Bolwerk Amstelveen
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.
bolwerk amstelveen bolwerk amstelveen gevelsteen roo olymolen

Naam: Bolwerk Amstelveen
Adres: Weteringschans / Spiegelgracht
Bouwjaar: ca.1660
Opdracht: Gemeente Amsterdam

Het 14de bolwerk van de derde en vierde uitleg wordt gevormd door bolwerk Amstelveen, gelegen aan de huidige Weteringschans voor de Spiegelgracht. Tot 1874 strekte de punt van het bolwerk tot waar nu het pleintje voor het Rijksmuseum is. Om de Singelgracht recht te trekken werden de stadsmuren afgebroken en het bolwerk afgegraven.
Op het bolwerk komt in 1661 de korenmolen ‘De Spring in het veld', of kortweg ‘De Spring' te staan. Er zijn echter meer namen voor deze molen in omloop, zoals de Oliepot, De Roo Oly molen en De Spiering. Met het vergraven van het bolwerk wordt ook de molen afgebroken. Het is aannemelijk dat de molen elders is herbouwd, want nog na de aanzegging van sloop werd aannemer J.Maas eigenaar van de molen. De in de molen aanwezige gevelsteen is nu ingemetseld in de gevel van Singel 188.

bolwerk amstelveen 1770 bolwerk amstelveen 1815 bolwerk amstelveen 1815

De Roo Olymolen stond buiten de Heiligewegspoort, zo’n 650 meter vanaf het punt waar de Boerenwetering uitkwam op de Heiligeweg. Dat is bij benadering de huidige hoek van de Spiegelgracht evenzijde en de Lijnbaansgracht, vlak bij het Bolwerk Amstelveen. De nieuwe vesting kwam nog juist buiten de molen te liggen, zodat de molen verplaatst moest worden. De molen is in 1631 eigendom van Cornelis Jacobsz. Smit die het windrecht voor de oliemolen sinds dat jaar niet meer betaalde, kennelijk vanwege de verkoop van de molen. In 1633 verkochten de molenaars Jan Roelofsz. en Jan Henrix de molen aan het korenmolenaarsgilde. Zij hadden die molen kort tevoren van de olieslager Kornelis voor fl. 9.000,- gekocht met werf en twee huizen, eertijds geweest De Roo Olymolen.

bolwerk amstelveen 1815 bolwerk amstelveen 1815 bolwerk amstelveen 1820

De molen was kennelijk in 1633 omgebouwd tot korenmolen. Opvallend, omdat nog in 1625 geklaagd was over het grote aantal korenmolens, een probleem dat overigens vanzelf verdween door de groeiende bevolking. Op 13 oktober 1636 wordt Jan de Goyer aangesteld als molenaar van deze molen en wordt hem het windrecht verleend in de naam en ten behoeve van het molenaarsgilde. De Roo Olymolen was op 3 mei 1662 eigendom geworden van Claes Cornelisz. Harencarspel en Jan Minuit, die op 6 juli van dat jaar van thesaurieren ordinaris de fl. 1.600,- ontvingen die de stad voor de verplaatsing van een molen vergoedde. Deze Jan Minuit komen we ook tegen als eigenaar van molen De Gooyer, een voorganger van de nog bestaande molen op het Funen, waarvan hij in 1651 de helft, en in 1662 de rest kocht. De Roo Olymolen werd weer opgericht op het bolwerk Amstelveen. Daar kreeg hij dezelfde naam, maar werd ook Oliepot en later Spring, Spring in ‘t Veld of Spiering genoemd.

