Bolwerk Diemen
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.
bolwerk diemen bolwerk diemen

Naam: Bolwerk Diemen
Adres: Sarphatistraat 252-366
Bouwjaar: 1661
Opdracht: Gemeente Amsterdam

Bolwerk Diemen behoort tot de reeks van bolwerken die tijdens de Vierde Uitleg werden gebouwd. Op het bolwerk werd plaats gereserveerd voor de korenmolen De Valk. De eerste korenmolen De Valk was van het type Standerdmolen, gebouwd in 1636 en geplaatst op het eerste bolwerk vanaf de Sint Anthoniespoort westwaarts in de Tweede Uitleg. Het was Liesbeth Pauwels, de weduwe van Cornelis Willems, die in dat jaar het recht had verworven om de molen op te richten. Opvallend is dat op hetzelfde bolwerk aan de molenaar van de Galgemolen bij de Leprozen in 1636 het windrecht werd verleend. Op een bolwerk stond nooit meer dan één molen zodat ze elkaar niet de wind konden afvangen. De Galgemolen en De Valk moeten daarom dezelfde molen zijn geweest.
Vanwege de Vierde Uitleg werd de molen in 1661 420 meter naar het zuidoosten verplaatst en kwam op het bolwerk Diemen te staan.
De standerdmolen De Valk op het bolwerk Diemen wordt gezien als de tweede korenmolen van deze naam. De molen is hier aanwezig van 1661 tot 1741. In 1732 zijn Abraham van der Bank en zijn echtgenote Aaltje Ebbenhorst eigenaar voor de helft van de molen. Zij overlijden in april van dat jaar vijf dagen na elkaar. Uit de boedelinventaris van 6 mei 1732 blijkt dat de broers en zusters van Abraham en Aaltje besluiten om de eerste 8 à 10 jaren een deel van de opbrengst hiervan te gebruiken voor de opvoeding van Willem van der Bank, zoon van Abraham en Aaltje.
De andere helft van de molen behoorde aan Trijntje Willems, weduwe van Jacobus van Bijlevelt en wellicht verre familie van eerder genoemde Cornelis Willems.
Abraham van der Bank had zijn halve aandeel op 31 maart 1729 verworven. De verkoop vond uiteindelijk in 1741 plaats. Anthony Keeseling en Harmanus Melchers werden voor fl. 4100,- de nieuwe eigenaren. Zij lijken de molen te vernieuwen want in dat jaar wordt melding gemaakt van de derde molen De Valk. Deze zal tot 1866 op het bolwerk blijven staan en wordt dan gesloopt voor de bouw van een militair hospitaal.

bolwerk diemen de valk bolwerk diemen de valk

In het Besoigneboek (Takenboek) van de Thesaurieren Ordinaris staat op 14 januari 1756 een bericht over de ‘ingestorte wal tusschen de Weesper en Muider Poorten’. De muur bij het ingestorte gedeelte werd geheel weggenomen en zou bij wederopbouw fl.73.000,- gaan kosten. Blijkbaar was dit te duur want herstel heeft niet plaatsgevonden. In 1805 meldde Directeur Schilling namelijk dat ‘de Courtine tusschen de Bolwerken Diemen en Muyden, benevens de oostlyke Flanq en Façe van ‘t eerstgenoemde Bolwerk onbemuurd zyn’.
De Hollandsche Historische Courant van 26 augustus 1780 brengt het volgende bericht: ’ Voor eergister morgen, tussen 8. en half 9 uuren, is alhier, door een fellen Donderslag, een Knegt van de Molen de Valk, aan de Vest, tussen de Weesper- en Muider-Poorten , doodgeslagen, terwyl een andere Knegt door de schrik byna levenloos neerviel, doch wederom gered is. Een groot gedeelte van de Molenwiek is afgeslaagen , en wel 10. Roeden van daar met het eene einde in den grond gezet, in het midden gescheurd zynde.’
Omstreeks 1830 staan Cornelis van Wijk en consorten als eigenaar ingeschreven. De consorten verkochten hun aandeel in 1833 aan Leonardus van der Heijden die op zijn beurt in 1838 zijn aandeel overdeed aan Barend Huijerman. Barend Huijerman staat in het bevolkingsregister van Amsterdam van 1851 tot 1863 als molenaar op de Valk genoteerd. Van 1853 tot 1863 wordt ook als molenaar Hendrik Hendriksen vermeld, maar het is aannemelijker dat dit een knecht is want volgens de bevolkingsregisters verhuist hij van de ene naar de andere molen.

