Naam: Huis Nieukerck
Adres: Herengracht 66
Architect:
Bouwtijd: ca.1615, 1730
Opdracht: Jan van Alderwerelt, Barend Luykink Jansz
Het oorspronkelijke huis is omstreeks 1615 gebouwd door Jan van Alderwerelt. Joost Willemsz van Nieukerck (1597-1645), geboren te Nijkerk en overleden te Amsterdam neemt het erf al spoedig over, echter
wanneer precies is niet meer na te gaan. Van Nieukerck is koopman in granen en trouwt met Sara van den Vondel (1594-1630), zuster van de dichter Joost van den Vondel. Sara was in 1598 in Amsterdam komen wonen
en trouwde vanuit het huis van haar moeder aan ‘De Engelsche Kay’ die op de Zeedijk uitkwam (dus niet ‘De Engelsche Kay’ bij het Singel). Hij gaat, in verband met zware financiële verliezen door tegenslag
in de graanhandel op de Oostzee, in 1629 failliet waarna het huis wordt verkocht.
Nieukerck staat als zulk een eerlijk man bekend, dat hij na zijn faillissement door de Schepenen van Amsterdam werd gemachtigd om in overleg met enige vertegenwoordigers van zijn crediteuren zijn zaken te
liquideren, zonder gehouden te zijn om cautie te stellen of de inkomende gelden in de consignatiekas te deponeren. De curator van de insolvente boedel van Dr.Jacob Reaal (die het grootste gedeelte van zijn
fortuin had gestoken in de handelszaak van Nieukerck), tekende tegen deze milde bepalingen bij de Hove van Holland protest aan, doch werd bij vonnis van 11 April 1639 in het ongelijk gesteld.
De ervaringen, die Nieukerck had ondervonden in de graanhandel op de Oostzee en die voor hem zo een onaangenaam einde waren geëindigd, waren blijkbaar oorzaak, dat hij in memories aan de Staten-Generaal
en in pamfletten omtrent de verbetering van deze handel zijn mening uitte. In Nieukerck's eerste request aan de Hoog Mogende Heeren zet hij de redenen van de hoge prijs van het graan in Rusland en de andere
Oostzeestaten uiteen en stelt als oplossing voor het oprichten van een Russische Handels-Compagnie, waarbij hij de Amsterdamsche koopman Elias Trip als medestander had. De Staten-Generaal weigerden octrooi
te verlenen, klaarblijkelijk omdat zij de ‘vaderlandslievende’ bedoelingen van de voorstellers verdacht vonden. Uit publicaties blijkt dat Nieukerck tezamen met Trip ook een uitgebreide handel op de Oostzee
heeft gedreven in salpeter.
In 1630 wordt Gijsbert Tjebbesz Popta (1585-1636), korenkoper en assuradeur, de nieuwe eigenaar voor fl. 16.905,- bij een executieverkoop. Hij is eerst getrouwd met Lijsbeth Gerritsdr Southolm en na haar
overlijden met Dieuwertge Michielsdr Blaeuw en woont dan vermoedelijk op de Keizersgracht 79 of wellicht al op de Herengracht 90 dat hij in 1630 laat bouwen. Bij zijn overlijden vererft het huis aan zijn
dochter Maria uit zijn eerste huwelijk. Zij is getrouwd met Hendrick Vastrix. Hun zoon Gijsbert Vastrix verkoopt het huis in 1691.
In 1691 wordt Frans Verrijn voor fl. 14.300,- eigenaar van het pand. Hij is gehuwd met Alida Verhoeven. Zij hebben twee kinderen, Debora en Jan, waarvan Jan het pand erft in 1715. Jan overlijdt in 1730. Zijn
weduwe Debora van den Ende is erfgename van het pand dat zij nog hetzelfde jaar voor fl. 34.250,- van de hand doet aan Barend Luykink.
In 1730 wordt Barend Luykink Jansz. eigenaar. Hij is de grootste korenkoper van Amsterdam. Barend laat het huis vernieuwen in een Lodewijk XIV stijl met kuiflijstgevel.
