Naamgeving:

Naam: Praam
Adres: Windjammerdijk 82-110
Architect: Marx & Steketee Architecten
Bouwtijd: 2011
Opdracht: Vesteda, Delta Forte

De bouwblokken A, D en H in de Noordbuurt bevatten 139 woningen in een rijke schakering van typen en categorieën, een kinderdagverblijf en horeca. Er zijn benedenwoningen in de categorie sociale huur, koopappartementen van 85m2, luxe huurappartementen van 160m2 en vrije sector split-level dijkwoningen. Er is een ondergrondse parkeergarage voor 48 auto's. De bouwblokken hebben een basis van twee tot drie lagen. Blok H bestaat uit 25 sociale huurwoningen, zeven dijkwoningen en 22 koopappartementen. De sociale huurwoningen zijn aan de buitenzijde voorzien van een geïntegreerde betonnen zitbank of een breed vensterbankelement.

Scheepswrak IJburg
In 2007 werd het wrak van een waterschip uit het einde van de 16de eeuw ontdekt bij baggerwerkzaamheden in de vaargeul Amsterdam–Lemmer tussen de IJdoornpolder en IJburg. Het schip is 20 meter lang en bestaat uit een bijna complete romp met voor- en achtersteven. De archeologen onderzochten het schip eerst onder water. Daarna, in 2009, werd het onder water in drie delen gezaagd. Nadat het achter-, midden- en voorschip aan land werden gehaald, werd de scheepsconstructie nauwkeurig onderzocht en gedocumenteerd. Archeologen troffen onder meer restanten van een vuurplaats en gebruiksvoorwerpen van de schipper aan.
Waterschepen waren vissersschepen die verse vis vervoerden die levend werd gehouden in een waterbak in het ruim (de bun). Deze vissersschepen kwamen van de zestiende tot en met de achttiende eeuw veel voor in de wateren rond Amsterdam. Ze werden ook gebruikt om grote zeeschepen over Pampus te slepen. Dit schip was wellicht op weg naar de vismarkt van Amsterdam om verse vis af te leveren. In het ruim trof men een ruime hoeveelheid visgraten aan. Aan de jaarringen van het hout is afgeleid dat het schip rond 1585 moet zijn gemaakt. Er werd ook een muntje uit 1596 gevonden. Het schip is om nog onbekende redenen rond 1600 gezonken. Het Bureau monumenten & Archeologie (BMA) van de gemeente Amsterdam vond het wrak de moeite waard om te bewaren. Daarom is het na het archeologisch onderzoek weer afgezonken op de bodem van het IJ. Onder water blijft het hout goed bewaard.