Naam: De gracht was oorspronkelijk een arm van de Amstel die begin 17de eeuw vergraven werd tot de Zwanenburgwal en Oudeschans. Hierbij werd in 1602 de Sint Antoniedijk
doorbroken en de Sint Antoniesluishoogwaterkering aangelegd. Omstreeks 1600 wordt de grond waarop straat en kade zijn aangelegd bij de stad getrokken. Er wordt dan gesproken over een huis
'waar Swanenburg uithangt', op de hoek van de Zwanenburgwal. Het zou aannemelijk zijn dat dit huis de naamgever van de gracht is. Woonde er dan ook een Swanenburg(h)? Wie weet,
het is in ieder geval een vaker voorkomende naam. Denk maar eens aan Gerrit Barents Swanenburgh de bouwmeester die in de zeventiende eeuw de Muiderpoort, Weesperpoort en
Utrechtsepoort heeft gebouwd.
Jan ter Gouw geeft echter een heel andere verklaring voor de naam: ‘De Zwanenburgwal is de burgwal der zwanen, inderdaad een liefelijke naam. Hij herinnert ons, dat Amsterdam, weleer,
als andere steden, zich de weelde veroorloven kon, blanke zwanen in hare grachten te hebben. Bij alle verfraaiingsideeën van onzen tijd denkt men daar niet eens meer om ! — Het
Stads-zwanenhok stond hier aan den Amstel, en de burgwal ontleent daarvan zijnen naam. En naar dezen Zwanenburgwal is vervolgens ook de aangrenzende straat de Zwanenburgerstraat
genoemd.’ Ter ondersteuning kan hier aangevoerd worden dat op de oudste kaarten van deze buurt de gracht Verwersgraft werd genoemd en dat Cornelis Dankertsz in 1670 een kaartfragment
tekende in verband met een ontwerp tot de bouw van een zwanenhok ter overwintering van de stadszwanen. Dit zwanenhok was tot dan gelegen aan de voet van de Regulierspoort. De zwanen
hadden een eigen pluimgraaf en waren verder toevertrouwd aan de zorgen van de poortwacht. In een ordonnantie van 16 augustus 1549 is te lezen dat Willem Huysman werd aangesteld
omme te hebben die toezicht ende bewarenisse van der Stede Zwaenen en de zwanen te fnuyken, splisvoeten en te marcken. Met het ‘fnuiken’ werden de slagpennen zodanig
behandeld dat de zwanen niet weg konden vliegen, ‘splisvoeten’ was een bewerking van de zwemvliezen met hetzelfde doel. De zwanen werden tevens gemerkt: er werden drie kruisjes in
de snavel gebrand. En de zwanen moesten kunnen broeden waarbij de pluimgraaf moest zorgen dat er genoeg ‘ruyghte’ was die de zwanen konden benutten. Verder was het zijn plicht om
ieder jaar rond Sint-Maarten de belangrijkste overheidsdienaren een zwaan als geschenk aan te bieden. In de winter werden de zwanen bij zware vorst bijeengedreven in een kooi in de Amstel ter
hoogte van de huidige Zwanenburgwal.
De laatste pluimgraaf was Andries de Graeff (1611-1678) tot 1672 burgemeester van Amsterdam, maar toen door de prins van Oranje aan de kant geschoven, waardoor ook zijn functie als pluimgraaf verviel.
Er werd geen nieuwe pluimgraaf meer aangesteld. De zwanen waren aan zichzelf overgeleverd.
Het raadsbesluit van 21 januari 1976 doet het eerste stukje Zwanenburgwal omdopen in Sint Antoniesluis. Aan de onevenzijde gaan alle huisnummers verloren, aan de evenzijde wordt het stukje tussen Sint Antoniesbreestraat en Raamgracht nummer 2. Van Raamgracht tot Staalkade wordt geheel hernummerd per woning.
Door de grootschalige afbraak tussen Jodenhouttuinen en Jodenbreestraat en tussen Waterlooplein en Amstel is de nummering aan de onevenzijde geheel verdwenen op de hernummering
3-9 na. Deze liggen nu tussen Jodenbreestraat en Waterlooplein waar dat eertijds tussen Jodenhouttuinen en Jodenbreestraat was.
De kade van de Zwanenburgwal was ook bekend als Amstelkaai of Emsterkaai. Deze laatste naam is vermoedelijk afkomstig van een huis Emsterkaai dat stond op de hoek van de
Raamgracht met de Moddermolensteeg (de huidige Moddermolenstraat ligt noordelijker).
