Funenkade 5
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.

molen de gooyer plattegrond molen de gooyer

Naam: Molen De Gooyer
Adres: Funenkade 5
Bouwjaar: 1814
Opdracht: Gemeente Amsterdam

Het verhaal van de molens De Gooyer begint in 1572 met de verwoesting van de molen door Willem II van der Marck (ca.1542-1578), alias Lumey. Lumey stond bekend als een beruchte en wrede geuzenleider. Hij werkte samen met Willem van Oranje maar werd op een zijspoor geschoven omdat hij een eigen agenda had en bijzonder wreed was bij de vervolging van katholieken. Bij de opmars van de watergeuzen naar Amsterdam werden vele bouwsels in het veld geplunderd en verwoest waaronder de voorloper van de molen De Gooyer.
Het is 1583 voor herbouw plaats vindt door de zoon van de toenmalige eigenaar, Hendrik Gijsbertzoon de Gooijer. De helft van de molen en twee woningen met erven wordt in 1586 verkocht door zijn zoon Jan. In 1596 verkoopt zijn zoon Albert de andere helft. In 1603 wordt de helft van de molen gekocht door de broers Claes en Jan Willemsz. van Gooiland. De andere helft volgt in 1609, daarna wordt de molen De Goyermolen genoemd. Op 8 augustus 1609 verwerven de broers, voor de erfpachtsom van 3 pond een windbrief (deze geeft het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen te Amsterdam, buiten de stad, aan de zuidzijde van de Heiligenweg.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

De Derde Uitleg van Amsterdam in 1613 zorgde mogelijk voor windbelemmering voor de molen, maar wanneer de molen verplaatst wordt naar het Leprozenland aan de oostzijde van de Amstel is niet duidelijk. Wel is bekend dat In 1651 de helft wordt verkocht aan Jan Minuit: ’de helft van een tarwemolen genaemt de Goyer, gestaen opt land van den Leprosen alhier aen den Amstel’. Naderhand wordt nog twee keer een kwart aan Jan Minuit verkocht zodat hij in 1662 volledig eigenaar is.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

De verplaatste molen is ook weer van het type standerdmolen en geschikt als korenmolen. De molen zal niet lang op de nieuwe locatie blijven want al rond 1662 is de Vierde Uitleg van de stad zo ver gevorderd dat een volgende verplaatsing noodzakelijk is. Er wordt voor gekozen De Gooyer 1700 meter op te schuiven tot op het nieuwe bolwerk Oosterbeer.
Het is aannemelijk dat ook deze molen nog altijd een standerdmolen is. Aan het begin van de 18de eeuw blijkt dit type achterhaald te zijn en komt ook op dit bolwerk een nieuwe korenmolen van het type stellingmolen en uitgevoerd als een achtkante bovenkruier. Deze gedaanteverwisseling voltrekt zich omstreeks 1725.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

De meeste stellingmolens in Amsterdam hebben twee of drie verdiepingen onder de stelling en molen De Gooyer is hierop geen uitzondering. Bovendien is het aannemelijk dat de molen nog steeds van hout was inclusief de onderbouw. In 1811 wordt op de afgebroken stadswal tussen de bolwerken Oetewaal en Oosterbeer de Oranje Nassau-kazerne gebouwd. Dit grote gebouw zorgt opnieuw voor verminderde windvang. De oplossing wordt in 1814 gevonden in het opnieuw verplaatsen van de molen. Nu is het echter maar over een korte afstand. Aan de Funenkade is nog de stenen voet aanwezig van één van de twee in 1812 afgebroken stadsvuilwatermolens, die tot dan de waterverversing van de Nieuwevaart verzorgden. De kosten voor de verplaatsing worden gedragen door de gemeente Amsterdam. Door de hoge stenen voet van 17,8 meter wordt De Gooyer de hoogste houten molen van Nederland. Voorts is De Gooyer de enige van de 25 bolwerkmolens die nog aan de Singelgracht staat.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

Na deze verhuizing van de molen van 1814 wordt het rustig. Over de hele 19de eeuw is er nauwelijks iets over de molen te vinden, hoewel we mogen aannemen dat er regelmatig onderhoud wordt gedaan. In 1843 wordt wel gemeld dat de molen twee koppel maalstenen bezit. Ook over molenaars is weinig te vinden. Uit het stadsarchief komt wel naar voren dat Hendrik Cornelis Schouten (1816-1870) die is getrouwd met Anna Geertruy Teune (1821-1869) van 1854-1860 molenaar is op de Gooyer en daar ook woont. Na 1860 wonen zij aan de Schans 255. Het is niet duidelijk of Hendrik al voor 1854 op de molen maalt of dat na 1860 nog doet. In 1896 is molenaar Gerardus Hendrik de Boer (1835-?) baas op de molen. Hij is geboren op Funen 11.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

