Naam: Bolwerk Sloterdijk
Adres: Marnixstraat bij Brouwersgracht
Bouwjaar: 1614
Opdracht: Gemeente Amsterdam
Het bolwerk is vernoemd naar het dorpje Sloterdijk aan de Spaarndammerdijk. Het werd verwoest door de geuzen tijdens hun aanval op Amsterdam in 1577. Op het bolwerk dat in 1614 werd gebouwd kwam de standerdkorenmolen De Kraay, afkomstig van de Herenmarkt, te staan. Omstreeks 1726 is de molen vernieuwd door een stellingmolen De Kraay. Deze ging in 1838 door brand verloren maar werd in 1839 herbouwd. Bij de brand van 1838 van molen De Kraay was J.Weers voor driekwart de toenmalige eigenaar. Weers wenste van de nieuwe molen de enige eigenaar te zijn en kocht op 2 februari 1839 het kwart van houtkoper Gerrit Niermans uit De Wilp voor fl. 3.000,-.
Molenaar Weers was een oplettend man en registreerde de moeilijkheden die er waren met de molens ‘Roomolen’, ‘’t Fortuin’, ‘De Bul’ en ‘De Haan’. Al deze molens stonden op bolwerken waarvan de gronden
door de gemeente werden opgeëist in verband met stadsuitbreidingsplannen. Weers wilde het voortbestaan van zijn bedrijf zeker stellen en diende in 1870 een verzoek in om de grond onder zijn molen te
mogen kopen. Tot nu betaalde hij fl. 54,- precariorechten per jaar. De gemeente reageerde negatief op het verzoek en kwam in juni 1877 met het besluit de erfpacht op te zeggen. Dit gebeurde in juli
1877. De grond van het bolwerk Sloterdijk was nodig voor het doortrekken van de huidige Brouwersgracht en het vergraven van de Singelgracht voor het rechttrekken tussen Westerkanaal en Kattensloot.
J.Weers maakte echter niet veel haast met de afbraak van de molen, want op 15 mei 1878 werd hem door de stadsadvocaat gevraagd wat zijn plannen waren. Op 22 mei adviseerde de stadsadvocaat om een proces
te beginnen tegen Weers om hem te dwingen tot afbraak over te gaan. Ook Weers verzekerde zich van gerechtelijke steun om de zaak tot op het scherpst van de snede uit te vechten. Namens Weers deed de
advocaat een voorstel tot schikking in deze zaak. De eigenaar van de molen zou deze zo spoedig mogelijk laten afbreken met als schadevergoeding een som geld van fl. 2000,-.
De stadsadvocaat adviseerde de Bestuurders van de stad om dit bod te accepteren. De grond was reeds sinds 1614 bebouwd met een molen, dus kon molenaar Weers een beroep doen op een recht, dat reeds meer dan 200 jaar bestond. De gemeente stelde echter, dat in 1614 andere omstandigheden golden dan in 1877. De molens, destijds geplaatst, waren geheel van hout en snel te verwijderen. Men doelde hier stellig op standerdmolens, maar men had uiteindelijk ook toestemming gegeven tot de bouw van de kapitale molens zoals De Kraay. Een hoge stenen voet met daarop een rietgedekt achtkant, ongeveer gelijk aan het model van de nog bestaande korenmolen de Blom aan de Haarlemmerweg. De Stadsraad stelde ook, dat een ieder diende te weten, dat de stad Amsterdam tevens een vesting was ter verdediging van landsbelangen. Op basis daarvan was de stad en de staat nog steeds gerechtigd de molens ten allen tijde te doen slopen. De advocaat van Weers stelde daar tegenover dat dit recht alleen moreel van kracht was in tijden van oorlog, maar dat dit nu niet in het spel was. Geen enkele molenaar-eigenaar van een molen op de stadswallen dacht dan ook aan de mogelijkheid zondermeer verjaagd te kunnen worden als men maar niet in gebreke bleef bij het betalen van de verschuldigde precariorechten. Het mocht niet baten en het juridisch getouwtrek verplaatste zich naar de (vervangings)waarde van de molen. In het geval De Kraay werd in 1845 de molen met de daarbij behorende opstallen geschat op een totale waarde van fl. 28.500,-.
De stad vond dit bedrag veel te hoog gesteld, daar Weers in 1861 de molen enzovoorts voor fl. 4.700,-
had gekocht van de erfgenamen van zijn overleden vader. Hier werd weer tegenin gebracht, dat dit niet een normale verkoop was geweest maar één, die binnen de familie op speciale bloedverwantschap
berustende transactie was geweest. Het stadsbestuur hield echter voet bij stuk en wees het voorstel van de hand met een brief van 13 mei 1879, gericht aan de stadsadvocaat. Vele stadsbestuurders waren
tegen iedere schadeloosstelling, in welke vorm dan ook. Uiteindelijk hakte burgemeester jhr.mr.C.J.A.den Tex de knoop door, ook hij was tegen iedere financiële transactie. Op 25 juni 1879 velde de
rechtbank het vonnis over de molen, door alle eisen, gesteld door molenaar Weers van de hand te wijzen.
Met deze uitslag bleef molenaar Weers over als een berooid man. Wellicht was het hele proces te veel voor hem geweest want hij overleed in oktober 1879 in zijn woning op de Middenweg 40 (Zaagmolenbuurt),
staande buiten de Zaagmolenpoort. Zijn erfgenamen verzochten om uitstel van afbraak tot mei 1880. Zij wilden namelijk de molen zoals hij er nog stond vóór 15 december 1879 in veiling brengen. Dit uitstel
werd verleend.
De niet bij name genoemde nieuwe eigenaar was bereid om de molen te slopen, maar nog tijdens de afbraak werd de molen opnieuw verkocht, nu aan gebr.Janzen, aannemers te Nieuwendiep (Den Helder). Op 26
april verzochten de gebroeders om nog eens de datum van vrije oplevering van de grond uit te stellen tot november 1880. Ook dit uitstel werd ingewilligd. Waarna de molen Uiteindelijk was de molen met
overige opstallen op 16 november 1880 geheel gesloopt. Tijdens de laatste maanden van de uiterst nauwkeurige sloop werd het achtkant met alles daartoe behorende verkocht ten behoeve van de bouw van een
grote dorpskorenmolen te Westbroek ter vervanging van de versleten achttiende-eeuwse wipkorenmolen van Evert Schuurman. Gelukkig bleef de oorspronkelijke naam De Kraay behouden, misschien wel in de hand
gewerkt door de wel zeer fraai gebeeldhouwde baard, waarop een kraai is afgebeeld, zittende op ranken en lofwerk.
Tot 1925 maalde De Kraay uitsluitend op wind; daarna kreeg de molen hulpmotoren. Een volgende aanpassing is dat de molen elektriciteit gaat opwekken. Restauraties vinden plaats in 1977, 1996 en 2011.
In 2017 nam A.Colijn de molen van de familie Schuurman over.
Bronnen:
wikipedia.nl
amsterdam.nl
molendatabase.nl
amsterdamsverleden.nl/middeleeuwse-stadsmuur
www.bolwerken.amsterdam.nl
Het einde van de korenmolens op de bolwerken (mr.J.H.van den Hoek Ostende)