bolwerk amstelveen 1820 bolwerk amstelveen 1853 bolwerk amstelveen 1865

Petronella de Veer is drie keer getrouwd geweest met een molenaar van molen De Spring. Ze woonde bij De Spring van 1734 tot 1764. In 1726 huwde ze met Adam Heijmen (<1736) met wie ze zes kinderen krijgt. In deze tijd heeft de molen nog een tweede eigenaar, een molenaar Van der Brink.
In 1737 trouwde ze met Gerrit van Alp(h)en (<1745). Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren.
Christiaan Smit (± 1707-< 1758) is vanaf ongeveer 1728 molenaarsbaas en in 1745 trouwde hij met Petronella de Veer (-1764).
Adrianus Knipscheer (-1779), gehuwd met Jannetje van Lakervelt, wordt in 1755 vermeld als eigenaar voor de helft van de molen.
In 1765 zijn Theodorus Hogeboom voor de helft, Hendrik van de Brink voor een kwart en Marritje en Claas Adryaansz. ieder voor 1/16 deel eigenaar. Het is onduidelijk wie het resterende achtste deel bezit.
Molenaar Pieter Taks is in 1805 eigenaar en daarna maalt hij samen met Jan Staaring.
In 1814 zijn er al weer nieuwe eigenaren, de weduwe Janneke Fleerhof van molenaar Harmanus Pouwels wat betreft de opstal van het huis en Jan Trompes.
Voor 1832 nemen Jan Poulen en Jan Brouwer de molen van Jan Trompes over. De grond zou in dat jaar naar de gemeente Amsterdam gaan.
Op een later moment vindt er nog een wisseling van eigenaar plaats als Jan Brouwer opgevolgd wordt door Jan v.d.Heuvel.
Omstreeks 1870 zou de molen de Post heten, welke naam met zwarte letters op een wit veld aan de molen te lezen stond. Hij was in gebruik bij of eigendom van de heer Post, die een grutterswinkel op het Spiegelplein had.

bolwerk amstelveen 1865 bolwerk amstelveen 1865 bolwerk amstelveen weteringpoort 1760

1872 is een interessant jaar voor de molen, de eigenaren en de gemeente Amsterdam.
Van de molen ‘Spring in ’t Veld’ op het bolwerk Amstelveen moesten in 1872 een roede en de as vernieuwd worden. F.Peppink, molenmaker op de Buitensingel bij de Raampoort, vroeg hiervoor namens de weduwe Poulen, eigenares van de molen, op 14 november aan Burgemeester en Wethouders toestemming, welke op 27 november werd verleend. De commissie belast met het beheer van stedelijke rentegevende eigendommen had echter op 22 november de wethouder belast met de Publieke Werken erop gewezen, dat er juist onderhandelingen werden gevoerd tussen de commissie en de weduwe Poulen om de grond, waarop de Spring stond, weer ter beschikking van de gemeente te krijgen. Deze onderhandelingen werden afgebroken vanwege de door de eigenares gevraagde schadevergoeding. Daar de gemeente evenwel in verband met het rechttrekken van de Singelgracht de beschikking wilde krijgen over de grond waarop de Spring stond, werd bij deurwaardersexploit op 27 oktober 1873 aan de erfgenamen van de op 22 juni van dat jaar overleden Elisabeth Anna van der Wiele, weduwe van Johannes Poulen, het gebruik van de grond op het bolwerk Amstelveen opgezegd.

bolwerk amstelveen weteringpoort 1760 bolwerk amstelveen weteringpoort 1777 bolwerk amstelveen weteringpoort 1777

De erfgenamen vroegen daarop uitstel tot 1 mei 1875, aangezien hun erflaatster de molen tot dat tijdstip had verhuurd aan Gerardus Voet. Bij schrijven van 26 november 1873 werd dit geweigerd. Ook op het adres van Gerardus Voet, al dertig jaar molenaar van de Spring in ‘t Velt, die op 56-jarige leeftijd zich niet meer geschikt gevoelde om als knecht zijn brood te verdienen en geen vooruitzicht had een andere molen te krijgen als hij de Spring zou moeten verlaten, werd op 19 februari 1874 afwijzend beschikt. Aannemer J.Maas, die de Spring gekocht had, gaf op 17 april aan Burgemeester en Wethouders te kennen, hem eerstdaags te willen slopen. Deze besloten op 18 mei de administratie van de grond, waarop de molen gestaan had, van de commissie over te brengen naar de afdeling Publieke Werken.

Meer lezen:
Amsterdam ommuurd (muren, poorten en bolwerken)
Bolwerk Schinkel
Weteringpoort

Voor het laatst bewerkt:

Bronnen:
wikipedia.nl
maandblad Amstelodamum,1989 Molenbranden in Amsterdam, J.H.v.d.Hoek Ostende
molendatabase.nl
genealogieonline.nl