Bolwerk Oetewaal
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.
bolwerk oetewaal bolwerk oetewaal

Naam: Bolwerk Oetewaal
Adres: Kazernestraat
Bouwjaar: 1661
Opdracht: Gemeente Amsterdam

De naam van het bolwerk is een verwijzing naar het dorpje Oetewaal dat hier was gelegen. Het dorpje kwam met de Vierde Uitleg binnen de stad te liggen. Tot 1878 heette de Linnaeusstraat de Oetewalerweg als verwijzing naar het voormalige dorp. De naam komen we ook nog tegen in de Overamstelpolder of Oetewaalerpolder.
Afhankelijk van de plattegrond komen we het dorp tegen als Oetewaal, Outewaal, Houtewaal, Oudewaal en Ottewaal. Bij de naam Houtewaal wordt trouwens een aanzienlijk groter gebied aangemerkt waar de hele Plantage, de Eilanden, het Oosterparkkwartier en de Indische buurt deel van uitmaken. Geldt dat ook bij de andere namen?
Grote delen van de vestingmuur en de bolwerken werden vanaf ca.1805 afgebroken en afgegraven. Aannemer Jan Timmer werd bij de aanbesteding van 1809 vergund om de muur van Oetewaal te verlagen. De daadwerkelijke afbraak vond in 1810 plaats.
Op het bolwerk Oetewaal stond een korenmolen De Ruyter.

bolwerk oetewaal de ruyter de ruyter bolwerk oetewaal

Molen De Ruyter was van het type grondzeiler en in gebruik als grutmolen (grut = gort). De molen was in 1636 gebouwd op het bolwerk ten oosten van de 2de Sint Anthonispoort, nu bij benadering de hoek van de Rapenburgerstraat en de Muiderstraat. Het was één van de weinige grondzeilers op de Amsterdamse bolwerken. Aanvankelijk stonden er vooral standerdmolens op de bolwerken, die later meestal door stellingmolens vervangen werden. Met de komst van een nieuwe verdedigingslinie om de stad werd de oude fortificatie geslecht en de molen in 1663 over een afstand van 1200 meter zuidoostelijk verplaatst naar het nieuwe bolwerk Oetewaal. Vanaf nu heet de molen De Ruiter en werd, net als bij de 2de Sint Anthonispoort, de buurman van diens opvolger, de Muiderpoort.
Deze grondzeiler werd in 1726 tot stellingmolen omgebouwd omdat hij door de hoge bomen van de Plantage niet meer genoeg wind ving. Hiervoor werd de molen verhoogd met 24 Amsterdamse voet (bijna 7 meter). In 1863 verdwijnt de molen van het al eerder geslechte bolwerk Oetewaal.

muiderpoort bolwerk oetewaal bolwerk oetewaal molen de ruiter

In het Stadsarchief van Amsterdam is terug te vinden dat dominee Jacobus Hermanus la Fargue (1735-1798) per 30 oktober 1782 zijn halve aandeel in deze molen voor fl. 9700,- verkocht aan Matthijs Meers. Verder ontving hij nog fl. 3000,- voor zijn halve aandeel in de gereedschappen. La Farque was in 1766 beroepen in Zuiderwoude waar hij tot 1798 werkzaam bleef. Jacoba van Alphen (-1784), de weduwe van Gerrit Blonck (-1775) sinds 1773 molenaarsbaas op De Ruiter, behield haar halve aandeel in deze molen. Op 30 maart 1784 werd de boedelinventaris van Jacoba van Alphen opgemaakt. Zij was eerder weduwe van Jan Lam (-<1775) van molen De Oranjeboom en laatst weduwe van Jan Blonck en wonende bij molen De Ruiter. Zij bezat een half aandeel in De Ruiter, en daarnaast een kwart aandeel in de molens De Kat, De Oranjeboom en De Geelvink, de laatste twee gelegen aan het Mennonietenpad. Ook had ze sinds 1779 nog een huis en erf in de Nieuwe Leliestraat.
21 juni 1808 koopt Jan Potgieter voor fl. 8500,- de helft van molen De Ruiter en 3 huizen op bolwerk Oetewaal van de erven Matthijs Meers en zijn echtgenote Dirk Jonkes.

Meer lezen:
Amsterdam ommuurd (muren, poorten en bolwerken)
Blonck, Gerrit
Bolwerk ?
Muiderpoort

Voor het laatst bewerkt:

Bronnen:
wikipedia.nl
amstelodamum meerdere jaren
molendatabase.nl
Stadsarchief Amsterdam