In verschillende bronnen wordt ook gesproken over de Korte Zwanenburgwal. Volgens het straatnamenregister van Amsterdam heeft deze naam nooit bestaan maar te oordelen naar
de gebruikte huisnummers was het waarschijnlijk het gedeelte tussen de Sint Antoniesbreestraat en de Raamgracht. Hier is nu het ‘Pentagon’ gebouwd, nieuwbouw die is opgetrokken
na de aanleg van de metro.
Opvallend in de bewoning is de hoeveelheid kappers en juweliers die hier woonden en/of hun bedrijf hadden. Alleen joodse bronnen maken al melding van 3 kappers en 5 diamantairs
(waaronder Van Moppes, Citroen en Spyer).
3-9 (vh 9-17), Jodenbreestraat 2
Architect: Lenderink, Jan
Bouwjaar: 1889
Opdracht: Koopman Salomon van Raap
Het gebouw in Eclectische stijl is samen met het Rembrandthuis één van de weinige resterende gebouwen van vóór de Tweede Wereldoorlog in deze buurt.
Onder het bovenste balkon staan de jaartallen 1889 en het joodse equivalent 5649, waarschijnlijk een verwijzing naar een grote verbouwing door architect
Jan Lenderink. Opdrachtgever was Koopman Salomon van Raap (1838-1926), een handelaar, gehuwd met Sara Bierman (ca.1843-1875) en na haar overlijden
met Reinardina Lavino (1844-1891).
In september 1890 wordt Koopman Salomon van Raap failliet verklaard en zou hij, als koopman in meubelen, in Hilversum wonen. Volgens het Bevolkingsregister is hij echter in augustus nog met zijn gezin naar Den Haag verhuisd? Na anderhalf jaar wordt zijn failliete boedel insolvent verklaard en bevolen dat deselve door den Curator zal worden verrekend. Kortweg: de bezittingen waren niet toereikend om de schulden te voldoen. De indruk ontstaat dat Koopman uit de firma is getreden om die niet de dupe te laten worden van zijn eigen perikelen. Tot zijn boedel behoorden ook de drie panden Houtgracht 4, 6 en 8, percelen tussen het aloude hoekhuis Waterlooplein 2 en het bedrijfspand op 14. Kennelijk waren onroerende en wellicht ook roerende goederen van het bedrijf nog in persoonlijk eigendom van Koopman.
Op 10 (nu Sint Antoniesluis 11-19) stond het geboortehuis van kunstschilder Salomon Meijer (1877-1965).
(vh 11) (Nu Waterlooplein 1) Dit perceel werd in 1898 door de architecten Cerlijn en De Haan verbouwd en toegevoegd aan het pand Jodenbreestraat 8-10
van de firma De Vries & Van Buren. Latere eigenaar was de BV Handelsonderneming Kroonenberg en nu de VVE Saskiacomplex.
(vh 13) (Nu Waterlooplein 1) In 1892 had juwelier Samuel Spyer (1842-?) een winkel in goud, zilver en diamant aan de Kalverstraat 201 en een magazijn op de Zwanenburgwal 13.
Het bedrijf was al in 1729 opgericht door een voorouder Zalman (Salomon) Spyer en toen gevestigd in de Sint Antoniesbreestraat. Samuel Spyer was
goudsmid en gehuwd met Judith Sijes (1844-?). Zij woonden aan de Jodenbreestraat 12. Zij traden op als pleegouders voor de zoon Benjamin Herman Schaap
(1868-1922) van Herman Schaap en Sara Sijes na het vroegtijdig overlijden van Herman Schaap. Sara hertrouwde met Leman Spyer, een broer van Samuel.
Benjamin Herman werd als directe familie beschouwd, was werkzaam in de zaak van zijn pleegouders en gebruikte daardoor ook de naam Spyer. Hij trad in
het huwelijk met Rosina van Abbe (1873-1945). Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, de oudste was Herman Schaap (1894-1956), genoemd naar
zijn grootvader. Na de HBS bestudeerde hij de juwelenbranche in Engeland en Duitsland. Hierna trad hij in dienst bij het bedrijf van zijn vader waar hij
in 1922 medevennoot werd. Herman trouwde met Julia Josepha de la Mar (1900-?), een nichtje van Fien de la Mar. Het gezin woonde in 1947 op de Oranje
Nassaulaan 6 in Amsterdam, later op de Gijsbrecht van Aemstelstraat in Hilversum.