Barend Luykink koopt in 1747 de failliete brouwerij de Drie Schulpen voor fl. 49.000,- op een executieverkoop. De brouwerij was gelegen aan de Prinsengracht bij de Prinsenstraat nabij het Nieuwezijds
Huiszittenhuis en opgericht in 1650. In 1758 koopt hij ook brouwerij 'de Wereld' op Uilenburg aan de Houtkopersburgwal. Het is niet de bedoeling dat de Drie Schulpen en de Wereld nog ooit gaan brouwen en
daarom betaalt het brouwerscollege hem voor de sanering van de brouwerijen.
Uit zijn testament van juni 1762, opgemaakt door notaris Hermanus van Heel, blijkt dat hij vier dochters heeft gehad waarvan er toen al twee waren overleden. Dit waren Elisabeth, gehuwd geweest met Jan
Koekebakker, en overleden met achterlating van een dochtertje, Anna. Maria en Jacoba Maria, gehuwd geweest met Adriaan Koekebakker, uit welk huwelijk vier kinderen waren geboren; Sara Bernardina, gehuwd met
Hendrik Das en Catharina gehuwd met Hendrik Willem Cramer. Luykink overleed in 1763; bij de boedelscheiding in 1763 kwam no. 66 ‘het negende huis, benoorden de Heerenstraat’, aan het echtpaar Das.
Hendrik Das had in 1742 met zijn bruid Sara Bernardina huwelijkse voorwaarden gemaakt, voor notaris Maten met uitsluiting van gemeenschap van goederen. In 1780 maakten zij, voor notaris W.Decker, hun
testament, waarbij de langstlevende erfgenaam werd. Omdat zij kinderloos waren bepaalden zij tevens dat Hendrina Das, weduwe van Pieter de Vries, zuster van Hendrik voor de ene helft, en de verwanten van
Sara Bernardina voor de andere helft tot de boedel gerechtigd werden verklaard. Sara Bernardina Luykink overleefde haar echtgenoot en na haar dood kwam het huis, bij boedelscheiding van september 1794, aan
Hendrina Das. Zij overleed in 1795 en liet twee dochters na: Catharina de Vries, getrouwd met Anthony Meynts en Sara Hendrina de Vries, getrouwd met Johan Groll van Frankenstein. Zij kregen ieder de helft
van de boedel. Tot 1823 wordt het huis bewoond door de familie Luykink-Das en erfgenamen.
Tussen 1800 en 1850 worden de ramen en entree gewijzigd in een late empirestijl waarbij ook de stoepleuning van gedraaid rond staafijzer wordt aangebracht.
1823 Het pand wordt, in opdracht van de erfgenamen Meynts, verkocht in het Oudezijds Heerenlogement door makelaar Dirk Bakhuizen van den Brink. Nieuwe eigenaar is, voor fl. 13.400,-, Catharina van
Valkenburg, sinds 1821 de echtgenote van de Hervormde predikant ds.Jacobus ten Bosch. Zij overleed als laatste van de twee in 1844.
1844 Marianne Lulofs, getrouwd met Johannes Rahusen, koopt het huis voor fl. 14.200,- en verkoopt het in 1856 voor fl. 21.000,- verhoogt met fl. 900,- voor spiegels enzovoorts.
1856 Wilhelmus Johannes Hazeman, consul van den Kerkelijken Staat en van het Koninkrijk der Beide Siciliën, koopt het huis. Hij overlijdt in 1880 en laat het huis na aan zijn echtgenote Alida
Maria IJzermans. Zij overlijdt kinderloos in 1886.
1886 Eigenaar wordt notaris J.G.Pouw Jr. voor fl. 33.000,-. Hij verkoopt het binnen een maand met fl. 100,- winst aan Theodorus Johannes Bernardus Hoppe (1841-) van beroep koopman, getrouwd met
Margaretha Jacoba Hoek (1845-1907). Zij hebben een zoon Hermanus Joannes Antonius Hoppe (1869-1946).