bolwerk diemen de valk bolwerk diemen de valk

In 1861 besloot de gemeenteraad de bolwerken Diemen en Muiden aan het Rijk aan te bieden voor de bouw van een cavaleriekazerne en een militair hospitaal. Deze moesten elders in de stad wijken voor de bouw van het Paleis voor Volksvlijt. Het Bolwerk Diemen kreeg het militair hospitaal, hiervoor moest molen De Valk worden gesloopt, en aansluitend in 1877 het Rijkskledingmagazijn.
Natuurlijk kwamen er bezwaarschriften zoals van de Maatschappij ter bevordering van de Bouwkunst: ’ Behalve eene niet gelukkige plaatsing, in de nabijheid van eene begraafplaats, van den Rijnspoorweg en onderscheidene fabrieken, worden er aangevoerd een aantal belangrijke feilen in indeeling en constructie, terwijl men van het uiterlijk aanzien zegt, dat daarin alles gemist wordt, wat met billijkheid van eene dergelijke stichting in de hoofdstad des Rijks verlangd mag worden.’
En even natuurlijk werd de bouw doorgezet. In 1871 was het militair hospitaal een feit. Het had een beddencapaciteit voor 275 patiënten maar was te vergroten tot 400 door gebruik te maken van de zolders. In 1929 werd het hospitaal opgevolgd door het Nederlands Kanker Instituut en het Anthony van Leeuwenhoekhuis. Zij bleven er tot in de jaren ’70 toen de nieuwbouw in Slotervaart gereed kwam.

bolwerk diemen de valk bolwerk diemen de valk bolwerk diemen de valk bolwerk diemen de valk

Het Algemeen Handelsblad van 24 juni 1867 heeft het volgende bericht:
‘REGISTRATIE EN DOMEINEN.
VERKOOPING TOT AMOTIE.
De Ontvanger der Registratie en Domeinen te Amsterdam zal op Donderdag 27 Junij, des voormiddags ten 11 ure, te zijnen Kantore, Prinsengracht bij de Kruisstraat, CC 477, in het openbaar, bij inschrijving, verkoopen:
De opstal van den Korenmolen DE VALK, en van de beide molenaarswoningen daarbij staande, op het bolwerk Diemen, bewesten de nieuwe Kavalleriekazerne te Amsterdam. De AMOTIE moet gedaan en het geheele terrein ontruimd zjjn uiterlijk den 28sten Augustus 1867.
De Verkooping geschiedt op de voorwaarden, die ter lezing liggen ter Directie van de Registratie en Domeinen te Amsterdam, in het Oost-Indisch Huis, ten Kantore van voornoemden Ontvanger, in het Gebouw van de Maatschappij voor den Werkenden Stand op den Oude Zijds Voorburgwal, in het Koffijhuis het Vosje op het Rokin, en verder in de voornaamste Koffijhuizen te Amsterdam.
De Gebouwen kunnen bezigtigd worden op Maandag, Dingsdag en Woensdag vóór de Verkooping, van 10 tot 4 ure, terwijl verdere inlichtingen te bekomen zijn ten Kantore van voornoemden Ontvanger. Amsterdam.
De Ontvanger voornoemd, Scheffer, 13 Junij 1867.’

Tussen de bolwerken Diemen en Muiden lag, vlakbij de Singelgracht, een ‘kogelpark' waar munitie was opgeslagen. Er stonden 2 kruithuisjes met schildwachtbewaking. Wie hier langs liep met een brandende pijp of harder ging dan stapvoets, kreeg een boete van 6 gulden.

Meer lezen:
Amsterdam ommuurd (muren, poorten en bolwerken)
Bolwerk Muiden
Bolwerk Weesp

Voor het laatst bewerkt:

Bronnen:
wikipedia.nl
stelling-amsterdam.nl
Stadsarchief Amsterdam
bolwerken.amsterdam.nl
molendatabase.nl
archief mr.J.H.van den Hoek Ostende