In 1904 werd dit perceel na een verbouwing door architect A.Jacot toegevoegd aan het pand Jodenbreestraat 8-12 van de firma De Vries & Van Buren. Latere eigenaar
was de BV Handelsonderneming Kroonenberg en nu de VVE Saskiacomplex.
(vh 15-17) (Nu Waterlooplein 1) In 1904 werden deze percelen na een verbouwing door architect Jacot toegevoegd aan het pand Jodenbreestraat 8-12 van de firma De Vries & Van Buren. Latere eigenaar
was de BV Handelsonderneming Kroonenberg en nu de VVE Saskiacomplex.
2 (vh 18) In 1876 werd hier de zaak in gouden en zilveren sieraden, horloges en juwelen van B.R.Citroen & Zoon geliquideerd. In 1877 werden er al weer
siertorens (voor op de Torah-rollen) verkocht. Een doorstart?
In 1896 is hier de zuivelhandel van S.Mossel & Co’s. Salomon Elias Mossel (1849-1935) was gehuwd met Saartje van Emrik (1849-1912) en zij hadden drie
dochters en drie zoons. Een broer van Saartje was Levie van Emrik (1847-1893) en de grootvader van Levie van Emrik (1897-1943) van Zwanenburgwal 34.
Zwanenburgwal 20
29 Hier woonde in 1875 boekdrukker Salomon Mendes Coutinho jr. Het is niet duidelijk of zijn zaak hier ook was gevestigd. In 1895 is de boekdrukkerij
gevestigd aan het Waterlooplein 57 in een pand waar ook het kantoor van het Nieuwsblad voor Israëlieten is gevestigd. In 1898 is het een snelpersdrukkerij
geworden.
Op 24 november 1884 werd Michel de Klerk hier geboren in een groot joods gezin van de dan 78-jarige diamantslijper Joseph Leman de Klerk en
Rebekka Roeper. Michel is het 25ste kind. De Klerk groeit op onder armoedige omstandigheden in de Amsterdamse Jodenbuurt. In 1886, na het overlijden
van zijn vader, verhuisde het gezin. Michel werd architect en ontwierp in de stijl van de Amsterdamse School woningblokken voor onder andere woningbouwvereniging
Eigen Haard en De Dageraad.
8-14 (vh 30) Eén van de twee vestigingen van de kunstmineraalwaterfabriek van S.de Beer in 1899. De tweede vestiging was aan de Raamgracht 23. De fabriek
produceerde koosjere limonades.
34 (nu Verversstraat 13-17) In september 1942 was hier Rusthuis Van Emrik gevestigd. Onder directie van Levie van Emrik (1897-1943). Zie ook bij Zwanenburgwal 18.
Zwanenburgwal 50-60 (vh 38-40)
39 De bakkerij van I.Zeehandelaar was in 1905 op dit adres gevestigd. Bijzonder is dat ze adverteren met vegetariërsbrood (dus geen dierlijke
producten verwerkt in het brood). De Nederlandse Vegetariërsbond werd opgericht op 30 september 1894. Het aantal joodse leden van die bond was relatief
groot en Zeehandelaar richtte zich met zijn advertentie op zowel de joodse (de advertentie stond in het Nieuw Israëlietisch Weekblad) als op de vegetarische klanten.
Op 72-82 (vh 42) woonde van 1939 tot 1944 Karel Appel.
43 rond 1894 was hier Maison Menist, een gelegenheid voor feesten en partijen. Rond 1910 werd de naam veranderd in ‘Gebouw Mercurius’.
49 In 1894 was hier een restaurant van Isr.H.de Jong die als slager bij de Israëlitische Vleeschhal op de Amstel werkte.
In 1908 was op dit adres het pension van E.de Winter gevestigd.
In 1913 was er weer een restaurant, nu het streng koosjere restaurant Cats. Henri Jacob Cats, kok van beroep, (1884-1942) was gehuwd met Anna Norden (1885-1943).
In 1914 werd de onderneming op de Zwanenburgwal als pension in de markt gezet.
102-114 (vh 50-52) Is een 17de eeuws huis met gevel onder rechte lijst uit de eerste helft van de 19de eeuw. Op de verdiepingen zijn empire roedenverdeling.
