Naam: Beurs van Zocher (koopmansbeurs)
Adres: Dam 1
Architect: Jan David Zocher
Bouwjaar: 1845
Opdracht: gemeente Amsterdam
In 1835 was de Beurs van Hendrick de Keyser uit 1611 zodanig verzakt dat hij onbruikbaar was geworden en uiteindelijk tussen 1836 en 1838 gesloopt
moest worden. Midden op de Dam werd een houten hulpbeurs opgericht, die van 10 januari 1836 tot 10 september 1845 in gebruik was.
Voor de bouw van de Koopmansbeurs van Zocher moest de vismarkt aan de Vissersdam verdwijnen. De vismarkt telde niet minder dan 61 visbanken met 122
plaatsen. Ze waren aan de visvrouwen verpacht. 38 visschuiten voerden de vis aan. Twee keurmeesters sneden de kabeljauw en de schelvis open en keurden
die. De vismarkt was overdekt en sloot het Damrak, het gedeelte van de Vissersdam, halfcirkelvormig af. De markt stond ten dele op de vroegere
Damsluis in de Amstel, welke sluis rondom met huizen was bebouwd. De vismarkt krijgt een nieuwe plaats aan de noordzijde van de Nieuwmarkt.
Voor de bouw van een nieuwe Koopmansbeurs werd een prijsvraag uitgeschreven. Winnaar was Isaäc Warnsinck. Hij ontwierp een rond beursgebouw dat
echter niet werd uitgevoerd. Reden: Warnsinck had het Colosseum in het Londense Regent's Park gekopieerd en zich daarmee schuldig gemaakt aan plagiaat,
destijds een doodzonde onder architecten.
Het ontwerp van Jan David Zocher (1791-1870) werd in 1840 door de raad goedgekeurd. De bouw startte in 1841. Bij de bouw waren als opzichter betrokken
de architecten Godefroy, Springer en Bastiaan de Greef, de laatste als stadsarchitect van Amsterdam.
Koning Willem II opende het nieuwe beursgebouw op 10 september 1845. Nog in hetzelfde jaar werd de hulpbeurs afgebroken.
De Beurs van Zocher leek inwendig op de eerdere beurs van Hendrick de Keyser: een rechthoekig gebouw met een open binnenhof. Het uiterlijk was echter compleet verschillend: een streng neoclassicistisch gebouw. Aan de Damzijde was het 40 meter brede en 120 meter lange gebouw toegankelijk via een arduinstenen trap die leidde naar een open portiek, gedragen door veertien ionische zuilen. Om de zijgevels aan het Damrak en de nieuw ontstane Beursstraat wat te verlevendigen bracht Zocher hier twee uitbouwen aan, waarin zich trappenhuizen en kantoren bevonden. Vanwege zijn rechthoekige volume en het grotendeels ontbreken van ramen, graan werd bijvoorbeeld bij voorkeur gekeurd bij indirect licht, kreeg de beurs al snel de bijnaam 'het mausoleum'. Het is duidelijk, niet iedereen is gecharmeerd van het gebouw. Een absolute afgang is ’s winters de ijzige wind door het open gebouw. Spottend werd gesproken van 'het togtige wonder van Amsterdam'. In 1848 werd de binnenhof onder leiding van stadsarchitect De Greef overdekt. De buiten de beurs opgeslagen bouwmaterialen moesten in maart van dat jaar nog beschermd worden, zodat het niet kon worden gebruikt als projectielen in de rellen die zich toen in Amsterdam voordeden.
De wijziging was wellicht genoeg om het comfort te verbeteren, maar nu werd de uitbouw aan de kant van het Damrak een punt van kritiek. Hier was de breedte
tussen beurs en slechts 15 meter. Toen de beurs gebouwd werd was dit geen probleem, maar met de komst van het Centraal Station waarvoor een paardentramlijn
langs het Damrak aangelegd werd, ging dat maar net. De uitstulping aan de zijkant werd nu als uiterst hinderlijk ervaren en kreeg de bijnaam 'de puist'.
Door de toenemende welvaart na 1870 was de beurs ook te klein geworden. Er gingen steeds meer stemmen op om de beurs te slopen.
Al in februari 1882 werd een raadsbesluit genomen om door gedeeltelijke demping van het Damrak ruimte te creëren voor een multifunctioneel nieuw beursgebouw.
Naast post-, telegraaf en telefoonfuncties, vergaderzalen en kantoren zou daarin ook de elders in de stad gelegen graanbeurs opgenomen kunnen worden. Eind juni
1884 verscheen het definitieve programma voor een internationale prijsvraag met het gedempte Damrak als uitgangspunt. Maar geen van de geselecteerde ontwerpen
werd gerealiseerd.
Kort leek het erop dat de Beurs van Zocher behouden zou worden. Adriaan Willem Weissman, stadsarchitect, ontwierp in 1894 een verbouwingsplan voor de
beurs, waarbij hij de 'puisten' verwijderde en een effecten- en graanbeurs aan de noordzijde toevoegde. Dit plan zou 75% van de kosten van een geheel nieuwe
beurs besparen, maar ook dit plan werd niet uitgevoerd. Het diende later wel als plattegrond voor de Beurs van Berlage, welke in 1903 voltooid werd. Nog in 1903 werd de
Beurs van Zocher gesloopt. En op het aanzienlijk verbrede Damrak kreeg het snel groeiende verkeer van en naar het Centraal Station voortaan ruimer baan.
Omstreeks 1912 werd hier een tijdelijk houten onderkomen van De Bijenkorf gebouwd, dat in 1915 werd vervangen door het iets zuidelijker gelegen huidige gebouw van J.A.van Straaten en B.A.Lubbers gebouwd tussen 1912 en 1915.
Volgens de overlevering dateert het beurstrommelen uit het jaar 1622. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje is net hervat. De Spaanse veldheer Spinola heeft
het plan opgevat de opstandige gewesten na het Twaalfjarig Bestand een beslissende slag toe te brengen door de Amsterdamse handel plat te leggen. En wat ligt
er meer voor de hand dan het opblazen van het middelpunt van de handel: de Beurs van Hendrick de Keyser?
Dat beursgebouw stond op bogen over het water van het Rokin. Het lukt de Spanjaarden ongezien een schip vol buskruit onder het gebouw af te meren. Een spelende
Amsterdamse weesjongen ontdekte de boot en sloeg onmiddellijk alarm. Zo redde hij de hoofdstad van een ramp. Van het stadsbestuur mag de jongen een wens doen.
Daar hoefde hij niet lang over na te denken: trommelen in het beursgebouw, want daar galmt het zo lekker!
Het trommelen op de beurs wordt een traditie. Eerst in de Beurs van Hendrick de Keyser en later in de Beurs van Zocher. Elk jaar in de kermisweek in september
stroomt de beursvloer vol met jonge enthousiaste trommelaars. Met enkele korte onderbrekingen is het trommelen op de beurs tot de ingebruikname van de Beurs
van Berlage in 1903 een jaarlijks terugkerend gebruik. Na een stilte van een halve eeuw mogen de kinderen daar vanaf de jaren vijftig ook weer hun lawaaiige
gang gaan. Eind vorige eeuw raakt het beurstrommelen in de gemeentelijke Koopmansbeurs geleidelijk in onbruik. In 2008 wordt de traditie weer in ere hersteld:
nu op Beursplein 5.
Bronnen:
wikipedia.nl