Het maalbedrijf lijkt in de 20ste eeuw niet erg lucratief meer te zijn. In 1904 werd onder in De Gooyer, een zuiggasmotor geplaatst voor de aandrijving. Omstreeks 1920 wordt de windmolen buiten bedrijf gesteld, maar het maalbedrijf werd nog tot ca.1925 voortgezet met de zuiggasmotor. Ook verder gaat het met de molen niet goed. Het onderhoud laat te wensen over. Al in 1918 was overwogen de wieken te verwijderen en in 1927 was de in slechte staat geraakte stelling niet meer aanwezig. Tenslotte werd de molen De Gooyer in 1928 door de gemeente gekocht.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

Zij neemt de restauratie in 1929/1930 ter hand welke wordt uitgevoerd door molenbouwer Fa.De Boer uit Oostzaan. Het bij die gelegenheid aangebrachte systeem Dekker maakte De Gooyer tot de eerste verdekkerde korenmolen in ons land. Overigens is er bij deze restauratie veel meer gebeurd: de oorspronkelijke inrichting werd grotendeels verwijderd. Zeer waarschijnlijk is toen ook al het oorspronkelijke gaandewerk vervangen door wat nu aanwezig is en vermoedelijk afkomstig uit de voorraad van molenbouwer/sloper De Boer. Maar ook het wiekenkruis en bovenas werden gewisseld. De eerste gietijzeren as werd hier omstreeks 1868 aangebracht. Bij de restauratie in 1929 is deze vervangen door een as die afkomstig is uit een van de twee voormalige molens van de Gemeenschapspolder bij Weesperkarspel. Datzelfde gold vermoedelijke voor beide roeden.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

Al vanaf 1931 wordt de molen gehuurd door de molenaarsfamilie Schuurman. Nadat de molen in de Tweede Wereldoorlog veel voor particulieren had gemalen, is de molen nog tot het eind van de jaren '40 in gebruik geweest. In de jaren '60 van de 20ste eeuw werd er nog enige tijd bloedmeel, een zeer onwelriekende stikstofmeststof, gemalen. Daarna werd de molen alleen nog af en toe aan het draaien gebracht. Van 1955 tot 1988 heeft de familie Schuurman een winkel met dierenbenodigdheden in de molen.

molen de gooyer molen de gooyer molen de gooyer

Op 13 november 1972 sloeg de molen als gevolg van een zware storm op hol. Een snel te hulp geroepen molenaar kreeg de zaak niet meer onder controle, de bovenas brak en het wiekenkruis stortte als gevolg naar beneden. Het herstel duurde tot 1976 omdat geen bovenas van het juiste formaat meer beschikbaar was. De grote sloop-assen waren 'op' zodat een nieuwe bovenas gegoten moest worden. De herstelwerkzaamheden werden uitgevoerd door de molenbouwer Fa.J.T.Poland uit Heerhugowaard. Maar malen is niet meer mogelijk, omdat de loper van het enig aanwezige koppel stenen inmiddels was gebroken.
In 2016 werd opnieuw onderhoud aan de molen uitgevoerd waarbij delen van de stelling zijn vernieuwd en de roeden vervangen.
Stadsherstel Amsterdam werd in 2018 eigenaar van de molen en verhuurt de molen in 2025 nog steeds aan de molenaars Evert Schuurman en G.van der Lubbe. Zij zorgen ervoor dat de wieken nog altijd ‘voor de prins’ draaien, echter zonder te malen.
De betekenis van ‘voor de Prins’ draaien is niet eenduidig. Eén uitleg dateert uit de tijd dat steden belegerd werden en de vijand voor de gek werd gehouden. Zolang de molens draaiden was er graan en dus nog voldoende te eten. Maar de uitdrukking ‘voor de prins’ werd vroeger ook gebruikt als je wilde zeggen dat je iets doet zonder beloning. Mogelijk vindt de uitdrukking dus zijn oorsprong in hof- of herendiensten, waar de boeren voor hun heer (prins) moesten werken zonder dat het ze iets opleverde.

Meer lezen:
Bolwerk Oosterbeer
Schuurman, Evert
Schuurman, molenaars: Schuurman, Evert; Schuurman, Hendrik; Schuurman, Henk

Voor het laatst bewerkt:

Bronnen:
wikipedia.nl
www.gahetna.nl
stadsherstel.nl
archief mr. J.H. van den Hoek Ostende
molendatabase.nl