Zwanenburgwal 116 (vh 52)
Zwanenburgwal 118-154 (vh 54-56)
158-166 (vh 58) Moses Snoek (1842-?) woonde hier met zijn vrouw Jansje Boot (1840-?). Hij is na 1874 van Rotterdam naar Amsterdam verhuisd waar hij rond 1895 als
muziek- en dansmeester feesten en partijen verzorgde.
182 Naam: De Wiekslag
Architect: Smits, A.P.
Bouwjaar: 1925
Opdracht: Otto van Tussenbroek
De Wiekslag is een woonschip in Amsterdamse School-stijl, ontworpen door architect Anthonie Pieter Smits en gebouwd door de Haarlemse Scheepsbouw Maatschappij
in opdracht van kunstenaar en museumdirecteur Otto van Tussenbroek. Aanvankelijk lag het schip in Haarlem, en later in Utrecht. Na een periode van verwaarlozing en een
bijna fatale tocht, waarbij het halve schip onder water verdween, was er in 2005 weinig meer over van het oorspronkelijke interieur. De huidige eigenaar Maarten Esselink
kocht De Wiekslag in 2006 en wilde haar in oude staat herstellen en erop wonen. Tijdens de buitenexpositie 'Ligplaats Amsterdam' bij ARCAM in 2007 kwam Esselink in
contact met woonbootkenner Piet Dekker. Hij had al eerder bijzondere woonboten gerenoveerd. Sindsdien heeft een team van deskundigen gewerkt aan de renovatie van het
verwaarloosde schip. Sinds 2009 ligt het aan de Zwanenburgwal. Het schip heeft een stalen romp met een houten opbouw. Op het woongedeelte stond oorspronkelijk een stuurhut
met tentdak; dat is nu een dakterras.
218-230 (vh 80), Staalstraat 21
Bouwjaar: 1986
Architect: Ley, Paul de & Oorthuys, Fenna
Opdracht: Gemeentelijk Woningbedrijf
Dit hoekpand biedt ruimte aan woningen, ateliers en een café. De bouwstijl met de ronde hoeken en de strookramen doet denken aan de Amsterdamse School. Het grote oppervlak
aan glas is echter veel moderner. Het pand met sociale woningbouwwoningen was deel van een stadsvernieuwingsproject met nieuwbouw en restauratie op diverse vervallen plekken in het blok
tussen Verversstraat en Zwanenburgwal. De architecten Paul de Ley en Fenna Oorthuys werden hiervoor benaderd.
Ook de schrijver en voordrachtskunstenaar Arend Fokke Simonsz. (1755-1812) woonde van ca.1793 tot na 1802 aan de Zwanenburgwal.
232-240 (vh 84) Hier woonde Samuel Isaac Jas (1831-?). Hij redde in augustus 1876 vijf kinderen uit de gracht. Samuel was gehuwd met Jetje Winkel (1829-?) en zij
hadden zeker vier kinderen.
In mei 1914 verhuisde M.L.S.Blog van het Waterlooplein met zijn drogisterij naar dit adres. Hier woonden Mozes Lion (Maurits) Blog (1875-1942), zijn eerste
vrouw Rosalina Fortuin (1878-?), zijn tweede vrouw Mathilda Fortuin (1889-1938) en hun kinderen Samuel Mozes, Jacob en Selina. Maurits was drogist en assistent-apotheker.
In 1921 bleek in de kranten dat Blog op dit adres ook een fabriek had gevestigd waar diamantbewerkerscement en scheerpoeder gemaakt werd. Tot het overlijden van
zijn tweede vrouw had hij de winkel op de Zwanenburgwal. Hij was niet de enige fabrikant van dit poeder in de stad, op Zwanenburgerstraat 24 was A.May
gevestigd die May’s antiseptische scheerpoeder verkocht.
272 (vh 92) In de gevel is een gedenksteen aanwezig in verband met het leggen van de eerste steen voor nieuwbouw door Betje Agsteribbe, oud 10 jaar, op 6 september 1865 – 15 eloel 5625.
Onder het rechterraam is nog een gedenksteen aanwezig, nu een laatste steen en deze is gelegd door de 10-jarige Fleur Veenstra in mei 2010.
Voor het pand zijn Stolpersteine (struikelstenen) aangebracht ter herinnering aan het gezin van Simon Mouwes, zijn vrouw Merlina Mouwes-Vorst en hun kinderen Lea, Benedictus,
Elisabeth, Samuel en Philip Mouwes. De Stolpersteine zijn een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig.
