëf is onbekend.
26 De Kehillat Yaakov Synagoge of Gerrit van der Veensynagoge bestaat sinds 1890. De synagoge was eerst in de Swammerdamstraat 70 gevestigd maar voldeed daar niet langer omdat veel leden in Amsterdam-Zuid
waren gaan wonen. Zodoende verhuisde op Rosj Hasjana 1967, het joodse nieuwjaar, de sjoel naar een woonhuis in de Gerrit van der Veenstraat waarmee de Kehillas Yacov de eerste dagelijks functionerende
Oost-Europese verenigingssjoel is in Amsterdam Zuid. Ze wordt ook wel aangeduid als ‘de Shtiebel’. De sjoel is opgericht door Oost-Europese immigranten die omstreeks 1900 hun heil in het westen zochten. Van de
tientallen in die tijd bestaande zogenoemde chewre- of vereniginssjoels zijn er naast deze nog twee over, Tesjoengas Israël, Gerard Doustraat 238, en Nidche Jisrael Jechannes, de Russische sjoel in
de Nieuwe Kerkstraat.
Het is één van de belangrijkste joodse centra van Nederland. Behalve een gebedsruimte, zijn er leerlokalen van de Stichting Chacham Zwi, die ook veel activiteiten ontplooit op pedagogisch, sociaal
en cultureel gebied. Verder is er de opvolger van het ten onder gegane Nederlands Israëlitisch Seminarium uit de Rapenburgerstraat gevestigd. Weliswaar wordt er geen rabbijnenopleiding meer verzorgd, maar
wel een opleiding ten behoeve van het joods volwassenenonderwijs. Omstreeks 2010 is de sjoel ingrijpend verbouwd en uitgebouwd en onderging een gedeeltelijke functiewijziging. De bovenverdiepingen bieden nu ruimte
aan het joods studentenhuis ShMokum, inclusief mensa.
34 Op de gevelsteen is links een ridder te paard en rechts een ridder met opgeheven zwaard te zien. Achter de ridders zijn de contouren van een kasteel afgebeeld. Het woningenblok naar ontwerp van
architect Gerrit Jan Rutgers is uit 1930. De beeldhouwer van het reliëf is onbekend.
In 1946 komt hier Godfried Bolle (1914-1983) wonen die in dat jaar getrouwd is met Mathilde Hartogsohn. Hij was voordien getrouwd met Julia Polak (1914-1945). Godfried was makelaar en had in 1941 de
leiding bij het bureau Centrale Culturele Commissie. Hij was een vooraanstaand zionist en tot 1942 leider bij de Joodse Jeugdfederatie. Na de oorlog is hij betrokken bij veel wederopbouw activiteiten.
36-38 Lutherkapel
53 was het officiële huisnummer van Garage Euterpe in 1929. In dat jaar werd Beethovenstraat 29-39 opgeleverd met vleugels naar de Euterpestraat en de Brahmsstraat. J.Leonard Lang had rond 1900 een handel in automobiles en rijwielen, de fietsen verdwenen al snel uit het assortiment, geopend op Stadhouderskade 114. In Garage Euterpe werden auto’s onderhouden en gerepareerd vooral van het merk Fiat waarvan Lang al sinds 1916 dealer is. De garage werd ontworpen door de architecten Heineke en Kuipers. Er was een sleutel- en stallingsruimte voor ongeveer 125 auto,s, iets wat je aan de buitenkant er niet vanaf zag. In 1996 vindt hier nieuwbouw plaats van 63 woningen voor ouderen, 6 tot 8 winkels en een openbare parkeergarage.
113 Van 1941 tot 1945 was hier het depot Süd gevestigd. Dit was een afdelingsbureau van de Hauptarbeitsgruppe Niederlande en deze werd geleid door SS-Sturmbahnführer Albert Schmidt-Stähler.
Deze instelling was onderdeel van de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg welke verantwoordelijk was voor de coördinatie van de gestolen waren in de bezette gebieden. Zij roofden goederen uit joodse instellingen
en uit huizen van gedeporteerde joden bijeen.
Het hoofdkwartier was van 1941–1944 Keizersgracht 264 en van 1944 tot mei 1945 aan het Rokin 116. De roof van roerende goederen (Möbel Aktion) werd gecoördineerd vanuit het kantoor op de Prinsengracht
796 en er waren drie afdelingsbureaus, Euterpestraat 113, aan het Oosterpark (Ost) en op de Weteringschans (Mitte). Voor het verzamelen van goederen waren er depots, zoals op Rokin 116 (boekenopslag),
Entrepotdok West (Buyskade), Gemeentelijk Entrepotdok (Kadijksplein 61-63), Vondelstraat 39 (de Vrijmetselaarsloge) en Loods Argentinië (Oostelijke Handelskade) vanwaar de verlading van de roerende
goederen plaats vond.