Het vroegste bekende voorbeeld van een lijstgevel dateert van 1625 en is ontworpen door Jacob van Campen voor Balthasar Coymans.
Kenmerken: Bij de lijstgevel eindigt de gevel in een rechte horizontale lijst of een rechte kroonlijst. Bovenop de kroonlijst is nog een verhoging, bijvoorbeeld
een fronton, attiek of balustrade, mogelijk.
Vanaf 1660 wordt de lijstgevel algemener gebouwd, vaak bij de brede paleisachtige herenhuizen waar het meestal classicistische gevels met pilasters zijn.
De lijstgevel komt pas in de 19de eeuw echt in de mode. Door het slechte economische tij was het na 1800 gedaan met versieringen in de top. Veel gevels werden
gemoderniseerd en van een houten lijst voorzien, geheel volgens de sobere mode en de afgenomen welvaart: een goedkope oplossing als de rijk versierde oude gevel
aan vervanging toe was. Bij een groot deel van de grachtenhuizen komt nu zo'n rechte lijst voor waar vroeger een trap-, hals-, of klokgevel prijkte. Pikant is
dat vaak nog net een stukje van het 'statusverlagende' puntdak boven de lijst uitsteekt.
Voorbeelden: Keizersgracht 177 (1625), Jodenbreestraat 4 (1627/28).
17de eeuw
Lijstgevels komen in de 17de eeuw nog vrijwel alleen voor bij grote, dubbele herenhuizen, waar het zadeldak evenwijdig aan de gracht is geplaatst. Vanaf ca.1660
komt de rechte kroonlijst voor, maar in de periode ca.1660 tot ca.1670 nog overwegend in combinatie met pilasters.Het eerste voorbeeld van een lijstgevel met een
groot driehoekig fronton is Jodenbreestraat 4, Rembrandthuis, toegeschreven aan Jacob van Campen. Dit motief wordt overgenomen door Philips Vingboons die het grote
fronton vooral bij dubbele huizen gebruikte zoals Kloveniersburgwal 95 (1642). Met de bouw van het nieuwe stadhuis op de Dam, ontworpen door Jacob van Campen
in 1648, wordt de populariteit van de lijstgevel sterk vergroot. De lijstgevel met het grote driehoekige fronton is een spectaculair voorbeeld. Vele, op het
stadhuis geïnspireerde voorbeelden volgen, meestal naar ontwerp van Philips Vingboons. De belangrijkste navolging is echter het Trippenhuis,
Kloveniersburgwal 29 (1660/62), en ontworpen door Justus Vingboons.
Adriaan Dortsman ontwerpt in de 'strakke stijl' waarbij geen pilastergevels maar sobere vlakke gevels worden toegepast. Bovenop de rechte kroonlijst wordt een
attiek in de vorm van een al dan niet gesloten balustrade geplaatst.
Voorbeelden: Keizersgracht 604 (1670) met een gesloten bakstenen balustrade, waardoor het gesloten karakter van de gevel nog eens wordt benadrukt, Keizersgracht
672-674 (1671) en Herengracht 462 (1672).
Ook de eenvoudige houten kroonlijst komt in de 17de eeuw al voor. Voorbeeld: de Wevershuisjes (1670) ontworpen door Philips Vingboons, waarvan er nog een groot
aantal bestaan. Ze staan Weteringstraat 16-18, Weteringstraat 19, 2de Weteringdwarsstraat 5-7, 2de Weteringdwarsstraat 71-73, 3de Weteringdwarsstraat 33, Nieuwe
Looiersstraat 25-27, Nieuwe Looiersdwarsstraat 1-3, Vijzelgracht 4-8 en Vijzelgracht 20-26. De kroonlijst is hier gereduceerd tot een gootlijst. De buurt is
bekend als het Noordsche Bos.
18de eeuw
Bij het dubbele huis wordt in deze periode de rechte lijstgevel met een attiek met al dan niet verhoogd middendeel het gangbare type. Een mooi voorbeeld van een
lijstgevel in Lodewijk XIV-stijl met een gebogen open balustrade met een verhoogd middendeel is Herengracht 475 (1731/33). Het middendeel wordt geflankeerd
door liggende beelden.
Voorbeelden van een lijstgevel met gedeeltelijk open balustrade: Herengracht 164, 446, 476, 480, 495, 520, 543, 548 en 554.
Voorbeelden van een lijstgevel met gesloten attiek: Herengracht 433, 498 en 539.
De lijstgevel wordt in de 18de eeuw ook toegepast op het gewone 'enkele' huis. Echter, voor het sluiten van een smal huis is een topgevel nodig; de nok van
het huis staat bij smalle huizen loodrecht op de gracht en het puntdak dat hierdoor ontstaat moet aan het zicht worden onttrokken. Dit wordt bereikt door op de
rechte kroonlijst een verhoging te plaatsen.