B.Bijvoetbrug De brug is vernoemd naar de architect Bernard Bijvoet, die met een plan kwam voor een opera in Amsterdam. Dat is nooit uitgevoerd, maar bij het ontwerp van die
Stopera is hij enige tijd betrokken geweest (hij overleed in de tussentijd).
Al op de stadsplattegronden van Pieter Bast uit 1599 en Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is de brug ingetekend, dan nog tegen de oevers van de Amstel. Door landwinning in
de Amstel ontstaan de Staalstraat en de Zwanenburgerstraat die de brug met elkaar verbindt.
In 1844 wordt de dubbele opklapbrug getekend door Johannes Hilverdink. In 1870 volgt een foto. In 1879 stort de brug in. De brugwachter probeert door op het brugdek te lopen de brug
geforceerd te sluiten voor de scheepvaart. Daardoor komt het brugdek te hard op het landhoofd en breekt, de jukken waarop de wippen lagen waren volkomen verteerd door vocht en zwammen.
De brugwachter kon om letsel te voorkomen alleen nog maar in de gracht springen; hetzelfde gold voor een karrevoerder die stond te wachten en anders getroffen zou zijn door verbrijzelde
balken. Beide mannen konden gered worden, de brug was verloren. Het duurt tot 1887 alvorens de gemeente de bouw van een nieuwe brug aanbesteedt. Als de bouw van de Stopera begint wordt
de brug ontmanteld. In september 1986 is er een nieuwe brug op nieuwe pijlers. De brug hield bij deze nieuwbouw onder leiding van Dirk Sterenberg haar originele uiterlijk.
Spinoza Aan de Zwanenburgwal naast de B.Bijvoetbrug staat het standbeeld voor Baruch Spinoza (1632-1677) gelatiniseerd Benedictus de Spinoza. Hij is vermoedelijk geboren op de Houtgracht
aan de kant van de Mozes en Aäronkerk. Hij is een Nederlandse filosoof, politiek denker en exegeet uit de Gouden Eeuw. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de Verlichting.
Om in zijn levensonderhoud te voorzien sleep hij brillenglazen en lenzen voor microscopen. Zijn boeken werden op de rooms-katholieke 'Index' van verboden boeken geplaatst, omdat zijn
historische Bijbelkritiek zou leiden tot atheïsme en fatalisme. Spinoza was een volgeling en criticus van René Descartes.
Het Spinozamonument is in 2008 gemaakt door beeldend kunstenaar Nicolas Dings die Spinoza een nieuwe eigentijdse mantel heeft gegeven, gesierd door vogels en bloemen die verwijzen naar
de culturele diversiteit van de stad. Daarmee is het kunstwerk van Dings niet alleen een herkenbaar historisch standbeeld, maar tegelijkertijd een levendig monument midden in de huidige
samenleving. Het citaat op de sokkel luidt: ‘Het doel van de staat is de vrijheid’. De icosaëder staat volgens de kunstenaar symbool voor het denken van Spinoza: het universum als model,
geslepen door de menselijke geest.
Een belangrijke uitspraak van Spinoza uit 1670 geciteerd bij de onthulling van het monument: ‘Hoe kleiner de vrijheid van meningsuiting is in een staat, hoe gewelddadiger zij geregeerd
wordt. In een stad waarin vrijheid is, hoeven geen misstanden te zijn. Het is niet moeilijk om daarvan een voorbeeld te vinden. Want in Amsterdam zie je dat de autoriteiten er heel
goed in slagen die misstanden te voorkomen en mensen ervan te weerhouden elkaar schade toe te brengen, terwijl ze toch openlijk een tegengestelde mening zijn toegedaan. Amsterdam plukt
de vruchten van deze vrijheid blijkens zijn groei die alle volken bewonderen. In deze bloeiende en bevoorrechte stadstaat leven mensen uit alle volken en met alle mogelijke geloofsovertuigingen
eendrachtig samen’. Mooier is het ideale beeld van Amsterdam bijna niet te omschrijven.
Bronnen:
openarch.nl
wikipedia.nl
rkd.nl
Beeldbank Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
joodsamsterdam.nl
amsterdamopdekaart.nl
sturkop.nl/ 6-Zusters-Van-Raap.pdf
hoorstra.org
iisg.nl
Amstelodamum mb.14 (1927)
Amstelodamiania, Jan ter Gouw
juwelennieuws.nl