De belangrijkste typen bij de rechte lijstgevel zijn: de rechte kroonlijst met een (gedeeltelijk) open balustrade met gesloten middendeel waarbij het middendeel
vaak iets boven de balustrade uitsteekt. Voorbeelden zijn onder andere: : Herengracht 342 (1720), Oudezijds Voorburgwal 237 (1736), Keizersgracht 756 (1738),
Damrak-water (de achtergevel van Warmoesstraat 16, 1740), Herengracht 491 (2de kwart 18de eeuw), Keizersgracht 77 (ca.1755), Singel 24 (ca.1760), Singel 36
(1763) en Oudezijds Voorburgwal 97 (3de kwart 18de eeuw).
De rechte lijstgevel met gesloten attiek is een variant die onder meer te zien is: Keizersgracht 248 (1710), Keizersgracht 317 (1712), Herengracht 284 (1728),
Herengracht 252 (ca.1730), Singel 30 (ca.1730) en Singel 292 (ca.1740).
Een opvallende variant is Oudezijds Voorburgwal 217 (2de kwart 18de eeuw). Dit brede huis heeft een rechte kroonlijst met gesloten attiek erop en middenverhoging.
Een veel voorkomende variant is de topgevelachtige attiek.
Voorbeelden zijn: Oudezijds Voorburgwal 185 (ca.1730), Singel 462-464 (ca.1735), Herengracht 592 (ca.1740), Herengracht 114 (ca.1750), Singel 318 (ca.1750) en
Rembrandtplein 20 (3de kwart 18de eeuw).
Een laatste variant is de kroonlijst die, vaak in het midden, omhoog wordt gebogen om het puntdak aan het oog te onttrekken. Zo ontstaat de verhoogde lijstgevel genoemd.
Het geveltype is gedurende de 18de eeuw erg populair en komt zo veelvuldig voor dat het als een afzonderlijk geveltype kan worden beschouwd.
Zo heeft Herengracht 434 (1717) een op simpele wijze verhoogde lijstgevel, terwijl Oude Doelenstraat 14 (1735) een klokgevelachtige verhoogde lijstgevel heeft.
Omstreeks 1770 komt de lijstgevel met een groot driehoekig fronton weer in de mode. Het markeert de overgang van de Lodewijk XV-stijl naar de Lodewijk XVI-stijl.
Voor het eerst sinds de 17de eeuw wordt het fronton weer toegepast, een belangrijk onderdeel van het Hollands Classicisme van de Gouden Eeuw.
Voorbeelden zijn: Herengracht 493 (1766/67), Herengracht 527 (1770), Keizersgracht 409 (ca.1771).
Bij het 'enkele' huis wordt al snel de rechte lijstgevel met schilddak toegepast, al dan niet met toepassing van een fronton. Het schilddak onttrekt als een
klein dwarskapje het achterliggende zadeldak aan het zicht.
Voorbeelden van lijstgevels zonder fronton zijn: Geldersekade 8 (ca.1775), Keizersgracht 146 (1780), Herengracht 202 (ca.1780), Keizersgracht 610 (ca.1790), Prinsengracht 124
(ca.1790), Singel 164 (ca.1780/1800), Keizersgracht 43 (ca.1800), Keizersgracht 206 (ca.1800), Singel 78 (ca.1800). Een zeldzaam voorbeeld
is het dubbel huis Herengracht 40 (1790). Dit grote grachtenhuis heeft een fraaie, zandstenen lijstgevel in Lodewijk XVI-stijl waarvan Jacob Otten Husly (1738-1796)
als ontwerper wordt genoemd.
Voorbeelden van lijstgevels met fronton: Singel 176 (ca.1780/1800), Damrak 83 (ca.1800), Damrak-water (de achtergevel van Warmoesstraat 34, ca.1800), Nieuwezijds
Voorburgwal 49 (1780/1800) en Zeedijk 14 (ca.1800).
19de eeuw
De 19de eeuw is de eeuw van de lijstgevel, eigenlijk wordt er niets anders meer gebouwd en bij reparaties of renovaties verliezen de gevels vaak hun oude top
welke wordt ingeruild voor een lijstgevel. Aanvankelijk was er weinig waardering voor deze 'verminking', waarbij vooral Alberdingk Thijm van zich deed horen.
'De kroonlijsten moeten met ankers worden vastgezet en zijn eigenlijk een soort schijnarchitectuur. Ze verbergen een driehoekige kapvorm waar een hals- of een
klokgevel beter bij hoort' aldus Alberdingk Thijm.
Een willekeurig voorbeeld: Herengracht 315 en Herengracht 400-408 waardoor zodoende en ensemble verloren ging.
20ste eeuw
In de 20ste eeuw kwam er geleidelijk meer waardering voor de 19de-eeuwse architectuur. De houten kroonlijsten zijn vaak erg mooi geprofileerd en borduren voort
op de Amsterdamse bouwtraditie waarbij gevels met een topbeëindiging worden opgesierd. De lijstgevels vormen de laatste fase in deze traditie. In de 18de
eeuw zijn het nog de halsgevel, klokgevel en verhoogde lijstgevel die het stadsbeeld bepalen. In de 19de eeuw wordt de rechte kroonlijst overheersend en bepaalt
daarmee een nieuw stadsbeeld dat zich in de bouw van de 20ste eeuw voortzet.